COMPUTERKLAS Steeds minder kinderen rnnim Dromen W\Mi m&i Wisten jullie dat CS Prijskaartje van school Whmbhi achtergrond to DINSDAG 8 SEPTEMBER 1981 2 Wat een problemen al weer. Zit ik nauwelijks drie weken op school en heb ik me alweer vreselijk bela chelijk gemaakt. We hadden geschiedenis van Johan, die grote knappe vent met die baard. Hij had het over de middeleeuwen en over kastelen en zo en rid ders. En ik zag hem al zitten op zo'n mooi zwartpaard met een helm en een pluim. En ik natuurlijk als jonk vrouw met mijn zakdoekje wuiven en zo. Helemaal te gek. Ik zat zo lekker weg te dro men. Hij nam me in z'n ar men en fluisterde lieve din gen in mijn oor. Net toen ie me wou kussen zegt ie: „Zit je gemakkelijk zo" Dus zeg ik: „Ja hoor schat, prima", waarop na tuurlijk de hele klas blauw ligt van het lachen. Ik bleek dus heerlijk onder uitgezakt in m'n stoel te zit ten met m'n ogen dicht. Ik schaamde me rot. Morgen alweer geschiedenis. Ik de?ik dat ik me maar ziek meld of zo. - in 1900 ons land een wet kreeg waarin staat dat kin deren, als ze zes jaar oud zijn verplicht naar school moe ten. - er toch nog 100.000 tot 400.000 Nederlanders zijn die niet kunnen lezen en schrij ven. - die mensen niet graag met hun handicap te koop lopen, omdat ze zich er voor scha men. - ze allerlei trucjes beden ken om niet te laten merken dat ze niet kunnen lezen en schrijven. - ze andere bijvoorbeeld vragen wat er staat, omdat ze zogenaamd hun bril verge ten hebben. - analfabeten niet dom zijn - ze in hun jeugd alleen geen kans hebben gehad naai school te gaan - niet kunnen lezen en schrijven zeker in onze tijd een grote handicap is. - je niet weet wat iets kost in de winkel - je de krant niet kunt lezen - je altijd aan andere moet vragen of zij voor jou formu lieren in willen vullen - je geen handtekening kunt zetten - er tegn tegenwoordig ge-| lukkig nog al wat mensen zijn die analfabeten 's avonds na het werk willen le ren lezen en schrijven - steeds meer analfabeten 's avonds naar school gaan - ook in Zeeland cursussen gegeven worden Hoe het onderwijs op de basisschool over tien of vijf tien jaar wordt gegeven, is moeilijk te voorspellen. Leerlingen zullen in elk geval kennis maken met de computer. machientjes, elektronische t.v.- spelletjes, vragen misschien voor hun verjaardag een schaakcom puter en ook op de nieuwste vi deorecorder zit een kleine compu ter. Ze vinden dat kinderen spelen derwijs moeten leren omgaan met computers. Angst voorde computer? Of die computeers snel de school binnenkomen, ligt vooral aan de leerkrachten zelf. Wat vinden zij ervan? Als ze denken dat ze over- Jan van de Brink en Frans Jan- sens denken dat er in de toekomst zeker computers gebruikt zullen worden. Ze onderzoeken op dit moment hoe je computers als hulpmiddel kunt gebruiken in de klas. Jan van de Brink denkt vooral aan de zakrekenmachine. Hij heeft gemerkt dat jonge kindern al heel snel met een rekenma chientje om kunnen gaan!! Ze ontdekken al spelend wat ze alle maal met zo'n computertje kun nen doen", zegt hij. Frans Janssens die zelf hoofd is geweest van een lagere school, heeft computers als hobby. Hij denkt aan 'pratende computers' in de klas. Een leerling die een som niet begrijpt, krijgt via een schermpje opdrachten. Hij/zij moet het antwoord op een toet senbord 'intikken". Maakt de leerling een fout, dan verschijnt op het scherm de uitleg en daarna een nieuwe opgave. De onderwij zer kan intussen andere kinderen helpen. In het documentatiecentrum op de meeste lagere scholen kom je nu alleen maar boeken en dia's