Ik doe het voor opa V EiKvili I xLiN De lege auto van meneer M. Het korte en lange geheugen Na de regen komt zon (en paraplu's) Wie weet \7T?jy r^tTTTTlM Het zit toch in je hoofd 2 WOENSDAG 15 MAART 1989 Bas Schaak 10) uit Vlissingen praat niet graag over zijn opa. „Ik praat liever over tafeltennis of zo," zegt Bas. De opa van Bas zit in Der Boede. Dat is een verpleeghuis voor onder anderen ouderen in Koudekerke. „Mijn opa is dement," zegt Bas. „Dat is een ziekte. Je gaat dan steeds meer vergeten." „Als ik op bezoek kom vindt hij dat leuk. Hij herkent me wel. Dat zie ik aan zijn ogen. Maar mijn naam is hij vergeten. Ik kan niet met hem pra ten. Hij zegt van die vreemde din gen. Vaak kan ik hem niet ver staan." Bas gaat één keer in de veertien da gen op bezoek bij zijn opa. „Zelf vind ik het niet leuk om te gaan. Ik doe het voor opa. Soms zit hij wat te sla pen of stapt hij ineens op. Meestal ga ik dan even weg. Je ziet dan rolstoe len staan en mensen op bed liggen. Soms schreeuwt er iemand keihard door de gang," zegt Bas. „We gaan niet voor ons eigen ple zier," vult moeder aan. „De kinde ren moeten ook mee, ook al is het niet leuk. Het leven bestaat niet al leen uit lolletjes." Hoe is je opa dement geworden Bas: „Dat ging heel langzaam. Eerst Leo Visser, de wereldkampioen op de schaats in 1989. We herin neren het nog als de dag van gis teren. Een schitterend succes, dat we nooit meer zullen verge ten. Alhoewel? Wie was ook al weer de kampioen van 1988? Weet je het wel, maar kan je er niet zo gauw meer opkomen? Laatje geheugen je in de steek? „Dat komt in de beste families voor," zegt schoolpsycholoog Valentijn Wagenaar uit Goes. „Dingen vergeten doen we alle maal. Dat heeft te maken met de werking van ons geheugen." Eigenlijk zijn er meerdere ge heugens. „Het korte geheugen bewaart alle dingen maar een minuut of twintig," legt hij uit. „Bijna alles wat we kort hebben gezien of gehoord, wordt na die tijd weer uitgeveegd door nieu we dingen." Het lange geheugen bewijst ons ook langer zijn diensten. „Alles wat daar in terecht komt, blij ven we ons ons leven lang herin neren." zegt Valentijn. Eerste juf Als we iets uit ons geheugen te rug willen halen, dan lukt ons dat bijna altijd. Soms niet di rect, maar we weten in ieder ge val zeker dat het ergens is opge borgen. Bijvoorbeeld de naam van je eerste juffrouw op school. Of de naam van de camping waar je jaren geleden je vakantie hebt doorgebracht. Toch zit je geheugen niet altijd in je hoofd. „Wie heeft leren zwemmen zal dat nooit meer vergeten," legt Wagenaar uit. „Zelfs na 25 jaar weten je armen en benen nog precies welke be wegingen ze moeten maken." Ezelsbruggetjes Het geheugen kunnen we best een handje helpen. „Wie interes se heeft in de dingen die hij leert onthoudt het langer. Een goede herhaling of het gebruik maken van ezelsbruggetjes houdt de stof ook langer vers. Ook het zelf maken van vragen bij de leer stof brengt het geheugen in een goede conditie." Als je wil weten of het wel snor zit met jouw geheugen dan moetje de naam van de school psycholoog nog maar eens op schrijven. Enne, niet stiekem te rugkijken! Leo Visser Eind 1985 stonden ze op de voorpa gina van De Krullebak: Tufan en Yusuf Okkali uit Goes, toen 13 en 11. Ze waren in de rooms-katholieke kerk gevlucht. Omdat hun Turkse vader het land uit moest. Zelf kregen ze nog net op tijd een Ne derlands paspoort. Dankzij hun Ne derlandse moeder. Maar ze wilden bij hun pa blijven. Liefst in het Goese huis waarin ze toen al drie jaar woonden. Maar als het moest samen ergens over de grens. Je zag hun foto in alle kranten. Het Jeugdjournaal rukte aan. En van andere nieuwsprogramma's liepen ze met camera's en microfoons om hen heen. „Iedereen kende ons en 'iedereen' praatte over ons," zegt Tufan. „Ze riepen dingen als 'kop op we helpen je'. Maar ook 'rot op naar je eigen Het is weer zover. Meneer M. uit Breskens gaat op bezoek bij zijn oom in Vlissingen. Meestal gaat M. als voetganger met de pont mee. De ze keer maar eens met de auto. Want meneer M. heeft nogal wat spullen mee te nemen. Dus auto op de boot geparkeerd. Handrem vast, deuren op slot. Op naar de kantine. En dan is er koffie. En een oude be kon hij niet meer rekenen. Daarna ging hij rare dingen doen. Zoals het doorknippen van elektrisch snoer. Ook 's nachts ging hij zomaar uit bed. Mijn oma werd erg bang. Mijn ouders moesten soms op gaan pas sen als mijn oma eens weg moest. De dokter vond het beter om opa naar Der Boede te sturen. Soms nemen we hem mee met de au to. Dat vindt hij