Helpers staan weer in de kou In Bosnië was ik al lang dood geweest Zeeland krijgt er 600 nieuwe windmolens bij Kunstgebit hing bij koekhappen aan een touwtje BURGH-H AAMSTEDE - Iedere dag is het vroegere Joegoslavië wel in het nieuws met moord, verkrachting, foltering en met honger en kou. De Bosnische Dzenana Jusic (13) kijkt er meestal niet naar. „Mijn moeder wel", zegt ze, „elke dag. Dan huilt ze de hele tijd. Ik kan haar dan niet helpen of zo, alleen maar zitten en kijken hoe zij huilt. Dat is heel naar." Dzenana vertelt dit in het Engels dat ze al televisie-kijkend heeft geleerd. Eind juli kwam ze met haar moeder, broertje van tien en haar oma met een bus en de trein naar Nederland. Gevlucht. Nu zitten ze alweer een tijdje in het Asielzoekers Centrum in Burgh- Haamstede. Zonder haar eigen spulletjes, zonder ook maar een pietsje zekerheid dat ze we weer naar huis kan. Zonder ook maar iets te weten van haar andere opa en oma en de rest van de familie en vrienden. Moslim Dzenana: „Mijn moeder en ik werden in Vlasenica zomaar door een soort politieman van de straat gehaald. Omdat we moslim zijn zeiden ze. Ze hielden ons drie dagen gevan gen, samen met een heleboel andere vrouwen en kinderen. Zo slie pen we ook. En toen werden we met een autobus het land uitgebracht. Gelukkig mochten deze oma en mijn broertje met ons mee. Ik weet niet eens of ze ons wilden redden of dat ze ons gewoon kwijt wilden. We wisten" wel dat er een heleboel mensen die we kenden door de Srbi-ja (Ser viërs) gedood waren. We waren zo ontzettend bang." „Natuurlijk ben ik heel blij dat ik nu hier ben", zegt Dzenana. „We Dzenana Jusic: ontzettend bang. foto Pieter Honhoff hebben het hier erg goed. Als ik daar niet had weggekund dan was ik nu dood geweest. Ik heb ook best lol met de andere kinderen hier. We gaan in Haam stede naar school en we leren Nederlands. We knokken ook wel eens een beetje. „Niet vechten", zegt de meester Alex dan. Maar je denkt toch altijd aan ginds. Aan mijn vader, die in Rusland zit. Aan de anderen. Nee, ik denk niet aan de toekomst, niet verder dan een week of twee. Ik wacht maar tot deze oorlog over is. Ik wil het liefst weer gewoon naar huis. Maar dan alsjeblieft zonder steeds bang te hoeven zijn." ZIERIKZEE Een zware noord westerstorm die drieëntwintig uur lang met windstoten van meer dan tweehonderd kilometer per uur over de Noordzee raasde, joeg op 1 fe bruari 1953 in Zeeland, West-Bra bant en Zuid-Holland zoveel water over de dijken dat die op veel plaat sen vermeld werden en doorbraken: 1835 mensen en 200.000 dieren ver dronken; 47.000 huizen, boerderijen, scholen en andere gebouwen wer den zwaar beschadigd en minstens 4500 volledig veiwoest. Zeeland werd precies veertig jaar geleden het ergst getroffen en daar om vindt op 1 februari de Nationale Herdenking van de Watersnood ramp in Nieuwerkerk plaats. Konin gin Beatrix zal er zijn, en er komen meer dan tweehonderd ministers, ambassadeurs en burgemeesters. Later op de dag zal de koningin bij de caissons in Ouwerkerk een pla quette onthullen die de herinnering aan een van de grootste natuurram pen in de geschiedenis van Neder land levend moet houden. Nooit vergeten „We zouden de ramp elk jaar moe ten herdenken", zegt Jaap Schot uit Zierikzee. „Er wordt zoveel her dacht dat geen,enkele waarde heeft, dan mag zoiets verschrikkelijks ze ker niet vergeten worden". Hij was in 1953 tweeëndertig jaar en heeft met zijn vader en enkele ande ren in de eerste dagen van februari zeker 150 mensen van de dood ge red: „Ik werd in die nacht pas wakker toen er al een meter water op zolder stond. Mijn vader die mosselvisser was, is met zijn schip de ZZ 8 meteen uitgevaren om te gaan helpen. Latei zijn we met grote sloepen de polder van Schouwen ingeroeid. Vreselijke dingen heb ik daar gezien... om nooit te vergeten". Voor Jaap Schot en die andere dap pere mannen en vrouwen is tijdens de Nationale Herdenking geen plaats in de hervormde kerk van Nieuwerkerk: „Zo gaat