tegen. Janssens en Van de Brink denken dat er in de toekomst ook een teletekst zal staan. Leerlin gen kunnen daarmee allerlei ge gevens opvragen. Die verschijnen dan op een schermpje. (Net als bij het journaal voor doven en slech thorende). Volgens de "twee heren hebben kinderen nu al dagelijks met com puters te maken. Kinderen gaan al om met reken- bodig worden, omdat de compu ter les gaat geven, hebben ze het mis. Frans Janssens: „De computer is een hulpmiddel. De leerkracht blijft onmisbaar". In Japan krijgen kinderen al les in het rekenen meteen computer. In plaats van een bord is er een com puterscherm. Zo ver is het is Nederland nog niet. Op sommige middelbare scholen wordt er al lesgegeven in computerkunde. Bij de examens mogen de leerlingen al zakreken- machientjes gebruiken. Wanneer zullen we ook op de lage re school computers tegenko men? „Nu al", zal een slimme leerling zeggen. En hij wijst op z'n digi taalhorloge. Hij heeft gelijk. Zo'n horloge is een kleine computer. gedicht# gedicht gedicht gedicht gedi Lange gangen zonder end ja, nu ben ik er al wat aan gewend, maar in 't begin, 't was echt te bar ik raakte telkens in de war: of Engels nou boven was of benee en gymnastiek in Z of G, en hoe heet die ook weer, die met die baard, of die nou bio. gaf of aard. Onze klasseleraar, meneer Verban dat lijkt me wel een leuke man, maar zo vertrouwd als meester Piet dat wordt-ie denk ik zo gauw nog niet. Er is hier toch een andere sfeer: directeur, 100 leraren, een conciërge en zo meer. Ze weten nauwelijks dat ik besta meer dan duizend kinderen, ga maar na. Soms voel ik gewoon iets van paniek, dan vind ik het net een grote fabriek waarin niet iedereen iedereen kent; maar ja, ook daaraan raak je snel gewend en loop je zo gemakkelijk rond alsof die dorpsschool nooit bestond Marina van den Boogaart Er verandert veel, voor je zelf en voor de school, als jc geen les meer kunt geven." Dat zegt meneer Reijnierse. Vorig jaar gaf hij nog les aan de vijfde bias van de Prinses Beatrix- school in Goes. Nu is hij werk loos. En op de school is een klas minder. Een lokaal is na de vakantie leeg gebleven. Er zjjn steeds meer 'juffen' en 'meesters' die noodgedwongen moeten stoppen met werken. Hoe kan dat nu gebeuren? „Dat komt," legt meneer Reij nierse uit, „door het teruglopend aantal leerlingen. Er komen steeds minder kinderen op een school doordat de gezinnen klei ner worden. Vroeger was een gezin met vijf of zes kinderen normaal. Nu zijn dat er vaak nog maar twee of drie. De klassen worden kleiner. En als er te weinig leerlingen zijn, moet er een leerkracht weg. Afvloeien, heet dat. Om een voorbeeld te geven: als een school 152 leerlingen heeft, mogen er zes leerkrachten lesge ven. Maar zijn het er 150, dan is er nog maar plaats voor vijf mensen voor de klas. Er moet er één weg. Dat gebeurde ook bij mij op school." interview interview - Wat is het gevolg? „Het is natuurlijk heel vervelend. Niet alleen voor mij. Het is ook vervelend voor de kinderen. Zü komen in vaak grote combina tieklassen. En krij gen dan minder aandacht. Bovendien moeten de leerkrachten die overblijven het werk in school nu met één man minder doen." - Waarom kunnen er geen klei nere klassen komen? „Dat is een kwestie van geld. De regering moet bezuinigen. Er is geen geld om meer onderwijzers te betalen." - Wie van de leerkrachten moet weg als er te weinig leerlingen over zijn. Wordt daar geen ruzie over gemaakt? „Nee, er wordt geen ruzie over ge maakt. Want er zijn regels voor. Over het algemeen gaat degene weg die de kortste tijd heeft ge werkt. Meestal