leuk. Maar dan wil hij niet meer terug naar Der Boede. Als we hem teruggebracht hebben gaan de deuren weer op slot. Opa blijft dan mopperend achter. Ik vind dat erg verdrietig." land'. De hele school schreef een noodbrief naar de staatssecretaris. Onze vriendjes kwamen ons huis werk brengen en ons gezelschap houden. Er was een hulpcomité. Dat was gaaf, zoiets vergeet je niet." Werk Toen vader Okkali werk kreeg mocht hij voorlopig weer een jaar in Nederland blijven. Weg camera's, weg Jeugdjournaal. Zelfs op school werd er niet lang meer over gepraat. Alles leek vergeven en vergeten. Yusuf: „Ik vond het wel best. Ieder een heeft genoeg andere problemen. We praten er zelf ook haast nooit over. Maar het zit toch in je hoofd. Zodra er iets mis zit roept er altijd wel iemand 'vuile Turk'. Dat vind ik niet zo leuk. En ieder jaar zitten we er weer mee. Want na twaalf maanden moet mijn vader opnieuw gaan vragen of hij kende. En nog één. Een sterk ver haal. Nog iets over vroeger. Voor meneer M. het in de gaten heeft loopt de boot Vlissingen binnen. Nu moet hij toch echt even rennen. Om de bus te halen. Net op tijd... Ontzettend vervelend. Als één auto blijft stilstaan op de pont. Er kan geen auto op of af. Hup, aan de kant met dat kreng. blijven mag. Dat was in 1986, in 1987 en in 1988 ook weer. En op 22 maart is het opnieuw zo ver. Waarom moet dat toch steeds? We wonen hier nu al zeven jaar. Pa wordt er zo zenuwachtig van. En wij dus ook. We wonen toch samen, we horen bij elkaar." Spandoek „We denken er eigenlijk nooit meer aan," zeiden ze het eerste kwartier tegen De Krullebak. Tufan: „Alleen als ik langs die kerk kom. Dan kijk ik toch altijd even naar de muur waar toen dat span doek hing. Als het moet duiken we er weer in, denk ik dan. Ook al zou dat een ramp zijn voor m'n school, het VWO. Of ik er vaak langs kom? Eh, nou... eh ja... Elke dag dat we naar school gaan dus. Maar verder ben ik het echt wel vergeten... Ja toch?" De boot vertrekt weer richting Bres kens. Een matroos doorzoekt de le ge auto vanmeneer M. uit Bres kens. „Met mevrouw M." „Met een matroos van de pontWe hebben de auto van uw man op de boot aangetroffen. We zoeken uw man." Nee toch!" Was uw man soms overspannen? Kent iemand van jullie Jean- nie? Zij heeft haar ring, met in scriptie nog wel, in de trein la ten liggen. Die ligt nu in een donkere kast op het station, bo venop een gloednieuwe lang speelplaat, naast een vrolijk ge kleurde das, achter een halflege fles whisky en tussen nog veel meer dingen die vergeten zijn. Een verdrietige verzameling. „Noem maar iets op en je vindt het," zegt Jon Aartsen die per ronopzichter is bij het station in Vlissingen. „Vlissingen is het eindpunt van de trein, iederen stapt daar uit en alles wat de mensen vergeten mee te nemen wordt door ons gevonden." Dat komt allemaal in een spe ciale kast. „Als iets na vijf dagen nog niet is opgehaald, gaat het naai* Utrecht, waar het nog drie maanden wordt bewaard. Wat daarna nog over is, wordt ver kocht." Paraplu's Jon laat een dik boek zien waar in elke vondst precies omschre ven is: koffers, sjaals en dassen, tekeningen, videofilms, foto's en boeken, van alles kom je er tegen. „Als het 's morgens regent en het wordt 's middags zonnig dan ligt 's avonds de hele trein vol met paraplu's," vertelt Jon, „Dat weetje al van tevoren." Gymspullen En met kinderen gaat er ook wel eens iets mis. „Kinderen verge- ten vaak hun gymspullen, of ze dat opzettelijk doen weet ik niet. En soms vergeten kinde ren die alleen reizen wel eens uit te stappen. Die moeten we dan opvangen en in de goede trein zetten." Deze kinderen staan niet in het boek. Wordt er wel eens iets ge vonden en niet opgeschreven? „Dat vertel ik niet," zegt Jon, „dat is niet geschikt voor kinde ren." gedicht Vergeten vinden anderen dom en vaak en veel bijzonder stom. Van alles wat je weet is er kans dat je 't vergeet. Ze liggen o zo dicht bij elkaar en vooral Stomkop! Sufferd! dat laatste is naar. Wie weet vergeet. Onmogelijk voor wie niets weten want wat je niet weet kan je ook niet vergeten. Wie knap is ook dom en wie niet veel weet dus heus niet zo stom! Marina van den B oogaart Zou hij van boord durven sprin gen?" „Ik kom zo snel mogelijk." Wat was het gezellig in Vlissingen. Wat een fijne oom toch. Terwijl M. opgewekt de boot verlaat, ziet hij op de parkeerplaats een bekende auto, met een bekende vrouw, een onbe kende matroos en een onbekende agent. Ineens breekt het zweet hem uit: vergeten!!!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1989 | | pagina 2