De reddende hand SCHONE Zonder baggergeld kan je niet varen Precies manoeuvreren in een smalle straat Een paling van dik zes ons EL Haventje de eerste ronde: drinkwater <3 °°P tesfcY voor ons J r Wet Wesfcer- m ScheMev/oier/ de tweede ronde: zwemwater DINSDAG 13 NOVEMBER 1990 „Mijn lievelingsstek is in de Oosterschelde voor de Plom pe Toren. Daar heb ik de meeste vis gevangen," ver telt Maurice Wandel (12) uit Scharendijke. Maurice is al drie jaar actief lid van de Schouwse hengelsportver eniging De Krabbe. Zijn vader heeft hem vis-en- thousiast gemaakt. „Je moet eerst leren werpen met de hengel," zegt Maurice. „Dat heb ik droog geoefend op het strand en op een weitje bij ons achter. Nu kan ik redelijk goed gooien." Om de veertien dagen in het voor- en najaar op zondag morgen doet Maurice mee aan de viswedstrijden. Die worden niet alleen in de Oos terschelde gehouden, maar ook in andere wateren. Maurice: „We verzamelen al tijd bij de Schelphoek. We horen dan, waar we gaan vis sen. Elke wedstrijd duurt drie uur." Ze vissen meestal met zagers die vader Wandel met veel inspanning heeft gestoken. „Als de toeter gaat, is de wedstrijd begonnen," vertelt Maurice. „Ik heb altijd een heleboel onderlijnen bij me, want daar verspeel je er veel van." Krabben Erg hinderlijk zijn de klei- krabben, die het aas van je haakje afeten. Maurice: „Vooral in de Oosterschelde zitten er veel. Maar je leert er wel mee omgaan." De gevangen vissen worden in een net bewaard en onder maatse vis wordt teruggezet. Als de wedstrijd is afgelo pen, wordt de gevangen vis gewogen. Wie het meeste ge wicht heeft gevangen, is de winnaar. Maurice: „Ik heb al twee keer de poedelprijs gewon nen, maar ik ben ook een keer eerste geweest! En be kers heb ik ook gewonnen." Zoals elke sportvisser heeft Maurice natuurlijk een sterk verhaal. „Mijn mooiste vangst tot nu toe was een pa ling van wel dik zes ons. Een pracht van een paling uit de Oosterschelde. En daar heb ben we 's avonds heerlijk van gesmuld!" gedicht Onder de duikplank bij eb slechts slijk, maar bij vloed is daar in Ellewoutsdijk het al wat je je wensen zou: verwarmd (door 't Sloe) met kaarslicht (van DOW). •Marina van den Boogaart „Iemand een hand geven, die in het water ge raakt is." Na bijna tien jaar reddingsavonturen is dat nog altijd het mooiste moment voor Jack Vader uit Breskens. Hij is opstapper-stuurman op de gloednieuwe reddingsboot Prinses Mar griet. Dat betekent dat, als er iets gebeurt op de Schelde hij opgepiept wordt. „En dan moetje als een speer naar de boot, ook als je net lekker ligt te slapen. Het is nog wel eens gebeurd dat ik in de haast de broek van mijn vrouw had aange trokken!" De rest hangt af van het soort melding. „Als het om een vermissing gaat betekent het vaak uren lang zoeken, - in het donker, bij mist of storm. We gaan zo lang mogelijk door." En in de zomer gaat het vaak om pleziervaar- ders: „Steeds meer mensen gaan het water op zonder te weten wat er allemaal op de Schelde kan gebeuren. Neem alleen maar het getijden- verschil, dan kan er een stroming staan van wel 10 km per uur. En als je dan nog een tegenwind hebt kun je het wel vergeten met je rubberboot". De Prinses Margriet is voorzien van alle mogelij ke technische nieuwtjes. Zo heeft de boot een straalmotor. „Daarmee kunnen we een snelheid van zo'n 60 km bereiken. En doordat de boot bij na geen diepgang heeft kunnen we over alle zandbanken. Dubbele tijdwinst dus!" Vanwege de straalmotor heeft de boot ook geen schroef. „Daardoor kunnen we dichter bij een drenkeling komen," zegt Jack, die vooral en thousiast is over een speciale laadklep achter aan de boot, waarmee iemand uit het water ge schept kan worden. „Sinds enige tijd heeft men vastgesteld dat drenkelingen, vooral als ze onderkoeld zijn, ho rizontaal uit het water gehaald moeten