Soms tranen mijn ogen ervan
Veelte jong
om te sterven
Zo prachtig van kleur
DE KABELTELEVISIE RUKT OP
DJ-Katshow
ASIELZOEKER ONTVLUCHT LAND:
KINDERGALERIE BELLEMANS IN AXEL:
Modern
VLISSINGEN - De kabeltelevisie rukt op.
Van het ene moment op het andere heb je
dan tien tv-stations meer in huis dan het
vriendje om de hoek.
Die kabel haalt dan ook heel wat meer over
hoop dan het voortuintje of de stoep. Zo
wordt een schoolklas soms plots in twee
groepen verdeeld. Want wie bekabeld is
praat over heel andere dingen dan voorheen.
En soms krijgt zo'n kabelgezin er ongemerkt
een kunstkind bij. De Vlissingse Jonquille
(12) is nu tenminste vaste gast bij school- en
kabel vriendin Cindy (11) in Oost-Souburg.
„Mijn wijk is nog lang niet aan de beurt", ver
telt Jonquille, „daar was ik eerst best een
beetje droef over. Want ik ga in Oost-Sou
burg op school. Daar zijn ze nu volop aan het
graven en aansluiten.
Ik heb in de klas weieens gezegd dat ze er
hun kop es over moesten houden. Zulke ver
halen zijn niet leuk voor een kind dat zonder
zit.
Gelukkig mag ik nu vaak bij Cindy mijn
brood opeten. Voor de buis vanzelf, en in het
weekend ook. Samen met de woensdag heb
ik zo toch de belangrijke tv-dagen te pak
ken".
Dankzij de kabel is de vriendschap nu dub
beldik. Logeren bij Cindy. Elkaar wakker
maken voor de DJ-katshow en Fun-Factory.
's Avonds samen de slaap rekken voor een
liefdesfilm.
„We hebben het nu een paar maanden", re
kent Cindy. „Op het laatst was het heel
spannend. Ze kwamen steeds een straat
dichterbij. Dan kun je haast niet wachten.
We kijken wel twee keer zoveel. Soms tranen
mijn ogen ervan. Maar als ik wrijf gaat het
wel weer".
Ze vinden de twee jaar Engels op school
mooi meegenomen. Sky-Channel, Super
Sky-Channel, en Filmnetzijn nu eenmaal de
grote drie. En geen ondertiteling.
„Als ze zoenen snap je het wel", zegt Cindy,
„maar wat ze verder zeggen moetje maar ra
den als je geen Engels kent."
Jonquille bekent dat ze tv-gek is. „Ik zit
soms een hele dag voor de kijkkast. Dan sta
ik enkel op om de hond uit te laten. Mijn
moeder ziet die kabeltevee dus niet zo zitten.
Dat vind ik eigenlijk wel slim.
Ik moet nodig wat afkikken. De gym enjazz-
ballet zijn er tenslotte ook nog".
GOES - „Als ik die dag niet onver
wacht was gevlucht, dan had ik nu
niet meer geleefd. Ik vind mezelf te
jong om te sterven, dus is er geen
keus".
Dat is de overtuiging van de 26-jari-
ge Matthew uit Ghana.
Sinds 18 november woont hij in het
Goese Asielzoekerscentrum.
„Er is een hoop verzet in mijn land",
zegt hij. „Wie weet hoe lang de
staatspolitie mij al verdacht. Op een
dag bleek mijn huis doorzocht, ka
pot geramd, leeggeroofd.".
„Ik heb geen risico meer genomen.
Wie ze pakken komt zelden levend
terug. Ze grijpen ook je medebewo
ners, je familie. Of iemand die zo
maar even op bezoek is. Zo gaat dat
sinds de militairen aan de macht
zijn".
Hij vertelt hoe hij die nacht op zijn
buik door de bossen kroop. Via ge
heime paadjes over de grens naar
Togo.
„Ik heb veel hulp gehad. Ook als ver
stekeling op een schip. Twee weken
zat ik opgesloten achter een schot.
