mm m Het moet ook leuk blijven i wmi mm m Berouw? 'Ik deed niks meneer' 'Het begint meestal met diefstal in winkels' Bemiddelen achtergrond DINSDAG 14 FEBRUARI 1984 Op bezoek bij de kinderpolitie in Vlissingen. Naar binnen over een versleten drempel' Als die kon praten.... Het is vaak goed mis als je hier binnen moet. In het kantoor zit natuurlijk een strenge agent met snor en uniform. Dat denk je zeker? Mis! In dat kamertje zit een vriende lijke mevrouw. Deze politie agente is al 21 jaar bij de kin derpolitie, Ze wil liever onbe kend blijven: dus geen naam of foto in de Krullebak. - Waarom eigenlijk niet? ..Stel je voor dat ik naar een kind moet. Dan ziet iedereen dat. Dat vind ik niet nodig. Daarom rijd ik niet in een poli tiewagen. Daarom draag ik geen uniform Als ik onbekend blijf kan ik meer doen voor dat kind. Daar gaat het om." Diefstal De Vlissingse kinderpolitie heeft al heel wat meegemaakt. Het begint meestal met winkel diefstal. Je komt dan bij de kinderpolitie terecht. Er wordt een kaart van je ge maakt. Daarop staat wat je gedaan hebt. Soms word je dan vastgehouden op het bureau tot je ouders je komen halen. Als het vaker voorkomt komt de politie bij je thuis. Ze praten dan met je ouders en doorzoe ken je kamer naar spullen. ..Wat je dan soms vindt. Som mige, ouders komen nooit op de kamér van hun kind." vertelt de agente.' - Welke straffen geeft u? ..Kinderen onder de 12 kunnen wij niet echt straffen. We heb ben wel een kaart van hen waar alles opstaat. Die blijft be waard. Soms houden we ze een tijdje vast. Als je 12 bent of ouder kun je een 'berisping' krijgen van de rechter. Dat is een stevige laat ste waarschuwing. Of je krijgt een geldboete. Vooral bij ver nielingen. Of vrijheidsbene ming. Dan word je dus vastge houden op het bureau. Dat kan zelfs 4 dagen. Soms ga je daar na naar een jeugdgevangenis. Maar dan is het wel vreselijk erg geworden.." - Komt dat nu veel voor in Vlissingen? ..Ja. veel te veel. Vorig jaar moesten we 171 jongens straf fen en 34 meisjes." Niet overal In Zeeland vind je alleen een kinderpolitie in Vlissingen en Middelburg. In Goes en Ter- neuzen is er geen. De rijkspoli tie heeft wel kinderpolitie. (Als een gemeente minder dan 25.000 inwoners heeft is er geen gemeentepolitie maar rijkspoli tie). - Wat gebeurt er nu als je iets gedaan hebt en je woont in Goes of Terneuzen? ..Dan moet je naar de gewone politie. Die hebben weinig tijd voor je. Vaak kunnen ze alleen maar straffen en niet helpen. Een kinderpolitie is er speciaal voor. Die kunnen goed met je praten. Misschien doe je het dan niet meer." - Dus als er geen kinderpolitie is in je wootiplaats heb je pech? ..Eigenlijk wel. Dat ligt aan de chef van de gemeèntepolitie." Drie 'Vissen': moeder met dochter Estheren rechts oma Vis. Over straf hadden we een gesprek met oma, moe der en Esther (12) Vis. Waar kreeg je meer straf: thuis of op school? Esther: Thuis, en meestal heb ik het er dan wel naar gemaakt. Moeder: Op School. Oma: Ik kletste altijd te veel op school. Wat voor straf? E.: Een standje, maar soms ook een pak op mijn blote billen. M.: Mijn ouder sloegen niet. O.: Als er ijsvrij was moest je bij voorbeeld terug naar school. Is straf eigenlijk ivel nodig? E.: Ja. want anders ga je gewoon door. M.: Het is de enige