IMITATIE Kijk dat kan ik betalen Verdwijnen Antiek uit China Hallo, hallo Pino De kapitein springt te water Dan geef ik mijn broer de schuld Paul (links) en Chiel Leeuwe Kijk nog maar eens goed naar deze foto. Wat zeg je? Zie je dubbel? Schrik maar niet. Je ogen zijn prima in orde hoor. Het is een foto van de tweeling Chiel en Paul Leeuwe uit Noordwelle. Ze lijken op el kaar, als de bekende twee druppels water. Tien jaar oud zijn ze nu. Chiel was bij de geboor te de winnaar. „Ik ben twee minuten ouder dan Paul", vertelt hij. Allebei zitten ze in groep 6 van de basisschool. „Ónze vrienden houden ons wel uit elkaar", zegt Paul. „Maar mensen, die ons niet zo goed kennen, vergissen zich vaak". Zelfs de meester gaat wel eens in de fout. Paul: „Op een dag gingen we op eikaars plaats zitten. Het duurde een hele tijd, voordat de meester dat in de gaten had". Schuld Het leven van een tweeling gaat niet altijd over rozen. „Als Chiel ruzie heeft met een andere jon gen, krijg ik soms de schuld, zegt Paul. Ze den ken dan. dat ik Chiel ben". Soms maken ze er handig gebruik van. Chiel: „Als ik iets verkeerds heb gedaan, zeg ik dat het Paul is geweest. En andersom". Toch zijn er ook verschillen tussen Paul en Chiel. Paul: „Ik vind de muziek van Wham heel leuk. Chiel is daar geen liefhebber van". Chiel: „Ik vind rugby en honkbal leuk. Paul geeft meer om zwemmen". Spruitjes 's Morgens vroeg is Paul meestal het eerst uit de veren. .Chiel komt pas als ik al klaar ben met mijn ontbijt". Over één ding zijn ze het roerend eens: Spruitjes kan moeder beter maar niet op tafel zetten. Ondanks de verschillen hangen Paul en Chiel aan elkaar als magneten. Waar Chiel loopt, loopt Paul. En als je Paul ziet, dan is Chiel niet ver uit de buurt. Chiel: „Als tweeling heb je altijd iemand om mee te spelen. Hutten bouwen of fietscrossen. Je verveelt je nooit". Zelfs 's nachts zijn ze onafscheidelijk. Ze heb ben ieder hun eigen bed. Maar Paul kruipt bij Chiel of andersom. „Lekker warm en gezellig" zeggen Paul en Chiel.- Ze blijven dus een tweeling. Dag en nacht! Er zijn en er toch ook weer niet zijn. Ik bedoel dat je er bent zonder dat je wordt herkend. Zoals geen mens een hermelijn in de sneeuw ziet, of zo'n fluitertje in 't riet. Geen schar in het zand op zijn buik, weg als een wandelende tak in een struik. 't Is misschien mêar fantasie, maar denk eens in: een zandbikini... of langs de muren in baksteenpak, verdwijnen doe je dan met gemak. De mogelijkheden van tegelschoen, een asfaltjas, als gazonner zomaar luieren in 't gras... Vaak droom ik van mij in onze kleur stoelen, wat zou ik me in zo'n pak zalig voelen: niet naar bed, maar stiekem lekker blijven zitten en niemand die zelfs maar bedenktte gaan vitten... Marina van den Boogaart „Hallo, hallo, Pino, hallo". „Piep, iep", „Hallo Pino, hallo", „Piep, piehiep, iep". Een boeiend gesprek tussen Patricia Koek (10) uit Middelburg en Pino. Pino is een grijze roodstaart papegaai. Z'n opa vloog ergens in de oerwouden van Zaïre (Afrika) rond. Pino werd in de Bevelanden geboren bij een Zeeuwse kwe ker. Toen Pino bij Patricia kwam was hij (of zij)een donsje van 6 weken. Nu 4 weken later, is het een prachtige papegaai. Patricia leert hem (of haar) al praten. (Je kunt nog niet zien of het een mannetje of vrouwtje is. Ik gok op hij.) Juiste toon Patricia: „Je kunt hem uit je hand laten eten. Hij moet vaak bij je zitten. En dan lekker aaien en knuf felen. riet gaat net als bij een kleuter. Steeds hetzelfde woordje voorzeggen. Dat piept hij dan terug. Tot hij het juiste toontje te pakken heeft". Hij kan echt menselijk praten. Maar het beest snapt niet wat hij zegt. Sommige papegaaien zijn te stom om