i Punk, maar dan anders Alles lijkt op elkaar Sint op een surfplank Tekening vastgeplakt Ruzie in de polder |HL Klepbroek Baard Verzameling l ent uit Nooit weg DINSDAG 9 DECEMBER 1986 M Een boodschap van een kwartier kost Ruud Vonk uit Middelburg twee uur. Hij gaat daarom maar lie ver zo weinig mogelijk de stad in. Gezellig winkelen met zijn vriendin Anne is er al helemaal niet bij. De keren dat ze meegaat loopt ze meestal een paar meter achter hem. Dan hoeft ze andere mensen niet steeds uit te leggen waarom ze een spijkerbroek draagt. En geen glan zende stijfgesteven langcttenmuts van kievitskant. Ruud Vonk is een van de weinige Zeeuwse mannen die in een zwart pak met vest, mansrok en klepbroek loopt. Op z'n Walehers dus, met nog een halsdoek, een boezeroen, zwarte schoenen en een mensenpetje: En dat is voor iemand die pas 35 jaar is nogal ongewoon. En tegelijkertijd de reden waarom hij zo'n hekel heeft aan boodschappen doen. „Veel mensen houden me op straat staande", zegt hij, „om me te vertel len dat dit niet goed is en dat niet. Dat het zus moet en zo. En vooral dat mijn baard eraf moet. Maar ik laat me niet meer van de wijs brengen. Ik draag mijn kleren zoals ik het lekker vind. De kritiek komt trouwens bijna al tijd van mensen die nog niet zo lang geleden zelf in dracht liepen maar nu in een gewone jurk of broek. Gelukkig heb ik ook fans. In Vrou wenpolder woont een mevrouw van in de zeventig die al begint te glim men als ze me nog maar in de verte ziet aankomen. Die vindt het prach tig. Jaren geleden is Ruud Vonk alles van de Walcherse klederdracht gaan verzamelen, omdat hij wilde bewa ren wat ging verdwijnen. „Op een gegeven moment had ik een kast vol. Anne zei toen dat ik het maar aan moest trekken. Dan kon iedereen zien hoe het vroeger was. Sinds die dag ben ik er niet meer uit geweest." In het begin luisterde hij nog naar de opmerkingen van anderen. Hij heeft zelfs een keer zijn baard afgescho ren. En zijn haar ouderwets laten knippen. Omdat vooral kinderen dat het toppunt van punk vonden, heeft hij alles maar weer gauw laten groeien. i» Zêêland is Zêêland nie meer. Klopt. Bijna alles groter. Moderner. Sneller. Nederland in een nieuw jas je. En ook Zeeland heeft niet stil ge staan. Zeeland na de Tweede Wereldoor log: gebombardeerde huizen, overal verwoestingen. Vol goede moed bouwden de men sen hun wereld weer op. Aan het landschap veranderde toen nog niet zoveel. Veel werd weer net zo gemaakt als het voor de oorlog was. Het zag er dus ongeveer hetzelfde uit, alleen wat kaler. Veel mooie oude bomen waren ver dwenen. Kapot, naar de Duitsers of... in de kachel verdwenen. Ramp Nog geen 10 jaar later kreeg Zeeland weer een klap te verduren. 1 Februa ri 1953: de watersnoodramp. Half Zeeland overspoelde. Weer was er veel kapot. En weer begon de op bouw. Dit keer werd alles flink aangepakt. De deltawerken zouden zorgen voor een veilig Zeeland. Meer en betere wegen. Steeds meer industrie. Het land van de boeren wérd op nieuw verdeeld: de ruilverkaveling begon. Mooie weggetjes, sloten, bos jes. Weg ermee. Het land moest over zichtelijk zijn. Veel makkelijker. Alsof er een strijkijzer over het land schap was gegaan. Intussen werd Zeeland ook drukker. De randstand raakte vol. En met de fabrieken kwamen hier ook de men sen. Niet allemaal van die rijke. Omdat die toch moesten wonen wer den flats gebouwd. Toen handig. Maai' wat niet gebruikt wordt, ver dwijnt. In Middelburg wordt de eer ste alweer 'afgetopt'. Tientallen jaren heeft men gewerkt om alles 'open' te maken. Als je straks op Neeltje Jans staat, kun je bijna heel onze provincie overzien: van Schouwen tot Dow Terneuzen. De kerncentrale en met een beetje helder weer de lichtjes van Knokke. Saai Maar zoals het altijd gaat: als iets