Iedereen zit binnen,
je ziet geen mens
Rommelmarkt levert één schooltje op
ZEELAND
Wat kost
een klas?
Het rijst
de pan uit
HELPT NEPAL
Doortrekken
VV
VRIJDAG 25 OKTOBER 1985
Voor ons is het allemaal zo vanzelf
sprekend. Een goed ingerichte
school met lesmateriaal. Dat kost
geld, veel geld.
In Nepal is zoveel luxe ondenkbaar.
Daar moeten ze het doen met het
hoogstnodige. Zelfs daar is geen
geld voor. Maar met het geld dat de
actie opbrengt kunnen spullen ge
kocht worden.
Er is een lijst waarop de allernood
zakelijkste dingen voor de inrich
ting van een klaslokaal staan.
1 kast 70
1 tafel
voor de
onderwijzeres) 50
1 stoel
voor de
onderwijzer(es) 20
30 tafeltjes
en stoeltjes 1875
1 schoolbord
39
10 dozen
bordkrijt
30
100 potloden
3
200 schriften
50
1 puntenslijper
6
1 bel
7
Een paar kinderen van de Jacob Catsschool in Terneuzen laten hun 'cheque' zien. Van links naar rechtsWilco,
Albert, Antoine, Bianca, Wendy en tin sari) Patricia.
2150,00 een klas ingericht voor 30
kinderen.
Als je Nepal wilt helpen hoef je er
echt niet naar toe. Dicht bij huis
kan het ook. Door mensen over
Nepal te vertellen. Zodat ze er geld
voor willen geven.
Sommige Zeeuwse scholen hebben
dat al gedaan. Jeugdclubs en de
padvinderij trouwens ook.
Je kunt mensen op verschillende
manieren om geld vragen. Zoals
fietsen, en dan je kilometers 'verko
pen'. Een heitje voor een karweitje,
een bazaar. Of een rommelmarkt.
Speciale school
Zoals de Jacob Catsschool. De Cats-
school is een speciale school in
Terneuzen voor kinderen die niet zo
makkelijk leren. Dan is het al moei
lijk om te onthouden wat er buiten
je dorp gebeurt. Laat staan in zo'n
ver land als Nepal.
Ze zijn dus lang van tevoren begon
nen. Zodat ze er eerst zelf haast
alles van wisten. Zij waren ook de
eerste school die de dia's bekeek.
Van Teren om te overleven'.
Albert, Antoine, Bianca, Dimitrie,
Eddy, Erica, Maria, Mark, Michel,
Patricia, Robin, Sannie, Veronique,
Wendy en Wilco vertellen er over.
Veel armoe
Ze komen uit alle groepen.
„Je schrikt er best van", zeggen ze.
„Die kinderen hebben ginds niets.
Geen eten, geen schoon water.
Geen schoenen, geen scholen. Er
zijn wel veel ziektes. En veel armoe.
Daar wilden we graag geld voor
ophalen".
Zo gingen alle 70 kinderen met
brieven op pad. Voor mensen die
thuis in de buurt woonden.
Met de vraag of iedereen iets wilde
geven. De helft van de opbrengst
zou voor Nepal zijn. De rest voor de
school. Ze hadden elk 30 brieven.
En ze haalden ze ook zelf weer op.
„Soms gaven mensen meteen geld",
vertellen ze. Maar ook veel spullen
voor de rommelmarkt. Het werd wel
een puinhoop".
Meters hoog
Ze kregen schoenen, kleren, kopjes,
borden, potten en pannen. Rol
schaatsen, videospelletjes, hoeden,
radio's, poppenwagens en platen
spelers. Ook schilderijen en oude
brommers. Verder wel honderd puz
zels en wel duizend boeken. Alles
werd meteen geprijsd. En dan maar
opstapelen.
Ze moeten er nog om lachen. Eerst
in een grote bergkast. Vol tot het
plafond. Toen de koffiekamer van
de meesters en de jufs. Ook vol. En
de rest van het spul achterin de
klas. Meters hoog.
„De rommelmarkt was geweldig",
zeggen ze. „Met een grabbelton,
zakjes gooien en een tent vol kleren
op het schoolplein. Zelfgebakken
pannekoekjes en yoghurtdrank. Ne-
palees natuurlijk".
Uren voor het begin stonden er al
honderden mensen op de stoep te
dringen. Binnen twee uur was er
geen boek meer,te koop.
Zo kregen ze met dubbeltjes, kwar
tjes en guldens ruim ƒ4.100,- bij
elkaar; ƒ2.200 gulden voor de Ne-
pal-actie. Daarvan kun je een heel
schooltje inrichten. Met tafeltjes,
potloden, noem maar op.
„Het was verschrikkelijk leuk", zeg
gen de kinderen van deze 'Jacob
Cats'. „Jammer dat het voorbij is.
Maar misschien mogen we het op
een andere keer nog eens doen".
De Nepalese keuken is niet erg
gekruid. Rijst en linzen staan
vaak op het menu.
