TRADITIES
kan ik nooit
Terugvragen
Verrek, als dat maar goed gaat
Ze zeggen
Sinterklaas
morst ook
wel eens
Liever een
walkman
op de kop?
Jongens lijken soms een strijkplank
B
DINSDAG 12 DECEMBER 1989
Wat doen jullie met Sinterklaas en Kerst?
Patricia: „In Suriname vieren wij geen Kerst of Sin
terklaas. Want dat hoort niet bij onze godsdienst. Wij
zijn mohammedanen, net als de Turkse kinderen. Er
zijn ook Surinamers die feesten wel vieren. Die hebben
dan een andere godsdienst.
In Suriname krijgen wij geen cadeautjes. Maar ik hier in
Nederland wel. We doen gewoon een beetje mee".
„Het gekke is dat Sinterklaas eigenlijk uit Turkije
komt", zegt Bayram. „Volgens het verhaal werd hij in
Mira geboren. Sinterklaas komt uit de katholieke gods
dienst. Wij zijn mohammedanen. Daarom vieren wij dat
feest niet".
„Wij hebben wel een soort Kerstfeest", zegt Hatice. „We
vieren dan ook dat onze profeet geboren is. Niet Jezus
maar Mohammed. Dat feest heet Ramadan. Eerst gaan
we vasten. Op het laatst is er groot feest. Het is niet in de
winter, maar in de zomer".
„In Turkije zijn op 23 april alle kinderen jarig", zegt
Bayram (11) uit Middelburg. Cuma (8) en Hatice (9) zijn
ook Turkse kinderen. Samen met Patricia (10) uit Suri
name, praten we over Nederlandse feesten.
v.l.n.r.: Cuma, Bayram, Patricia, Hatice.
In Turkije worden verjaardagen niet gevierd. „Ze felici
teren wel", zegt Hatice. „Maar we krijgen nooit ca
deautjes. Er hangen geen slingers, er is geen feest.
Volgens onze godsdienst is 23 april de kinderdag van
het jaar. Dan gaan we zingen, dansen, toneel spelen, ge
dichten voorlezen. Ons huis hangt vol ballonnen. Op die
dag krijgen we geen cadeautjes".
Hoe doen jullie dat op school? Nederlandse kinde
ren vieren hun verjaardag wel.
Cuma: „Ik trakteer gewoon. Anders is het niet eerlijk.
Want ik krijg ook traktaties van Nederlandse kinderen.
Ik kom ook wel eens thuis op verjaardagsfeestjes. Te
rugvragen kan ik nooit".
Heb je je wel eens afgevraagd hoe
veel mantels Sinterklaas wel niet
heeft? En wie zijn schitterende jur
ken zo wit wast? We gingen op zoek
en ontdekten dat hij heel wat hulp-
Sinterklazen had. Die zorgden er
voor dat de Sint er overal in het land
piekfijn uitzag.
Sitah Lamport uit Middelburg is zo
iemand. „Mijn dochtertje is heel
trots dat haar moeder voor de spul
len van de Sint mag zorgen," vertelt
ze.
„Maar je hebt het er wel druk mee
hoor. Zijn kleren worden makkelijk
vuil van dat paard. En natuurlijk
morst hij wel eens. Of laat zijn staf
vallen. Dan komt hij bij mij om een
nieuwe.
En wat dacht je van al die pietepak-
ken? Wasmachines vol. Nu hij weer
terug is naar Spanje, kijk ik alles na,
was en strijk het netjes. En volgend
jaar kan hij er zo weer omkomen. Zo
gaat dat!"
Middeleeuws
Sitah heeft het niet alleen druk met
Sinterklaasklercn. Ze is ook hulp
kerstman en haar pakhuis in de
Brakstraat hangt vol met honder
den andere kleren. De mooiste, gek
ste, leukste jurken, jasjes, broeken,
schoenen, tasjes en noem maar op,
kun je voor weinig geld bij haar hu
ren.
