'Dat was natuurlijk stom'
Rasmus
0
(H)oren
DE BELEVENISSEN VAN KEES KRUL STRIP
Voor de vis, tegen nattigheid,
in de stal, tegen de kou...
(D
Veeg toch je voeten aan die kranten
DINSDAG 13 MAART 1984 Varia
Iedere dag worden enorm veel kran
ten gemaakt. Zóveel, dat je er bin
nen korte tijd Nederland wel mee
dicht zou kunnen plakken. Wat ge
beurt eigenlijk -met al die oude
kranten?
Een flinke stapel verdwijnt na gele
zen te zijn onmiddellijk in de prul
lenbak. En daarmee via de vuilnis
zak naar de vuilnisbelt. Niet zo best
voor het milieu èn het neemt onno
dig een hoop ruimte in beslag.
De meeste kranten worden echter
nog een keer gebruikt. Kijk maar
eens om je heen: voor het inpakken
van groente of vis. Bij handvaardig
heid, als onderlegger voor schilder
werk of vuile karweitjes, voor pa-
piermaché, enzovoort enzovoort.
Kranten nemen veel vocht op en
worden daarom ook nogal eens ge
bruikt tegen nattigheid. In natte
laarzen, in de kattebak in plaats
van grint. En pas is ontdekt dat
krantesnippers een prima vervan
ging zijn van stro in stallen. Goed
en goedkoop.
Kranten hebben ook als eigenschap
dat ze kou tegen- en warmte vast
houden. Als het heel koud is, doet
een krant onder je trui wonderen.
Motorrijders maken hier nogal eens
gebruik van.
Papierhandel
En erg veel van het oude papier -
misschien wel het grootste gedeelte
- verdwijnt naar de papierhandel.
Daar wordt het in grote balen van
wel 700 kg per stuk geperst-
De papierindustrie in Groningen
koopt die 'balen op. In enorme ke
tels maken ze van dat oude papier
een soort pap door er water bij te
doen. De drukinkt wordt eruit ge
haald en er gaat cellulose bij voor
de stevigheid.
Na persen en drogen ontstaan weer
nieuwe produkten: karton, verpak
kingsmaterialen en kringlooppa
pier.
Een deel wordt weer gebruikt voor
krantepapier. Een nieuwe krant is
dus ook een beetje een oude!
De televisieserie Rasmus de
Landloper telt maar vier afleve
ringen. We zijn dus al op de
helft. Iets moois is nu eenmaal
altijd vlug voorbij.
Maar geen nood. Als je genoten
hebt van dit schitterende ver
haal, kun je alles nog eens
opnieuw beleven met het boek
waar de film naar is gemaakt:
Dat heet ook Rasmus de Land
loper en Astrid Lindgren (van
Pippi Langkous, Ronja de
Roversdochter, De gebroeders
Leeuwenhart en nog veel meer
boeken) schreef het.
Rasmus is een weeskind dat uit
het gesticht vlucht. Hij heeft
nog geen kans gehad een echte
vader en moeder te krijgen.
Hij ontmoet Oscar, een zwerver
en met hem trekt hij van stad
naar stad, het hele land door.
Ze slapen in hooibergen en eten
wat boeren hen geven. Samen
beleven ze geweldig spannende
avonturen doordat ze op het
spoor van boéven komen.
Hoe dat afloopt en of Rasmus
toch nog een vader en moeder
krijgt, moetje zelf maar lezen of
bekijken. Dat wil je hier toch
niet verklapt hebben, of wel?
0 boeken 0 boeken 0
Kinderen die graag lezen, maar
liever niet te dikke boeken,
kunnen het verhaal van Ras
mus lezen in een boek uit de
Wenteltrapserie. Het is hetzelf
de verhaal, maar iets anders
geschreven en met een andere
titel. Het heet Rasmus loopt
weg.
Rasmus de Landloper door Astrid
Lindgren. Uitg. Ploegsma, Amster
dam. Prijs 15,65.
Rasmus loopt weg. Uitg. Wolters-
Noordhojf, Groningen. Prijs 14,50.
Erik de Jonge (links) en Antonie van Kessel: wie met vuur speelt...
De vrije woensdagmiddag van 17
februari zullen Antonie van Kessel
(10) en Erik de Jonge (12) niet snel
vergeten. Ze ontdekten namelijk
een gaslek aan de weg tussen Nisse
en 's-Heer Abtskerke.
,,We waren aan het spelen langs de
slootkant", vertelt Erik. „Toen ro
ken we opeens gas. Dat was dicht
bij een duiker. Een duiker is een
stenen buis, onder de weg door, van
de ene sloot naar de andere sloot.
Het gas leek uit deze duiker te
komen. We dachten dat we een
gasbel ontdekt hadden".
De beide jongens besteedden hier
verder geen aandacht aan. Wat ver
derop gingen ze een vuurtje stoken.
„Toen het vuurtje uit was dachten
- we weer aan de gaslucht", zegt
Antonie. „We besloten een lucifer
aan te steken in de duiker. Dat was
natuurlijk stom, want toen was er
opeens een grote steekvlam. Erik
z'n haar was een beetje geschroeid,
maar het had veel slechter kunnen
aflopen".