bijna weg is, wordt het pas leuk. Snel is wel makkelijk, maar ook saai. Al les lijkt op elkaar. Er gebeurt zo wei nig onderweg. Niet alleen de stichting landschaps verzorging doet erg veel om mooie stukjes Zeeland toch van de onder gang te redden. Steeds meer mensen willen dat. Volgen cursussen. Boe ren werken mee. Er worden weer oude bomen ge plant. Meer groen. Er zal ook meer bos komen. Al is dat vooral voor de toeristen bedoeld. Geld speelt altijd een belangrijke rol. Binne Het landschap verandert. Zeeland is Zeeland niet meer. Hoewel: plat en winderig zal het wel altijd blijven. De echte Zeeuw zal voortaan iedereen zijn die zich er thuisvoelt. En er een gezellig, warm thuis maakt. Want: „Omdat 't ier altied zö koud is, zitte mun grèg binne!". radio san. Gswootï »«S voor bier uit bfik. En verbie- isrr.snd teveel drinkt Maar bq k niet hoe dat moet. Een khip- «Mgt: „Mijn vader is best goed a! jotede. Want M| ie autosloper. Wreiepen ook sta-caravans, dat n en eraan" segt Adrie, en dat v-;el kinderen hi de klas. Ze ge- 't rest van de voordaten. Want I»H, er zijn mear weinig dorpjes «takels van een grot» stad, èrs f>, midget-gclf, bowling, een orteentrom phrs een golfslag- rst. Rudy Thomas uit Hulst is bang dat het dialect zal verdwijnen. In West Zeeuwsch-Vlaanderen zal het nog wel blijven bestaan. Daar kwam weinig 'import' (mensen van buiten Zeeland die Nederlands spre ken). Maar in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen hoor je nu al weinig dialect. Rudy: „Door de komst van de vele 'Hollanders' is het dialect in de ver drukking gekomen. De meesten spreken hier nu alleen Nederlands. Maar als een Zeeuws-Vlaming in de Randstad komt wordt er gelachen. „Moet je horen", zeggen ze dan. „Daar heb je onze 'reservebelg". Sinterklaas -Is het nu echt zo erg als het dialect verdwijnt in de toekomst? Rudy: „Ja, natuurlijk. Je dialect is je eigen taal. Van je eigen streek. Het eigene van die streek zit in je dialect. Het is je eigen cultuur. Die op dit plekje aarde al vele jaren zo bestaat. Daar moetje zuinig op zij n. Je er niet voor schamen. Sinterklaas is ook cultuur. Die komt nog steeds op een paard. Het zou toch stom zijn als hij op een surf plank aan zou komen". -Maar Zeeuws-Vlaamse kinderen hebben vaak last van hun dialect. „Dat klopt", zegt Rudy. „Je kunt in de knoop komen met Nederlands. Ik vind ook dat je goed Nederlands moet leren. We moeten zelfs tweeta lig worden: goed Nederlands en goed dialect". Wintertijd -Ze zijn in de wereld juist bezig met samenwerken. Zoals een verenigd Europa. Is dialect dan niet erg ou derwets? „Nee", zegt Rudy beslist. „Laat me niet lachen. In Europa kunnen ze de wintertijd nog niet gelijk krijgen. En neem nu Esperanto. De taal die de wereld zou moeten spreken. Daar is ook niets van terecht gekomen. Geef mij maar m'n eigen taaltje. Kom maar eens luisteren op 12 de cember. Dan is er een grote dialec tendag in Hulst". Eén van de mooiste dorpjes op Zuid- Beveland is Nisse. Met z'n 500 inwo ners is het nu niet bepaald een groot dorp. En zeker geen stad te noemen. Toch was dat eigenlijk wel de bedoe ling geweest. In de 15e eeuw waren de Heren van Nisse erg belangrijk èn erg rijk. Waarschijnlijk hebben ze van Nisse net zo'n belangrijke stad als Goes willen maken. Ze zullen gedacht hebben: als we be ginnen met een grote kerk te bou wen, dan komt de rest vanzelf. De kerk is groot en prachtig gewor den. Maar Nisse zelf is klein geble ven. Want ook toen waren er maar zo'n 500 inwoners. Nog iets maakt de kerk bijzonder: twee meters hoge schilderingen op de witte kalkmuren. Veel rood, geel en groen laten de heilige Christoffel en de stamboom van Jezus zien. In 1920 zijn ze ontdekt. Ze zaten on der een dikke laag kalk. Die was er tijdens de beeldenstorm