manier om vervelend gedrag te veranderen. O.: Je kunt niet alles toegeven. Welke straf helpt het best? E.: Een pak op je billen. Vooral als er anderen bij zijn. M.: Praten heeft het meeste resul taat. O.: Slaan in elk geval niet. Je slaat het kwaad erin! Pakketi moeders het anders aan dan hun eigen ouders? E.. Ik zal het met mijn kin'deren precies zo doen. Bijvoorbeeld als ze oude mensen plagen. M.: Mijn ouders waren erg soepel. Ik laat me niet in de maling nemen. Ja is ja en nee is nee. Geen uitzonde ring mogelijk! O.: Toen ik klein was waren de regels streng. Ik heb later ook dui- interview delijke eisen gesteld aan mijn kin deren. Maar ik legde wèl uit waarom dat nodig was. Kun je je een moeilijk moment her inneren? E.: Mijn zusje was 4 en had op het keurig wit opgemaakte bed -met viltstift een leuke pop getekend, 's Avonds legde mijn moeder haar op een groot vel wit papier te slapen. M.: Mijn vader was bakker en zat zijn administratie te doen. En ik maar klieren! Plotseling greep hij de ovenpaal. Ik weet nog niet hoe ik zo gauw onder mijn bed terechtgë-' komen ben! Zelfs sport - en dat doe je toch voor je plezier - kent straffen. Niet om het daardoor minder leuk te maken, maar om te zorgen dat het voor iedereen leuk blijft. Heel duidelijk zijn afspraken ge maakt over wat wel en niet mag. Eén van de eerste dingen die je leert is: de spelregels. Wie zich daar niet aan houdt, wordt gestraft. Wat die straf is staat ook al vast. Je weet van te voren waar je aan toe bent. En: het geldt voor iedereen. Elke sport heeft zo zijn eigen manie ren. Een waarschuwing, een gele kaart, het strafbankje. geldboetes, diskwalificatie niet meer mee mogen doen), strafminuten, een P- tje persoonlijke fout) enz. Net wat bij die sport past. Bij teamsporten is er meestal een scheidsrechter die in de gaten houdt of alles goed verloopt. Doe je iets wat niet mag. dan doet hij daar direct wat aan. Er zijn ook sporten waar de straf pas achteraf bepaald wordt: de zeilsport is daar een voor beeld van. Straf in de sport heeft ook een andere kant. Stel je voor dat je bij voetbal een erge fout maakt en je wordt er uitgestuurd. Rottig na tuurlijk. Maar bovendien heeft jouw ploeg nu een man minder en is de kans dat ze daardoor verliezen gro ter. Je straft dus eigenlijk niet al leen jezelf, maar de hele ploeg. Wel evens iets om rekening mee te houden! O.: We sliepen met 6 kinderen op de vliering. Daar hing in slachttijd ook worst en spek. Als je daar van snoepte kreeg je echt klappen. De ergste straf die je hebt gehad? E.: Een jaar niet naar de minidisco. M.: Veertien dagen alle vrije uren terug naar school. Ik had de brands lang geprobeerd. En hij deed het! O.: Mijn moeder werkte mee op het land. Ik moest vóór school de was doen op een wasbord, Dan moest je om 5 uur op. Toen mijn moeder 's avonds thuis kwam keek ze naar de waslijn en zei: „Je hebt het niet door het blauw gehaald." (Dat deden ze om de was witter te krijgen). „Haal het er maar weer af!" En daar ging ik. Alle droge was ging weer in de tobbe. Ik was toen elf jaar. Kun je straf ontlopen? E.: Door een ander de schuld te geven. M.: Hard rennen! O.: Mijn broers verstopten zich on der het bed. Dat hielp echt. Hiet zit ik op m'n kamer een hele middag straf omdat 'k een gulden pikte „zo leer