f
DU1LKJCj1>
MxUtllit//
Een verhaal rond een lege akker
'Werk
is mijn
hobby'
Een
aardappel
moet heel
wat kunnen
Varkens
pesterij
BE
Rampjaar
Ideaal
Spuiten
achtergrond
DINSDAG 23 AUGUSTUS 1983
gedicht gedicht gedicht gedicht gedicht
Thema BOEREN deze keer,
de hele redactie met ideeën in de weer:
- „Zijn er stomme boeren, of zijn ze er niet?
Een 'echte' boer. Iets over bio-industrie.
Iemand zegt: Groene School, project 'De boer op'
of we zoeken iemand die kampeert bij de boer op.
Een ander kent iemand die geiten fokt
en het schijnt dat met aardappels wordt 'gegokt'.
De vraag hoe een boer steeds bij kan blijven.
Een heel klein boertje tegenover de grote bedrijven.
Techniek, machines: steeds gewoner.
Wat doet zo'n boer nou in de zomer?".
't Is moeilijk te kiezen uit zoveel spullen,
we kunnen wel drie kranten vullen.
Heel leuk, en toch... wat ik nou mis
(misschien dat dat echt weer iets voor mij is).
Gewóón: zo'n boertje na het eten.
Hoe kun je dat nu toch vergeten?
i Marina van den Boogaart
Misschien ben je het door het
stralende weer van de afgelo
pen twee maanden al vergeten:
zelden viel er zo veel regen als
dit voorjaar.
Vooral de boeren klaagden
steen en been. Hun gewassen
stonden op de velden te rotten.
En wat nog geplant of gepoot
moest worden, kon de grond
niet in. De akkers waren veel te
modderig voor de zware machi
nes.
Maar net op tijd sloeg het weer
om. Gelukkig maar.
Hoewel gelukkig? Na de regen,
brak een lange periode van zon
en droogte aan. Vele gewassen
hadden gebrek aan water en
groeiden minder groot dan nor
maal. De opbrengst zal voor
een aantal produkten dan ook
een stuk lager uitvallen dan
voorgaande jaren.
Dat geldt onder meer voor de
aardappelen. Omdat de oogst
kleiner is, stijgt ook de prijs.
Een kilo aardappelen is nu flink
duurder" dan vorig jaar. En
aardappelen vormen een be
langrijk deel van onze voeding.
Een rampjaar op landbouwge
bied is het dit jaar gelukkig niet
geworden. Toch is het iedere
keer maar weer afwachten wat
het weer doet.
Daarom proberen boeren aJ
heel lang aardappelen te telen
die weinig problemen geven Ea
daarbij hebben ze sinds eew\
aantal jaren hulp gekregen van
de wetenschap. Dat scheelt een
heel stuk.
Boeren moeten minstens een
jaar wachten voor ze weten of
een nieuwe plant beter is dan
een andere. In reageerbuisjes
gaat dat heel wat vlugger. Maar
of de ideale aardappel ooit ge
vonden wordt?
In ieder geval niet gemakkelijk.
Ga maar na. Hij moet tegen
regen kunnen, maar ook tegen
droogte. De knollen mogen niet
te diep in de grond groeien en
het moeten er veel en vooral
grote zijn.
Na het rooien moeten ze lang
bewaard kunnen blijven. Ze
moeten tegen een stootje kun
nen, gemakkelijk koken en te
gelijkertijd lekkere frites geven.
En -je zou het haast vergeten-
ze moeten ook nog lekker sma
ken.
Interessant is dan ook dat pas
geleden expedities in Zuid-
Amerika op zoek zijn geweest
naar de oeraardappel. Mis
schien is die van alle soorten
nog het sterkst en het lekkerst
Uitgeverij Provinciale Zeeuwse
Courant B.V.
Redactie: Marina van den
Boogaart, Anneke van den
Doel, Leen van Duivendijk, Cor
de Jonge, Mieke Lemmens,
Sylvia Scheers, Jan Smeekens,
Ineke Timmerman en Willem
Verstuijf.
Adres. Walstraat 56-60,
4381 EG VLissingen.
Tel. (maandag t/m vrijdag, van
9.00 uur tot 17.00 uur): 01184-
15144.
Advertenties: (per brief) Admi
nistratie PZC, Postbus 18, 4380
AA Vlissingen. Het benodigde
bedrag aan LOSSE postzegels
bijsluiten of afgeven aan de
PZC-kantoren.