„Er komen bijvoorbeeld nogal wat
mensen die eens mooi verkleed naar
een feest willen. Middeleeuws, sjiek,
rock en roll. Er is echt van alles.
De meeste mensen zorgen wel goed
voor mijn spullen. Hoewel. Je hebt
er ook bij die alles vuil, in een vuil
niszak gepropt terugbrengen. Die
denken er dus niet bij na dat een lan
ge baard of pruik wel zo'n 500.-
kost."
Feestartikelen
„Het is eigenlijk een uit de hand ge
groeide hobby," vertelt ze. „Je bent
altijd bezig. Naaien, verstellen. Ik
was 2 keer per dag. Dat kost ook wa
ter, waspoeder, stroom. Uiteindelijk
verdien je er weinig mee.
Toch hoop ik dat ik er binnenkort
van kan leven. Ik ben de enige in
Zeeland. En met feestartikelen erbij
of zo. Dat moet toch kunnen."
gedicht
Vroeger was het beter.
Toen leerde je tenminste nog
de kaart van Nederland uit je hoofd.
Zo is het toch?
En als je 't allemaal gelooft
kent haast geen kind de tafels goed
of weet wanneer je nou -dt
of slechts een d-je schrijven moet.
Soms waar,
maar
beweren
dat ze nu niks meer leren
Ja ja.
Kritiek genoeg.
Misschien
ook wel een late spijt
als ze weer moesten zeggen
als hun lieveling vroeg:
ach kindje,
dat kregen we niet in mijn tijd.
Marina van den Boogaart
Een prachtige jurk aan, je danspartner in een mooi pak
en gezellig naar het kerstbal. Daar is Monique Hanse
(16) uit Kerkwerve wel voor te vinden.
„Ik houd erg veel van dansen. Vanaf m'n zesde zat ik al
op ballet. Ik heb al twee keer afgedanst en nu ben ik
'derdejaars' en ga ik op voor goud", vertelt Monique.
Ze leert er nu de samba, de slow fox-trot en de passe-
double bij. En de dansfiguren worden steeds ingewik
kelder.
„Met sommige jongens is het moeilijk dansen", vindt
Monique. „Die lijken wel een strijkplank! Ik zou dol
graag een vaste partner willen hebben om mee door te
gaan en wedstrijden te dansen". Elke vrijdagavond
krijgt ze vijf kwartier dansles van Onno Kramer van
dansschool Kramer uit Zierikzee.
Onno was er al vroeg bij. „Op m'n 18ste ben ik begonnen
op de danslerarenopleiding in Den Haag. En op m'n
20ste was ik de jongste dansleraar van Nederland", ver
telt hij. Zes avonden, van maandag tot en met zaterdag
geeft hij les aan verschillende groepen.
Kinderdansles voor kinderen van de basisschool: scho
lieren van het voortgezet onderwijs: gehuwden enz. „En
sinds kort ben ik in contact met een groep 50-plussers",
zegt Onno. „Dansen is voor plus-7 tot 70-plus!"
Lambada
De dansles van nu is niet meer te vergelijken met vroe
ger. Niet alleen de houding en de kleding, maar ook de
dansen zelf. Nu leren de beginners al de cha-cha-cha.
Onno's stokpaardje is: „Je moet een beetje 'trendy' zijn.
Reageren op wat in de mode is. Dus mijn leerlingen ken
nen natuurlijk de 'Lambada!'.
Onder moeders paraplu, 't Knaapje
zag een roosje staan. Langs berg en
dal klinkt hoorngeschal: allemaal
liedjes, die jullie misschien niet zo
bekend in de oren klinken, maar die
de kinderen vroeger spelenderwijs
leerden. Je hoort ze steeds minder
en minder.
