Fietsen voor de (eigen) winkel
Echte kinderen gedragen zich anders
UPER
:o\fiï
iamf
B=
Voor niets
voor het
goede doel
Mijn Erik
En neem
er zelf
ook een
Herder
Voor niets
Ik had alleen moeite om niet te lachen
KRULLEBAK
DINSDAG 16 JUNI 1987
Toen Joop me dat bosje rotjes gaf...
Als iemand u dit kaartje laat zien...
Vroeg of laat gaan zij een stapje ver
der.
Geef stotteraars even de tijd...
Je ziet ze vaak. Vooral in kranten en
tijdschriften, maar ook wel op tv.
Reclames voor... Ja, voor wat eigen
lijk?
Als je er goed over nadenkt zijn ze ei
genlijk wat vreemd. Vergelijk ze
maar eens met alle andere. Of die nu
voor een wasmiddel, popconcert of
speelgoed zijn: het gaat altijd om
geld. Om uiteindelijk iemand winst
te bezorgen. En deze niet.
Een wielerwedstrijd is een kleurig gezicht.
Elke wielrenner draagt een shirtje met fel
le reclameteksten. Langs de weg staan
enorme reclameborden.
Als een wielrenner reclame maakt voor ie
mand, verdient hij geld. Dat noemen ze
sponsoring. Maar hoe zit dat nu precies in
elkaar?
Op naar Maarten Ducrot (29) uit Middel
burg. Hij is tenslotte zelf beroepswielren
ner. Prof dus.
- Hoe kom je aan je geld als prof?
„Pfoe", zucht Maarten Ducrot. „Dat is een
lang verhaal. Mijn baas heet Super Con-
fex. Dat is een groep van grote kledingza
ken. Die wil reclame maken.
Ik wil wielrennen. Dat vind ik een pracht-
sport. Daarvoor heb ik geld nodig. Ik moet
er van leven.
Daarom maakten Super Confex en ik een
afspraak. Die schreven we in een contract:
Ik krijg elke maand een vast bedrag, als ik
hun shirtje aantrek. Met daarop natuur
lijk hun naam in vette letters".
Premie
- En gaan de mensen hun kleding ineens
hij die kledingzaak kopen?
„Vreemd genoeg wel ja", zegt Maarten.
Toen we pas begonnen kenden maar 10%
van de mensen deze kledingzaak. Door on
ze reclame tijdens het fietsen kent nu 60%
deze winkel. Het helpt dus wel.
- Verdien je nu elke maand evenveel?
„Nee", zegt Maarten. „Ik krijg soms meer
dan dat vaste bedrag. Als ik een wedstrijd
win krijg ik extra geld. Dat noemen ze een
premie".
- En wie betaalt dat dan?
Maarten: „Kijk, mijn ploegsponsor heet
dus Super Confex. Maar ik heb ook nog
'ondersponsors', zoals de fabriek van m'n
fiets. Als ik win komt m'n fiets in de krant.
Daarom geeft die fabriek mij een premie.
Soms moet ik een flesje cola drinken. Met
het etiket naar voren natuurlijk. Daar
krijg ik ook extra geld voor.
De mensen die de wedstrijd betalen geven
extra geld aan de winnaars".
- Je wordt dus steenrijk van reclame.
„Alleen als je steengoed bent. Uiteindelijk
gaat het puur om de sport. Bij ons is het
brood naar werken".
„Voor Caesar hebben we een heel
speciaal vakantieadres, ergens op
de Veluwe". Op de foto erboven een
Duitse herder. Met een lang touw
aan een boom vastgebonden. Je ziet
nog net een man die in het donker
naar zijn auto terugloopt.
Daar wordt toch niemand beter
van? De hond? Nee, die is alleen
even' voor de foto vastgebonden. Die
reclame heeft dus duidelijk een an
dere bedoeling. Zoals al de adverten
ties van SIRE dat hebben.
SIRE is de Stichting Ideële Recla
me. In de kleine lettertjes onderaan
kun je lezen dat deze organisatie de
advertentie heeft gemaakt.
SIRE bestaat uit een grote groep
mensen (veel reclamemakers), die
opkomen voor mensen en dieren die
dat zelf niet kunnen. Die willen be
reiken dat iedereen zich fijn en ge
lukkig kan voelen.
