mmm VAKAf^TW \l\WMW I BlItS geworden" „De mensen zijn slordig •I xXJ3LoJ.^I A I L Hetzelfde, en toch weer iets anders 'Zeeland ook buiten seizoen de moeite waard' Weinig geld Frisse lucht Zeeanemonen, schelpen en ribkwalletjes KRULLEBAK IN DE KLAS ■5! ft v- DINSDAG 6 JUU 1982 achtergrond 'Ja kind, we kunnen echt niet anders. Ik zou graag willen, maar bruin kan het niet trek ken'. Daar had ik nog nooit van gehoord, maar ik begreep dat er gewoon geen geld was. De teleurstelling was duide lijk op mijn gezicht af te le zen. 'Nou, kop op joh!', zei moe der, 'ik heb toch niet gezegd dat we niks doen. We gaan gewoon weer eens lekker ou derwets vakantie vieren. We deden thuis nooit anders. Wat denk je ervan, zullen we. hier maar beginnen?'. En tegelijkertijd begon ze. aan het bankstel te sjorren. In een mum van tijd stond al les anders. 'Zo, nu jouw kamer. We zul len maar beginnen met je bed andersom op te maken, je hoofd onder het raam. Je zal zien dat het net een vreemd bed is.' En warempel: ze had nog ge lijk ook. Ik begon er hoe lan ger hoe meer lol in te krijgen. 'Schiet je een beetje op?', zei ze.'Ik wil na de picknick eens naar dat landbouwmuseum hier in de buurt en daarna naar het strand.' 'Zeker aan de andere kant van het eiland, waar we nooit gaan', riep ik terug. 'Hoe raadje het zo', zei ze. iryeeland telt op dit ogen- Zjblik 228.000 slaapplaat sen voor toeristen. Die vind je In hotels, vakantiewonin gen en op campings. Het vakantieseizoen duurt twee maanden. Met een eenvou dig rekensommetje kun je' uitrekenen hoe vaak alle toe risten samen hier blijven sla pen: ongeveer 14 miljoen keer. (228.000 x 60). Als je dan ook nog weet dat op een zo merse dag meer dan 100.000 dagjesmensen aan de Greve- lingen, het Veerse Meer en het stand zitten, dan snap je wel dat Zeeland een populair vakantieland is'. Dat zegt mevrouw Hoves- tadt van de Provinciale VW in Middelburg. Ze 'verkoopt' Zeeland aan mensen die met vakantie wilien gaan, maar nog niet weten waarnaar toe. Voor die mensen heeft ze een boekje in het Nederlands, het Engels, het Frans en het Duits. Daarin staat wat voor een leuk vakantieland Zee land is. Mevrouw Hovestadt helpt ook radio- en televisie-om- roepen met het maken van programma's over Zeeland. Een enkele keer organiseert ze ook tentoonstellingen. Maar dat is zo duur, dat het echt maar een enkele keer kan. Natuurlijk doet ze dat niet allemaal alleen. Dat is veel te veel werk. De Provinciale VW heeft niet veel geld om reclame te maken. Dat gebeurt daarom meestal met anderen. Met het weekblad Margriet is een poosje geleden een actie ge voerd. Lezers en lezeressen van dat blad konden zich op geven voor een weekend vakantie in Zeeland, met een bezoek aan de Deltawerken. 'Er kwamen stapels aanmel dingen binnen', zegt me vrouw Hovestadt. 'Een der gelijke vakantie kan het hele jaar door. En dat is wat we tegenwoordig graag willen. We vertellen de mensen dat ze ook buiten het vakantie seizoen hier terecht kunnen. Ze vinden dan rust, oude stadjes, mooie polders, prachtige dijken en de Delta werken. Zeeland is een vakantieland voor het hele jaar.' Westduitse toeristen: ze val len op, in de stad, op het strand. Ze schijnen verzot te zijn op gele regenjassen en laarzen. En als het een beetje redelijk weer is, zie je ze op het strand. Niet