Behoud van de kleine scholen, daar ben ik wel heel blij mee Als één van onze schapen gaat lammeren, moet ik erbij zijn Meldingen lozen van olie nemen sterk toe Ree graast niet echt, hij snoept Commissaris Boertien met pensioen 12E JAARGANG-NUMMER 3-WOENSDAG 11 MAART 1992 MIDDELBURG - „Ik heb altijd met geweldig veel plezier in Zeeland gewerkt. Of je daardoor Zeeuw met de Zeeuwen wordt, dat zou enorm pretentieus zijn," zegt de heer Boertien, Commissaris van de Koningin in Zeeland. Binnenkort wordt hij 65 en gaat hij met pensioen. Dan komt er een einde aan zeventieneneenhalf jaar eerste man in Zeeland. „Ik heb alles gedaan watje in de politiek kunt doen, behalve fractieleider. Dat lot is me bespaard gebleven," glimlacht de commissaris. Drie dingen noemt de heer Boertien heel belangrijk voor de provincie: industrie, toerisme en landbouw/visserij „Mosselen en oesters zijn MIDDELBURG - Olie op en in het water, olie op het strand. Olie op de schorren, slikken en de dijken. Rijkswaterstaat heeft er de handen vol aan, om de troep op te ruimen en de daders van deze vervuiling op te sporen. „Bijna dagelijks komen de meldin gen bij ons binnen", vertelt inge nieur J. A. de Roos-. „Soms komt er olie in het water terecht tijdens het innemen van brandstof in een ha ven. Een losgeschoten brandstof slang of een overgelopen tank is dan de oorzaak. Ook bij een aanvaring ontstaat vaak een olieplas. En som mige kapiteins lozen het bilgewater, dat is water vermengd met olie, op volle zee". Meldingen over olievervuiling ko men van de kustwacht, vissers of de RP te water. Maar ook het eigen vliegtuigje van rijkswaterstaat spoort regelmatig een olielozing op. Het opruimen van de olietroep kost veel tijd en geld. Ingenieur De Roos: „Bij een ernstige vervuiling gebrui ken we schepen met veegarmen. En altijd nemen we monsters van de olie om na te gaan, wie de dader is geweest. Daarbij werken we samen met andere landen. Want de vervui ler moet voor de opruimkosten beta len. Zo hoort dat". Resten in haven De olielozing op zee is eigenlijk niet nodig. De schepen kunnen in iedere haven hun olieresten kwijt. Maar sommige kapiteins kiezen dan voor een goedkopere oplossing: lozen op het water, met alle gevolgen van dien. Bij het opruimen van de olie werkt Rijkswaterstaat nauw samen met andere instellingen. „Wij waarschu wen de vogelasiels, dat ze eventueel olieslachtoffers kunnen verwach ten", vertelt de heer De Roos ..Of we zorgen er voor, dat er ge luidskanonnen op de schorren en de slikken komen, om de vogels weg te houden van de oliebrij". Stijging De cijfers over het aantal olielozin gen en de hoeveelheid olie die in het water terechtkomt, blijven stijgen. Zo blijft het - helaas - voor Rijkswa terstaat voorlopig dweilen met de (olie)kraan wijd open. natuurlijk karakteristiek voor Zeeland, maar er zijn ook veel buitenlandse bedrijven in Zeeland, die heel belangrijk zijn voor de werkgelegenheid. Ook het toerisme neemt steeds meer toe". Veel heeft de commissaris meegemaakt, maar het hoogtepunt HEINKENSZAND - „Voordat ik hier een kudde heb staan, waarvan ik zeg: Die doet het goed op de dijk, ben ik zeker zes jaar verder", zegt de 23-jarige Marjan Bosgoed. Sinds november 1991 is zij de hoofdherder van schaapskooi De Kamerse Kooi in Heinkenszand. Zij werd gekozen uit een groep van 48 sollicitanten. Marjan heeft veel ervaring met schapen en geiten, omdat zij enke le jaren herder in Frankrijk is ge weest. Marjan: „Dierenliefde, daarom doe ik dit werk. Ik heb altijd met dieren gewerkt. Schapen vind ik leuk en ook de honden erbij. En de combi natie met mensen, die hier veel ko men, vind ik fijn". Ze werkte in Frankrijk in de ber gen en dan zag ze soms dagenlang niemand. vindt hij de dag, dat de stormvloedkering in gebruik werd gesteld. Boertien: „Alie hoofden van de staten die aan de Rijn liggen, waren aanwezig. Ik was verantwoordelijk voor de veiligheid van een groot aantal hoogwaardigheidsbekleders Een probleem, dat de commissaris De schaapskooi is in 1981 ge bouwd. Er werd een stichting in het leven geroepen: Zeeuwse