te leren praten. De vogel moet z'n baasje als soortgenoot gaan zien. Parkieten en kauwtjes kunnen ook mensen napra ten. 100 jaar Een papegaai kost wel 1.000,-. Hij kan 100 jaar oud worden. Waarom koopje nu zo'n beestje? Patricia: „Je gaat er van houden. Het is leuk om hem iets te leren. Je ziet hem steeds beter worden". De vader van Patricia is ook een papegaaiengek. Toen hij 8 was woonde hij in Australië. Daar leven papegaaien in het wild. Thuis had hij er 6 rondfladde ren. Toen pa Koek 14 was kwam hij terug naar Nederland. De papegaaien bleven in een vogelreservaat. Slim Patricia: „Vijftien jaar later is m'n oma teruggegaan naar Australië. In het vogelreservaat kwamen de 6 papegaaien gelijk naar haar toe. Ze deden weer de zelfde spelletjes. Zo slim zijn ze". Hou je Pino eigenlijk niet gevangen? „Nee", zegt Patricia beslist. „Pino kent het oerwoud niet. Hij is hier gekweekt. Hier hoort hij thuis". Papegaaien mogen niet meer worden ingevoerd van uit het oerwoud. In Zeeland zijn 10 papegaaienkwe kers. Die verkopen hun kuikens aan dierenwinkels. Mevrouw Traas uit Vlissingen: „Ik vind het erg om ze te verkopen. Wantje gaat er van houden als van kin deren. Maar ja, ik moet er van leven". „Tja, als iedereen iets wil en er is niet zoveel van... Dan krijg je 'echt antiek': made in China. Er bestaat zelfs een groothandel in nieuwe ouwe spul len. Soms prachtig, dat wel. Maar namaak, niet echt oud dus. Daarom zet ik zoiets niet in mijn winkeltje". „Je hoeft geen echte expert te zijn om nep en echt uit elkaar te houden", vertelt Marian Snel uit Middel burg. „Als je oplet, kun je het meestal wel zien. Oud glas bijvoorbeeld. Daar zijn mensen dol op. Nu is echt oud glas mondgeblazen. Onregelmatig met putjes en belletjes. Vaak een beetje scheef. Maar je moet altijd naar de bodem kijken. Is het afge broken, dus niet mooi glad, dan is het oud. Wij noe men dat het pontil-merk". „Het zijn vaak de kleine dingen. Dat mooie krulletje, een stempeltje, de houtsoort. En de vorm. Nu heb je mode, maar vroeger ook. Bepaalde dingen werden dan zo'n beetje op dezelfde manier gemaakt. Recht, strak, of juist met veel krullen en versieringen. Bepaalde kleuren, vormen. Dat zegt iets over de tijd waarin het gemaakt is. Dat heeft de stijl". Houten paardjes Antiek is meer dan honderd jaar oud. Meestal moei lijk echt goed na te maken. Jongere oude spullen he ten curiosa. Poppen, blikken speelgoed. „Dat soort verzamelingen worden trouwens heel veel nagemaakt", zegt Marian. „Veel mensen houden van kleine dingen om neer te zetten. Maar er is nu een maal niet meer dan er is. Na de eenden zijn nu de houten paardjes gewild. Oud: zo'n 300,-. Namaak uit China: 40,-. Met beschadi gingen en al". „Let altijd goed op en bedenk: goedkoop antiek be staat niet. Een mooie familie Rose-vaas van 200,- is geen buitenkansje, maar gewoon imitatie. Een echte kost zeker 2000,-. DINSDAG 12 APRIL 198Üj Schrijf eens even wat sportmerken op? Die vraag stelde ik aan Yorick de Lange (15) uit Middelburg. Hij kwam makkelijk tot 44 merken; O'Hara, Puma, Adidas, Lotto, New Balance, O'Neill, Levi's, Tenson, Nomad, Esprit, Kappa, La- coste, Mexx enz. enz. Yorick is geen uitzondering. Merkkleding is in! „Noem het maar eenheilige trend", zegt Jan Sinke uit Middelburg. Hij is eigenaar van twee sportzaken. „Goedkopere merken willen ze niet meer. Dus dan maar die dure met felle opschrif ten. Zodat iedereen kan zien: dit kan ik be talen". Die dure kudde wordt steeds groter. Fabri kanten wringen in hun handen. Kinderen zijn nu wandelende reclameborden. „Soms gaat men heel ver om erbij te horen", zegt Jan Sinke. „Op een nacht werd bij mij een etalageruit ingegooid. Schade 1500,-. Een