Zo in je uppie in een lege kerk vol orgelspel Bont komt uit het slachthuis Pippi Langkous Hanna Reijnhoudt heeft sleutel van de kerk DINSDAG 19 FEBRUARI 1991 iK heb een hekel aan al (die et0en ^—r kaders O. Soldaat OMVERAV=/DEuljK£ HENK (©Hele I Boel R-od rrive) iVoPEM '0 NLy' VERBODEN/ TOB (bANG^il VOOR. OM BEVof- NlETi In Canada heeft de grootste bont handelaar ter wereld, Hudsonbay Co, zichzelf na 321 jaar opgeheven. Eeuwenlang stuurden ze hun wildja- gers op pad om met vallen om lyn xen en zeldzame bobcats te vangen. Door de wereldwijde acties van die renbeschermingsorganisaties (Bont voor Dieren) zijn de prijzen nu zo gi gantisch gedaald, dat ze het niet meer zagen zitten. Bontwerker Martin Karlas (53) uit Texel pakt de zaken anders aan: hij is namelijk tegen bont. Tenminste, tegen alle bont waarvoor speciaal dieren gefokt en doodgemaakt wor den. Martin: „Toen ik 16 jaar was, werd ik verliefd. Ik wilde dicht bij mijn meis je zijn en ging werken bij haai- vader in de bontzaak. Ik vond het heerlijk. Prachtig materiaal. Ik werkte voor al met nertsen en vossen. In de jaren 60 kwam ik met mijn ge weten in problemen, door de Green- peace-acties tegen zeehondenbont. Ik dacht altijd: mag dit wel? In 1983 wist ik ineens: vroeger wer den dieren gedood voor voedsel. Bont bleef over. Maar nu is het de oorzaak van het doden. Dat wil ik beslist niet! En sinds die tijd ver werk ik nog enkel vachten die over blijven uit slachthuizen. Daar voel ik me wel goed bij". Bio-industrie Bont voor Dieren wijst toch ook dit bont af. Marlou van Campen: „De dieren hebben een kort leven. Er worden huiden uit de bio-industrie gebruikt en konijnevellen. Voor dit bont worden ook dieren opgegeten". Martin Karlas: „Ik gebruik absoluut niks uit de bio-industrie. Ik verwerk vooral schapevachten. Een schaap kan alleen groeien als hij de ruimte en goed voedsel heeft. Een schaap heeft dus een goed leven gehad als hij, meestal na 8 maanden, geslacht wordt. Oud schaap schijnt taai en niet lekker te zijn. Ik koop enkel bij slachthuizen. Huiden die anders verdwijnen". „Ook de konijnevellen laten ze an ders in de grond wegrotten. Want door de spuitbusacties durft nie mand ze meer te kopen. Dat is toch zonde. En bovendien: we zijn de aar de aan het verzieken door allerlei kunststoffen". Martin staat nog vrijwel alleen. „De bontindustrie is heel boos op me. Ik ben uit het bontinstituut gezet. En de anti-bontclubs zijn tegen elk bont. Ik vind dat ze prima werk doen, maar ik zeg: dit bont is er, gooi het niet weg." Waar zijn grens ligt? „Zodra ze scha pen met hormonen gaan behande len zeg ik STOP! Ik wil alleen eerlijk, verantwoord bont. Dat staat ook op mijn etiket. Ik zou graag een vereni ging oprichten. Er zijn al collega's die wel zouden willen, maar ze zitten soms nog met .voorraden van wel een half miljoen gulden. Die gooien ze niet zomaar weg". gezangen en licht klassiek tovert zij uit de orgelpijpen te voorschijn. Het begon met een sollicitatie. Han na: „De kerk zocht een hulporga nist. Ik schreef een brief en mocht komen voorspelen. Blijkbaar viel mijn spel in de smaak, want ik werd aangenomen". Orgelspelen leer je niet in één week. „Ik ben al zes jaar bezig", vertelt Hanna. „Per dag oefen ik drie kwar tier op het orgel thuis. Daarnaast krijg ik ook nog privéles van meneer Hekhuis. mijn orgelleraar". Een half uur voor aanvang van de dienst is ze al aanwezig. Hanna: „Vooraf speel ik vrij. Dat is muziek aangepast aan het thema van de dienst. Tijdens de dienst speel ik de door de dominee uitgeko zen liederen. Die liederen heb ik de week vooraf thuis ingestudeerd". Sleutel Tijdens de dienst is het samenspel tussen dominee en organiste heel belangrijk. „Ik moet precies op het goede moment beginnen", legt ze uit. „Omdat ik de dominee niet rechtstreeks kan zien spiek ik in de spiegel. Op zijn teken druk ik de toetsen in". Ook door de week is Hanna vaak in de kerk te vinden. „Ik heb een sleu tel, dus wanneer