ONDERGRONDS
Elke buis of kabel staat op een kaart
Je draait tot je piep hoort
Gifsla is
niet bepaald
zo gezond
Mest van
wormen is
poepgoed
Graven in een ver verleden
Soms.
Handwerk
Grondwater
Vruchtbaar
Korrels
Een beurt, je hebt het niet geleerd
Per ongeluk zei je: gefeliciteerd!
„Hoi! Sorry, ik wist niet..." Het is al te
laat:
ze kust je vriendje waar je bij staat
De bel: „Ha lieverd!" De melkboer lacht
Jij had dus echt niet hèm verwacht
Blijkt dat je op de verkeerde zat te vitten
of een zatte man komt bij je zitten...
Je trapt in de poep
Je slagroomtaart kiepert met een kwak
op de stoep
Zo'n jeuk aan je billen
Je kan wel gillen
Je gulp staat open
Dat niemand je zag, dat moet je maar
hopen
Soms...
Ze hadden je weer mooi te pakken
alleen jij zou, juist:
door de grond willen zakken.
Marina van den Boogaart
Een straat is eigenlijk een dak. Een
dak met ijzeren deksels. Dat zijn de
dakramen. Onder dit dak zit een
donkere wereld. Van zand en klei.
Maar ook van water- en gasbuizen.
Van telefoon- en elektriciteitska
bels.
Tegenwoordig lopen er ook kabels
voor de kabeltelevisie onder de
grond. Grote bedrijven hebben hun
eigen kabels voor computers en tele
foon.
Elke gemeente is de baas over z'n ei
gen grond. Een gemeente beslist
waar buizen en kabels komen.
Pieter Weymans doet dat werk voor
Middelburg. Pieter: „Elke buis of ka
bel staat op een kaart. Dus als ze er
gens een straat opbreken weten ze
precies waar het gevaarlijk is".
- Toch gebeurt er nog wel eens een
ongelukje.
Pieter: „Dat komt door oude kabels.
In de oorlog werden alle oude kaar
ten verwoest.
Daardoor kunnen we die oude ka
bels niet meer vinden. Het komt ook
wel eens voor dat iemand een kabel
onder de grond stopt zonder toe
stemming. Dat wordt meestal ont
dekt. De dader moet dan het opzoe
ken en het verwijderen zelf betalen".
Wat Pieter doet voor Middelburg,
doet het gas- en elektriciteitsbedrijf
de PZEM voor heel Zeeland.
Leendert Corstanje van de PZEM:
„Alle kabels en buizen komen via
Hoogerheide naar Zeeland. In Zuid-
Beveland wordt deze lijn vertakt.
Eén lijn gaat rechtdoor naar Walche
ren. De tweede lijn gaat onder de
Zeelandbrug naar Schouwen. De
derde lijn duikt bij Ellewoutsdijk de
Westerschelde in. Bij Terneuzen
komt alles weer boven water. In heel
Zeeland hebben we 139.000 gasme
ters en 150.000 elektriciteitsmeters".
- Is dat niet gevaarlijk, elektrici
teitskabels onder water?
„Nee", zegt Leendert. „De kabels en
buizen liggen in een sleuf. Een anker
van een schip kan er op vallen. Maar
dat gebeurt bijna nooit.
Voor de stroomvoorziening zou zo n
ongeluk niet erg zijn. Want we heb
ben alles dubbel.
Wist je trouwens dat alle elektrici
teitskabels van heel Europa aan el
kaar vastzitten. Met gasbuizen is
dat ook zo. We hebben gemengd gas.
Een deel komt uit de Noordzee. Het
andere deel komt uit Slochteren".
Zo komt het dat tegenwoordig
mensen wormen als 'huisdier'
houden. Niet de regenworm,
maar een kleinere soort. Ze kwe
ken ze bij miljoenen in grote
bakken. Voeren ze paardemest,
dat is het best.
In ruil daarvoor produceren al
die wormen na een tijd een berg
wormenmest om u tegen te zeg
gen. Daar gaat het nu net om: 2
kilo poep wordt 1 kilo mest.