Die af willen van verwaarloosde
huisdieren, mensen die zich een
zaam voelen doordat ze b.v. doof of
gehandicapt zijn. stotteren. Af wil
len van vreemde ideeën over epilep
sie, enge ziektes, het tekort aan do
noren.
In hun vrije tijd werken ze aan die
advertenties.
Maken die reclames, voor niets.
De meeste kranten vinden dat zo
goed. dat ze regelmatig die adver
tenties plaatsen, gratis. En dat is
ook de bedoeling. Het mag geen cent
kosten.
Het moet alleen de mensen aan het
denken zetten om de wereld weer
wat fijner te maken. Iedereen die dat
wil, kan ideeën leveren.
Op 30 augustus 1987 bestaat de
Stichting 20 jaar. Het idee komt ei
genlijk uit Amerika. Daar begon in
1942 in de oorlog een groep
mensen met hetzelfde doel adver
tenties te maken.
gedicht
MIAUW MIAUW MIAUW MIAUW
Kijk, dit is nou mijn Erik.
Hij speelt, hij lacht, is altijd brutaal.
Omdat ik 'PIEP' voor 'm haal.
Tot de laatste kruimel is dat the right
one
en wat meer is: daar groeit-ie echt van.
Hij is een echte vlekkenkampioen.
M'n mamma zegt 't ook,
hij kan er niks aan doen.
Laatst komt-ie
met niet één, niet twee, niet drie
ik denk: problemen
en ja, boos zegt-ie:
Ik verloor
omdat ik een vlek in mijn pak had
nou mam, leuk hoor!
Ik zeg: o jee
maar 't label zei nee.
Zegt Erik: problemen?
dan wordt het hoog tijd dat je 'PIEP'
gaat nemen.
Dat is bij TNO getest
als-ie ijs- en ijskoud is lukt 't best.
Ik probeer, en makkelijk zat
als ik mijn Erik toch niet had...
Dat kind, de droom van elke vrouw.
In een woord: Beregoed!
MIAUW
Karin Hemmes (7) uit Middelburg
heeft de smaak te pakken. Vorig jaar
vroeg het modebureau 'Aliènne' of
ze wilde meedoen in een grote mode
show.
Eerst een badpakje laten zien, met
een paar andere kinderen huppe
lend over het podium. En later aan
de hand van de bruid als minibruidje
tussen het publiek.
Reclame maken dus voor een paar
modewinkels. Maar daar denk je
niet aan als je nog maar zeven bent.
„Ik vind het heel erg leuk", zegt Ka
rin. „niks gek of eng. Bij de grote
mensen was alles echt afgesproken,
maar bij de kinderen hoefde er niets
bijzonders".
„De groten moesten ook heel hard
rennen achter het toneel, want die
hadden veel kleren om te laten zien.
Kinderen krijgen veel meer tijd. Ik
had alleen moeite om niet te lachen
als de mensen voor mij klapten. Of
als ze hardop zeiden dat ik zo mooi
was".
Kin omhoog
Karin heeft thuis wel een beetje
geoefend. Samen met vader Ruud,
want die doet ook weieens een show.
Vooral met zo'n bruidsjurkje even
rustig ronddraaien, en er aan den
ken datje kin omhoog moet blijven.
Voor Ali Wille van het Vlissingse
Aliènne hoeft dat eigenlijk niet eens.
„Ik neem het liefst kinderlijke kin
deren", zegt ze.
„Zonder maniertjes, geen make-up,
met hun eigen sproeten op hun neus.
En niet te verlegen vanzelf. Ze moe
ten immers wel met die kleren heen
en weer".
Behalve Karin heeft Ali Wille nog
een tiental kinderen genoteerd.
Compleet met foto in het boek voor
beroepsmodel.
Kleren showen is zonder meer
werken. Tot je zestiende moet er spe
ciale toestemming zijn. Drie keer per
jaar is de grens. En als de arbeidsin
spectie nee zegt, gaat het feest be
slist niet door.
„Ik vraag alleen aan wat ik zelf ver
antwoord vind", zegt Ali Wille. „Dus
vooral geen kind dat van de ouders
meteen 'op de pindakaas' moet. De
beste reclame is voor mij een gezelli
ge show. Daar loopt een kind beslist
geen ster-allures op".
