Pa maakt salto Bolus tegen heimwee Voetjes afsnijden Oud nat brood met vis Woest gedicht Aan zee waait de wind mijn haren wild. Diep snuif ik het zilt tot ik -boven alles uitgetild- mezelf weer in mijn handen houd. Mijn zee, zo woest maar nimmer koud. Marina van den Boogaart Even leek het er op, dat de tijden van het ruige Wilde Westen weer tot leven waren gekomen. In de groene weiden van Wolphaartsdijk speel den zich afgelopen zo mer dolle taferelen af. „Het begon allemaal met de aankoop van veertien koeien", ver telt boerendochter Su san van 't Westeinde. De koeien kwamen uit Frankrijk. Susan: „Koeien uit het buitenland moeten al tijd gecontroleerd wor den op ziekten. Op Abortus Bang bijvoor beeld. Een kwestie van even bloedprikken, een fluitje van een cent". Maar dat bleek een mis rekening. Samen met haar vader en de veearts dreef Su san de beesten bij el kaar in de vangbox. Eentje vertikte het te luisteren. (Een taalpro bleem?) Boer Van 't Westeinde bleek in ieder geval niet onder de indruk. Hij vatte met een touw de koe letterlijk bij de ho rens. Susan: „Het dier stelde dat niet op prijs en be gon aan een drieste sprint door het weiland, mijn vader achter zich aan slepend. Helaas bleef m'n vader achter een touw haken en vloog met een salto door de lucht. Hij was te verbaasd om nog iets te zeggen", lacht ze nog na. Lachen deed vader Van 't Westeinde niet. „Hij praat er liever niet meer over", lacht Susan. Te recht, aan het eind van het jaar moet je ook geen oude koeien uit de sloot meer halen. Haamsteden Verhuizen van Lisse in Zuid-Holland naar Haamstede in Zeeland. Dat is een belangrijke gebeurtenis in je leven. „In het begin was het best leuk en spannend. Een nieuw huis en kij ken hoe alles eruit ziet", vertelt Corriene (11) Haasnoot. Later viel het toch wat tegen. Corriene: „We woonden daar in een drukke straat met veel kinderen. Er waren ook veel meer winkels. Lisse was leuker". Moeite had Corriene met de taal. Daar kon ze in het begin haast niks van verstaan. En de school was ook even wennen. „Ik had nog noo.it in een combina tieklas gezeten", zegt ze, „en we hadden veel meer meisjes in de klas". Het Schouwse land schap vindt ze heel mooi. En het typische Zeeuwse eten? „Ik had nog nooit van krukels gehoord en ze zien er maar vies uit". vindt Corriene. „Mosse len lust ik niet, maar bo lussen vind ik heerlijk en Zeeuws suikerbrood vind ik ook heel lek ker". Eigenlijk is ze nog steeds niet aan haar nieuwe woonplaats ge wend. „Als ik morgen terug zou kunnen, dan zou ik meteen gaan", meent Corriene. Maar dat zal wel niet kunnen. Ze wonen nog geen jaar in Haamstede en haar vader is domi nee. Maar Corriene slaat zich er wel door heen. In Lisse sliepen we met drie zussen op één kamer", zegt ze, maar straks krijg ik de zolderkamer helemaal alleen voor mij!" „Dit jaar is het bij mij thuis behoorlijk veran derd. Mijn ouders heb ben het nu veel druk ker. Als ik uit school kom zijn ze beiden vaak nog aan het werk. 's Morgens moet ik vroe ger op. Wel om kwart voor 7. En toch vind ik het hardstikke leuk". Aan het woord is Paul Risseeuw (10) uit Re- tranchement. „Mijn va der was eerst gewoon landbouwer. Maar het gaat slecht met de boe ren. Daarom zocht m'n vader iets anders erbij. Z'n vriend kweekte champignons. Dat leek m'n ouders wel wat. Vanaf januari dit jaar kweken we dus padde stoelen". zegt Paul. Op een kaal st.uk land bouwde men een nieuw gebouw. In dat gebouw kwamen vier kamers. Die noemen ze kweek- cellen. In lange bakken met. donkerbruine grond groeien de pad destoelen. Eerst onder gronds als lange schim meldraden. „De temperatuur moet steeds hoog zijn", zegt Paul. "Als de witte champignontjes groot genoeg zijn worden ze geplukt. Daarna wor den ze verkocht aan de veiling in Breda", ver telt Paul. Naast de overbekende aardappelen. tarwe, bieten, gerst, vlas en graszaad nu dus ook paddestoeltjes. „Het leukste is dat ik vaak mee mag helpen", zegt Paul. „Samen met m'n vriendje mag ik plukken en voetjes af snijden. In het begin aten we ze vaak. Nu lus ten we er alleen nog maar soep van". Haar achternaam klinkt heel gewoon Hollands: De Jong. Maar haar voornaam ruikt naar sinaasappelen en olijven: Filomena. Filomena (11) heeft een Nederlandse vader en een Spaanse moeder. Hoe dat allemaal zo gekomen is, weet ze niet want ze was er nog niet bij. „Mijn moeder was verpleegster in een ziekenhuis in Granada (in het zuiden van Spanje) en mijn vader werd daar verpleegd. En ik ben geboren in Sint- Annaland." Iedere zomervakantie gaan ze naar Spanje, wel zeven weken lang. „Mijn oma en oudtante wonen daar. En ook veel neven, nichten en vriendinnen." Verveling is er dan ook niet bij. „Elke dag gaan we naar het zwembad en 's avonds blijven we lekker lang op. Iedereen zit dan gezellig buiten." De taal is geen probleem voor Filomena: „Ik heb dat vanzelf geleerd omdat we thuis meestal Spaans praten." Alva En met het eten is het al niet anders: „Vaak eten we rijst met een soort saus. En het lekkerst vind ik oud brood, dat nat gemaakt is en dan met vis erbij". Filomena zit in groep 8 van de De Casembrootschool in Sint-Annaland. „De kinderen uit mijn klas zijn er helemaal aan gewend dat ik half Spaanse ben. Alleen zijn we wel eens jaloers als ik een week langer van vakantie wegblijf. En met de 80-jarige oorlog hadden we het over Alva. Toen keken ze wel allemaal naai- mij, maar gelukkig kreeg ik niet de schuld." En of ze liever altijd in Spanje zou willen wonen? „Ik zou het hier niet willen vergeten en Spanje vind ik het ook leuk. Gelukkig hoef ik niet te kiezen!"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1990 | | pagina 2