het toch altijd", zegt hij. „Van alle dure meneren en deftige mevrouwen daar is er niet een die in 1953 natte voeten heeft gehad. Ze za foto Aart Klein ten toen allemaal hoog en droog op een veilig plekje ergens op de Velu- we of zo. Ze hebben geen donder meegemaakt, maar zitten nu voor aan". zie pagina's 2 en 3: Watersnoodramp '53 MIDDELBURG - „We hebben met de overheid een afspraak ge maakt dat we in het jaar tweedui zend een bepaalde hoeveelheid energie zullen leveren. En daar voor zijn 600 nieuwe windmolens nodig", zegt gedeputeerde A. M. Dek. Hij is één van onze provincie bestuurders en hij gaat over het milieu. Om energie te maken, moet men zoveel mogelijk verschillende brandstoffen gebruiken. Dek: ..Dat zijn dus kolen, olie en gas. Maar die stoffen zijn 'eindig', die raken op. Dat heeft eerst geleid tot kernenergie, maar dat heeft, als nadeel het radioactief afval". Toen olie en gas duurder werden, is men naar andere mogelijkhe den gaan zoeken. En één van die mogelijkheden waar we in Neder land royaal over beschikken is wind. Windenergie heeft een aantal voordelen. Dek: „Het is schoon en heeft geen afval, het spaart de an dere brandstoffen en je kan het op veel plaatsen in kleine en grote hoeveelheden opwekken". Er is ook een nadeel: het waait niet elke dag hard genoeg. „Er zijn gemiddeld maar 70 volle dagen per jaar, dat de windmo lens kunnen draaien. En dus moet je, om de windenergie op een goe de manier in het stroomnet kwijt te raken, er wel enige moeite voor doen", meent Dek. Vogels Het provinciebestuur heeft elf plaatsen aangewezen waar even tueel windmolens geplaatst kun nen worden. Op die plaatsen moet uiteraard wind zijn, het moet landschappelijk verantwoord zijn en het mag het milieu niet scha den. Dus geen vogelvliegroutes doorkruisen. Dek: „We hopen vijf tot zes loca ties over te houden, waar we de windmolens kunnen plaatsen". De gedeputeerde is optimistisch over de toekomst. „Hoewel wind energie nu nog n zo'n drie tot vier cent duurder is dan andere ener gie, denk ik toch, dat het kan. En ik vind het ook een goede zaak dat het gebeurt. VLISSINGEN - Wat wij al hoopten als Krul- lebakkers is gelukt: één van 'onze' fotogra fen, Ruben Oreel, is door de landelijke kin derjury gekozen tot de beste regionale pers fotograaf van Nederland! Ruben Oreel vindt het 'gewoon leuk'. Het gaat om de foto van een slang die geopereerd wordt. Deze foto stond een paar maanden ge leden ook in de Krullebak. Ruben: „Het reptielenhuis Iguana uit Vlis- singen belde me op. We gaan een slang opere ren. Is het wat voor je? Ik vond het leuk en ben gegaan. Ruben werkt nu 15 jaar onder andere voor de PZC. Hij is persfotograaf geworden via de fo tovakschool in Den Haag. Voor Ruben is dit vak een uitgekomen jon gensdroom. „Als kind was ik vaak als eerste bij een brand", vertelt Ruben. „Ik ben altijd een nieuwsgierig ventje geweest. Ik volg thuis met m'n scanner de brandweer en de politie. Vaak ben ik er snel bij. Goeie tips zijn erg belangrijk. Als persfotograaf moetje veel contacten hebben en goed kunnen organise ren". Ruben maakt nogal eens iets mee: „Wat wil je weten? Van dat oranjefeest in Arne- muiden. Toen dat kunstgebit van die boerin bij het koek happen aan het touw tje bleef hangen? Of van die bankover vallers in Vlissingen? Ze werden vlak voor m'n neus klem gereden door de politie. Of van dat hoofd in het bushokje in Middel burg? Ik zag ze het hoofd in een koelbox de den. Ik ben bang dat je te weinig ruimte hebt". De Vlissingsè fotograaf heeft de pest aan ho ge pieten die per se in de krant willen komen. „En aan stijve kiekjes van jubilarissen. Aan nieuwjaarsrecepties. En vooral aan 's nachts om 3 uur uit m'n bed moeten. Want dan zijn de meeste branden. Het mooiste was een flinke brand naast het kantoor van de PZC. Terwijl de brandweer mannen nog stonden na te blussen kon ik hen al een krant geven met mijn foto van die zelfde brand".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1993 | | pagina 1