Leguaan eist veel zorg Bij steekt niet snel, wesp wel Dier verveelt zich kapot in saai hok Kameraad kan toch niet bij het vuil Alleen onze hond eet nog vlees Vosje 2 Roerloos zit Loekie op een boom stammetje. Midden in een namaak- oerwoud, gemaakt in een enorme glazen bak. Oplettend kijkt die naar zijn baasje, alsof die zit te luisteren wat er allemaal over hem gezegd wordt. „In Mexico zou Loekie allang opge geten zijn," zegt Edwin Louwerse (16) uit Goes. „Daar is leguanensoep een delicatesse. Ze worden er spe ciaal voor gefokt. Ik moet er niet aan denken!" Als hij twintig keer zo groot was ge weest, had Loekie wel mee kunnen spelen in Jurassic Pare. Gifgroen is-ie, met op zijn kop een mooi ge vormde kam. Hij is 80 centimeter lang, driekwart daarvan is staart. „Leguanen kunnen wel vijftien jaar oud worden," legt Edward uit, „en ze groeien tien centimeter per jaar. Ik zal dus een nog groter terrarium moeten bouwen." Duur? Al jaren is hij helemaal in de ban van reptielen: „ik vind het fascinerend hoe ze leven en eten. En je kunt er ontzettend veel over leren." Hij begon met het houden van schildpadjes en hagedissen. Een maand geleden kocht Edward zijn eerste leguaan in een dierenspe ciaalzaak. Duur? „Je koopt ze per centimeter. Vroeger spaarde ik mo delauto's, maar alles bij elkaar is de ze hobby veel duurder. Wantje moet ook een groot terrarium bouwen en dan nog het eten..." Maar hij heeft het er graag voor over: „Ik lees alles over reptielen en schrijf ook veel op in een speciaal schrift. Dit zijn dieren, waar je ont zettend goed voor moet zorgen. Be gin er nooit aan als je er niet heel veel van weet!" Wormen Loekie's eten bestaat uit een uitge kiend menu van sla, kiwi's, wormen en kattebrokken: „Maar met voeren is het nog niet gedaan. De tempera tuur is heel belangrijk, frisse lucht, water..." Als Edward 's avonds zijn huiswerk maakt mag Loekie lekker los rond lopen. „Alleen van de week was-ie ineens kwijt. Na lang zoeken vonden we hem, slapend in het bakje van de computer in de kamer hiernaast. Het zijn zulke relaxte dieren, heel nieuwsgierig, maar ze liggen graag." foto Willem Mieras Beslist geen Loekie-soep. Dieren in saaie hokken hebben daar vreselijk last van. Ze gaan zich ver velen en zich abnormaal gedragen. Ze lijden. En hoe langer ze in zo'n hok zitten, hoe moeilijker het wordt om ooit nog 'normaal' te worden. Het proefschrift van Franchise We- melsfélder liegt er niet om. Na een paar jaar onderzoek bij allerlei be drijven (o.a. in de bio-industrie) heeft ze ontdekt dat dieren zich echt te pletter kunnen vervelen. En dat is nieuw. Want in de wetenschap ge looft men nog steeds dat een dier niet zelf kan denken. Ze zien het dier als een soort machine. Die altijd het zelfde reageert op prikkels, dingen die anderen met dat dier doen. Verveling? Wetenschappers vinden het ook lo gisch dat dieren zich in hokken an ders gedragen dan soortgenoten in de vrije natuur. Dat komt door de andere omgeving, zeggen ze. Een dier kan lijfelijk pijn hebben, maar verveling? Nee, dat bestaat niet, want een dier kan niet denken. Het went wel. Ook wordt gedacht: voor dieren die in gevangenschap zijn geboren maakt het niet uit dat ze altijd in een hok zitten. Zo'n dier weet niet beter. Geluk en ellende „Dat is dus absoluut niet waar," zegt mevrouw Wemelsfelder. „Een dier is een persoonlijkheid. Ze heb ben zelfbesef, een bewustzijn. Ze ontdekken en vormen zichzelf door actief met hun omgeving bezig te zijn. Ze leren door ervaring. En wat nog belangrijker is: ze voelen. Ge luk, maar ook ellende." Niet elk dier is hetzelfde. Het is abso luut geen machine die stomweg zo maar iets doet. Als kippen elkaar kaal gaan pikken, apen met hun eten gaan kliederen of hun eigen braaksel opeten, varkens elkaar tot bloedens bijten, is het goed mis. Die dieren vervelen zich en zijn drin gend aan een goede, uitdagende om geving toe, meent de onderzoekster Franqoise hoopt met haar proef schrift zoveel bewijzen geleverd te hebben dat mensen voor een betere leefomgeving voor dieren gaan zor gen. En dat daarmee een hoop die ren een gelukkiger leven zal krijgen. Dierenbegraafplaats Huiduc in Heinkenszand. Huiduc in Heinkenszand lijkt op het eerste gezicht een boerderij als zove le. Een groot huis met ernaast een grote boerenschuur. Maai- wie ach ter de schuur een kijkje neemt, ont dekt iets heel verrassends: een die renbegraafplaats. Huiduc is de afkorting van: Huisdie renuitvaartcentrum. „Het enige in heel Zeeland," vertelt beheerster Mies Prins. „Het bestaat sinds 1986." Samen met haar man Theo zorgt ze ervoor dat overleden dieren op een fatsoenlijke manier worden begra ven. Gezin Mies: „Een huisdier is vaak lid van het gezin. Als zo'n trouwe kameraad doodgaat geeft dat veel verdriet. Ie dereen zit dan met de vraag: Wat nu? Begraven in je eigen tuin willen