„Dat klopt", zegt Jozien Cornelis uit
Cadzand, „er wordt niet veel meer
gezongen en de kinderen van nu
kennen over het algemeen weinig
liedjes. Vroeger werd er veel in de
keuken gezongen, tijdens allerlei be
zigheden. Nu is er zoveel te horen en
te zien op radio en televisie en voor
de rest loopt iedereen met een walk
man op zijn kop. En dat is meestal
-niet zo uitnodigend om mee te zin
gen".
Stille heide
Jozien is vakleerkracht muziek o?
een aantal basisscholen in de ge
meente Oostburg.
„Zingen staat centraal in mijn les
sen", zegt zij beslist, „bij de kleintjes
komt daar beweging bij en met de
oudere kinderen doe ik iets meer
aan theorie".
Volgens Jozien bestaat er een grote
verscheidenheid aan bruikbare kin
derliedjes. „Eigenlijk doe ik weinig
aan traditionele, oude kinderliedjes.
Die passen vaak niet meer in deze
tijd of in ons onderwijssysteem. Je
kunt nu toch niet met 'Óp de grote
stille heide' aankomen? De kinde
ren zouden me de klas uitdragen!"
Lichtmatroos
Toch vindt Jozien het belangrijk dat
de oude kinderliedjes niet verdwij
nen. Tijdens projecten besteedt ze
er dan ook aandacht aan. „Ik vertel
dan iets over de tijd waarin het lied
je ontstaan is en als er ouderwetse
woorden (zoals loos en lichtma
troos) in voorkomen leg ik die uit".
Ook oude volksliedjes al of niet in
dialect, leren de kinderen luidkeels
zingen: „Laatst nog over de karre-
kasse (tram) in het landje van Cad
zand. Zelfs het Zeeuws-Vlaamse
volkslied hebben we gedaan. En na
tuurlijk nu net de traditionele Sin
terklaasliedjes. Die willen de kinde
ren graag leren".
Als afwisseling doet Jozien daarna
b.v. weer liedjes uit de hitparade of
uit het buitenland. „Ik wil de kinde
ren zoveel mogelijk meegeven", ver
telt ze, „zodat ze later zelf kunnen
kiezen wat ze mooi vinden. Maar om
alles te doen heb ik echt tijd tekort".
„Natuurlijk, in het begin was het best even wen
nen." vertelt scheids Natasja Wisse (18) uit Dom
burg. „Voor voetballers is de bal altijd rond en de
scheids is vanzelfsprekend een mannetje." lacht
ze.
„Als ik me voor de wedstrijd aan de twee ploegen
voorstelde, kregen sommige spelers ogen als
schoteltjes. Je zag ze denken: verrek, als dat
maar goed gaat. Ook hoorde ik wel eens de op
merking: hè, het is een wuuf."
Het 'wuuf moet er nu hartelijk om lachen. Met de
kennis van de spelregels zit het wel snor.
Natasja: „Ik heb net als alle andere scheidsrech
ters een cursus gevolgd. Daarna heb ik een aantal
proefwedstrijden gefloten. En nu fluit ik regelma
tig op zaterdag een wedstrijd."
Pittig spel
De voetballers van de B- en C-elftallen zijn intus
sen aan haar verschijning als 'vrouw-in-het-
zwart' gewend.
Natasja: „Echt vervelende dingen heb ik nog niet
meegemaakt. Omdat ikzelf ook voetbal in het da
mesteam van Oostkapelle voel ik de voetballers
redelijk goed aan.
Van mij mag er lekker pittig worden gespeeld.
Maar dan wel volgens het boekje. Grove overtre
dingen laat ik echt niet over mijn kant gaan. Dan
fluit ik onverbiddelijk."
Gave goal
Zolang Natasja er lol in blijft houden wil ze blij
ven fluiten.
„Als scheidsrechtster geniet ik nog steeds van
een fraaie pass of een gave goal. Maar wie in het
veld loopt te katten, te zeuren of te kafferen, die
krijgt het met mij aan de fluit. Het moet voor ie
dereen leuk blijven."
Af en toe worden de rollen omgedraaid. Dan flui
ten de voetballers. Maar dat is pas na de wed
strijd!