Mooi wiel moet een beetje schuin lopen Koekhappen voor de olifant Dubbele bof De oude wagenmaker van Waterlandkerkje DINSDAG 9 OKTOBER 1990 „Ik ben niet zo iemand die graag met zijn naam gooit. Zet maar ge woon dat ik de oude wagenmaker van Waterlandkerkje ben". „Ik ben geboren in 1910 en opge groeid in de werkplaats van mijn va der. Als ik moe werd, viel ik in slaap tussen de houtkrullen". „Toen ik 12 was werkte ik hele da gen voor mijn vader. Die had het vak weer geleerd van zijn vader. Ik kom dus uit een oud wagenmakersge slacht". Wagenmaker Schilleman: als het moest zou ik er morgen bots nog een kunnen maken (foto Henk Hommers) In de winter was er altijd koopdag. „Mijn vader kocht dan de bomen die hij nodig had: olmen, iepen of essen. Die werden dan gerooid en met de mallejan naar onze werkplaats gere den. Daar werden de stammen met de hand gezaagd en dan moest het hout drogen. Soms wel driejaar!". Precies werk Het maken van zo'n wagenwiel was een heel precies werk. Een wiel moest een beetje schuin lopen, hoe schuiner, hoe lichter het liep. 12 Spaken zaten er in een achterwiel en 10 van voren. Die spaken maakten ze een beetje rond om ze nog mooier te maken. Hij vertelt: „De naaf werd uit een houten blok gedraaid en daarna uit geboord met de schoeper en de ave gaar. En dan had je nog de velg, die bestond uit 5 of 6 stukken van 8 cen timeter breed". Luchtbanden Als alle houten delen klaar waren, gingen ze naar de smid, die er het ij zer rondsmeedde. „Hoe lang ik over zo'n wiel deed, weet ik niet meer. Vroeger werkte je voor je vak en niet om om 5 uur klaar te zijn". „In 1930 kreeg je de eerste wielen met luchtbanden. Toen was het snel gedaan met houten wagenwielen. Maar als het moest, zou ik er morgen bots nog één kunnen maken. Zoiets verleer je nooit". Wagenmaker Schilleman is nu 80 jaai- en pas verhuisd van Waterland kerkje naar Oostburg. Al zijn wa genmakersspullen had hij al die ja ren bewaard. Nu zijn ze in het landbouwmuseum in Heille. „Iedereen kan daar nu zien hoe vroeger wagens gemaakt wer den". Het is een prachtig blik. Op het dek sel een olifantenmoeder die haar jong natspuit. Erin 454 gram koek jes. Vorige maand kreeg prins Bernhard de eerste trommel feestelijk aange boden. Zowel prins Bernhard als het pandabeertje dat ook op de voor kant staat, geven al aan dat het We- reldnatuurfonds iets met deze koek jes te maken heeft. Van elke 9,75 (want dat kost hpt blik in de winkel) krijgt deze organisatie 80 cent. Dat is niet zoveel. Maar uit ervaring weten ze dat heel veel mensen het WNF graag willen steunen en daar om toch zo'n dure trommel koekjes kopen. Vorig jaar organiseerden ze een zelf de soort actie. Toen stond er een panda- beertje op de voorkant. Daarvan zijn er maar liefst 145.000 verkocht! Nieuwe leden Naast de ruim 100 duizend gulden hield het WNF aan deze actie ook heel veel nieuwe leden over. Want in elke trommel zit ook een folder en een aanmeldingskaart. „Reden genoeg dus om weer mee te werken" vertelt Hetty Bulthuis van het WNF. „En het geld komt ten ba te van de olifanten. Een zwaar be dreigde diersoort. Dat is toch een prachtig doel?" Ook de importeur van de koekjes - Rosenberg Import bv uit Amster dam - is heel blij met zijn idee. De heer Donker: „Zo dien je een sympa thiek doel. We hebben voor een oli fant gekozen omdat die bij de men sen het meest bekend is. Daardoor kopen ze het makkelijker." Reclame Het zit er dik in dat er ook dit jaar weer heel veel over de toonbank zul len gaan. Op dierendag werd door RTL4 en de Tros het blik zelfs in een kinderprogramma aangeprezen. Overige reclame voor de koekjes wordt grotendeels gemaakt en be taald door het WNF. De importeur neemt alleen de posters en folders voor in de winkels voor zijn reke ning. De 80 cent voor de olifanten wordt betaald door de mensen die de koek jes kopen.