je het wel af'. Wat gemeen! Ik balen zó'n straf voor. zoiets kleins hoewel 't in and're landen nog erger schijnt te zijn. Dat ze bij dieven die dingen wegpakken gewoon als straf de hand afhakken, en bij roddelaars voor heel erge verhalen een stukje van hun tong afhalen. En de jongen die 't zei vertelde toen dat ze dat ook bij kinderen doen. Zou het echt zijn dat iemand zoiets doet, zó'n enge straf en het komt nooit meer goed. Dus eens gestolen... hoe kan dat nou? Geloven die mensen niet in berouw? Stel dat mij zoiets zou overkomen... gelukkig kun jè daar hier alleen van dromen. Marina van den Boogaart „Ik ben geen kassa waar je wat instopt en waar dan een briefje met de straf uitrolt. Iedereen is anders, dus de straffen ook", zegt hij. 'Hij' is de heer De Keizer van de SSGM in Middel burg. De SSGM is een grote scholen gemeenschap. De 12 brugklassen en 6 2de klassen samen ongeveer 500 leerlingen zitten in een apart gebouw in de stad. De heer De Keizer is er conrector. Als er problemen zijn. komen die bij hem terecht. Zo ook de 'strafklanten'. Gemoedelijk „Gelukkig zijn dat er. niet zo veel". vertelt hij. -..Natuurlijk zijn er altijd wel kinderen die heel druk of vervelend doen of zo. Die laat ik meestal wat schrijven. Maar echt ernstige dingen waar je streng voor moet straffen bijna nooit. Ik kan me herinneren dat ik een paar jaar geleden eens een jon gen twee dagen van school heb gestuurd omdat hij een beitel door de klas gooide. Maar dat was echt een uitzondering. De sfeer is hier best gemoedelijk". "Ik laat ze altijd eerst vertellen. Meestal zeggen ze 'ik deed niks meneer!', maar al gauw kom je er achter waarom ze uit de les gestuurd zijn. Dan pas bepaal ik wat ik doe. Soms schrijven of wiskunde. Soms laat ik een kind terugko men of het plein opvegen en I soms geef ik alleen een waar- schuwing. Dat ligt aan zoveel dingen: is het de eerste keer? Wat gebeurde er. wat was de reden? Hoe is dat kind?" Ook bemiddelt hij bij een ruzie tussen een leerling en een le raar. „Het verschil is meestal dat het kind alleen kijkt naar het moment. Terwijl de leraar zich soms al heel lang ergerde en het ineens beu was. Dat geeft wel eens problemen, maar praten helpt meestal wel". Sfeer vindt de heer De Keizer heel belangrijk. „Aan de andere kant moet je toch wel eens streng zijn", zegt hij. „Anders wordt het een rommel. Het moet niet zo zijn dat de leerlin gen de dienst uit gaan maken. Ontzag moet er blijven' Geen kunst „Kijk, straf geven is niet zo'n kunst", zegt hij tenslotte. „Maar je wilt wel eerlijk zijn en er wat mee bereiken. Soms is straf nodig om te laten zien dat ze fouten maken. Je hoopt dat ze ervan leren en het niet meer doen. En dat toch de sfeer goed blijft". Uitgeverij Provinciale Zeeuwse Courant B.V. Redactie: Marina van den Boogaart, Anneke van den Doel, Leen van Duivendijk, Cor de Jonge, Mieke Lemmens, Sylvia Scheers, Jan Smeekens, Ineke Timmerman en Willem Verstuijf. Adres. Walstraat 56-60, 4381 EG VLissingen. Tel. (maandag t m vrijdag, van 9.00- uur tot j7.00 uur): 01184- 15144. Advertenties: (per brief) Admi nistratie PZC, Postbus 18, 4380 AA Vlissingen. Het benodigde bedrag aan LOSSE postzegels bijsluiten of afgeven aan de PZC-kantoren.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1984 | | pagina 2