ndelijk
terdag
(OODRAMP '53
me de plek
Toch nog wat moois
Boeken lopen goed af
Amateur
filmde
unieke
beelden
31 januari, half 5 (vloed): zware
terstorm (kracht 11/12= orkaan) tot
m/uur. Het Noordzeewater wordt ge-
hting Zeeland geduwd. Abnormaal
er.
:b): door de NW-storm zakt het water
nlijk zouden overal vloedplanken ge
il worden en de sluizen dichtgedaan.
februari, 's nachts 3 uur: de lagere
:n breken het eerst door. Dorpen en
worden overspoeld. Huizen kapot,
n dieren verdrinken. Het is ijskoud,
itnog steeds.
Zondagmorgen: mensen op daken. Ronddrij
vende paarde- en koeienlijken. Overal water,
behalve om te drinken. Mensen proberen elk
aar te redden. In Nederland weet nog niemand
van de ramp.
Zondagmiddag 4 uur (2de vloed): het water
komt nog hoger. Veel huizen storten alsnog in.
Heel wat mensen zien voor hun ogen familiele
den of buren verdrinken. Het weer: NO-wind,
sneeuwbuien, lichte vorst. Schouwen-Duive-
land, Goeree en Tholen zijn nog afgesloten van
de buitenwereld. Het moet daar verschrikke
lijk zijn.
Maandag 2 februari: de hulp komt op gang. Zo
veel, -dat er chaos ontstaat. Er komen ook veel
mensen zomaar kijken.
Dinsdag 3 februari: de storm luwt, de laatsten
worden gered. Zeeland is een grote puinhoop.
Gevolg: 1835 doden. De meeste slachtoffers
vielen onder de arbeiders die in kleine huisjes
woonden. Tienduizenden dieren verdronken,
100.000 mensen geëvacueerd, 4500 huizen be
schadigd, 200.000 ha. land onder het zoute wa
ter. Pas na negen maanden kon het laatste
dijkgat worden gedicht. Totale geldschade: 1,5
miljard gulden.
het Waterschap Sehouwen-dui-
veland, is druk bezig met de na
tionale herdenking van de ramp.
Piet: „Ik ben drie maanden uit
geleend voor dit project en we
hebben al 23 keer vergaderd!
De nationale herdenking, die
maandagmiddag 1 februari
rechtstreeks vanaf 13.30 uur op
tv wordt uitgezonden, bestaat
uit drie gedeelten.
Eerst is er een herdenkings
dienst in de hervormde kerk in
Nieuwerkerk; dan volgt een
kranslegging bij de caissons in
Ouwerkerk en een bezoek aan de
tentoonstelling over de ramp in
het dorpshuis van Ouwerkerk.
Piet: „Het is ons gelukt om een
dragline en een bulldozer uit
1953 te pakken te krijgen. En we
hebben ook een originele ama
teur-radiozender. Dat is heel
apart."
veiliger. En een volgende ramp?
Onno: „Als het maar niet 's
nachts gebeurt, want dan slaap
ik!"
Ook Piet Maljaars, werkzaam bij
foto archief PZC
Toen de dijken braken, spoelde de zee met
enorme kracht het land in. Door eb en vloed
werd het stroomgat hier en daar wel 8 tot 10
meter diep! „Mensen zagen meteen al dat het
onmogelijk was zo'n gat weer op te vullen",
vertelt Chiel Jacobusse van Stichting Het
Zeeuwse Landschap.
„Dus besloot men de dijk te repareren en
rond de ontstane kreek een wandelbos te ma
ken. Zo zijn op Schouwen-Duiveland De
Schelphoek bij Serooskerke (224 ha) en het
Gat van Ouwerkerk (144 ha) ontstaan, en op
Zuid-Beveland Den Inkel (22 ha). Als je weet
dat één hectare even groot is als twee voet
balvelden, kun je wel nagaan hoe sterk het
water was. De kreken bij Westkapelle zijn
ook zo ontstaan, maar dan bij de inundatie in
1944".
„Zeeland heeft veel watersnoodrampen over
zich gehad", vertelt Chiel. „In vorige eeuwen
waren de dijken lager en braken makkelij
ker. Na elke ramp ontstonden hartstikke
veel van die waterputten. Te diep om dicht te
gooien, dus werd de dijk er in een boogje om
heen gelegd. Je herkent ze zo in het land
schap. Vooral op Zuid-Beveland zie je ze. Ze
heten welen. Een kreek is eigenlijk een grote
weel".
„Onze kreken zijn uniek in Nederland. Je
vindt er wel 200 soorten paddestoelen en or
chideeën.
Reeën leven in de polder, maar voor rust en
het krijgen van jongen trekken ze zich in die
bossen terug. Vooral in Den Inkel, De
Schelphoek en Westkapelle. Als je in mei/ju
ni of het late najaar rond zonsopgang daar
de natuur intrekt: gegarandeerd dat je ze
ziet.