„Ze zeggen dat ze wasmiddelen
steeds vernieuwen. Dat gelooft
toch niemand meer. Nu met ex
tra dit en speciaal dat. Zulke re
clamemakers hebben weinig
fantasie", zegt Menno de Jager
(15) uit Kapelle.
Menno zit op het Delta College
in Middelburg. Als je je diploma
haalt kun je later een winkel be
ginnen. Ook leer je er veel over
reclame.
Marian Bosschaart (17) uit Kou-
dekerke zegt: „Je moet in de les
zelf een advertentie maken. Hoe
je de tekst moet verdelen. Welke
letters groot moeten. Welke
kleur je moet gebruiken enz.".
„We praten ook veel over de re
clamefilmpjes van de t.v.", zegt
Nicolien Nova (18) uit Middel
burg. „Zelf vind ik reclame van
dranken meestal heel mooi".
Dat is snel
„Een goeie reclame blijft han
gen", vindt Alexander de Groot
(17) uit Middelburg. „Je hoort
vaak zeggen „Even Apeldoorn
bellen" of „Dat is snel' of „En
neem er zelf ook één". Dat zijn
goeie.
S'oms zijn de filmpjes te mooi.
Neem nou die van Fa bad-
sehuim. Iedereen kijkt naar die
blote borsten.
Ze vergeten de zeep.
Of die reclame van de luiers. Je
ziet dan een groepje baby's dan
sen op muziek. Harstikke leuk.
Maar niemand weet om welk
merk het gaat.
De mooiste reclame vind ik Nes
café. In een paar seconden kom
je ontzettend veel te weten over
koffie. De beelden zijn prachtig.
De muziek is ook erg goed".
Alexander wil later reclamete
kenaar worden. „Ik zou echt
weigeren om reclame voor bont
te maken. Daar ben ik fel te
gen".
Sinds kort maakt Loekie de Leeuw
langere werkdagen. Elke avond
'zweeft' hij een keertje extra over de
buis. Toch willen de adverteerders
nog meer reclamezendtijd. Maar wil
len televisiekijkers dat ook?
Voor Danielle, Martine en Ruud uit
Kapelle is dat niet nodig. „Er is nu
meer dan genoeg reclame", zegt Da
nielle. Ruud: „Dan is er minder tijd
over voor gewone programma's. En
dat zou ik heel jammer vinden."
Voor vele tientallen miljoenen gul
dens per jaar kopen adverteerders
zendtijd bij de Stichting Ether Re
clame. Weggegooid geld?
„Geen sprake van", zeggen de fabri
kanten. Door de tv-reclame kopen
steeds meer mensen onze artikelen.
Ook de omroepen zijn dik tevreden.
Zij gebruiken het reclamegeld voor
het maken van hun tv-programma's.
Toch wordt niet alle tv-reclame door
iedereen altijd gewaardeerd.
Danielle ergert zich bijvoorbeeld delen. „Er wordt in die spotjes altijd
aan de reclamespotjes voor wasmid- doorgezeurd", vindt ze.
Danielle Hage, Martine Poolvliet en Ruud van Riel.
Alle drie ergeren ze zich ook aan be
paalde 'reclamekinderen'.
Martine: „Dat soort kinderen stelt
zich aan en doet veel te overdreven,
Het zijn 'nepkinderen'. Echte kinde
ren gedragen zich anders".
Wie klachten heeft over de tv-recla
me kan terecht bij de reclameraad.
Die bepaalt wat wel en wat niet mag
in een reclameboodschap.
Reclame voor tabak en sigaretten
bijvoorbeeld mag niet op de televisie
komen. „Reclame maken voor onge
zonde produkten kan niet", vindt de
Reclameraad.
Ruud: „Dan moet de reclame voor
alcohol ook maar verdwijnen. Te
veel sterke drank drinken is ook on
gezond".
Zelf een klacht indienen bij de Re
clameraad ziet Danielle niet zo zit
ten. „Daar begin ik niet aan", zegt
ze. „Het haalt volgens mij helemaal
niets uit".
Voor wie er anders over denkt is het
adres: Reclameraad, Postbus 254
2000 AG, Haarlem.
Marina van den Boogaart