is dat de jongste." - Dus er wordt niet gekeken of ie mand goed les kan geven? „Nee, dat heeft er jammer genoeg niets mee te maken." - Waarom probeert u niet op een andere school een baan te krij gen? „Dat doe ik ook wel. Maar er ko men heel weinig banen vrij in het onderwijs. En als er een baan is, proberen heel veel mensen die baan te krijgen. Er solliciteren soms wel 200 mensen naar een baan." „Ik heb al heel wat brieven ge schreven. Het enige werk wat je soms nog kunt doen is invallen voor een zieke juf of meneer. Het is natuurlijk fijn dat je dan kunt werken. Maar het is vaak heel kort. En in zo'n korte tijd heb je geen tijd om aan de klas te wen nen." „Maar ik blijf hopen dat ik door die invalbaantjes toch weer eens een eigen klas kan krijgen." Het is al weer zes weken geleden dat Robert ver huisde van Drenthe naar Zeeland. Nu is verhuizen naar een andere stad nooit leuk. Je verliest alle vriend jes, maar het ergste van al was, dat hij niet naar de nieuwe school kon. Jaren lang hadden ze in een oud houten gebouw gezeten en nu de nieuwe school klaar was, moest hij verhuizen. De school kostte meer dan één miljoen gulden. Bovendien hadden ze allemaal nieuwe tafeltjes en stoeltjes gekre gen. Hun meester had ver teld dat zo'n setje bijna 200,- kostte. En dan het nieuwe Docu mentatie Centrum. De ou dercommissie had meer dan 3.000,- gespaard en het bij de opening van de school aangeboden aan het perso neel van de school. Maar ja, dat was nu verleden tijd. Hij ging nu naar een 'nieuwe' school. Een ding had hij op de ande re school nooit gehad, name lijk het klassegesprek. Zo praatten ze de eerste keer over zuinig zijn met mate riaal van de school. Meester Veldman vertelde in zijn in leiding dat de school voor ie dere leerling in 1980 het be drag van 439,75 ontvangen had. Dat lijkt erg veel, maar ver gis je daar niet in. De school koopt hiervoor onder meer pennen, potloden, schriften en linealen, verf en nieuwe boeken. Allemaal dingen die jullie bijna dagelijks gebrui ken. Maar ook de schooltuin, de verfbeurt en nog veel meer moeten daarvan betaald worden. Grote bedragen We schrokken van ae bedra gen die onze meester op bord zette. Vooral de boeken zijn erg duur. Veel van mijn klas genoten moesten erkennen dat ze nu niet zo netjes met het schoolmateriaal om sprongen. Zo bijt Esther al tijd haar pen kapot. Nu kost één pen slechts 0,60, maar als honderdvijftig kinderen hun pen zouden 'opeten' be tekent dat wel een extra uit gave van 90,-. Om ook jullie een indruk te geven om welke bedragen het gaat op onze zesklassige school zetten we hieronder het overzicht dat onze mees ter op bord zette: Onderhoud gebouw 2.000,-. Verwarming, verlichting, wa ter 7.000,-. Onderhoud van de tuin 2.300,-. Schoonmaakartikelen 1.400,-. Pennen, potloden, gom, lijm, enz. 15.000,-. Te lefoon 1.000,-. Verzekerin gen tegen brand pn glasscha de 2.000,-. Onderhoud van het meubilair ƒ2.000,-. Een nieuwe rekenmethode 6.000,-. Uitgeverij Provinciale Zeeuwse Courant B.V. Redactie: M. van den Boogaart, A. van den Doel, C. de Jonge, J. Louws, H. Mooibroek, E. Rein- dersma, G. Sanders, J. Smee- kens, I. Timmerman, W. Ver- stuijf en W. Wisse. Adres: Walstraat 56-60, 4381 EG Vlissingen. Tel (maandag t/m vrijdag, van 9.00 uur tot 17.00 uur): 01184- 15144 toestel 40. Advertenties: (per brief) Admi nistratie PZC, Postbus 18,4380 AA Vlissingen," of afgeven aan het PZC-kantoor in Vlissingen (Walstraat 56-60) of in Middel burg (Markt 51).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant katern Krullebak (1981-1999) | 1981 | | pagina 2