SPELEN
De raad kiest voor zwart
De straat is veiliger
Plots was
iedereen aan
het tollen
Flup Ju
spelen
met vuur
Verveling
Een nieuwe ramp. Heftig toch?
2
DINSDAG 11 APRIL 1989
De leerlingen van de Goese basisschool 'De
Ruyterhoek' zijn sinds kort letterlijk uit het
veld geslagen. Hun tegenstander? Dat was in
'dit geval de Goese gemeenteraad.
Die besliste, dat de Hollandiawei in de Goese
wijk West moest verdwijnen. Het groene gras
moet plaatsmaken voor een zwart geasfalteer
de parkeerplaats en de bouw van kantoorpan
den. Dit alles tot groot verdriet van de leerlin
gen van 'De Ruyterhoek' en de bewoners van
de wijk vereniging Goes West.
„Doodzonde", vindt Jeroen van Dullemen (11).
„Voor en na schooltijd konden we altijd op dit
veld terecht. Even de heg door en je was er.".
Samen met zijn medeleerlingen en hun mees
ter, Klaas Sijp, zijn ze volop in training voor het
schoolvoetbaltoernooi.
Protesten
Helaas zal het dit jaar voor de laatste maal zijn.
Ook de slagbalwedstrijden tijdens de gymles
sen behoren dan tot de verleden tijd.
„Van april tot oktober zaten we bij goed weer
tijdens de gymles altijd op dit veld", vertelt Mo
nique van Overbeeke (12).
„Ons gymlokaal ligt op ruim één kilometer af
stand van onze school. Best ver om elke keer
heen en weer te lopen. Bovendien is buiten
sporten in de zomer veel leuker en prettiger".
Ondanks de protesten van de wijkvereniging
en de leerlingen van 'De Ruyterhoek' in januari
van dit jaar zal de Hollandiawei binnen niet al
te lange tijd vol staan met 'heilige koeien'.
„Een onbegrijpelijke beslissing", zegt ook leer
kracht Klaas Sijp. „Vervangende ruimte is er
nog niet en dat terwijl de parkeerplaatsen hier
kort in de buurt zeer matig bezet zijn overdag".
Dan holt hij naar buiten om verder te voetbal
len met zijn leerlingen op hun 'eigen' Hollan-
diaveld. Zolang het nog kan!
Hoepel
Wedstrijdjes
T-Fordjes
Was er dan niet veel verkeer? „In
1920? Welnee. Een paar T-Fordjes.
Wat fietsen. Zo af en toe een
vrachtrijder met vlees, of de ijsauto
met staven ijs voor de 'koelkasten'
van toen.
Je moet niet vergeten: wat nu in een
uur door de straat komt, kwam toen
verspreid over drie dagen of een
week langs!
Haast iedereen liep. Alleen de 'uit
verkorenen' kregen een fiets. Ik heb
ook pas leren fietsen, toen ik 13
was".
Bomenklimmen, bokspringen, tol
len, landverovertje. Bikkelen met
bij de slager gehaalde kneukelbeen
tjes: meneer Van den Boogaart heeft
er goede herinneringen aan.
„Tot je veertiende. Dan was je kin
dertijd ineens over. Ik werd jongste
bediende op de bank. En elke avond
naar avondschool. Dat was wel even
anders".
„Kinderen van nu hebben heel wei
nig, vind ik. Spelen is meer je laten
amuseren. Ze hebben zelf haast niks
meer te doen. Je ziet toch bijna geen
kinderen meer spelen? En als ze het
willen, is er geen ruimte".
Meneer Van den Boogaart is bijna 75
jaar. In zijn tijd was dat wel anders.
„Je speelde eigenlijk altijd op
straat", vertelt hij.
„Wat moest je anders. T.v. was er
niet. Iedereen speelde buiten. In
Souburg, waar ik woonde, speelde
iedereen met iedereen. Soms waren
we wel met een man of twintig, stik-
gezellig.
Er was natuurlijk wel eens ruzie.
Dan viel de groep uit mekaar of ^yerd
er zelfs gevochten. Maar eigenlijk
was het de volgende dag alweer
over".
„Je speelde van alles. Landverover
tje, tikkertje, hinkelen, vangertje,
verstoppertje. In de zomer hooihut-
ten bouwen bij de dijk. Rolschaat
sen bestonden nog niet.
We hadden niet zoveel: een stokje,
een balletje, wat knikkers. De rest
verzon je erbij.
