ZOA Us: b A De bejaarden moeten zich in de eerste plaats vrij voelen Ik voel me in de lucht veiliger als op de wegr it per edkoper SPRAAK udej IRKBENZINE LADfl ZASTAVA V ZESTIENJARIGE MARCO APERS O rizinestation OOTSTE sringsbedrijf and IGSTE ipbedrijf in UW dienst 11 deligste in sn omstreken. leldeflat n. Terneuzen. AUTOBEDRIJF OEL LsT - Tel.: 01140-4485 Djecten voor ieder em waar ook in jnstleder op uw srfekt gemonteerd afgewerkt EN sestraat 4 - Postbus 9' 5587. Na 18.00 uur 6181 n 8.00-12.00 uur en van uur. 1 V w- UW f*J Dealer van W B F Goodrich Michelin UBO banden Kom schokdfe Ac ltd accu s Uitlijnen en 78-1878 Balanceren DONDERDAG 6 NOVEMBER Zaamslag - Niet dat ik u wil ontmoedigen, maar staat u er wel eens bij stil, dat u ook een aspirant- bejaarde bent Dat u langzaam maar zeker op schuift naar de groep, waar men vaak over praat, schrijft en zelfs zingt als over een „probleem" Mensen, die praten over het bejaardenprobleem bekijken de hele zaak vaak nogal van een afstand je, met ergens het veilige gevoel er (nog) niets mee te maken te hebben. En dat is misschien wel één van de punten van het hele probleem zelf het beschouwd worden als iets aparts, er niet meer bij horen, zich afgedaan voelen. Levenservaring en wijsheid worden ongebruikt terzijde geschoven en de bejaarde wordt niet meer als volwaardig dooi de jongere geaccepteerd. schoten zullen zijn als ze zich verweerden tegen de opname in een bejaardentehuis. „Binnen twee dagen zijn de nieuwe be woners hier gewend en willen ze niet meer terug", glimlacht mej. van Sonsbeek, „de bewoners zijn bij mij zo vrij als een vogel in de lucht. Wij sluiten 's avonds om 10 uur de boel af, maar wie zijn", vindt rnej. van Sonsbeek. Modern is De Molenhof zeker. Een ruime entree, gezellige zi tjes en behoorlijk grote kamers. De directrice heeft een eigen flatje in het tehuis. Gezellig in gericht. Een verrukkelijk uit zicht over het Zeeuwse land, dat er op deze herfstmiddag een be- ..Terwljl het toch zo ver schrikkelijk belangrijk is, dat ieder mens, dus ook de bejaarde, in z'n waarde wordt gelaten", vindt mej. M. W. van Sonsbeek (52 jaar), directrice van het bejaarden- tehuis „De Molenhof' in VZaumslag, .je kttat als dire)p- trice can een bejaardente huis wel zeggen onze beico- ners zijn vrij, maar de men sen moeien zich in de eerste plaats vrij voelen. En daar probeer ik voor te zorgen". Een gesprek met mej. van Sonsbeek neemt veel weg van de onbehagelijke gevoelens, die het woord „bejaardentehuis" nog bij velen oproept. Afhankelijk heid, betutteld worden, je per soonlijke vrijheid verliezen, zijn enkele van die negatieve ge dachten, die vele bejaarden on getwijfeld door het hoofd ge- dat wil kan een sleutel van de voordeur krijgen en op een tijd thuiskomen, die hem schikt. Onze mensen dragen hun eigen verantwoordelijkheid. Ze zijn wat dat betreft een levende re clame voor ons. Ik geloof, dat mensen in een modern bejaar dentehuis bevoorrechte mensen et je heiig bij ligt. „Toen dit te huis in mei 1973 werd geopend, was ik hier al een maand", ver telt ze, „maar eerlijk, daarvoor had ik nogjiooit van Zaamslag gehoord. Ik had alsmaar het idee, dat ik in Terneuzen terecht zou komen Het ligt wat afgele gen en dat vind ik wel een be zwaar. Onze bejaarden móeten helemaal naar de kern van het dorp lopen om bij een bushalte te komen. Dat zou anders moe ten zijn. Maar verder vind ik het hier heerlijk en heb ik geen mo ment spijt, dat ik hier naar toe gegaan ben." Mej. van Sonsbeek heeft er al een gevarieërde loopbaan opzit ten. Ze werd geboren in Den Bosch, zou naar het gymnasium zijn gegaan als er niet alleen maar jongens werden toegela ten, probeerde de oorlogsjaren zo goed mogelijk door te rollen door dan maar voor zichzelf te studeren en haalde zo 12 diplo ma's. „En heus geen zwem- of wandeldiploma's", verzekert ze me. Ze kwam in het maatschap pelijk werk terecht, iets wat ze altijd bijzonder graag^ deed. Doordat ze op kamers bi] mees tal oudere mensen woonde, kreeg ze te maken met de pro- blemn rond oudere mensen. Op haar 44ste besloot ze in Bever wijk een opleiding te volgen voor directrice van een bejaar dentehuis. Vooral de kwalen van de oude dag (hart- en vaatziek ten, suikerziekte, reuma, kennis