m
Dokter betaalt de disco
Samsam voor een nieuwe krant
ÜS
Een wit blad is
een uitdaging
Tijdbom tikt
in de boeken
Trots op je vel
Geheim boekje
Berends
brief
DINSDAG 21 FEBRUAR11989
3
In Nederland wonen meer dan 14 mil
joen mensen. Die gebruiken samen 13
miljoen m3 hout per jaar! Van die enor
me houtstapel wordt 44% gebruikt voor
de fabricage van papier en karton.
Hout komt uit de bossen en die zijn
schaars in Nederland. Slechts 10% van
onze bodem is er mee bedekt. „Maar
denk nou niet, dat er zo maar hout
wordt gekapt om er papier van te ma
ken", zegt de heer Dielen van de Stich
ting Bos en Hout.
„We hebben in Nederland geen bos, dat
speciaal voor het maken van papier
wordt gebruikt. Onze bossen zijn multi
functioneel. Ze worden veel voor de re
creatie gebruikt, maar het levert na
tuurlijk ook hout op".
Leven met hout is zorgen voor het bos.
Voor elke boom die gekapt wordt moet
weer een nieuwe geplant worden. Voor
het maken van, vooral krantepapier
wordt voor de helft hout gebruikt. Dat
is dan voornamelijk dunningshout, ook
wel rondhout genoemd en spaanders.
De andere helft bestaat uit oud papier
en karton. Het komt uit wat we tegen
woordig 'recycling' noemen.
In Nederland gaat dat zogenaamde her
gebruik van papier heel goed. Meer dan
50% van ons oud papier wordt weer op
nieuw gebruikt!
Het totale gewicht aan krantepapier
dat er jaarlijks in Nederland gemaakt
wordt, is gigantisch groot: 350.000 ton.
Omdat te kunnen maken is in ons land
niet genoeg hout voorradig.
Dielen: „We moeten ongeveer een
kwart van het benodigde hout invoe
ren. Voor het grootste gedeelte komt
dat uit Noordeuropese landen. Maar
het meeste komt gelukkig uit onze ei
gen bossen".
Het is ondenkbaar, dat er geen kranten
meer zouden bestaan. Dan zou je je ei
gen Krullebak, die je nu vast hebt, moe
ten missen.
..Hier is hij dan",
zeiden zijn ouders.
..Zorgt u goed voor
hein? Hij is onze
liefste schat, we
houden veel van
onze zoon".
Zo begint Heibel,
het nieuwe boek
van Veronica Ha-
zelhoff.
De ouders van Be
rend gaan in Zuid-
Frankrijk op zoek
naar Het Geluk en
een Nuttige Bezig
heid. En daarom
wordt Berend ge
dropt bij zijn oud
tante Gesina Bei-
laerd. Het zal meer
dan een maand du
ren voor hij een
brief van zijn va
der en moeder
krijgt: we blijven
zeker nog de hele
winter weg.
Berend heeft intus
sen allang kennis
gemaakt met me
vrouw Alida Duin
knecht - de buur
vrouw van num
mer 17 - en haar
kleindochter Ma
rie. Juffrouw Bel-
laerd en mevrouw
Duinknecht ken
nen elkaar van de
brieven waarmee
ze elkaar besto
ken.
De belangrijkste
brief in dit geestige
boek wordt echter
door Berend ge
schreven.
'Heibel' werd geïllu
streerd door Joep
Bertrams, uitgege
ven door Querido en
kost 22,50).
De 'Stormvogel' uit Vlissingen is
een zwemvereniging. Maar net zo
als iedere sportvereniging zwem
men ze niet bepaald in het geld.
Integendeel", zegt mevrouw Log
ge. „Een beetje extra geld voor de
clubkas is bij ons altijd welkom".
Daarom zette zij zo'n vier jaar gele
den het oud-papierverzamelen op
poten. „Samen met andere leden
werd het oud papier van her en der
aangevoerd. Zelfs de mensen uit
mijn buurt belden, als ze een voor
raadje papier hadden".
Ook de dokter was 'leverancier'.
„Die medische tijdschriften wogen
altijd lekker door", vertelt ze tevre
den.
De garage naast het huis deed
dienst als opslagplaats. „Een keer
of vier per maand reed ik dan met
een afgeladen auto naar de opko
per. Maar dat werd op den duur te
omslachtig.
Nu doen we het anders. Eén keer in
de maand zet de handelaar een gro
te container bij het zwembad neer.
Ieder lid kan daarin zijn oud papier
gooien. Dat werkt veel handiger".
Per maand wordt er gemiddeld
1500 kg papier verzameld. „Per kg
vangen we ongeveer 7 cent. Dat
lijkt misschien niet veel. Maar voor
de kas is het wel elke maand hon
derd gulden extra.
Als de prijs lager wordt dan zeven
cent, dan betaalt de gemeente ons
het verschil erbij".
Bij het oud-papierverzamelen
denkt mevrouw Logge niet alleen
aan de clubkas. Al die wapperende
kranten en tijdschriften op straten
en in plantsoenen zijn haar eèn
doorn in het oog. „Het oud papier
kan opnieuw worden gebruikt".
Intussen draait de kopieermachine
op volle toeren om het clubblad in
elkaar te zetten. „Aangeschaft met
geld van de oud-papierinzame
ling", zegt ze trots.
Ook de disco voor de jeugd en de
extra zwemwedstrijd zijn dankzij
deze centen mogelijk.
Met hun sportieve zwemprestaties
halen de 'Stormvogels' regelmatig
de krant, die ze vervolgens zelf weer
ophalen. Zo is de kringloop weer
keurig gesloten.
