Mis? Dan de worst M Vlegel moet je goed kneden Lekkernijen!!! Dikke billen Stad geeft geheim prijs Meeuwen voeren in je pyjama Al zo'n twee j aar verkoopt bakker Mat- thieu Sonnemans uit Burgh het Zeeuwse vlegelbrood. Het wordt ge maakt van tarwe die alleen in Zeeland wordt verbouwd. Matthieu: „Er komt geen kunstmest aan te pas en de boer gebruikt ook geen bestrijdingsmidde len". Onkruid wieden is het enige en dat is dus behoorlijk arbeidsintensief. De geoogste tarwe gaat niet naar een grote meelfabriek om gemalen te wor den. „Nee, dat gebeurt ook ambachte lijk", verklaart bakker Matthieu. „Wij kopen onze tarwe bij de molenaar Teun de Bok uit Zierikzee". Deze spe ciale Zeeuwse tarwe is duurder, dan de tarwe die voor het gewone volkoren brood wordt gebruikt. Het maken van de Zeeuwse vlegel is ook iets anders. Matthieu: „Het moet langer draaien. Dus meer gekneed worden. Op het brood wordt een mo tief e aangebracht van een korenaar. Er moet een auweltje, een snoeppa- piertje onderop, om de echtheid aan.te tonen. En het moet een uur bakken, terwijl ander brood met de helft toe kan". Ook de bereiding is puur natuur. De Zeeuwse vlegel bestaat uit tarwe, wa ter, gist en zout. Er zit geen melk in, want sommige kinderen kunnen niet tegen melkstoffen. Het is heel goed aangeslagen bij het publiek. Eén der de deel van de verkoop bij Matthieu is Zeeuwse vlegel. „Wat het kost, maakt de mensen niet uit", weet hij, „als het maar goed is". Jïkkemien of 'n drol (bolus) - Paling brood - Papkoek'n - Zeeuws spek - Gekookte worst - Kreukelslkruuk'ls (alikruiken) - 'Aontjes en 'oentjes (kok kels) - Ströópievet (spekvet met stroop) - Stekelbeiers (kruisbessen) - Schoenzeul'n (wafels) - Pik in 't potje (aardappelen, spek, eieren op Eerste Paasdag). Katinka de Lange: jonassen is een beetje eng. Dikke billen. Korte ver sierde staartjes. Zo ken nen de meeste mensen de Zeeuwse ringrijpaar- den. Vastgebonden aan een touw, geduldig wach tend op hun beurt. Daar omheen mannen en vrou wen in het wit. En kinderen, heel veel kinderen. Stil letjes hopend op dat ene moment, dat je boven op de rug van zo'n Zeeuwse knol mag zitten. Katinka de Lange herinnert het zich nog. Maar sinds kort rijdt dit lid van de ringlijders vereniging Zuid-Beve land zelf. Katinka: „Vooraf moeten de manen en de staart worden versierd. Dat heeft mijn moeder voor me gedaan. Die is daar handiger in." Maar het rijden liet ze niet aan haar moeder over. Dat deed ze zelf. „Een lingrijwedstrijd duurt een he le dag," vertelt ze. „Een eigen paard is niet nodig. Ik heb gewoon een paard gehuurd. Voorwaarde is wel, datje kunt paardrijden." Ringrijden doe je op een ongezadeld paard. In je ene hand hou je de lans vast en met de andere de foto Willem Mieras teugel. Katinka: „Je moet met het paard in galop, proberen de ring te steken. Die is maar 38 mm in doorsnee. Best wel lastig. Lukt dat de eerste vijf keer niet, dan moetje op de hoepel steken. Die is groter. Lukt dat ook niet, dan hangen ze wel eens een rookworst op." Die hing er voor haar niet. Was ook niet nodig, want tijdens haar eerste wedstrijd stak ze twaalf van de dertig ringen. Een fraai resultaat. Goed voor een even fraaie be ker: de Tom Bostelaartrofee. Natuurlijk ontkwam ook Katinka niet aan een hele oude gewoonte: het jonassen. Katinka: „De win- naars worden altijd zo gehuldigd. Best wel eng, wantje zwiept een heel eind de lucht in." In de strijd om de pollepel - een fel begeerde prijs bij het ringrijden - heeft ze nog niet meegedaan. Maai er komt een dag, dat Katinka hiervoor gejonast zal worden! ZEELAND-GEVOEL Zelfs voor de oorlog stonden er al slaap- huisjes op het strand tussen Koudekerke en Vlissingen. Ik ben Eve lyn Pleyte {14) en ik kom alle zomers van m'n leven al in ons houten huisje op het strand. Je hoort de he le dag het water. Ook 's nachts. De boten hoor je langs varen. En dan 's morgens de meeu wen voeren in je py jama. Dat is mijn Zee- landgevoel. We moes ten nooit speelgoed ko pen voor het zand. Al les spoelde aan. Of de dagjesmensen lieten het liggen. Er is bijna geen verschil tussen buiten en binnen in zo'n strandslaaphuis- je." Zus Marlous Pleyte (10): Bij hoog water moesten we soms ons bed uit. Er lag zelfs eens zeewier op de vloer. We hebben wel eens een hert gezien 's morgens vroeg. Als het warm is slapen we op het bordes." Moeder Els: „Het enige nadeel is datje elke dag de ra men moet zemen van wege het zout." Graven in de grond: het gaat om het beeld van de geschiedenis, foto Lex de Meester In Zeeland is er boven de grond al genoeg te zien om een hele vakantie mee te vullen. Maar onder de grond is ook veel te beleven. Henk Hendrikse uit Breskens heeft er zelfs zijn beroep van gemaakt: hij is depot- en archief beheerder bij het provinciaal depot bodemvondsten in Middelburg. Zo is hij vaak actief betrokken bij op gravingen: „Soms doen we dat om dat het later niet meer kan zoals nu bij de sloop van de oude gevangenis aan de Kousteensedijk in Middel burg". Maar zijn voorkeur gaat uit naar onderzoek in alle rust zoals vo rig jaar in september in Biervliet: „We weten uit de archieven dat dat in de middeleeuwen een stad was. We hadden een oude kaart met een stratenplan, maar er was nog nooit gedegen onderzoek gedaan". Waterloop Twee dagen werd er gegraven in Biervliet. „We zochten een oude wa terloop en die hebben we gevonden", vertelt Henk. „Daarin vonden we veel afval, alles van voor 1400: kapot aardewerk, etensresten, een munt en twee zeldzame tinnen figuurtjes". Voor Henk is de hoeveelheid vond sten niet het belangrijkste: „Het is niet nodig om door te gaan tot je 100 kilo hebt als 10 kilo al voldoende is. Het gaat om het beeld dat wij ons van de geschiedenis kunnen vor men: hoe heeft de stad zich ontwik keld, wanneer zijn er woningen geko men en waarom zijn ze weggegaan? In Biervliet weten we nu zeker dat dat is omdat er rond 1400 een grote overstroming geweest is, waardoor het zich niet verder als stad heeft kunnen ontwikkelen". In september hoopt Henk nog eens in Biervliet te kunnen graven „om het onderzoek af te ronden'. Hij hoopt dan ook weer op de hulp van een aantal Pabo-studenten: „Die le ren er ontzettend veel van en sommi gen vinden het zo leuk. die blijven te rugkomen. Dat zijn de toekomstige archeologen".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1993 | | pagina 1