ANGST
Geen last van hoogtevrees
t
Ulüft/f
Het nieuwe
als boeman
N
Stoer
Faalangst
DINSDAG 8 DECEMBER 1981
achtergrond
Help, een monster.
Angstig sprongen de
mensen aan de kant. Het vee
sloeg op hol in de weilanden.,
Daar kwam het brullende,
vuurspuwende snelheids
monster aangestormd.
Rond 1830 werd er zo over de
rustig tuffende stoomtrein
geschreven die met een gan
getje van veertig kilometer
door het land sjokte.
Tegenwoordig lachen we
hierom. De eerste stoomtrei
nen zorgden voor een hoop
opschudding en angst. Het
zou wel eens kunnen gebeu
ren dat de vonken uit de pijt
van het rijdende monster de
rieten daken van de huizen in
brand staken.
De koeien en paarden in de
wei konden dol worden van
het lawaai en door de walm
stikken. Het kon ook nooit
goed voor een mens zijn om
zo snel te reizen. Je zou er
vast en zeker ziek van wor
den.
Een Amsterdamse koopman
was wel heel erg bang van de
rook die uit de stoomtrein
kwam. Volgens hem zou de
aarde hierdoor uit zijn baan
raken. De man stuurde
blaadjes rond om de mensen
te waarschuwen voor deze
ramp.
Nieuwe zaken
De mensen werden geregeld
opgeschrikt door uitvindin
gen. De auto, het vliegtuig,
de radio, de telefoon, de tele
visie en nog veel en veel
meer. Ze waren eerst bang
voor deze apparaten en ver
zonnen allerlei griezelige ver
halen over deze 'nieuwer
wetse toestanden'.
Onze grootouders en over
grootouders hebben heel
wat zien veranderen in hun
leven. Nu zijn de meeste
mensen aan al die verande
ringen gewend.
Er worden nog steeds dingen
uitgevonden. Video, Tele
tekst en computerspelletjes
hebben ons niet bang ge
maakt. Maar misschien
wordt er nog eens iets uitge
vonden, waar we zelfs niet
van konden dromen.
Wie weet roepen wij dan ook:
'Help een monster'.
De meeste kinderen - maar niet alleen zij - zijn bang voor de tandarts. Overigens
bleek onlangs uit een onderzoek dat het aantalgaatjesbij de jeugd fors afneemt.
Even iets van zolder halen. Je wilt het best. Maar het is zo donker op
zolder. En buiten regent en stormt het. Het is net of de zolder dan
extra griezelig is, of er nog meer enge dingen zijn. Maar zeggen datje
niet durft is ook te gek. Niemand mag weten datje best een beetje bang
bent. Daarom gewoon stoer naar boven lopen. Lekker hard stampen en
fluiten. Niemand merkt dan datje bang bent en bovendien schrikken
die griezelige dir. gen op zolder dan van je.
Bang zijn. Bijna iedereen kent dat durven kijken als ze 6 hoog in een
gevoel wel. Een beetje bibberig en
kriebels in je buik. Bij een beetje
bang zijn kun je nog wel stoer blij
ven doen. Dat wordt al veel moe-
lijker als je heel erg bang bent.
Angst voor gevaar.
Er zijn mensen die zo angstig kun
nen worden dat hun hart keihard
gaat bonken. Ze kunnen geen
stap meer verzetten en niet meer
nadenken. Dat gevaar kan echt
aanwezig zijn. Bijvoorbeeld een
val van grote hoogte, of een aan
stormende auto terwijl je net
oversteekt. Ieder mens zou dat
kunnen overkomen.
Het komt ook voor dat mensen
een gevaar zien dat in werkelijk
heid geen gevaar is. Zo zijn er
mensen die met de beste wil van
de wereld geen groot plein durven
over te steken. Ze voelen zich dan
hulpeloos alleen in de grote ruim
te om zich heen. Ruimtevrees
wordt dat wel genoemd.
Andere mensen zijn zo bang om
vuil of ziek te worden, dat ze zich
de hele dag wassen. Zelfs bloemen
kunnen bepaalde mensen doods
bang maken.