Een uur later bleek er nog steeds
'een brandje' in de duiker te zijn.
„Toen heb ik m'n vader gewaar
schuwd", vertelt Antonie. „Eerst
geloofde hij me niet, maai' daarna
heeft hij de politie gebeld''.
Inmiddels was ook de brandweer
gewaarschuwd. Zij zetten de omge
ving af. Medewerkers van de Gasu
nie sloten de gastoevoer af waarna
het vuur doofde. Het blussen van
een gaslek kan namelijTTgevaarlijk
zijn, omdat er een gaswolk kan
ontstaan.
Waarschijnlijk heeft het gaslek er
enkele maanden gezeten.
„Tja, en toen stonden we in de
krant, zelfs in een landelijke", zegt
Erik. „Best spannend. Toch was het
niets heldhaftigs wat we deden. Het
was eigenlijk erg onvoorzichtig. Als
we nog eens gas ruiken, bellen we
méteen de Gasunie".
Oude kranten zijn uitstekend om
allerlei voorwerpen van te maken:
tot sandalen, een keukenschort,
dekbed, vloermat of-tafeltje toe.
Krantepapier is reuzesterk. Vooral
als je het op een bepaalde manier
vouwt of oprolt. Kranten die een
week of meer oud zijn, zijn heel
geschikt. Die geven namelijk niet
meer af, terwijl je van een nieuwe
krant 'nog wel vuile handen krijgt.
In 'Het Oudekrantenboek' van V.
Eisner en A. Weiss staan wel 150
ideeën. Het boek is (haast) niet
meer te koop, maar is nog wel in
bibliotheken te vinden.
Een voorbeeld: een vloermat.
1. Neem een vel van een krant 2
pagina's aan elkaar) en vouw dat
dubbel.
2. Weer dubbel vouwen en weer
open vouwen.
3. Nu elke kant in 5 keer naar het
midden vouwen. De strook
wordt dan ongeveer 5 cm breed.
4. Maak 24 van deze strips. Neem 1
strip als bovenrand. Schuif er 10
andere strips in en niet ze vast.
5. Vlecht er 10 andere strips door.
6. De laatste drie strips met de
open kant over de randen schui
ven, zodat een mooie stevige
rand ontstaat.
7. Alles goed vastnieten en je mat is
klaar!
Eventueel kun je die mat nog be
schilderen als je dat mooier vindt.
Een warmere en goedkopere vloer
bedekking zul je niet gauw vinden.
Succes!
Er zijn dokters en dokters. Ik
bedoel, ik ben schoolarts en dat
is heel wat anders dan huisarts.
Of chirurg. Of'wegmaakdokter'
bij een operatie.
Ik onderzoek kinderen vanaj
vier jaar tot een jaar of zeven
tien. En dat doe ik op school.
Behalve een heleboel andere
dingen ivil ik vooral graag we
ten of kinderen gezond zijn èn
goed groeien. Lichamelijk en
geestelijk. Misschien is er met
hun lijf niets aan de hand,
maar hebben ze problemen op
school of thuis. En dat is ook
niet gezond.
Als er met een kind iets is,
vertel ik dat de ouders en ik zeg
dan ook waar ze op moeten
letten. Maar het gebeurt ook
wel dat ik kinderen doorstuur
naar een dokter die extra veel
van een bepaalde ziekte af weet
en daarom specialist heet. Zo
stuur ik kinderen die zieke oren
hebben naar de keel-, neus- en
oor arts.
Piepjes
Je herinnert je vast wel dat je
bij jouw schoolarts (er zijn er 12
in Zeeland) met een koptele
foon op je hoofd naar piepjes
moest luisteren. Dat gebeurt om
te controleren of je wel goed
hoort. Want oren zijn heel erg
belangrijk. Om te horen na
tuurlijk. Maar ook om onze taal
te leren.
Baby's doen dat al door zelj
klanken te verzinnen en klan
ken die ze horen, na te bootsen.
Langzamerhand leren ze klan
ken te maken die passen bij
woorden die ze anderen horen
uitspreken. Niet alle baby's le
ren dat even vlug en op dezelf
de manier. Maar meestal spre
ken ze rond hun eerste verjaar
dag allemaal hun eerste woord
jes uit.
Ontsteking
Als kinderen driejaar zijn, ken
nen ze ongeveer 900 woorden.
Ze zijn er dan echter nog lang
niet. En uitgerekend in die be
langrijke periode tussen hun
derde en zevende jaar lopen
sommigen een oorontsteking oj
zo op. Daardoor horen ze min
der.
Het kan dan nodig zijn dat de
keel, neus- en oor arts een plas
tic buisje in hun trommelvlies
zet. Ze horen dan stukken beter
en hun zieke oor komt tot rust.
Na een jaar komt dat buisje er
meestal vanzelf weer uit en is
het probleem voorbij.
Helaas kunnen ze in die tijd
maar beter niet zwemmen.
Roel Bloembergen
SWW. Ofp
Vf.ECHT)ES VAH ACHTER£W
KA/U. EN KI/NT U ER OOK
WAT l/£T 'NSMERE/H