schaapskudde'. Men wilde het Zeeuwse kuddeschaap weer terug hebben op de dijken, maar dat mis lukte. „Sinds vorig jaar hebben we een nieuwe kudde van het Suffolk- schaap", vertelt Marjan. „Je kan ze makkelijk herkennen want ze heb ben een zwarte kop en zwarte po ten". Omdat we nu midden in de lamme- rentijd zitten, slaapt Marjan in de schaapskooi. Er zijn tot nu toe al 114 lammeren geboren en er lopen nog 15 zwangere schapen rond. „Ik ga er 's nachts ook uit om te kij ken, hoe het gaat. Als een schaap gaat lammeren, moet ik erbij zijn", zegt Marjan. na aan het hart ligt, is dat van de kleine scholen. „Wij hebben voor het behoud van de kleine scholen heel veel gedaan. Goeie basisscholen zijn fundamenteel voor de samenleving," vindt hij. Ruim 17 jaar al is de commissaris voorzitter van Unicef Nederland. Ze doet alles zelf en alleen als het lam niet natuurlijk geboren kan worden, komt de veearts erbij om de keizersnee te doen. Maaiers In april gaat Marjan er weer op uit met de kudde. De schapen zijn de maaiers van de dijken. Doordat ze op een bepaalde manier grazen, lekker hapje hier, lekker hapje daar, krijgen vele soorten bloemen de kans, om op de dijken te groeien. Daarom worden de dijken bloemdijken genoemd. Schapenscheren doet Marjan ook. Maar de wol levert niet veel meer op. Je kunt nog in de kooi gaan kij ken naar die meer dan honderd lammetjes. Denk erom: Er zijn geen witte bij Het werken daarvoor, vindt, hij erg belangrijk. „Unicef is gelukkig- enorm gegroeid. We hebben nu al meer dan 3000 vrijwilligers". Boertien zal na zijn pensionering- niet met z'n armen over elkaar gaan zitten. „Ik hoop dan aan dingen toe té komen, waar ik nu geen tijd voor heb," zegt hij. Wat in ieder geval aanbod komt is T en T en M. De commissaris: „De eerste T is van taal. Daar wil ik wat nader onderzoek doen. De tweede T is van tuinieren. En de M is van muziek. Ik heb mezelf vroeger orgel leren spelen en daar wil ik weer veel aan gaan doen". OOSTKAPELLE „Een ree graast niet echt: hij snoept! Hier en daar neemt hij de lekkerste hapjes. Daar in zitten de mineralen, die nodig zijn voor de groei van z'n gewei". Dat zei professor Van Haaften bij de ope ning van de tentoonstelling Ons ree wild in het Zeeuws Biologisch Mu seum in Oostkapelle. Volgens de professor is het goed be heren van reewild veelomvattend. „Je moet beginnen met inventarise ren welke planten en dieren er zijn in het leefgebied van de ree. Om goed te kunnen leven zijn voldoende dek king en voedsel nodig en die twee moeten dicht bij elkaar liggen". Volgens de educatief medewerkster van het museum, Martha Wedts de Swart is het de moeite waard de ten toonstelling te bezoeken. Martha: „Je komt veel meer over reeën te weten. Er zijn schedels, ge weien en sporen te zien. Je kan een zomer- en wintervacht voelen". De komende twee jeugdmuseumda- gen op dinsdag 21 en donderdag 23 april (in de paasvakantie) hebben als thema: Op je tenen lopen en dat gaat over reeën. Martha: „Jeugdmuseumdagen zijn twee dagen in de paas- en herfst vakantie. Hieraan kunnen per vakantie 300 kinderen deelnemen. Op een dag zijn ze van tien tot drie bezig met verschillende activiteiten rondom één thema". Beestenboel De belangstelling voor deze dagen is enorm. „Het loopt storm," zegt Mar tha, „waar ook veel belangstelling voor is, dat zijn de beestenboelmid dagen op woensdagmiddag". Dan kunnen er dertig kinderen te recht. Er komen dit jaar nog drie Beestenboelmiddagen: 18 maart, 27 mei en 11 november. Martha: „Je kunt je pas één week van te voren aanmelden en voor de museumdagen twee weken van te voren". Er leven meer dan vijfhonderd reeën in Zeeland en wie daarover meer in fo wil, weet nu waar hij terecht kan. De tentoonstelling in Oostkapelle loopt tot en met 15 juli. Wie nog iets over deze Krullebak wil schrijven, kan dat doen tot en met woensdag 1 april. Daarna ma ken we de krant en kan er niets meer bij. De redactie Marjan Bosgoed, hoofdherder De Kamerse Kooi Marjan Bosgoed: Dierenliefde, daarom doe ik dit werk. foto Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1992 | | pagina 1