Veel soorten eenden en zangvogeltjes. Ande
re vogels houden meer van de ruimte. Maar
ransuilen wonen en broeden er wel. Op de
winterroestplaatsen (hun vaste rustboom)
zitten ze overdag soms wel met 10-20 tegelijk
te slapen voor ze 's nachts op jacht gaan".
Wie geluk heeft ziet in mei de knalgele wiele
waal."
Chiel: „En als het vriest kun je absoluut op
zoek naar de ijsvogel. Omdat het water nog
steeds een beetje zout is blijven er lang wak
ken. Vanaf een tak loert hij dan op een visje,
want zelfs die zitten er!"
Als ér vandaag een ramp ge
beurt zijn er binnen een half
uur een legertje journalisten
en een cameraploeg aanwe
zig en wordt het nieuws ge
lijk over de hele wereld uit
gezonden.
Nog maar 40 jaar geleden
was dat heel anders. Veel
meer dan krakende radio's
en zenders, die bij gebrek
aan stroom uitvielen, waren
er niet.
Zo kon het gebeuren, dat het
nieuws van de watersnood
ramp pas na twee of drie da
gen de buitenwereld bereik
te. En dat we geen of weinig
beelden hebben van wat er
in die dagen gebeurde.
Een uitzondering hierop is
misschien de film van een
amateurfilmer: de in 1986
overleden oud militairvlie
ger Poest uit Nisse.
Al op de zaterdag voor de
ramp trok hij er op uit om de
geweldige storm te filmen.
En later was hij weer present
om het binnenstromende
water te filmen, maar ook de
trieste gevolgen, de op gang
komende hulpverlening,
beelden vanuit de lucht en
droppings.
„Het is een opmerkelijk goe
de film", vindt Karei Leef-
tink van Delta Expo, waar
de film onderdeel is van een
tentoonstelling over de wa
tersnoodramp. „De opna
mes geven een goed beeld
van de werkelijkheid, in te
genstelling tot andere films,
die later gemaakt zijn en
waarin alles nogal opgebla
zen werd".
Karei heeft gedeeltes van de
film op video laten zetten.
De oorspronkelijke film is ei
gendom van de weduwe van
de heer Poest, mevrouw
Poest-Clement.
„Mijn man was altijd aan het
filmen", vertelt ze. „Omdat
hij vlieger was maakte hij
veel luchtfilms, maar ook
films over het dorpsleven en
het werk van de boeren".
Hoe de film over de waters
noodramp tot stand kwam
weet ze niet meer precies.
„We hadden het toen ze vre
selijk druk met helpen en
kleden, dat ik het me niet
meer kan herinneren. Ik sta
er zelf nog wel op, terwijl ik
naar aangespoelde dode var
kens sta te kijken. Afschu
welijk vond ik dat!
'Gekwelde grond', 'Jongens helpen in de
nood', 'Een zondag in de golven', 'Houen jon
gens!', 'In 't woedend golfgeklots' en 'Moe-
der's grote dochter'.
Je zou het niet geloven maar het zijn alle
maal titels van boeken voor kinderen, en ze
gaan allemaal over de watersnoodramp.
Frans Beekman, leraar aardrijkskunde aan
de scholengemeenschap in Zierikzee, verza
melt ze.
„Vooral de titels zijn heel bijzonder",
vertelt hij. „De boeken zelf zijn ge-
schreven in de sfeer van de zondags-
schoolboekjes: heel zwaar en bele- JJjSp
rend. Over jongens die flink geweest
zijn en gezinnen die uiteindelijk door
de hand van God herenigd worden,
Ze lopen ook altijd goed af'.
Volgens het lijstje van Frans zijn er wel 40
leesboeken over de ramp verschenen, waar
van ongeveer 30 in de jaren vijftig. „Elke uit
gever wilde toen wel één of meer titels uitge
ven. Ze zagen er brood in omdat heel Neder
land in de ban van de ramp was".
In 1953 was hij zelf dertien jaar en woonde in
Den Haag. „Ik weet nog dat mijn vader met
een schop in de bus gestopt werd om te hel
pen. En onze hele klas ging langs de huizen
om lepeltjes te verkopen en kleren in te za
melen. Het was de eerste ramp in je leven en
dat maakt indruk!"
„Eigenlijk is het een gekke hobby, een curio
siteit", zegt Frans. „Ik heb nu ongeveer 25
boeken, bijna een meter. Ik koop ze
voor een kwartje of een gulden,
-*- meestal op rommelmarkten. Het
SKH verzamelen is leuker dan het lezen".
Op school laat hij ook wel eens iets
pyÉg: over de ramp zien. „Dat maakt een
iagjljg les spannender. Maar ik ben er ook
voorzichtig mee, elk kind hier heeft
verhalen, van familieleden, oom en
oma's... De watersnoodramp is nog -heel
dichtbij, dichter dan een ramp in Bangla
desh".
In februari wordt de boekenverzameling van
Frans tentoongesteld in de bibliotheek van
Zierikzee.