ik wil oefenen kan ik er altijd terecht. Zo heel alleen in je uppie in een lege kerk vol orgel muziek geeft een heel speciaal ge voel". De kerkgangers zijn in hun nopjes met deze jonge organiste. Dat blijkt uit de vele complimenten die ze krijgt. En dat klink Hanna als mu ziek in de oren! Geen rijbewijs, maar toch met je voeten de pedalen bespelen. Geen verkeer in de buurt, maar wel goed in je spiegel kijken. Het lijkt een raadsel. Maar de kerkgangers van de Zionskerk in Oostkapelle weten wel beter. Hoog boven hun hoofden bespeelt Hanna Reijnhoudt (15!) ongeveer één keer per maand het kerkorgel tijdens de kerkdienst. Gezeten op het orgelbankje, vliegen haar voeten over de orgelpedalen en de vingers over de toetsen. Psalmen, Hanna Reijnhoudt: via een spiegeltje houd ik de dominee in de gaten foto Oscar van Beest) In het alleraardigste boekje 'A- strid Lindgren en haar werk' ver telt de wereldberoemde Zweedse schrijfster over de geboorte van Pippi Langkous: „Mijn toen ze venjarige dochter Karin lag met longontsteking in bed. Elke avond, als ik op de rand van haar bed zat, zeurde ze net als alle kin deren: „Vertel eens een verhaal tje". En op een avond toen ik haar, omdat ik niets wist te be denken, vroeg: „Wat moet ik dan vertellen?", antwoordde zij: „Ver tel eens wat over Pippi Lang kous". Die naam had ze juist op dat ogenblik bedacht. Ik vroeg niet wie Pippi Langkous was, ik begon gewoon te vertellen en daar het een eigenaardige naam was, ont stond daaruit ook een eigenaar dig kind". Sinds 1945 zijn de drie boeken over het meisje dat met haar aap je meneer Nilsson en een paard, maar zonder vader en moeder aan de buitenkant van een klein stadje in Villa Kakelbont woont in heel veel talen verschenen, drie keer verfilmd en in Nederland voor de vijfde keer herdrukt in een lekker dik boek van 207 blad zijden met veel kleur- en zwart- wit-tekeningen van Carl Hollan der. Aardappeltje Astrid Lindgren noemt Pippi Langkous 'een eigenaardig kind', maar als je haar dezelfde kleur heeft als een wortel en gevlochten is in twee stijve vlechtjes die recht van je hoofd afstaan, dan ben je toch nog niet typisch? Zelfs niet als je gespikkelde neus de vorm heeft van een klein aardap peltje. Natuurlijk, Pippi ziet er een beetje merkwaardig uit (ze heeft ook nog een nogal grote mond met helderwitte tanden en haar lange dunne benen eindigen in precies twee keer te grote zwarte schoenen), maar 'een bijzonder kind' had heel wat aardiger ge klonken. Past ook veel beter bij haar, want vanaf het allereerste begin voel je je onmiddellijk Pip pi's beste vriendje of vriendin netje. En dat overkomt je waar schijnlijk niet bij kinderen die écht eigenaardig zijn. Astrid Lindgren krijgt veel brie ven van kinderen overal ter we reld met de vraag waar Bolderbu ren ligt en of ze eens een bezoekje aan dat dorp kunnen brengen. Maar Bolderburen bestaat niet. Of beter: het dorp met niet meer boeken dan drie boerderijen en maar zes kinderen bestaat alleen in drie leesboeken, twee prentenboeken, twee speelfilms, een televisieserie èn in de vorig jaar herdrukte om nibus De kinderen van Bolderbu ren. In dit boekje van 287 bladzij den vind je de in 1947, 1949 en 1952 apart verschenen boeken 'Wij uit Bolderburen', 'Meer over Bolderburen' en 'Voor 't laatst: Bolderburen'. Ze werden in 1977 al bij elkaar ge zet in één boek dat er op het om slag na precies hetzelfde uitziet als deze herdruk. Daarom: eerst even in je boekenkast kijken, want misschien heb je die oor spronkelijke uitgave wel. Of de tweede, derde of vierde druk. Jan Smeekens Astrid. Lindgren en haar werk. Prijs 1,50. Pippi Langkous met al haar kleurige avonturen in één groot boek. Prijs 32,50. De kinderen van Bolderburen met te keningen van Hon Wikland. Prijs 27,90. De boeken van Astrid Lindgren wor den uitgegeven door Ploegsma, Am sterdam. Uit Pippi Langkous. Illustratie Carl Hollander.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1991 | | pagina 3