Rijst met dal (tot soep gekook
te linzen), Chapati's (soort pan
nekoekjes) en thee zijn voor de
meeste Nepalezen dagelijkse
kost.
Vlees, vis en eieren zijn een
luxe.
Koemelk drinken de Nepalezen
niet. Wel buffelmelk. Varkens
vlees mag om godsdienstige re
denen niet gegeten worden.
Rijstdrank
Er wordt veel rijst gegeten. Uit
rijst worden ook twee dranken
gemaakt, die erg in trek zijn.
Namelijk Chang, een soort bier
en rakshi, een alcoholische
drank.
In sommige streken waar geen
rijst verbouwd wordt, leven de
mensen van maïs, aardappelen
en gierst.
Er wordt twee keer per dag
gegeten, 's Morgens en 's
avonds.
De Nepalezen eten met hun
vingers. Ze gebruiken geen be
stek. In het recept hieronder
wordt gesproken over een vuist
en een handje. Dit in plaats van
een kopje of een eetlepel.
We kregen het recept van Nir-
mala.
Khir
Het Nepalese gerecht Khir is
een rijstpudding. Bij de naam
pudding denk je meteen aan
een nagerecht.
Khir is een volledige maaltijd.
De Nepalezen eten er niets bij.
Volgens Nirmala zijn de Nepa
lese kinderen dol op deze pud
ding.
Je hebt nodig:
- per persoon een vuist rijst
- Vz liter melk
- een half handje suiker
- een half handje rozijnen
- 2 of 3 korrels cardamor {open
maken en de korrels wat fijn
drukken)
- een eetlepel gemalen kokos
Kook de rijst 20 minuten in de
melk. Voeg daarna suiker, rozij
nen, kokos en cardamor toe.
Laat alles nog 10 minuten ko
ken.
Wordt de pudding te dik, doe er
dan een beetje water bij.
Veel huizen in Nepal hebben
geen w.c. Nog niet zo lang gele
den was er nergens in Nepal
een toilet.
Dat gaf problemen toen in 1911
de Engelse koning en koningin
een bezoek aan Nepal brach
ten.
In het huis waar ze logeerden
werd snel een w.c. gebouwd.
Maar er was geen waterleiding.
Je kon dus niet doortrekken. De
doortrekbuis verdween in het
plafond. Daar hielden 2 man
nen dag en nacht de wacht.
Als de koning of koningin wilde
doortrekken gaf de ene man
een seintje aan de andere man.
Die goot dan snel een emmer
water door de buis.
De koningin heeft gelukkig
nooit geweten dat er steeds
iemand door het plafond zat te
loeren.
„Iedereen zit hier binnen. Je ziet
geen mens. Je krijgt ook haast geen
contact. Je bent hier best erg al
leen". Zo voelt de Nepalese Nirmala
zich.
Begin augustus kwam ze met Boud
mee. Als zijn pasgetrouwde vrouw.
Ze heet dan ook voluit Nirmala
Buitenrust Hettema-Munankarmi.
Ze spreekt nog geen woord Neder
lands. Praten kan alleen in het
Engels. Nirmala is ook ontwikke
lingswerkster. Tot nu toe in haar
eigen land. Ze was hoofd van een
soort consulatiebureau.
Er kwamen veel moeders en kinde
ren. Uit het hele gebied. Soms kon
ze hen beter maken. En in elk geval
leren waardoor je sommige ziektes
krijgt. Zodat het niet steeds weer
gebeurt.
Dat is erg belangrijk.
„Nu heb ik geen taak", zegt ze een
beetje triest.
Taalverschil
Voor een jaartje wil ze hier wel
blijven. Maar daarna toch weer weg.
Liefst terug naar haar eigen land.
„Het werkt nu eenmaal het best als
Nepalezen elkaar leren", weet ze
beslist.
„Ik heb zelf moeite met dat taalver
schil bij ons. Dus zeker een buiten
lander".
Ze kijkt aarzelend naar de actie
'Zeeland helpt Nepal'. Nirmala:
„Het maakt me blij en verdrietig
tegelijk. Dat klinkt misschien een
beetje raar. Maar je bent blij, want
we hebben die schooltjes hard no
dig. En verdrietig omdat we het
voorlopig nog niet zonder hulp kun
nen.
Spijkerbroek
Nirmala kan dat dubbele gevoel
niet zomaar wegstoppen. En intus
sen moet ze wennen en zich aanpas
sen. Dat wordt dus steeds minder
vaak de sari aan. En steeds meer in
spijkerbroek op de fiets.
Of ze ginds ooit nog wennen zal?
Nirmala lacht. Ze denkt van niet. In
Nepal horen de vrouwen thuis. Voor
de dieren zorgen, het eten. Geen
baantje, geen cursus, geen club...
„Ik ben echt niet naar Nederland
gekomen om het land te zien", zegt
ze dan. Maar voor dat andere leven,
als man en vrouw. Hier doe je alles
samen. Je bent aan elkaar gelijk.
Dus waar ik ooit nog wonen zal, die
vrijheid wil ik niet meer kwijt".