WATER Geduld, daar gaat het om Ik kan toch niet achter Michiel... De zee en ik Haar in het bad Zweten voor je lol en je gezondheid Zoet in het zout Geduld Haren Monsters Automaat Zweten Drankje Kleilaag Actie Vuilnisbelt DINSDAG 9 FEBRUARI 19871 Zo'n bak kost een uurtje per week. „Vaak staat er een aquarium te koop in de krant. Ik denk dan: weer één gestruikeld". Aan het woord is Nel den Hollan der uit Middelburg. Ze is be stuurslid van Barbus Concho- nius. Zo heet de Middelburgse club van aquariumliefhebbers. „Zeg maar gerust 'waterofielen' zegt Nel. „Veel mensen kopen een duur aquarium. Dure vissen en dure planten. En toch wil het geen mooie bak worden. Dus verkopen ze maar weer alles. Je kunt het ook nauwelijks alleen. Je hebt er een club voor nodig". Arnold van der Werf (15) is jeugd lid: „Je moet niet veel geld heb ben, wel veel geduld. Het duurt soms wel een jaar. Dan pas is je bak in evenwicht". - Wat bedoel je daarmee? Arnold: „Dan blijft je water hel der. De planten en dieren leven dan goed samen. Je hebt er dan weinig werk aan. In bed kan ik uren naar m'n vissen kijken". Pieter de Waal (18), is ook jeugd lid: „Ik onderhoud ook aqua riums voor anderen. Planten snoeien en zo. Een uurtje per week ben ik bezig met een bak". - Wat is er nu leuk aan een aqua riumvereniging? Pieter: „Je leert handige tips van Tikken elkaar. Je kunt goedkoop vissen en planten ruilen. Samen een bak maken van oud glas. We hebben veel boeken over vis sen en planten. Elke dinsdag- en vrijdagavond hebben we club avond. Dat is heel gezellig. We kijken vaak naar dia's en films. En dat voor maar 36,- per jaar". Het clubgebouw is te vin den aan de Herengracht 52. Waar wind en water aarde temmen de branding slaat op harde dijk zit ik te turen naar de golven de zee waarop ik zoveel lijk. Marina van den Boog aart „We zorgen ook voor aquariums op scholen", vertelt Nel. „De school moet dan lid worden. Ze mogen dan van ons een aquarium lenen. Wij komen de bak hele maal inrichten en houden de zaak verder in de gaten. We vertellen de kinderen en de leerkrachten hoe ze met de bak om moeten gaan. Bijvoorbeeld niet tikken tegen het glas. Want dan kunnen vissen zich letterlijk doodschrikken". Scholen kunnen bellen naar: 01184-63528. De club kan ook nog jeugdleden gebruiken. Spartelen, spetteren, springen, duiken, plonzen. Of zo maar een lekker baantje zwemmen. Heerlijk toch, zo'n uurtje in het zwembad? Alleen jammer van dat chloor in het wa ter. Prikkelende ogen, een kriebel in je keel. Of een enorme hoestbui na een 'slok je' zwemwater. Zeg badmeester, moet dat chloor nu echt? „Absoluut", zegt chef-badmeester Daan Coomans. „Zonder het chloor in het water zou het wemelen van de bacteriën (ziekte verwekkers)". Daan is werkzaam in het zwembad 'Groe- newoud' in Kapelle. Samen met zijn colle ga's zorgt hij voor 'veilig' zwemwater. „Elke week komen hier duizenden men sen zwemmen", vertelt hij. „Maar elke zwemmer 'vervuilt' het water een klein beetje. Soms met zichtbaar vuil, zoals haren, pleisters of kauwgom. Dat soort vuil ha len we met filteren uit het water. Het 'onzichtbare' vuil vermengt zich met het water. Zoals: Huidschilfers, lichaams- zweet, slijmen uit mond en neus, huidvet- ten. Ook het 'billenvuil' en kleine peuterplas jes komen in het water terecht". Dit vuil wordt met chloor onschadelijk gemaakt. Drie keer per dag worden er wa termonsters genomen. „We kijken dan of er voldoende chloor in het water zit. Ook controleren we de zuur graad van het water. Als de zuurgraad niet goed is kan het chloor zijn werk niet goed doen". Als het om kostbaar 'vuil' gaat. dan grijpt Daan hoogst persoonlijk in. Hij gaat dan schatduiken. Ringetjes, kettinkjes, oor bellen. armbanden, alles wordt van de bo dem opgevist. „Zelfs een deel van een kunstgebit", lacht hij. „Maar die eigenaar was bij ons al heel snel bekend". Een waterig dagje in Vlissingen. Nee, regenen deed het toevallig eens niet. Ook geen overstroming over de Boulevard. Dit natte dagje begon met een colaatje. We spraken met Marjorie Doelwijt (10) en Emma Verbeek (10) uit Vlis singen. „Ik heb wel eens in m'n broek geplast. Niet zo lang geleden. Zet dat maar in de Krullebak. Dan kan m'n meester ook nog eens la chen". Emma: „Als ik erg moet plassen ga ik de bibliotheek binnen. Ik vraag dan of ik de sleutel mag van de w.c. „Vroeger plaste ik wel eens achter een bosje", zegt Marjorie. „Nu durf ik dat niet meer. Vroeger was er bij ons in de straat een urinoir. Een openlucht-w.e. voor jongens. Daar had ik niks aan. Ik kon toch niet op de grond gaan hurken. Er zat geen deur in. Jongens hebben het veel makkelijker". Meisjes moeten na een drankje