Je had echt van die perioden. We
kenlang renden we achter een hoe
pel. Een echte ijzeren van de smid.
Maar die waren tamelijk duur: wel
een paar kwartjes.
Niet iedereen kon dat missen. Dan
maakte je vader een hoepel van een
oude buis, een wilgetak of de duig
van een regenton.
Je sloeg er met een stokje tegen en
dan was het de kunst om hem draai
ende te houden. Tjonge, ik heb wat
achter zo'n ding gerend".
Carlos Koomdijk: daar krijg ik nu een kick van.
„En het gekke was: er werd niets af
gesproken of zo, maar ineens was ie
dereen weer aan het tollen of knik
keren. Wekenlang, tot er BOEM
weer wat anders was.
Waarom? Ik weet het niet. Net of het
in de lucht zat.
We speelden altijd veel wedstrijdjes.
Jongens en meisjes toch meestal
apart, op een paar 'verbroederings-
weken' na.
En vaak ging het behalve om de lol,
ook om wie het sterkste of het snel
ste was. Maar ja. door al dat spelen
werd je dat vanzelf'.
„Als je pas begint met skaten kun je
het beste een Toy-deckje kopen",
zegt Martijn van de Berge (15) uit
Middelburg.
„Een deck is een skateplank", ver
telt hij verder. „Op de stoep kun je
op goedkopere zachte wieltjes rij
den. Maar op den duur kun je het
steeds beter.
Je gaat dan sparen voor een dure
plank met harde wieltjes. Bijvoor
beeld een deck van Vision of van Po
well Peralta.
Compleet kost dat 500,-. Ik heb er
speciaal een baantje bij genomen.
Anders is het niet te betalen".
Ramp
De 'echte skateboarders' rijden op
een ramp (remp). Dat is een speciale
halfpijp-baan.
Carlos Koomdijk (15) uit Souburg is
één van de beste.
Carlos: „Vroeger reden we op de
ramp van het Vlissingse zwembad.
Maar die is weg. In Middelburg heb
je nog één baantje.
Meestal zijn we met z'n dertigen. Er
kan er maar ééntje tegelijk. Dus je
moet lang wachten".
Er wordt geroepen dat hij aan de
beurt is. Carlos maakt een air (los
van de baan) en een handplant (met
één hand op de baan). Het publiek
roeptheftig(goed zo) en 'cool' (rus
tig aan). „Daar krijg ik nu een kick
van", roept Carlos.
„We rijden ook wel eens van heilink
jes af', zegt Martijn. „Bij de biep of
de Aldi. Je kunt dan een bonus ma
ken (met één voet je plank de lucht
in trekken). Carlos maakt soms een
ollie (sprong) over 6 decks. Meestal
worden we weggestuurd door win
keliers".
„Spelen op straat is gevaarlijk!", zeggen veel mensen,
„al die auto's en brommers, als je niet uitkijkt lig je zo in
het ziekenhuis".
Als dat waar is moet de kinderafdeling van het zieken
huis wel vol liggen met ongelukkige buitenspelertjes.
Maar als je alle Zeeuwse ziekenhuizen belt met de vraag
of er zulke kinderen opgenomen zijn, dan komen er wei
nig in aanmerking.
Zelfs zo'n gevaarlijke skateboarder hebben ze nog niet
gehad.
Zou het dan wel meevallen met het gevaar van dat bui
tenspelen?
Veilig Verkeer Nederland is een instelling, die zich be
zighoudt met het veilig maken van al het verkeer in Ne
derland.
Meneer Van der Werf van de politie:
„Officieel mag je overal op de stoep
skaten. Dus ook bij de biep of de su
permarkt. Maar ik geef toe dat het
vaak onhandig is. We krijgen weinig
•klachten binnen".
Martijn: „Een tijdje geleden hebben
we geprotesteerd voor het stadhuis.
We wilden graag een nieuwe ramp".
"Dat is dan gelukt", zegt Wim Cal-
jouw van de gemeente. „Er komt een
tweede baan bij de Koepoort. Dat
kost ons 10.000,-.
Ik hoop dat deze rage lang gaat du
ren. Langer dan bijvoorbeeld het
fietscrossen. Die baantjes liggen er
nu verlaten bij. Dat is zonde van het
geld.
Over een paar maanden rolt het eer
ste deck over de nieuwe ramp. Hef
tig toch?