(Normaal kost zo'n blik 8 tot 9 gulden.) Wie de olifanten wil helpen kan na tuurlijk ook gewoon lid worden van het Wereldnatuurfonds. Bouwplaat van de Zeeuwse boerderij Land en Zeezicht (foto Willem Mieras Morgen barst het grootste kin derfeest van Nederland los, en als theater De Rode Hoed groter ge weest was had iedereen van nul tot zestien beslist een uitnodi ging van de CPNB gekregen naar Amsterdam te komen. Jammer jammer, want wat mis je? De officiële opening van de Kinderboekenweek door Annie M. G. Schmidt, vrolijke muziek, zelf een boek maken, spelen met papier, voorlezen en al dat andere spannends dat vandaag nog een verrassing is. Maar laat ditje een troost zijn: de zesendertigste Kinderboeken week belooft ook in Zeeland iets bijzonders te worden. Tot en met 20 oktober is in elke stad, in ieder dorp, in alle bibliotheken, in de meeste boekhandels en op veel scholen wel iets te merken van Boeken horen bij je. Alles bij elkaar is het zelfs zo veel dat deze driehonderdenzeventien vierkante centimeters er gemak kelijk mee vol te schrijven zouden zijn. Maar daar is een boekenru briek natuurlijk niet voor. Daar om: lees elke dag de PZC, kijk morgen het huis-aan-huisblad even in en luister naar Omroep Zeeland als je wilt weten wat er bij jou in de buurt op stapel gezet werd. Een echte sensatie van deze Kin derboekenweek is zonder twijfel Jorrie en Snorrie van Annie M. G. Schmidt. De beroemdste schrijf ster van Nederland heeft na Otje in 1980 geen boek voor kinderen meer geschrecen, en dat zou mis schien ook zo gebleven zijn als de CPNB (die de Kinderboeken week organiseert) haar niet had gevraagd het Kinderboeken weekgeschenk van 1990 te schrij ven. Dat ze ja zei en onmiddellijk daarna vroeg of Fiep Westendorp dan de tekeningen mocht maken, is een dubbele bof. Ik ga je hier niet vertellen waar het verhaal over gaat. Je krijgt het boek gratis als je een kinder boek koopt, en van een cadeautje verklap je nou eenmaal niet wat zolang mogelijk een verrassing moet blijven. Maar je kunt reke nen op een spannend verhaal waar veel in te lachen valt en waarin een bepaald soort volwas senen eens goed te kakken gezet wordt. Dat laatste gebeurt na tuurlijk zo dat zelfs die volwasse nen (als ze een kinderboek lezen tenminste niet te min vinden) zul len meelachen. Heel even, heel fijntjes en zeer deftig, maar toch. Boekhandel De Koperen Tuin en de Boerderijstichting Zeeland maken de Kinderboekenweek dit jaar extra feestelijk met Land- Zeezicht, boerenbedrijf in Zee land. Het boek van 24 bladzijden met ook nog 8 bouwplaten vertelt de geschiedenis van de Zeeuwse boerderij en heel speciaal die van Land- en Zeezicht, een boerderij KINDERBOEKEN WEEK '90 10T/M 20 OKTOBER uit 1823 bij Kamperland op Noord-Beveland. Jan Bruijns (tekst) en Peter Ro sier (bouwplaat) maakten het boek om te laten zien hoe bijzon der oude boerderijen zijn en waar om ze voor altijd bewaard moeten blijven. Een goede raad: blader het boek door (laat je vingers maar zo lang jeuken) en lees eerst de laatste bladzijde. Nog een gouden tip: houdt het boek ver uit de buurt van je vader en moeder. Geef ze ieder hun eigen exemplaar. ('Land- Zeezicht' kost 7,95 en is te koop in elke boekhandel) Jan Smeekens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1990 | | pagina 3