Die mest is de beste die er is. De
mest wordt verwerkt tot droge
korrels, die absoluut niet stin
ken.
Zo langzamerhand komen er
steeds meer van die wormen
kwekerijen, ook in Zeeland.
Archeoloog B. Oele geeft uitleg over opgravingen in Zaamslag.
Gerommel. Je voelt: die wind gaat het
winnen
Een knetterende! Nét stapt iemand bin
nen...
Wie heeft er 1.800 jaar geleden een
'gemme' verloren? Het is een sieraad
zo groot als een duimnagel met een
afbeelding erop van een bok. Helaas,
de eigenaar zal er nooit meer om ko
men.
Twee maanden geleden werd deze
versierde halfedelsteen bij toeval
ontdekt bij het dorp Poortvliet op
het eiland Tholen. Bij een opgraving
van een huis uit de Romeinse tijd
kwam de 'gemme' boven de grond.
Een zeldzame vondst.
Er kwam nog meer tevoorschijn:
scherven van dakpannen, resten
van een Spaanse wijnkruik en hou
ten paalresten.
„De meeste vondsten komen terecht
in het provinciaal magazijn in Mid
delburg', vertelt de heer B. Oele. Hij
is medewerker van het Oudheidkun
dig Bodemonderzoek.
'Dankzij alle opgravingen door ar
cheologen zijn we al heel wat te we
ten gekomen over de oudste bewo
ners van Zeeland. In Souburg bij
voorbeeld hebben we een volledige
burcht opgegraven. Die stamde uit
de tijd van de Noormannen".
Een archeoloog moet heel nauwkeu
rig werken. Alles wat ontdekt wordt
wordt opgemeten en opgetekend.
„Zo weten we precies hoe groot de
huizen zijn geweest, waar de water
putten hebben gelegen en waar bij
voorbeeld de kasteelpoorten heb
ben gestaan", vertelt meneer Oele.
Bij het graven gebruikt men soms
een graafmachine. Maar vaak is het
nog handwerk. Met een schep, een
troffel en een vegertje gaat hij dan in
een kuil aan de slag.
Ook een metaaldetector bewijst te
genwoordig goede diensten. In Rei-
merswaal ontdekte men met dit ap
paraat zogenaamde pelgrimsinsig
nes. Prachtige 'medailles' gemaakt
van lood en tin.
Volgende maand worden ze tentoon
gesteld in het Zeeuws Museum. 'Hei
ligen uit de modder' gaat de ten
toonstelling heten.
Wie zelf wel eens een scherf of iets an
ders vindt mag altijd even langs ko
men op Balans 17 te Middelburg.
Meneer Oele en zijn collega's willen
ie dan best vertellen wat je hebt ge
vonden en uit welke tijd het voor
werp stamt.
DINSDAG 13 OKTOBER 1987]
Ook in Zeeland heeft de vervuiling I
toegeslagen! Olie, benzine, kwik, be- I
strijdingsmiddelen. Er zit van alles I
in de grond.
„In Zeeland zijn er nu zo'n 50 plaat- I
sen waar we ons echt zorgen om ma-
ken" vertelt Jan de Vries. Hij werkt
bij de Zeeuwse Milieu Federatie
(ZMF) in Goes.
„Die 50 plaatsen zijn vooral - soms
oude - bedrijfsterreinen. Bijvoor-
beeld een oude gasfabriek of een I
benzinestation, autosloperijen, vuil
nisbelten.
Bijna altijd is de grond daar zo vuil,
dat het gevaarlijk is ze nog te gebrui
ken.
Soms is dat toch wel gebeurd. Om
ergens een tuin op te hogen. Toen
wist men niet dat het gevaarlijk was.
Als zo'n tuin nu ontdekt wordt,
wordt hij afgegraven. Dat is duur,
maar nodig. Gifsla is niet bepaald
gezond".
Vroeger had elke gemeente zijn ei
gen vuilnisbelt. Daar werd van alles
zomaar opgegooid.
