Op pad is soms ook plat Tai Taaier Door de zenuwen speel ik juist beter ad op vrijersvoeten riskeert leven matig uw snelheid IINSDAG 9 MAART 1993 3 iefde is een schone zaak. Als ten- ninste een auto niet voortijdig je ge- uk verplettert. En dat risico is bij ladden groot. De komende weken aan ze, na een flinke winterslaap nder de grond, weer op pad. Op loeknaar een partner. Jonge padjes omen niet zomaar uit de lucht val- ïïBUFO BUFO ofwel gewone brui- Zowel zijn goudkleurige (of ranje) ogen als zijn naam zijn rachtig. Verder ziet hij er wat wrat- uit. Hij is directe familie van de ikker. Met dit verschil dat hij niet kan springen (te korte voorpoten) of kwaken. Ze komen zowat over de hele wereld voor. Hier zijn ze al twintig jaar be schermd. Wat betekent datje ze niet mag vangen, opjagen of verhande len. Alleen wat eitjes opkweken mag wel. Dikkopjes Een pad is net als eerr kikker een am fibie: een landdier dat in het water wordt geboren. Ze leggen hun eieren in lange snoeren tussen de water planten. Na een week komen de dik kopjes uit. M foto Willem Mieras Na een week of twaalf (rond juni), verdwijnt de staart en krijgen ze pootjes. Dat is het moment waarop het jonge padje uit het water kruipt en de wereld intrekt om kilometers verderop in bijvoorbeeld een tuin of bos te gaan leven. Hij is dan nog niet groter dan je pinknagel! Nachtdier Een pad is een nachtdier, dat zich overdag in de grond of onder een steen verstopt. Tegen de avond gaat hij op zoek naar insekten, slakjes, vliegen, mieren. Na drie jaar zijn ze volwassen. Na hun winterslaap gaan ze zodra de nachten boven de 4 graden zijn, op zoek naar een partner om te paren en eieren te leggen. Massaal lopen ze terug naar de poel waar ze zijn geboren. Soms andere poelen voorbij. Want ze zijn eigen wijs en trouw aan hun plek. Weg of geen weg. Een gezonde pad kan wel dertig jaar worden, maar vele gaan eerder dood door landbouwgif of doordat ze overreden worden. Emmers Sinds vier jaar proberen we de pad den van een wisse dood te redden. Borden wijzen automobilisten op oversteekplaatsen. Bij de Oester- dam zijn er tijdens de trek (zes we ken) meer dan 1000 oversteken. Daar staan langs de weg nu 20 cm hoge netten en vangemmers. Elke morgen zetten twee mensen van Rijkswaterstaat de gevangen padden keurig over. In het weekein de doen vrijwilligers dat. Sietske Hoogenboom (15) uit Mid- elburg werd gekozen tot de beste itariste tijdens het Derde Natio- Concours voor Jonge Gitaris- en. Vorige maand haalde ze deze rijs op het Amsterdamse conserva- oriuin. iietske begon als zesjarig meisje net een gitaar van 50,-. Nu na vijf aar les van Rein Kooien, gitaarle- aar aan de Middelburgse muziek- chool, spaart ze voor een tweede- lands gitaar van 2.500,-. jietske is een snelle leerling. In mei robeert ze haar C-diploma te halen p de muziekschool. De voorberei- ing op het concours in Amsterdam as erg kort. ietske: „In plaats van de noodza- elijke twee maanden voorberei- inghad ik maar een maand de tijd. khad het druk op school. Rein, m'n raar, gaf me extra veel lessen." formaal oefent ze een uur per dag. k krijgt een half uur per week les. ioot ietske koos voor een gewone gitaar n niet voor een elektrische gitaar. Wij woonden vroeger op een boot. neen kleine ruimte past een gewo ne gitaar beter. Vandaar. Ik luister fel graag naar een elektrische gi- aarin een popnummer." koer Michiel (11) drumt en pa Peelt de dwarsfluit. Muziek neemt een belangrijke plaats in het gezin van Sietske. Haar favoriete gitaarmuziek is van Tarrega en van Sor. Wals Sietske: „Ik moest daar in Amster dam 20 minuten achter elkaar spe len. Eerst een verplichte wals. Daar na een Engelse suite in drie delen. Ik was erg zenuwachtig. Maar dat werkt juist in m'n voordeel. Door de zenuwen ga ik juist beter spelen dan thuis." Over twee