BANGST
Alleen parachutisten weten
waarom vogels altijd zingen
O
Als ik op m'n
nagel kras
roepen ze au
Dromen zijn
ook een
beetje echt
Een griezel?
De spin is
juist aardig
Even stil
KRULLEBAK
DINSDAG 9 SEPTEMBER 1986
En als de tandarts nu eens zelf
tandpijn krijgt? Is de tandarts
dan ook bang voor de tandarts?
Tandarts Brinkman uit'viissin-
gen: „Ik ben dus zelf erg flauw.
Ik voel snel een pijntje. Ook ik
moet elk halfjaar naar de tand
arts. Een andere natuurlijk.
Toevallig heb ik nog slechte
tanden ook. Al poets ik na elk
taartje m'n tanden goed. Als er
dan geboord moet worden wil ik
liever een prikje voor de verdo
ving.
Ik kan me dan ook goed voor
stellen dat kinderen soms bang
zijn voor de tandarts".
Bloederig
- Wat doe je dan met bange kin
deren?
„Ze precies vertellen wat er gaat
gebeuren", vertelt tandarts
Brinkman verder. „Dat is erg
belangrijk. Het kost wel tijd.
Maar ze worden er rustiger van.
Ouders zijn vaak banger dan
hun kinderen. Ze komen dan
niet bloederige verhalen van
vroeger.
Als er geboord moet worden
kunnen ze verdoofd worden.
Want pijn hoeft nu niet meer".
- En als ze nu al bang van dat
prikje zijn?
„Dan smeer ik wat koude vloei
stof op het tandvlees. Als er dan
in geprikt wordt voel je het bijna
niet. Ook hoefje er geen dik ge
zicht van te krijgen".
Aanstellers
- Wat doe je met echte aanstel
lers?
„Dat is heel moeilijk. Want er
zijn kinderen die toch pijn voe
len als het al verdoofd is. Dan
geef ik nog een prikje.
Maar sommige kinderen gillen
al als ze dat kraspennetje zien.
Als ik hun tand bekras roepen
ze AU!
Maar als ik dan stiekem op m'n
spiegeltje of nagel kras roepen
ze ook AU! Zo vang ik dus aan
stellers", vertelt tandarts
Brinkman handenwrijvend.
Wegvluchten
- Wind je kinderen bangerik
ken?
„Dat kun je zo niet zeggen. Dat
verschilt enorm per kind. Ik ken
kinderen met een gaaf gebit. Die
hoeven dus nooit bang te zijn.
Ik ken ook een paar kinderen
van 15 die al met een kunstgebit
lopen. Alles weggerot van de
snoep.
Die waren dus altijd bang. Die
kwamen nooit bij mij.
Ik ken ook kinderen die uit de
stoel wegvluchten. Die laat ik
gewoon gaan. Ik zeg dan: „Tot
ziens, tot het nóg meer pijn
doet".
De meeste kinderen vinden de
tandarts niet leuk. Maar maken
er geen probleem van.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMjÉ
Langzaam kruipt-ie naar je toe. Je
ruikt z'n stinkende adem. Help! 'Je
kan niet weg. Probeert te rennen,
maar het is net of je in de zee loopt...
Badend in het zweet word je wakker.
5 Wild kijkje om je heen om...
Het was maar een droom. Niet echt.
S Even plassen, slokje water. Zo gaat
het al een stuk beter. Nu lekker lig-
gen.
En rustig drijf je weer weg...
I Betekenis
Volgens Patricia Garfield zijn dro-
men toch wel een beetje echt. Zij
komt uit Amerika, is psychologe en
houdt zich al 10 jaar bezig met onze
EE droomwereld.
Dromen hebben altijd een betekenis
zegt ze.'s Nachts beleef je de dag nog
5 eensAngsten die j e overdag wel weg
kan stoppen, komen in een droom
naar voren.
Dromen over beesten met scherpe
tanden is bv. een teken van angst en
woede die je hebt. Als je vaak wak-
ker gemaakt moet worden om te
plassen, dan is dromen over indrin-
EE gers niet gek.
Vooral enge dingen komen 's nachts
terug. Omdat ze meer indruk ma-
ken.
Televisie
Ook de tv heeft grote invloed.
Patricia Garfield onderzocht de dro-
men van 288 Amerikaanse en India-
Ej se kinderen. De eersten droomden
veel over haaien (Jaws!). In Indiase
ES kinderdromen kwamen vooral over-
stromingen voor.
Ze zegt ook datje dromen kunt beïn-
vloeden. Als ze bv vaak slecht voor je
S aflopen. Door er over te praten, te te-
kenen. Overdag zelf andere, betere
aflopen te bedenken. Dan zullen je
dromen langzaam fijner worden.
Niet meer opgegeten worden, maar
zelf iemand redden. En hoe vaker je
de held in je droom bent, hoe beter je
je overdag zult voelen zegt ze. Dat is
toch mooi meegenomen.
Ze heeft er een boek over geschre-
ven.