'Werken in de natuur is het
mooiste wat er is', zegt boer Jan
de Zwart. Hij woont en werkt in
Oostburg samen met zijn
vrouw Corrie, zijn zoon Awie
(13) en zijn dochter Suzanne
(11).
De Zwart bewerkt 48 hectare
land. Op 5 hectare daarvan
gebruikt hij geen kunstmest en
spuit hij geen gif. De Zwart is
daar een tegenstander van.
Toch maakt hijzelf op de rest
van zijn land wel gebruik van
kunstmest en gif, 'maar zo wei
nig mogelijk'. De Oostburgse
boer vindt dat zelf eigenlijk ook
een beetje raar, maar hij legt
uit: „Die andere 43 hectare heb
ik nodig om van te leven. An
ders zou ik geen boer meer
kunnen zijn".
Toen De Zwart acht jaar was,
hield hij al van de natuur, voor
al van vogels. „Door de kunst
mest en door het vergif zijn in
Zeeland veel uilèn en andere
roofvogels verdwenen. Dat vind
ik heel erg. Een boer moet
eigenlijk een van de beste na
tuurbeschermers zijn", vindt
hij.
Kunstmest -die witte korrels-
wordt gemaakt van onder meer
aardolie en aardgas. Er is veel
energie nodig voor het maken
van die 'namaak poep'. Met die
kunstmest kun je planten snel
ler laten groeien.
Maar volgens De Zwart zijn die
planten dan 'wateriger' en wor
den ze sneller ziek.
En dan moet je vergif spuiten
om ze gezond te houden. „Dat
vergif ligt dan later lekker op je
bordje groente", zegt hij.
Boeren zonder gebruik te ma
ken van kunstmest of gif heet
eigenlijk 'biologisch-dynami-
sche landbouw'. Het is wel een
bewerkelijke bezigheid.
De Zwart: "Die natuurlijke
landbouw is nogal moeilyk. Je
moet er heel hard voor werken.
Al het onkruid moet je met de
hand trekken. Gelukkig helpt
Awie wel eens. Die 5 hectare is
er net niet te groot voor".
Die lap van 5 hectare staat vol
met kruiden, groenten en
graanprodukten. In de schuur
is het winkeltje van Corrie.
Mensen uit Oostburg kunnen
daar gezonde en lekkere groen
te kopen. Ook verkoopt hij veel
spullen door aan winkels die
alleen echter natuurlijke pro
dukten verkopen (reformwin
kels).
De Zwart is trots op zyn pro
dukten. Hij vertelt: „Ik had hier
een vergadering van een groep
mensen. Mijn vrouw moest weg
en had een schaaltje radijsjes in
de keuken gezet. Die zouden we
's avonds eten als een soort
borrelnootjes. Toen ze op tafel
kwamen brandde haast ieder
een zijn mond. Ze vonden ze zo
pittig, dat ze er van schrokken.
Ze waren alleen die flauwe ra
dijsjes uit de supermarkt ge
wend".
De Zwart zijn dag is goed ge
vuld: „Veel vrije tijd heb ik niet.
Ik werk van zonsopkomst tot
zonsondergang. In de schuur
hangt geen bel die zegt dat het
tijd is".
Maar de 'natuurlijke' landbou
wer heeft er geen moeite mee:
„Myn werk is mijn hobby".
Wie geeft er nu iets om varkens.
Nou, de dierenbescherming wel. Sa
men met de stichting Lekker Dier
zijn ze aan een actie begonnen:
'Ontketen de fokzeug'.
Een fokzeug is een moedervarken.
Ze moet voor zoveel mogelijk big
getjes zorgen. In Nederland zijn
meer dan 1 miljoen fokzeugen. Ze
'leven' in kale, donkere, betonnen
hokken. Met een riem om het li
chaam en vastgeketend aan de
vloer met een ketting van 50 cm.
Soms doodt de moeder haar jong in
paniek. Of ze verwonden zichzelf
aan de ijzeren stangen. Geen vrij
heid, licht of stro. Dit moet verande
ren vinden de actievoerders.
De Zuidelijke Landbouw Maat
schappij (ZLM) heeft het scholen
project 'De boer op' afgesloten. Tij
dens dit project werden de kinderen
op de hoogte gebracht van het
boerenbedrijf.