Fobie
Een dergelijke erge angst voor
iets dat niet echt gevaarlijk is
noemen we een fobie. Van iedere
dertig mensen heeft er wel één een
fobie. Een bekend voorbeeld is
hoogtevrees. Er zijn nogal wat
mensen die niet naar beneden
flat op visite zijn. Ook al staan ze
achter het raam en kunnen ze dus
niet naar beneden vallen. Ook
zijn er mensen die niet in een lift
durven. Ze voelen zich opgeslo
ten. Andere mensen lachen erom.
„Stel je niet aan", zeggen ze.
Maar mensen met een fobie stel
len zich niet aan. Ze zijn echt zo
bang. Waardoor dat komt weet
niemand. Het lijkt alsof het van
zelf is gekomen.
Bang zijn hoeft niét altijd vanzelf
te komen. Er zijn genoeg kinderen
die bang gemaakt worden. Bij
voorbeeld voor de politie. „Als je
stout bent, komt de politie je ha
len". Om dan nog maar tè zwijgen
over de bekende zwarte Pieten-
verhalen. „Als je jokt, neemt Piet
je mee naar Spanje".
Gelukkig maar dat jullie ook dit
jaar niet zijn meegenomen.
Je bent er toch niet bang voor ge
weest?
gedicht gedicht gedicht gedicht ged
Pff, wat ben ik opgelucht!
Sint is weer naar Spanje
en zonder mij, op 't randje af
zit ik nog in ons landje.
Zo'n dag of zes voor sinterklaas
zette 'k m'n schoen zoals gewoonlijk:
zit er toch een brief in zeg,
van sinterklaas persoonlijk!
O
Aan Jongeheer Klaas, stond bovenaan
Van piet heb ik vernomen
dat je wel eens van die liedjes zingt
van 'op de pot' en
'alleen voor cadeautjes mag-ie komen'.
Ik vind dit kwalijk en piet ook,
dus hebben we besloten
je zo nodig mee te nemen
op één van onze boten.
Hoogachtend sint, stond onderaan.
Ik schrok: Ik mee naar Spanje?
en sindsdien ben ik braaf - zó braaf,
want ja, wat anders kan je?
Marina van den Boogaart
JJ'pve eerste keer dat ik om-
JLJhoog klom, vond ik het
best een beetje vreemd. Maar
bang was ik niet".
Dat vertelt de heer Geljon aan
Judith van Ispén en Astrid van
Belle van de Marnixschool in
West-Souburg.
De heer Geljon is kraandrijver en
is één van de mensen die hoog bo
ven de grond zijn werk doet. Hij
werkt bjj 'De Schelde' in een van
de kranen die ver boven de stad
Vlissingen uitsteken.
Judith en Astrid vinden het maar
griezelig werk. Dat blijkt wel uit
de vragen aan meneer Geljon.
- heeft u geen last van hoogte
vrees?
„Nee, daar heb ik nooit last van.
Gelukkig niet. Ik zou dit werk dan
niet kunnen doen".
- Zijn er mensen die dat van te
voren niet weten?
„Je weet nooit of je last van hoog
tevrees hebt voor je boven bent
geweest. Dat is zo'n 40 meter
klimmen. Mensen die kraandrij
ver willen worden, moeten het ge
woon proberen. Het is vaak ge
noeg gebeurd dat ze niet verder
durfden. Die angst kan zo erg zijn
dat ze verstijfd halverwege de
klim blijven staan. En ook niet
meer terug durven. Ze moeten
dan door iemand anders worden
teruggehaald".
- Bent u boven in de kraan nooit
eens een beetje bang?
„Nooit echt bang. Ik bedoel dan:
voor mijzelf. Wel eens voor andere
i interview interview
mensen. Want elke kraandrijver
moet steeds heel goed opletten.
Hij mag geen fouten maken. Daar
kunnen gemakkelijk ongelukken
door gebeuren. Bijvoorbeeld als
de lading uit de takel valt, of heen
en weer gaat zwaaien. Zelfs het
laten vallen van een hamer, waar
mee je boven aan het werk bent,
kan gevaar betekenen voor ie
mand die beneden loopt".
Griezelig
- Heeft u welee
Heeft u wèleens iets griezeligs
meegemaakt?
„Jawel. Ik heb eens iemand op
een brancard naar beneden moe
ten halen uit de kraan naast mij.
Die man was niet goed geworden.
Ik takelde de brancard omhoog.