Paula Brunsveld is één van de honderd mensen, die
hieraan meewerken. Zij vindt dat de verkeersveiligheid
van spelende kinderen erg verbeterd is.
Bij een telling is gebleken dat drie van de honderd onge
lukken veroorzaakt worden door spelen op de weg.
De meeste ongelukken gebeuren op weg van huis naar
school, zegt Paula: „Met het oversteken en door speels
gedrag, zoals met z'n drieën naast elkaar fietsen, waar
door valpartijen ontstaan".
Veilig Verkeer Nederland heeft weer de jaarlijkse ver-
keersproef gemaakt die alle leerlingen van groep 7 deze
maand moeten doen.
Eén van de onderwerpen is spelen op straat. Bereid je
dus maar voor!
Eigenlijk moet je dit niet lezen. Je
nioet het gewoon meemaken, zo'n
voorstelling van Flup en Ju. He:
liefst 's avonds op straat of op een
groot plein.
Het Flup en Ju-bedrijf is een Zeeuw
se theatergroep. Zij brengeneen spel
van vuur, muziek en ijzeren beelden
„Het lijkt een rare droom waar alles
kan", zegt Rob Maaskant van Flup
en Ju uit Nieuw en St.-Joosland.
„Wij zijn soms te zien op het Vlis
singse straatfestival. We speelden
ook op een school in Middelburg e:
Goes. En dan heb je het wel gehad in
Zeeland", zegt Rob.
Flup en Ju mag dan niet zo bekent
zijn in Zeeland. Ze zijn wel bekend in
de rest van Nederland, in België, En
geland. Frankrijk, Duitsland, Joe
goslavië, Italië, Zwitserland en Ve-
nezuela.
Circusdirecteur
- Waarom speel je op straat?
Rob: „Op straat ontmoet je ieder
een. En dat spelen deed ik als kind
al. Vooral poppenkast. Later wilde
ik circusdirecteur worden. Uiteinde
lijk ben ik naar de kunstacademie
gegaan. Ik ging beelden maken.
Maar ik had een hekel aan musea
De mensen moesten niet naar mijn
beelden komen. Ik bracht de beel
den wel zelf naar de mensen. Op
straat dus".
- Hoe gaat dat dan?
„In Rilland is ons atelier. Daar
werken we met zo'n vijf mensen aan
de ijzeren beelden. Bijvoorbeeld een
grote ijzeren vogel. Dan ga ik
beeld eens goed bekijken. Ik wil die
vogel laten bewegen. Dus ga ik aa
de slag met scharnieren en kabels,
Als vanzelf onstaat er een verhaal,
Vaak met veel vuur. We werken mef
wasdraad en doeken met pelro-
leum. Het beeld wordt omwikkeld
met doeken.
Aan het eind van het verhaal kan de
fik erin. IJzeren beelden kunnen
daar wel tegen.
Het is erg zwaar en spannend werk
Ook maken we er muziek bij. Net als
filmmuziek, met veel slag- en blaas
instrumenten. Dat doen we nu al li
jaar".
Kantoormannetjes
- En snapt iedereen jullie verhaé
dan?
- „Ja", zegt Rob Maaskant. „Wan;
iedereen maakt er z'n eigen verhaal
van. De taal van muziek en beelder
verstaat iedereen op de wereld.
We passen onze stukken wel aan aai
de omgeving. Een verhaal op de
Oranjedijk van Vlissingen is anders
dan een verhaal in de arme buurter
van Venezuela.
Die arme mensen uit Venezuela
konden trouwens niet geloven
wij uit Nederland kwamen. Ze dach
ten dat daar alleen rijke kantoor
mannetjes vandaan kwamen".
't Gaat best op straat
zolang op de stoep
geen hondepoep
aan je knikkers kleeft
of oom agent streng maar beleefd
zegt
„dat-ie er zelf geen moeite mee heeft'
(hij is tenslotte ook jong geweest)
maar toch
„want er komen ongelukken van"
dus skateboarden hier beslist niet kan
Je met touwtje springen niemand hin
dert
je met je crossfiets wat vaart vermin
dert
en
zolang geen buur
- gezicht op zuur-
compleet 'gek' wordt van jouw geba
op zijn muur-
Nee, op straat
is 't heus niet zo kwaad.
Als je maar gewoon en rustig speelt
en als het kan
je vooral niet verveelt
want daar houdt men helemaal nid
van!
Marina van den Booga^