overge- smeerd. Hoe gek het ook klinkt, dat is wel de reden dat ze nu nog te zien zijn. Een deel van de verf verdween al door lekkend regenwater. En pas dreigde de rest met kalk en al naar beneden te komen. Paniek! Oplossing Bijzonder Die kerk is echt wat bijzonders. Dat de Heren rijk waren is er nog duide lijk aan te zien. Door de hele kerk zit prachtig hout snijwerk. Banken, beelden. En won der boven wonder is er in die 500 j aar haast niks van verdwenen. Zelfs de beelden van de 12 apostelen zijn nog compleet. En dat is haast nergens meer in Nederland. Zes maanden lang heeft er een grote stellage voor gestaan. Er zijn honderduizenden gaatjes in de muur geboord. Daarin werd dan met een injectienaald lijm gespoten. Zo werd de kalk mèt de tekening weer goed 'vastgeplakt'. De eer komt vooral toe aan de werk loze Wilma Mesu. Ze heeft heel wat kou moeten lijden. Maar zorgde wel dat een stukje heel oud Zeeland nu nog in Nisse te zien is. De school van Schellebelle was nog een tamelijk eind van de drie boer derijen in de St.-Helenapolder af. En wie 's morgens op een afstandje naar de dijk had gekeken zou daar acht zwarte figuurtjes op wielen heb ben zien bewegen, langzaam of snél. Dat lag maar aan de sterkte van de wind, die bijna altijd over de Zeeuw se dijken blaast. Dit stukje staat in De school van Schellebelle, een boek uit 1964 van Gertie Evenhuis. In een interview vertelde de schrijf ster ooit dat ze een boek schrijven niet echt moeilijk vindt: „Als je je ogen dicht doet, beginnen zulke kin deren te leven. En je schrijft vlug op wat ze denken. Of doen". Zó gemakkelijk zal het wel niet gaan. Wel is waar dat ze zo levendig schrijft over Andreas, Francine, Saartje, Frank, Ghislain, Antoine, Jeanne-Marie en Marie-Madeleine dat het net is of je de kinderen uit Schellebelle allemaal kent. Polder Ze wonen in de polder vlakbij het Zeeuws-Vlaamse dorpje dat zo klein is dat het niet eens een eigen kerk heeft. Alleen een school met eenen dertig kinderen, één meester en één juf. Om die school draait het allemaal in het boek. Door een kleinzielige ruzie tussen een paar koppige boeren worden vijf kinderen gedwongen naar een ande re school te gaan. Dat kost de juf haar baan en de kin deren moeten voortaan met z'n allen in één lokaal. Vooral de oudsten zit dat niet lekker. Natuurlijk komt de juf terug, maar daar zijn dan wel een ernstig onge luk en slaande ruzie voor nodig ge weest. Omnibus Het boek is vorig jaar opnieuw uitge geven in een dikke omnibus. Daarin vind je ook de twee andere boeken over het dorpje: Gek in Schellebelle en De film van Schellebelle. In het eerste boek zorgen de kinde ren er voor dat Pier Muziekbeen niet naar het bejaardentehuis hoeft en in het tweede neemt Frank wraak op een brutale filmploeg die hem be donderd heeft. Als je van spanning houdt, van ge vaar, verliefde kinderen, verdriet, ruzie en humor kom je hier ruim schoots aan je trekken. Wij in Schellebelle door Gertie Evenhuis met tekeningen van Tonny Holsbergen. Uitgeverij Van Goor, Amsterdam. Prijs 27,50. gedicht De klederdracht heeft het gehad. Je hoort 't, ziet 't, iedereen weet dat. De laatsten doen nog wel hun best en dragen een vest een beuk, een kap. Een pilo of rok van meters lap. Maar hoe ook getreurd: straks is het gebeurd. Hoewel, let op wat ik je zeg: die klederdracht lijkt straks wel weg, maar later in 2010 geloof me maar je zult het zien ben je te gek en in je nop met klompen aan, een pet op je kop. Want zo ging het altijd en zal 't weer gaan. Wat oud is verdwijnt niet. 't Blijft stil bestaan. Niet achter de rug. Heel onverwacht komt het weer teug. Geloof me, 't is zo: de dracht wordt de topper in tweeduizends-disco! Marina van den Boogaart

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1986 | | pagina 3