Iemand klom naar.boven en bond
die meneer goed vast op de bran
card. Daarna moest ik hem heel
voorzichtig naar beneden take
len. Dat was toch heel iets anders
dan een vracht ijzer".
- Bent u helemaal nergens bang
voor?
„Daar moet ik eens goed over na
denken. Ik geloof niet dat ik iets
kan bedenken waarvoor ik echt
bang ben. Maar ik moet wel zeg
gen.dat ik het nooit zo'n prettig
gevoel vind om met zeer hoge
snelheid in een auto te rijden. Ze
ker als ik niet zelf rij d. Nee, dan zit
ik liever hoog boven de grond".
/k ben niet ba?ig. Zolang ik
me kan herinneren nooit
geweest.
Ik zou niet weten waarom. Ik
durf zo in de hoogste boom te
klimmen, geen probleem.
Kwajongenik zal de politie
eens bellen!" Nou, dacht je
heus dat ik daar bang voor
was? Welnee, dan moet er
toch wel iets meer gebeuren.
Ik vraag me af of ik wel bang
zou zijn als ik aan de dak
goot van een hoog gebouw
zou hangen. Ik hang op gym
zo vaak aan de rekstok.
Dan Marco, daar blijf je om
lachen. Als je 'boe' bij z'n oor
zegt, springt hij een meter de
lucht in en als het onweert
moet hij bij z'n vader en moe
der in bed.
Vandaag hadden we het op
school over bang zijn. Nou,
eerst durfde niemand wat te
zeggen, totdat Marco zei dat
hij bang in het donker is.
Toen had opeens iedereen
wel wat: bang voor onweer,
dieren, oorlog, onvoldoen
des, straf.
Wat een stelletje bangerds
zeg! Ik ben dus de enige die
nergens bang voor is. Je had
die bewonderende blikken
eens moeten zien. Morgen
word ik vast weer eerst geko
zen bij gym.
Fijn!
Het enige waar ik wel eens
bang voor ben, is dat ze mij
niet leuk meer zullen vinden.
Maar ja, dat ga ik niet zeggen
- ik kijk wel uit!
Dat durf ik niet!
Veel mensen hebben last
van faalangst, soms zelfs
zonder dat ze het zelf weten.
Ze zijn bang fouten te ma
ken, te mislukken.
Meestal gaat iemand zich
nogal rot voelen als hij angst
heeft. Als je bang bent, ver
andert er iets in je lichaam.
Je gaat zweten, je hart gaat
bonzen. Doordat je bloed
sneller gaat stromen kun je
sneller reageren, maar min
der snel denken.
Zaalangst komt vrij veel
voor. Een voorbeeld:
Een toneelspelletje, iedereen
doet mee. „Jan, jouw beurt
joh!" Plotseling staat het
zweet in zijn handen, z'n hart
bonst„Hallo mensen! Willen
jullie -ehr- willen jullie
Verdorie, daarnet wist hij
het nog zo goed. 'Dat heb ik
nou altijd' denkt hij. 'Ik kan
zoiets gewoon niet'.
Jan is zo bang fouten te ma
ken, dat juist alles mislukt.
Anderen denken dan dat hij
het niet kan en op den duur
gaat hij het zelf geloven.
Er bestaat ook faalangst,
waarvan het gekke is, dat je
het juist erg goed gaat doen.
Mensen leveren bijvoorbeeld
beter werk af als ze het op het
laatste nippertje hebben
moeten maken. Mensen die
dat hebben, merken vaak
niet eens dat ze deze faal
angst hebben. Ze hebben er
dan ook alleen maar 'plezier'
van.
Helaas komt de faalangst
van Jan het meest voor.
Uitgeverij Provinciale Zeeuwse
Courant B.V.
Redactie: M. van den Boogaart,
A. van den Doel, C. de Jonge,
H. Mooibroek, S. Scheers, E.
Reindersma, G. Sanders, J.
Smeekens, I. Timmerman, W.
Verstuijf en W. Wisse.
Adres: Walstraat 56-60, 4381
EG Vlissingen.
Tel (maandag t/m vrijdag, van
9.00 uur tot 17.00 uur): 01184-
15144 toestel 40.
Advertenties: (per brief) Admi
nistratie PZC, Postbus 18, 4380
AA Vlissingen,- of afgeven aan
het PZC-kantoor in Vlissingen
(Walstraat 56-60) of in Middel
burg (Markt 51).