„Ik ga vaak op reis. Dan heb ik altijd een schetsboek
bij me. Onderweg zit ik dan lekker te tekenen. En als ik
naar een museum ga neem ik ook een schetsboekje
mee. Van natekenen leer je goed kijken. Ik werk dus
graag op papier".
Aan het woord is Barbara Jean, kunstenares uit Mid
delburg. Oorspronkelijk komt ze uit Amerika. Ze
maakt kunstwerken van en op papier.
„Ik teken snel en heftig", vertelt ze verder. „Ik ga ge
woon zitten en begin. Dat gaat vanzelf. Het liefst werk
ik op Japans papier. Dat wordt van rijst gemaakt.
Meestal teken of schilder ik dingen die je eigenlijk niet
echt kunt zien. Zoals kwaadheid of het weer. Dat pro
beer ik dan wel zichtbaar te maken.
Soms knip ik m'n tekening in stukken. Met die stuk
ken ga ik schuiven. Zo ontstaat uit die delen weer een
nieuwe tekening, die nog mooier is. Het lijkt wel alsof
het zo hoort. Dat heet een collage.
Het is net als het dagelijks leven. Dat is ook een verza
meling van losse verhaaltjes, die samen weer één dag
vormen.
Soms teken ik op doorzichtig papier. Dan kun je teke
ningen over elkaar heen leggen. De onderste tekenin
gen kun je dan nog net zien. Dat geeft een geheimzin
nig effect. Wantje bent benieuwd wat er achter zit.
Verder maak ik beelden van opgerold papier. Ook heb
ik eens 100 gekleurde kaartjes op een grote trap gezet.
Dat was in Wenen. Een prachtig gezicht.
Op kopieerpapier kun je ook lekker werken.
Een wit blaadje is voor mij elke keer weer een uitda
ging", zegt Barbara Jean.
„Ik heb weinig tijd". Dat is het eerste dat Bert Mes
tegen me zegt. „Ik heb nog 150 jaar werk. Er staan
nog bijna 12000 boeken op me te wachten".
Bert Mes werkt in het restauratie-atelier van de
Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg. Samen met
Ronald Rijksen verzorgt hij de oudste boeken van
Zeeland.
„We hebben zeldzame en belangrijke boeken in de
kluis staan", zegt Ronald. „Daar zijn we erg zuinig
op. De alleroudste boeken zien er nog redelijk uit.
De ellende begint pas bij boeken van rond 1800.
Voor die tijd maakten ze prima papier van lompen.
Na 1800 wilden meer mensen boeken lezen. Dus
moest er meer papier komen. Men ging papier van
houtsnippers maken met zure lijm.
Dat zuur is een soort tijdbom in het papier.
Door dat zuur valt het papier langzaam uit elkaar.
En met die zure regen van tegenwoordig is het nog
erger. Door de luchtroosters komt de vervuilde
lucht de bibliotheek binnen".
„Een ander probleem voor ons is de oorlog", vertelt
Bert. „Die is voor ons nog niet afgelopen.
We hebben nog veel boeken met brandschade van
de bommen. Of waterschade toen de dijken door
braken.
Veel boeken hebben schimmel. Als het in de kluis
iets te vochtig wordt gaan die schimmels ineens
groeien. Een tweede tijdbom in het papier dus".
- En wat doen jullie met die ellende?
Bert: „Blaadje voor blaadje schoonmaken, wassen
en repareren. Ook halen we het zuur eruit. De tekst
mogen we niet vernieuwen. Dat is vervalsing".
„Ik hoop dat ze in de toekomst papier zonder zuur
gaan maken", besluit Ronald.
Verdriet of spijt,
enorme kwaadheid
Papier is geduldig
en 't is er altijd.
Al je gevoel..
Ach, ik bedoel:
wie schreef nou nooit in een hoekje
z'n gevoel in een boekje?
Marina van den Boogaart
Bodewijk roert voorzichtig met zijn wijsvinger in
een bak met dikke grijze pulp. Eerst moesten we
allemaal snippertjes scheuren", vertelt hij„en die
snippertjes werden later gekookt. Het stonk niet
eens, wel kwam er allemaal zwarte inkt bovendrij
ven".
„Als het kranteboertje oud papier ophaalt maken
ze er ook nieuw van", zegt Wendy, „wij gaan dat
vandaag ook doen!"
Zo te zien hebben ze er veel zin in op de Willibror-
dusschool in Zoutelande. De zeven kinderen uit
groep zeven kunnen bijna niet wachten tot meester
Wim voorgedaan heeft hoe het allemaal moet.
Peter is als eerste aan de beurt. Nog onwennig
schept hij met een zeef wat pulp uit de bak.
Meester Wim vertelt ondertussen over speciale te
kens in het papier, zodat je kunt zien wie het ge
maald heeft. Een 'watermerk' noemen ze dat. „Dat
ga ik gelijk doen", zegt Peter en hij knipt een mooie
P uit karton, die hij in het nog natte papier drukt.
Mariëlle pakt het anders aan: zij drukt haar hele
hand er in.
Na een uur hard werken ligt ieders velletje klaar
om te drogen. De kinderen zijn enthousiast. „Vol
gende keer maken we nog meer vellen, die versie
ren we dan met touwtjes en zo of bedrukken we met
een linoleumstempel"
Maar hun eerste vél willen ze zo bewaren, bodewijk
bewondert de gekleurde stippeltjes in zijn vel pa
pier: „Dat is van de kleurenfoto's"vertelt hij trots.
,Alle scholen zouden dit moeten doen", zegt Mirjam.
en Wendy vindt dat ze iets heel bijzonders hebben
gedaan: ,Als een museum belangstelling heeft, ko
men ze maar kijken".