Kappa-trai ningspak van 400,- was verdwenen. Schandalig!". Niet iedereen kan echt merkkleding beta len. Vandaar dat er ook veel nepmerken te koop zijn. Vaak worden ze ingevoerd uit Taiwan, Hongkong en Korea. Jan is lid van de Federatie Sportzaken Ne derland. Zij houden nepkleding in de gaten. Nepkleding is goedkoper. De echte merken gaan failliet als iedereen in nepkleding gaat lopen. Recherche „Ik vecht gewoon voor m'n brood", zegt Jan. Wij zoeken naar nepkleding en sporen de vervalser dan op met de recherche". Hoe gaat dat dan? Jan: „Stel dat ik iemand in een O'Neill jack zie lopen. Op het jack staat drie keer onder elkaar O'Neill. Vals dus. Want ik ken de ech te jacks veel te goed. De echte hebben dat niet". „Ik vraag dan waar het jack gekocht is. Dan ga ik met de recherche naar die winkel". „Die moeten dan hun inkoopbon laten zien. Dus waar de winkel z'n jacks gekocht heeft". „Dat blijkt dan niet O'Neill te zijn maar bij voorbeeld meneer De Zwart. De politie grijpt meneer De Zwart dan in z'n kraag". Waarom mag het eigenlijk niet? „Merken zijn beschermd. Elk merk heeft z'n eigen kwaliteit. Daar moetje voor betalen", „Als je de naam Lacoste wil gebruiken moet je daarvoor licentie betalen aan de Lacoste- fabriek". „Maar die nepshirtjes zijn van slechte kwa liteit, en er wordt dus geen licentie betaald voor de naam. Bedriegerij dus", zegt Jan. Worden in Zeeland ook imitatiemerken ge drukt? Jan: „Ik denk heel veel. We hebben het topje nog maar van de ijsberg. In Souburg rolden we drie drukkerijtjes op in garages. In Wol- phaartsdijk hebben we een flinke slag gesla gen". „Soms denk ik wel eens, waar zijn we mee bezig. Ik kies een ander beroep". Ruim veertig jaar na de tweede we reldoorlog vaart er in het kanaal tus sen Sluis en Damme een Duitse tor pedoboot. Onbeweeglijk staat de bemanning aan dek. De loop van het kanon op de voorplecht staat dreigend naar voren gericht. De lanceerbuizen voor de torpedo's zijn geladen. Plotseling neemt de wind toe en worden de golven hoger. De 'kapi tein' besluit, dat het gevaar te groot wordt. Hij stuurt zijn schip naar de wal en hijst het uit het water. Een vreemd verhaal? Niks hoor. De 'kapitein' is Hans de Ruyter (13) uit Oostburg. Hij is de bouwer en de ei genaar van dit 90 centimeter lange oorlogsschip. Koelkast „Sinds twee jaar ben ik lid van de modelbouwvereniging Oostburg. Met behulp van originele tekenin gen bouwen we de echte schepen op schaal na. We gebruiken daarvoor zoveel mogelijk waardeloos mate riaal. In deze torpedoboot zit o.a. mate riaal verwerkt van een oude koel kast. De romp is gemaakt van po lyester. De lanceerbuizen voor de torpedo's bestaan uit plastic elektri citeitsbuizen". Niet alle onderdelen worden zelf ver vaardigd. „De motoren in het schip zijn gekocht", vertelt hij. Het bouwen van zo'n schip duurt maanden. „Het is een geduld en priegelwerkje", lacht Hans. „Schu ren en vijlen, totdat de romp spie gelglad is". Behalve de torpedoboot bezit Hans ook nog een zelfgebouwde speed boot. Met beide modellen 'vaart' hij van de ene wedstrijd naar de andere. Averij In het zwembad te Zwevegem (Bel gië) behaalde hij een vijfde prijs, „Met behulp van boeien in het water wordt er een parcours uitgezet", legt hij uit. „De kunst is om zonder aan varingen en averij de finish te ha len". Dat lukt niet altijd. „Als een schip dreigt te kapseizen springt de 'kapi tein' het water in om zijn schip te redden", zegt Hans. Ook vliegtuigen hebben zijn belang stelling. „Misschien dat dat mijn volgende onderwerp wordt", zegt Hans. Piloot of kapitein, een modelbouwer draait er zijn hand niet voor om.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1988 | | pagina 2