jaar hoopt ze haar D te halen op de muziekschool. Daarna is ze uitgeleerd en moet ze er vanaf. „Ik wil het gitaarspelen wel altijd als hobby blijven beoefenen," besluit Sietske. Sietske Hoogenboom: beste gitariste tijdens het Derde Nationaal Con cours voor Jonge Gitaristen. foto Lex de Meester Illustratie uit De Papegaai van Chibbawokki van Margaret Mahy. Van enkele schrijvers en schrijf sters hoef je de naam maar te ho ren of er schiet je onmiddellijk een ris boeken te binnen. Ronald Dahl? De griezels, Matil da, De heksen en alle andere. An nie M. G. Schmidt: Pluk, en Mi- noes, en... stopstop! zoveel ruimte hebben we niet en dit stukje moet over Margaret Mahy gaan. Mar garet Mahy....? Margaret Mahy werd in 1936 in Nieuw-Zeeland geboren. Ze werk te in een jeugdbibliotheek en de buteerde in 1968 met een prenten boek. Tien jaar later kreeg ze een Zilveren Griffel voor een boek dat misschien een lichtje bij je aan steekt: Ze lopen gewoon met me mee over Kareitje Jonas is tot op de dag van vandaag een reusach tig populair prentenboek in de onderbouw van elke basisschool. Waarschijnlijk herinner je je ook nog wel iets van De grote zee- rovers-knalfuif, want de kans dat je met dat boekje een paar jaar la ter in groep vier nóg beter hebt leren lezen dan je daarvoor al kon, is heel groot. Margaret Mahy is een schrijfster die je jarenlang kan boeien. Ze schrijft boeken voor kinderen die nog niet kunnen lezen, of dat pas geleerd hebben, maar ook voor Krullebaklezers en jongeren die op school al boeken voor volwas senen moeten lezen. Haar boeken zijn altijd spannend; sommige heel geheimzinnig, andere knet tergek. In Spookbeelden neemt ze je mee in de adembenemende fanta sieën van een elfjarig meisje. An- thea woont sinds kort bij haar oom Lionel, tante Molly en nicht je Flora, omdat haar ouders een halfjaar geleden op zee zijn ver dronken. Ze is haar verdriet nog lang niet te boven en kan bovendien moei lijk wennen in het grote, rommeli ge huis dat vroeger van haar opa en oma is geweest. In de kamer van haar lang gele den gestorven oom Henry vindt Anthea een doos met daarin een oud schrift, een stapeltje typische foto's, een plattegrond, een arm band en een merkwaardig appa raat dat een driedimensionale tv uit de oertijd lijkt, maar een ste reokijker is. Met behulp van de kijker en de fo to's komt ze in haar dromen in het land Viridiana terecht. Daar ont moet ze de jongen die ze in een eerdere droom heeft leren kennen en begint ze aan een reis zonder weg terug. Maar vlak voordat haar kwade dromen haar fataal dreigen te worden, wordt ze door Flora van de spookbeelden in haar hoofd bevrijd en vindt ze zichzelf terug. 'Spookbeelden' wordt uitgegeven door Querido, Amsterdam en kost f21,90. Krijg je in Spookbeelden nauwe lijks gelegenheid aan het verhaal te ontsnappen, omdat je wordt uitgedaagd mee te denken over wat er gebeurt in De papegaaien van Chibbawokki en Hier komt de krokodil kim je je laten gaan in vrolijke, maffe verhalen. Van de negen verhalen in de eer ste bundel gaan er vier over Tai Taaier, een oergezellige schavuit van een zeeheld, maar ook een van het beruchte soort. Over hem kom je alles te weten vanaf zijn geboorte tot de dag dat hij door zijn leraar Spotter de wereld wordt ingestuurd om zijn eigen wijsheid te ontdekken. De verhalen in de tweede bundel zijn aardig, maar ook wel wat slapjes en zeker veel te kort. Het boek heeft geen leeftijdsaandui ding op de kaft en staat in de boekhandel en in de bibliotheek vlakbij Spookbeelden. Maar dat is een verkeerd plekje. Aan kinde ren van een jaar of acht is het goed besteed, maar jou zal het waarschijnlijk niet kunnen beko ren. Beide bundels worden uitgegeven door Facet, Antwerpen en kosten 22,50 per stuk. Jan Smeekens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1993 | | pagina 3