„Het grote gevaar is dat door regen
het gif in ons grondwater komt" zegt
Jan. „Dat kunnen we namelijk nooit
meer schoonmaken". Er zijn nu
maar zes belten meer. Bij de nieuwe
wordt eerst een dikke laag plastic
gelegd.
„Van batterijen weet nu haast ieder
een het wel. Maar wist je ook dat een
restje verf, wat terpentine, een paai'
medicijnen, een oude thermometer,
een stuk leer of een gebruikt stencil
(scholen!) waanzinnige vervuiling
veroorzaken? Die kun je beter apart
bewaren.
Sommige gemeenten halen dit che
misch afval al op. Dat gebeurt onder
meer op Schouwen-Duiveland.
Op andere plaatsen kun je het er
gens afgeven. Dan wordt het veilig
opgeruimd. En echt: die kleine
beetjes helpen enorm!
Ook fosfaatvrije wasmiddelen, op
laadbare batterijen. Een beetje uit
kijken wat je wel en niet in de vuil
nisbak mikt".
„De provincie geeft nu per jaar een
paar miljoen gulden aan 'schoonma
ken' uit. Geef toe: voor dat geld zou
den we toch wel wat leukers kunnen
doen", besluit Jan.
Gijs Kamerbeek (12) uit Middelburg heeft een metaal
detector. Dat is een apparaat dat metalen voorwerpen
kan opsporen. Ook al liggen ze onder de grond.
Gijs: „Mijn detector kost 325,-. Ik zoek meestal samen
met Ramses Jongewaard (12)".
- Hoe werkt zo'n detector?
Gijs: „Eerst kijkt je of de batterijen goed zijn. Dan kunje
hem afstellen. Je legt er bijvoorbeeld een koperen ding
onder. Dan draai je aan een knopje tot je een piep hoort.
Je kunt hem hard of zacht zetten. Ook kun je met een
koptelefoon werken. Je kunt zelfs de diepte afstellen. Zo
kun je laagje voor laagje onderzoeken. Bij elk koperen
ding piept-ie dan".
Ramses: (Meestal zoeken we op het Bolwerk van Mid
delburg. Altijd vind je wel iets. Het gekste dat we von
den was een koperen speelgoedbeer zonder kop.
We hebben ook wel eens oude munten gevonden. Die
brachten we naar de politie. Maar we hoorden er niets
meer van.
Nu houden we alles zelf. We hebben er een museum voor
gemaakt".
Gijs: „We zoeken ook wel met de hand. Zo vonden we
potten, tegeltjes, porselein, pijpekoppen, steeltjes en
oud geld".
- Hoe komen jullie achter de leeftijd van de voorwer
pen?
Ramses: „Bij ons in de straat woont een mevrouw die er
veel vanaf weet. Zelf heeft ze een oud klooster onder
haar tuin liggen".
Gijs: „Ik ben wel eens bij een archeoloog geweest. Want
dat word ik later ook. Hij zei dat we een pot uit 1600 had
den". crijs fi. ameroeetc (iin/cst en namses jongewaara zonen nun scnazzen.
De hele dag lekker scharrelen:
zeven jaar lang, soms wel elf.
Eten, poepen en kindertjes krij
gen. En als het koud wordt diep
onder de grond een winterslaap-
je houden.
Ja, het is zo gek nog niet een
worm te zijn. Als je tenminste
niet voortijdig door een vogel,
mol of egel als lekker hapje op
gegeten wordt.
Of als niet een of andere idiootje
aan een haakje rijgt en aan de
vissen voert. Au, dat doet zeer.
Ja, een worm heeft gevoel! En
als je hem doorsnijdt, krijg je
geen twee wormen.
Wormen heb je in allerlei kleu
ren, soorten en maten. Van een
paar millimeter tot reuzen van
een paar meter! Een spa in de
grond: juist, dat is een regen
worm.
Wormen vind je eigenlijk overal.
Dat is maar goed ook, want ze
zijn verschrikkelijk nuttig.
De grond is vruchtbaar en los.
Daardoor kunnen er planten op
groeien. Hoe meer wormen, hoe
beter de grond.