worden. In het verleden zijn daar veel fouten mee ge maakt". - Ben je nu havenmeester of bagge raar? „Beide", zegt Maarten Goeree van de jachthaven van Colijnsplaat. „De uitgang van onze haven ligt naar het noorden. Dat is eigenlijk verkeerd. Als het gaat stormen komt er veel zand in de haven. Door dat zand komt de bodem na één jaar twee me ter hoger te liggen. Als we niet zou den baggeren stond er maar 50 cm in de haven bij eb", vertelt Maarten. Als je een boot hebt moet je liggeld voor de haven betalen. Maar in Co lijnsplaat komt daar nog iets bij: baggergeld. De Watersportvereni ging Noord Beveland is nu uit de zorgen. De 600 leden kochten samen een baggermachine voor 375.000,-. Door het liggeld iets te verhogen wordt de machine afbetaald. „Deze week begin ik weer", zegt Maarten. „In april hoop ik klaar te zijn met zand wegzuigen. Ik bagger de haven uit tot -ie weer vier meter diep is. Ik laat de 16 meter lange zuigpijp het zand loswoelen. Op de kop zit een soort boor. Door de zand- pomp komt het in de perspij p. Die perst het zand naar de andere kant van de dijk. Het is oppassen gebla zen om geen schepen te raken met de pijp". De jachthaven van Breskens heeft hetzelfde probleem. Daar stroomt de noordelijke haven ook elke win ter vol met zand. Daar lossen ze het weer anders op. Elke twee jaar halen ze alles uit het water. Alle steigers, loopplanken en schepen. Dan laten ze de haven eens lekker uitbaggeren. is de Schelde nog een brede sloo'We: „Je schip is achter uit". Als deze medede ling loods Henk Pot uit Vlissingen bereikt weet hij wat hem te doen staat. Uniform aan en dan richting Roeierswacht. „Voordat ik aan boord ga neem ik eerst de allerlaatste gegevens door", ver telt hij. „Ik ken de Westerschelde als mijn broekzak, maai de rivier is elke dag in beweging. Door de ge tijdebeweging wor den er tonnen zand verplaatst. Overal in de rivier lig gen zandbanken. Die groeien aan en ver dwijnen soms weer. De rivier lijkt boven water wel breed, maai de vaargeul is maar een smalle straat. lijks zijn baggersche pen in de weer om de ze drempels weg te baggeren". De veiligheid van de bemanning en het schip staan voorop. Henk: „Bovendien heb je ook de zorg en de verantwoordelijk heid voor het milieu. Een aanvaring tussen twee schepen kan tot een enorme milieu vervuiling leiden". Elke reis over de Wes terscheid e is voor Henk Pot weer een be levenis. „Elke dag is anders. Andere sche pen, andere mensen, ander weer. Soms stralend helder en dan weer dikke mist. Dat betekent uren lang varen op de radar en dat is knap ver moeiend." Avelgem: in België De reis van Vlissingen naar Antwerpen duurt zo'n vijf uur. Henk: „Vooral in de bochten van de rivier is het oppassen gebla zen. Daar liggen zoge naamde drempels, on diepe plaatsen. Dage- Het lijkt het einde van de wereld: de voormalige Emmahaven in de'buurt van Hulst. Gelegen achter een hoge dijk. Als je er boven op staat zie je, met in de verte de Schelde, de schorren. Beter bekend als het Verdronken land van Saeftinghe. Hier grazen de schapen van Jan Boom, beroep: schaapherder. „Zolang als deze schorren er zijn lopen er schapen op," weet Jan. „Ik heb die tradi tie voortgezet. Vroeger moet heel Zeeland er uit gezien hebben zoals hier. Nu is dit gebied zeld zaam, vandaar dat dit landschap beschermd is. De schapen bevorderen het weideachtige en trekken kleinere grazers aan, zoals hazen, aller lei ganzen en smienten." Speciaal voor het ruige landschap met zijn diepe geulen en een apart ras „Maar ik loop der de hele dag bij. dieren, te groot vooi gen weg. Alleen ik ze, met mijn het droge." Restaurants Veel tijd steekt Jan: si van zijn bedrijf: „Metf o meren door 't hele lï t» restaurants en slage.' e: vanwege de zoute we - -ff*. A n S>

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1990 | | pagina 2