Het project, dat de ZLM samen met
de RPCZ (Regionaal Pedagogisch
Centrum Zeeland) uitvoerde, heeft
vier jaar geduurd.
Het is een groot succes geworden.
Veel scholen uit Zeeland en West-
Brabant hebben één of meer keren
meegedaan.
In totaal gingen meer dan tiendui
zend kinderen de boer op. De ZLM
stuurt geen inschrijfformulieren
voor het project meer naar de scho
len. Ze blijven wel afspraken maken
tussen boerenbedrijven en scholen
die mee willen doen.
Lege akker
„Het verhaal van de boer begint en
eindigt met een lege akker", vertelt
Jos Elsgeest van het RPCZ, „Wat
daar tussen allemaal gebeurt bele
ven de kinderen tijdens het pro
ject".
Er zijn boekjes en lesbrieven bü 'De
boer op', maar het leukst zijn de
bezoekjes aan de boerderij. Vooraf
komt de boer of boerin naar school
om al iets over het bedrijf te vertel
len en te zien wat de kinderen al
gedaan hebben op school.
Doen
„Het is de bedoeling dat de kinde
ren er iets van opsteken, maar voor
al ook dat ze iets doen", zegt Jos
Elsgeest, „Dat kan het maken van
een jaarkalender zijn, een schoolak-
kertje aanleggen of de geschiedenis
van de boerderij uitpluizen".
Het project duurt één jaar. Sommi
ge boeren en scholen vonden 'De
boer op' zo leuk, dat ze elkaar nog
regelmatig bezoeken.
„Wist je dat er in Nederland meer
varkens zijn dan mensen?" vraagt
J. Masclee, akkerbouwer in Cad-
zand. „Zeeuwse boeren krijgen hun
mest van mestbanken in Brabant.
Daar zijn veel varkensfokkerijen.
Maar we kunnen niet alles gebrui
ken. Dat is niet goed voor de
grond."
Boer Masclee vertelt graag over zijn
werk. Hij heeft het vak al jong
geleerd van zijn vader. Na de HBS
koos hij voor een studie aan de
Hogere Landbouw School. „Dat is
een opleiding waarmee je alle kan
ten op kunt. Het enige dat je niet
leert is muziek en sterrenkunde,"
lacht hij.
„Voor de veeteelt is er een Zuivel-
school in Bolsward en voor de tuin
bouw kun je in Roermond terecht.
Veel afgestudeerden van deze scho
len komen nog snel aan de slag. De
landbouw is een van de belangrijk
ste werkgevers in dit land. Denk
maar eens aan de plantsoenen
dienst, milieu-inspektie, zuivel- en
suikerindustrie en handel."
De 'Beerhoeve' -zo heet Masclees
bedrijf- is een moderne onderne
ming. Er wordt vooral tarwe ver
bouwd. Het enige handwerk dat
daar nog aan te pas komt is: wilde
haver trekken, een werkje van een
dag of zes.
Vroeger was elk bedrijf nog ge
mengd: paarden om te trekken,
weilanden voor het voer, koeien
„Een beetje eenzaam is mijn werk
wel. Je collega's zie je alleen op de
beurs. Dat was vroeger anders,
maar spuiten is nu eenmaal goedko
per dan wieden met een paar knech
ten. Toch is het werk nooit eento
nig. Elke dag, elk jaar is weer an
ders."
Er worden tegenwoordig proeven
gedaan met maaidorsers die via
laserstralen worden bestuurd. Ook
maken computers het werk steeds
lichter.
Toch gelooft boer Masclee niet dat
de akkerbouw daardoor echt zal
veranderen.
voor de melk en de mest. „Daar zou
een gemiddeld gezin nu niet meer
van kunnen leven," berekent hij.
„Je kunt nu beter zo weinig moge
lijk gewassen kiezen en dan: ver
standig spuiten!" legt hij uit. „Ge
lukkig zijn er goede en veilige mid
delen. Ik spuit bijvoorbeeld de blad
luis dood, maar het lieveheersbeest
je, dat bladluizen eet, blijft leven."
Masclee laat zijn indrukwekkende
machines zien en noemt prijzen met
veel nullen. De schuren lijken op
reuzengarages. In de winter is hij
dan ook meer technicus dan boer.