de mensen vaak niet. En bij het vuil nis zetten stuit hen ook tegen de borst. Vandaar deze begraafplaats." Op dit moment liggen er al zo'n 1900 dieren begraven. Katten, honden, konijnen en zelfs een papegaai. Bovenop het graf ligt een eenvoudi ge grindtegel. Op een zwart plaatje staat de naam van het dier vermeld. Met soms een regel extra: Bedankt voor je jarenlange vriendschap of iets dergelijks. foto Willem Mieras De overleden dieren worden door Theo en Mies thuis bij de mensen opgehaald. Daarna wordt er voor elk dier een kistje gemaakt. Precies op maat. Theo spit dan achter de schuur een graf. Daarna wordt het dier begraven. Soms zijn de baasjes er zelfbij. „Dan wordt er best wel eens een traantje weggepinkt," vertelt Mies. „Begrij- pelijk, als je aan een dier bent ge hecht." Vaak komen mensen nog eens te rug-Om het graf te bezoeken. Of om er perkplanten bij te zetten. Zij hou den dat grafje dan netjes bij. Voor Theo is een dierenbegraaf plaats iets heel natuurlijks: „Dieren staan dicht bij de natuur. Na hun dood keren ze zo terug naar diezelf de natuur, waarin ze thuishoren. „Bij ons is iedereen vegetariër, behalve onze hond", vertelt Tim Straijer (12) uit Haamste de. Zo'n twintig jaar geleden was z'n vader ziek. De dokter vond het beter dat pa Straijer een tijdje geen vlees meer zou eten. Ondertussen werd vader beter. Maar vlees is er nooit meer op tafel gekomen. Tim vind het zielig voor dieren dat ze dood gemaakt worden voor hem. Als je bijvoorbeeld kijkt hoe kippen moeten leven in zo'n klein hokje. Beestach tig! Apart pannetje Tim: „Ik ben de enige vegeta riër op school maai- ik word er nooit mee gepest. Ik heb er wel eens last van in een restaurant. Soms hebben ze niks zonder vlees. Als we op kamp gaan met de padvinderij krijg ik altijd een apart pannetje". Eigenlijk is het raar om een ve getariër uit te laten leggen waarom hij geen vlees eet. Je zou eens aan een vleeseter moe ten vragen waarom hij wel vlees eet. Notenkoek Maar ja. Bij ons is een maaltijd zonder vlees nog steeds geen volledige maaltijd. Vlees hoort er gewoon bij. „Bij ons dus niet", zegt Tim. Ik mis het ook niet want ik ben niet anders gewend. Wij eten extra veel bruinbrood, groente en bonen. Het liefst eet ik no tenkoek die m'n moeder bakt. Verder ben ik gek op bloem kool, appelmoes en friet.- Maar dan wel in plantaardig frietvet gebakken natuurlijk. Helaas lust ik geen kaas. Maar als ik bij vriendjes eet zorgen ze meestal voor iets van ei of iets van soja". Tegenwoordig kun je in de meeste supermarkten vegeta risch eten kopen. Alleen de plek waar het ligt is een beetje maf: tussen het dooie vlees! gedicht Daar lig je vosje 't moest zo nodig maar waarom dood? zo overbodig. Je glanzende ogen nu zo dof. Je zachte pels zit onder 't stof. Nooit meer zul je een kipje stelen. De mens wil niet met vossen delen. Marina van den Boogaart Twintig j aai- geleden begon Piet de Meester met z'n eerste bijenvolkje. Op dit moment heeft hij zo'n 100 bijenvolken. Drie jaar geleden be gon hij met een eigen imkerij in Poppendamme tussen Middelburg en Grijpskerke. In de imkerij kun je zowat alles zien wat met bijen te maken heeft. Het spectaculairste is het bijenvolk achter glas. Bijen vliegen af en aan, en aan het stuifmeel aan de pootjes kun je zien welke bloemen ze be zocht hebben. Piet: „Veel mensen zijn bang voor bijen. Dat is absoluut niet nodig. Bijen steken alleen als ze slecht verzorgd worden. Ik zorg goed voor m'n beestjes. Bijen houden van bloemen en geven niks om mensen. Wespen steken veel makkelijker. Vooral in deze tijd. Dan hebben ze voedselgebrek. Daar worden ze agressief van. Een ui wil wel eens helpen tegen een wespesteek. Niet uitzuigen. Want dan kun je een dik gezicht of dikke lippen krijgen. We hebben ook hommels. Hommels zijn zachtaardig en steken zelden. Ze worden gebruikt voor het be vruchten van tomaten." Nog tot 1 november kun je terecht in Poppendamme: dinsdag t/m za terdag van tien tot vijf uur). Het beste is om op een zonnige dag te komen. Dan zijn de bijen achter glas erg actief. Piet werkt ook samen met scholen. Kinderen kunnen op school dan wilde bijen kweken in een rietje. De klas komt dan eerst op bezoek in de imkerij. Daarna krijgen ze de spul len mee naar school. Voor miminaal twintig kinderen kost het 2.- per leerling. Het is handig om dat nu al te bespreken met Piet (01180-16966). Honing Piet: „Wij houden geen kinderver jaardagen en feestjes hier. Kinde ren zijn erg welkom als ze het leuk vinden om bijen aan het werk te zien. Dit jaar kwamen 70.000 men sen kijken en nog eens 8000 mensen in groepen." De bijen gaan binnenkort met win- terrust. De honing wordt ingepikt door Piet. Ze krijgen er suikerwater voor terug. Want Piet zorgt goed voor z'n kleine beestjes.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1993 | | pagina 2