uit kijken in Vhssingen. Er is geen open baar toilet in het centrum. Wel in Goes en Middelburg. Emma: „Ik kan toch niet achter Mi chiel de Ruyter zitten plassen". De gemeente moet zorgen voor openbare toiletten. De heer Vaal van de gemeente Vlissingen: „We hebben nog maar één openbaar toi let. Dat staat in de Irislaan. In de toekomst wordt het waarschijnlijk afgebroken", zegt meneer Vaal. - Een kind kan toch niet zomaar een café inlopen om te plassen? In elke stad moet toch een openbaar toilet zijn? Zeker voor meisjes. „Inderdaad", geeft meneer Vaal toe. „In de grote steden zijn ze automati sche toiletten aan het uitproberen. Je doet dan geld in een automaat. De deur gaat open. Na gebruik maakt de w.c. zichzelf automatisch schoon. Dat is voor ons veel goedkoper". - Waar komt dat toilet? Meneer Vaal: „Waarschijnlijk in de buurt van het Arsenaal. Als de ha ven klaar is". Of Emma en Marjorie zo lang kun nen wachten is de vraag. Het ant woord komt na het tweede eolaatje. Emma: „Zullen we nog even langs de bibliotheek gaan?" Graaf een kuil in de grond, bouw er een hut boven en steek een haardvuur aan. Doe dan de deur dicht en ga lekker in je blootje (jawel!) genieten van de warmte. Ren na tien minuten naar buiten en rol eens lekker door de sneeuw. Of neem een snelle duik in het ijskoude rivierwater. Zo ongeveer schijnen de Finse hout hakkers in vroeger tijden de sau na te hebben ontdekt. Kuilen graven en hutten bouwen is voorgoed verleden tijd. „Maar de sauna werkt nog net zoals in vroegere tijden", vertelt Piet Hardenberg. Samen met zijn vrouw Riny heeft hij een sauna- bedrijf in Vlissingen. „Alles draait om het opwarmen en het weer afkoelen van het li chaam", legt hij uit. „Het opwarmen gebeurt in de sauna-cabine. De temperatuur is hier zo'n 90 graden. Door die ho ge temperatuur begin je enorm te zweten. Dat is ook de bedoe ling. Na een minuut of tien kom je er uit. Dan wandel je even in de bui tenlucht. Kou voel je dan hele maal niet. Daarna spoel je je af met koud water. Na het afspoelen kun je kiezen: of een ijskoud dompel bad nemen of een paar baantjes zwemmen in het zwembad. Tot besluit: goed afdrogen en een warm voetenbad nemen". De eerste ronde in de sauna zit er dan op. Tijd om te rusten. Even een drankje nemen om het vochtverlies goed te maken. „Na een avondje sauna kun je wel één hter vocht kwijtraken", vertelt Piet. Waarom is de sauna nu zo ge zond? „Door het steeds maar weer opwarmen en afkoelen trai nen we onze huid. De huid regelt onder meer onze lichaamstem peratuur. Ook de bloedvaten worden flink aan het werk gezet, evenals ons hart. Bovendien helpt de sauna ook bij vermoeide spieren". Het saunagenoegen is er niet al leen voor grote mensen. „Ook kinderen zijn - onder begeleiding - van harte welkom", zegt Piet. Zo'n 1000 jaar geleden was Zeeland een schorrengebied. Elke dag werd het twee keer overspoeld door de zee. Diezelfde zee liet klei en zand achter. Zo werd het land steeds wat hoger: tot Zeeland écht land van de zee was. Echt land, maar zout. Zelfs het grondwa ter was te zout om te drinken. Ook het vee zou eraan sterven. Al gauw bedachten mensen een handige oplossing. Rond 1300 werd de eerste drinkput gegraven. Een vrij grote, maar ondiepe put in het land om regenwater in op te vangen. Handgegraven. Het allerbelangrijkste was, niet door de vette kleilaag heen te steken. Want dan kon het zoute grondwater naar boven en ook in de put komen. Om dat te voorkomen, én omdat de drinkputten echt passen in het Zeeuwse landschap, wordt actie gevoerd. Boeren kunnen gratis hun drinkputten laten opknappen of er een laten graven. De provincie en de Stichting Land schapsverzorging Zeeland betalen de kosten. Er is een leuk boekje verschenen over de vee drinkputten (gratis). Bellen naar 01180-31400 of ophalen bij de Provincie (Abdij 9, Middelburg). Dat het systeem erg goed werkte, blijkt wel. Er zijn duizenden putten gegraven. Veel zijn er weer verdwenen (dichtge groeid, -gegooid, vervuild, gebruikt als vuilnisbelt), maar zelfs nu zijn er nog 1200! Verspreid over heel Zeeland. De drinkputten zorgen voor goed en goedkoop drinkwater. Maar behalve dat, blijken het ook een soort mini-natuurre- servaatjes te zijn. Emma Verbeek (links) en Majorie Doelwijt. Er leven veel planten en dieren in. Ook veel, die op weinig andere plaatsen kun nen leven. Insecten, maar vooral amfibieën zoals de kamsalamander, de boomkikker, de ge wone pad, de rugstreeppad, de bruine en de groene kikker. Deze dieren zijn erg zeldzaam en daar door beschermd. Met het verdwijnen van de putten zouden zij dus ook verdwijnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1988 | | pagina 2