in het geel, maar vaak in het rood. Want ze zijn niet zeidenver- brand. Het lijkt wel of ze er altijd zijn... Vooral langs de kust van Zeeland. Hebben ze zoveel vakantie? Welnee, niet meer dan wij. Ze doen in West-Duitsland, net als in Nederland, aan vakantiesprei ding. Het ene deel van het land gaat vroeger met vakantie dan het andere. Het gebied Nordrhein-Westfalen heeft vakantie tussen 15 juli en 28 augustus. Dat valt voor het groot- ste gedeelte samen met 'onze' vakantie. Net uit dat gebied komt meer dan de helft van alle Duitsers die in Zeeland vakantie vieren: tussen 60 en 70 procent. Per jaar bezoeken tussen de 120- en 140.000 Duitsers voor korte of lange tijd Zeeland. Dat is bijna de helft van het aantal mensen dat in onze provincie woont. De meeste Duitse vakantiegan gers komen dus uit het gebied Nordrhein-Westfalen. Die streek ligt in het Ruhrgebied: een enorm groot industriegebied met veel fa brieken en sterk vervuilde lucht. Dat verklaart voor een groot deel Badman ben ik al bruin?" Een oud grapje dat het al ctéed toen Domburg nog een sjie- ke badplaats was. Die periode is inmiddels al lang voorbij. De tij den zijn veranderd. „De mensen zijn ook veranderd," zegt bad meester De Pagter uit Domburg. „Ze zijn vooral slordig geworden." - U heeft, denk ik, weinig tijd om te kijken of de mensen al bruin worden. Wat is precies uw werk? „Wij zijn er om de mensen in zee te bewaken, om het strand schoon te houden en om vernielingen te herstellen." - U zegt dat de mensen slordig zijn geworden. Waarom vindt u dat? „Er wordt veel vuil op het strand achtergelaten. De mensen gooien hun afval gemakkelijk naast de vuilnisbak. En het zijn niet alleen de kinderen die dat doen." waarom die mensen naar Zeeland komen: frisse lucht. In hun eigen streek hebben ze daar een flink tekort aan. Die Duitsers hebben het er dan ook voor over om uren in de auto te zitten voor een week endje Zeeland. Hun omgeving is zo vervuild, dat het vaak net lijkt of er een kring om de zon zit. De lucht zit ook zo vol stofdeeltjes, dat mensen uren in de zon kunnen lopen zonder te verbranden. Ze denken dat ze dat hier ook kunnen. Maar zon, zee en een beetje wind, dan ben je zo ver brand. Tenminste, als je er niet aan gewend bent. - U let op de zee. Wat kan daar dan mis gaan? „Wij hebben net nog een surfer tussen de palen uit gehaald. Heel gevaarlijk. Het is hier trouwens verboden om te surfen." - Waarschuwt u de mensen dan niet? „Jawel, maar soms gaan ze toch. En ik ben geen politie-agent Ik kan ze niet bekeuren." - Gaan er veel mensen te ver tn zee? „Zeker. Een aantal badgasten moet altijd weer ver het water in. Die houden we extra in de gaten." - Zijn mensen eigenwijs? „Die zijn er zeker bij. Maar ik kan niet anders doen dan waarschu wen." - Als het erg druk is, komtu zeker handen te kort. „Ja, dat wel. Maar in het weekein de en op drukke dagen hebben we Vroeger gingen veel Duitsers naar de Spaanse en Italiaanse kusten. Maar sinds ze het zuiniger aan moeten doen, komen ook veel van die mensen naar Zeeland. Een flink aantal van hen (ruim 10.000) heeft er zelfs een vast plek je: een stacaravan of een tweede huis. Zeker in Zeeuwsch-Vlaande ren zijn dat er nogal wat. Via Bel gië is dat namelijk het makke lijkst te bereiken stuk van Zee land. Met de tweede huizen zijn veel