Het heet 'Wat droomt je kind?' en
kost 34,50.
gedicht
Als ik moeilijk gan doen
ga zeuren
ik niet goed meer kan snappen
dat het anders is
dan ik wil,
dan hou ik me stil
al voel ik in me gegil
want
al weet ik vaak niet eens
waardoor het nou kwam,
wel weet ik al lang:
ik ben enkel bang
en even vergeten
wie ik ben, want ik kan
en al doet nu alles zeer
straks gaat het wel weer.
Marina van den Boogaart
Hier volgt een enge droom.
Je loopt in een weiland. Er staat een
vliegtuigje.
Je klimt er in. De piloot start. Het
vliegtuig scheurt over het weiland.
Voor je het weet zit je op 600 meter
hoogte.
Ineens gaat de deur open. Een storm
slaat naar binnen. De instructeur
(leraar) zegt 'Ready?' (klaar?).
Je klimt naar het gat. (Je hebt wel
een parachute aan, ha, ha). Je pakt
de vleugel vast. Je handen waaien
bijna weg. Beneden je lijkt alles Mi
niatuur Walcheren.
„Go!", roept de instructeur. En dan
zetje af.
Je stort naai- beneden. Als een vogel
zonder vleugels. Je parachute flopt
open. Daar hang je dan. Na 2 minu
ten land je op de grond.
Eng hè?
Marco Teirlinck (20) vindt van niet.
Hij heeft dit echt gedaan. Wij waren
erbij toen hij voor het eerst van z'n
leven parachute sprong.
We ontmoetten Marco bij het Para
centrum Midden-Zeeland bij Arne-
muiden.
Marco: „Na twee dagen les mag je al
echt springen. Je krijgt een boekje.
Dat moet je goed leren. Het gaat
over wind, luchtdruk, veiligheid enz.
Verder moetje hier op het Paracen
trum veel oefenen met springen, stu
ren en rollen".
Springen
Op het vliegveld staat een nage
maakt stuk van een vliegtuig. Met
een vleugel en een treeplankje.
Daarop moet je leren afzetten. Ge
woon op de grond. Een metertje
hoog.
Marco: „Je moet met je handen en
voeten tegelijk afzetten. Je borst in
de wind. Anders ga je slingeren".
Met een parachute kun je sturen.
Met een touw kun je luchtgaten
dichttrekken. Je moet proberen met
je gezicht in de wind te komen.
Op de grond staat iemand met een
grote witte pijl. Die wijst hoe je moet
sturen.
Als je dan neerkomt, na een mi
nuutje of twee, rol je om". „Dat leer
je eerst op een dikke mat", vertelt
Marco. „Als je het niet goed doet kun
je je pijn doen. Je hebt zo blauwe
plekken".
Eng
*tilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllHlllillllllllllllllllllllllllillr
Hoe ben je hier. terechtgekomen?
Marco: „Een jaar geleden wilde ik
het al graag. Maar het kost 650,-
voor 2 dagen les, 8 keer springen en
gebruik materiaal. Dat geld heb ik
verdiend met een bijbaantje".
Is het een sport voor bangerikken?
„Met hoogtevrees heeft dit niks te
maken. Je springt op 600 meter. Dan
maakt 100 meter verschil niets meer
uit.
Het is zelfs een veilige sport. Alles
wordt gecontroleerd. Je wordt hier
goed geholpen vanuit de lucht en
vanaf de grond!
Door een vaste lijn gaatje parachute
open zodra je springt. Je hebt ook
een reserveparachute".
We zagen hem voor het eerst sprin
gen boven het Sloegebied. Het ging
prima.
Marco: „Ik had niet gedacht dat het
zo geweldig was. Uit het vliegtuig
klimmen was even eng".
Toen we terugvlogen zei de piloot:
„Alleen parachutisten weten waar
om vogels altijd zingen".
Gillend 9P de keukenstoel. In
paniek wegrennen. Het koste
wat kost dood willen maken. Ei
genlijk moet je er toch wel een
beetje om lachen. Net een oli
fant die bang is voor een muisje.
Juist ja. Het gaat hier om arach-
nofobie. Angst voor spinnen
dus!
Om de een of andere reden krij
gen veel mensen de kriebels van
spinnen. En dat terwijl vrien-
d(in) spin juist zo aardig voor
ons is.
Een prachtig lijf met wel 8 (bij
ziende) ogen en 8 stralende po
ten. Eén pets en er is alleen een
zwart prutje van over.
Doodzonde. Want een spin doet
- zeker hier - echt geen kwaad.
Bouillon
Een van de bekendste is de huis-
spin. Altijd aanwezig. Net een
holbewoner.
Vanuit donkere hoekjes in ons
huis vangt ze vieze vliegen met
ziektes aan hun snuit, muggen.
Ook zilvervisjes en bromvliegen
staan bovenaan op het menu.
Eén beet met de gifkaken en de
'vijand' lost op tot een lekkere
bouillon. En dan slurpen maai'.
Wel fijn voor ons.
Maar dankbaar? O nee! Daar is
een spin veel te eng voor. Gek
toch. Zou het soms komen door
dat ze zoveel op ons lijken?
Want hoe meer je van ze te we
ten komt, hoe meer je ontdekt
dat dat echt zo is. Dag tante
spin!