Slechts één man wist ervan. Anders
kun je zelfs doodgaan zonder dat ie
mand het merkt. Dat is een vreselijk
idee. Ik ben erg bang geweest".
Die helper smokkelde Matthew er
gens in Frankrijk aan de wal.
„Ik had geen cent en droeg nog
steeds de modderkleren van mijn
vlucht. Mensen liepen geschrokken
om me heen. Hun taal had ik nog
nooit gehoord.
Toen heb ik ten einde raad een auto
aangehouden. Dat was een Amster
dammer, die Engels sprak. Die gaf
me zomaar een lift".
„Van hem hoorde ik dat er hier nog
veel meer asielzoekers zijn. En waar
ik naar toe kon gaan. Ik was echt
verbaasd. Je denkt dat het enkel in
Ghana gevaarlijk is".
„Ik ben dankbaar dat ik hier veilig
ben", zegt Matthew. „Maar mijn ou
ders, mijn broers? Leven ze nog of
zijn ze uit wraak gepakt? Hoe kun
nen ze weten waar ik ben? Zie ik ze
ooit terug?".
En intussen de angst dat ik hier niet
blijven mag.
Ik wil zo graag een toekomst heb
ben. Jullie taal leren, opnieuw werk
in de elektronica. Daar bid ik elke
dag vurig voor".
Kinderen die meer willen weten over het
Asielzoekerscentrum mogen bellen met
de directie.
Tel. 01100-11740 of 11830.
AXEL - Sinds een paar weken
hangt boven het bed van Marieke
Hoornman een varkentje. Het kan
ook een hondje zijn. Daar is ze nog
niet achter. In ieder geval vindt ze
het een heel mooi beestje. „Omdat
het zo sluipt", zegt ze. „En prachtig
van kleur is".
Marieke woont in Axel en daar
kunnen kinderen sinds kort kunst
huren. In de boekhandel-galerie
van Joke en Roby Bellemans.
„Een schilderij of beeld huren is
overal heel gewoon", zeggen zij.
„Maar het gaat dan altijd om
kunst voor volwassenen.
Wij lenen ook schilderijen en teke
ningen aan kinderen uit. Speciaal
voor ze gemaakt door kunstenaars
die (onder andere) kinderboeken
illustreren. Zoals Joep Bertrams,
Wim Hofman, Gitte Spee en Sylvia
Weve.
Alles bij elkaar hebben ze er zeven
tig werken voor aangeschaft, die ze
voor een rijksdaalder per maand
uitlenen. Het enige wat ze van de
kinderen verlangen, is dat die er
zuinig op zijn.
Maar daar maken ze zich geen zor
gen over: „Kinderen beseffen heel
goed dat ze iets kostbaars van wel
duizend gulden soms, aan de muur
hebben hangen".
Wat Joke en Roby ook al wisten
(en dat sinds 21 november opnieuw
bevestigd zien), is dat kinderen op
een heel verstandige manier met
kunst omgaan.
„Ze kijken niet naar wie het ge
maakt heeft, maar zoeken iets uit
dat ze mooi vinden. En waar ze iets
in kunnen herkennen.
Dat kijken en vergelijken duurt
soms heel lang en sommigen ko
men tenslotte zelfs uit bij een schil
derij dat voor volwassenen be
doeld is.
Nou, dan doen we niet flauw. Van
ons mogen ze dat meenemen. Ook
als het heel groot is en heel mo
dern".
Toen Joke en Roby Bellemans hun
kindergalerie openden, hadden ze
ongeveer tien kinderen als klant
gerekend. Dat liep anders, want al
meteen de eerste week kwamen er
twintig meer. (Van zes jaar tot
Zuid-Beveland).
Dat maakt de kans voor Marieke
Hoornman om die mooie tekening
van Joep Bertrams te huren, wel
veel kleiner. „Maar," zegt ze, „ik
woon vlakbij de galerie en ik laat
hem gauw reserveren".
Joquïlle van Hulle (I) en Cindy Gouka (r)