Zeeuwen niet blij. Ze staan bijna altijd leeg en maken vooral in de winter de dorpen erg ongezellig. Marina van den Boogaart de reddingsbrigade op het strand." - Heeft u ook een reddingsbe voegdheid? „Zeker. Ik ben ook secretaris van de reddingsbrigade." - Moet u vaak iemand uit het wa ter halen? „Dat is heel verschillend. Bij de palen is het heel gevaarlijk. Met harde wind en sterke stroming sla je gemakkelijk tegen de palen interview interview aan. Maar gelukkig hebben we al in geen vier jaar een verdrinkings- geval gehad." - Verveelt u zich nooit als het geen strandweer is? „Dat niet. Maar ik ben het wel gauw zat. Het moet geen dagen duren. Ik heb het liever lekker druk. Dan is het veel gezelliger." Twee keer per dag wordt het strand voor een deel overspoeld. Het is dan hoog water of vloed. Bij eb of laag water zakt het water weer langzaam terug. De zee heeft van alles achter gelaten: schelpen, slierten zeewier en nog veel meer. Schelpen vind je vooral langs de vloedlijn. Er zijn schelpen van slakken en van twee- kleppigen. Tweekleppigen zijn schelpen waarvan de twee kleppen nog op elkaar zitten. Maar je kunt ook de kalkskeletten van zee-egels vinden. Bij ebkunje aanheteindvan de golfbrekers heerlijk rond scharrelen. Hier zie je zeea nemonen groeien. Tussen de stenen van de golf breker zoeken krabben naar voedsel. In de plasjes water die zijn blijven staan zwem men kleine kustvisjes. Zij ja gen hier vooral op kreeftjes, zoals de aasgarnaaltjes. Vaak staat om de genum merde strandpalen een on diepe plas water. Ook daarin wachten sommige dieren de vloed af. De palen zijn vaak begroeid met zeepokken en soms han gen er hele klitten mosselen aan. Door de palen zie je hier en daar gangen lopen. Dat is het werk van de paalworm. Deze paalworm is geen echte worm, maar een schelpdier. Een ander dier dat aanspoelt is de kwal. Eén van de klein ste soorten is het ribkwal letje. Dit doorzichtige kwal letje is eivormig en spoelt in de zomermaanden met hon derden aan. Dit zijn geen jonkies, maar volwassen Scholen die (kosteloos) voor één of meer klassen De Krul- lebak willen bestellen kun nen bellen naar de PZC in Vlissingen: 01184-15144, toe stel 17. Uitgeverij Provinciale Zeeuwse Courant B.V. Redactie: M. van den Boogaart, A. van den Doel, C. de Jonge, H. Mooibroek, S. Scheers, E. Reindersma, J. Smeekens, I. Timmerman, W. Verstuijf en W. Wisse. Adres: Walstraat 56-60, 4381 EG Vlissingen. Tel (maandag t/m vrijdag, van 9.00 uur tot 17.00 uur): 01184- 15144 toestel 40. Advertenties: (per brief) Admi nistratie PZC, Postbus 18, 4380 AA Vlissingen,- of afgeven aan het PZC-kantoor in Vlissingen (Walstraat 56-60) of in Middel burg (Markt 51). '.gedicht# gedicht# gedicht gedicht gédi Jammer hè, dat lege huls verkocht aan buitenlanders dan zien we tenminste (zegt die man) zo af en toe eens wat anders. Ik snap het wel hoor, ik snap het best je zal maar wonen in zo'n flat verkeer en drukte, dan wil je wel 't lijkt mij tenminste pet Hier zon en zee en frisse lucht zalig fietsen, enden kunnen lopen maar waarom moesten ze nu net dat huisje naast ons kopen? Mijn neef wou 't eigenlijk ook heel graag maar ja, die man bood meer en ze zijn er haast nooit en dat doet toch wel eens een beetje zeer. mmmm

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1982 | | pagina 2