van medicijnen) kregen ruime aandacht, iets waar ze nu nog enorm veel profijt van heeft. Ze deed ervaring op door het hele land, was een aantal jaren adjunct-directrice en bestuurt dus nu het tehuis in Zaamslag. Een tehuis dat vroeger uit 2 kleinere tehuizen bestond en een christelijke signatuur draagt. Er wonen 84 mensen, terwijl er 24 personeelsleden zijn om de za ken goed te laten verlopen. „ik ben echt in full-time dienst", zegt de directrice, „ik moet 24 uur per dag beschikbaar zijn. Wat ik zo'n hele dag doe Eens kijkenik sta om 6 uur op en open de deuren. Dan loop ik alle zieken langs en mensen, waarvan ik denk, die was giste ren toch niet zo goed. Ik cirkel zo door het hdis terug en ben om half zeven weer in mijn kamer. Toilet maken, nieuws, koffie, beschuit ik wens mijn in terne personeel goedenmorgen en om half acht zit ik al in mijn kantóor beneden. Dan komen de mensen al een praatje maken of me hun probleempjes voorleg gen. Om 8 uur staat mijn perso neel keurig gekleed voor mijn bureau voor de daginstructies. Om half negen komt het hoofd van de huishouding, bespreken wij de dingen van de dag en ligt het programma voor de vol gende dag inmiddels klaar. De hele dag door lopen de mensen in en uit, komen er telefoontjes binnen en moet je je op ieder moment van de dag kunnen om schakelen door onverwachte gebeurtenissen. Je wordt overal bij betrokken, je aanwezigheid wordt bij iedere gebeurtenis verwacht, kortom je moet er gewoon „zijn". Dan heb je mis schien wel eens even geen zin. maar ais je bezig bent, komt die zin vanzelf wel. Je benteen cen traal coördinerend figuur, maar ook een rustgevend punt. Mijn benamingen", glimlacht ze fijn tjes, „lopen uiteen van „de kapi tein" en „moeder-overste" tot de mensen die zeggen „ie bint toch onze moeder". Ach 't zijn brave mensen hier. Voor een groot deel uit de agrarische sec tor. Er wordt hier wat afgela- chen over die belhamelverhalen van vroeger, vertelt mej. van Sonsbeek. „Zoals zoveel tehuizen heb ben ook wij een wachtlijst. Hot klinkt misschien hard, maai men moet wachten op dé dood van een ander om een plaats te kunnen krijgen. Ik heb trouwens wel ontdekt, dat voor de men sen, die bij een kerk aangesloten zijn, het stervensproces makke lijker verloopt. Ik sta er nu ook zelf meer bij stil dan vrqeger". zegt ze peinzend, „ik hoop dat de roep van een mens aan zijn me demens niet onbeanlwoord blijft en dat mede door mijn in zet de wéreld van de oudere mens verder gehumaniseerd zal worden. KOEWACHT-AXEL - Terwijl elke zaterdag en/of zondagmiddag vele duizenden jongens in de leeftijd van 7 tot en met zo'n 18 jaar hun vertier zoeken en dat ook vinden op de vele sportvelden die Zeeuwsch-Vlaanderen telt voor het beoefenen van hun favoriete sport, zoekt een tiental van hun leeftijdgenoten het vooral die dagen hogerop. Aangesloten bij de E.Z.A.C. (Eerste 'Zeeuws Vlaamse Aero Club) zijn ze vooral elk weekend druk in de weer op het opgespoten terrein achter de watertoren in Axel, waar om beurten de „kisten" - zo noemen de vlie gers hun zweefvliegtuigen - klaar gemaakt worden om door middel van een lier op getrokken te worden in het nog vrije luchtruim. Voor die kleine categorie jongens is dat hun vermaak. Natuurlijk niet alleen het kant-en-klaar maken van de „kisten", hun uiteindelijke doel is zelf het vrije luchtruim te kiezen. Onder dat geringe aantal jeugdigen bevindt zich Marco Apers uit Koewacht, een zes tienjarige student aan de MAVO in Hulst, die bijna elk weekend tussen die „kisten" te vinden is. Voor hem is zweefvliegen zijn geliefde sport en hij heeft het daar boven Axel en omstreken best naar zijn zin. Nu vooral omdat hij op 6 september j.l. de eerste stap maakte in de zweef vliegerij. Een aantal bevoegde instructeurs achtten hem toen in staat, gezien zijn aantal starts, zijn theoz-etische kennis en alles wat daar nog bijkomt, om hem het „diploma" solo-vlieger te overhandigden. Dat alles bracht met zich mee, dat Marco Apers nu alleen de lucht in mag. Voor hem was dat zijn eerste Begin 1964 liepen in Birmingham een aantal groepen rond die elk voor Ach haar plaatselijke roem streefden, maar zoals be kend struikelden velen op hun weg naar de top en vie- len uiteen. Gelukkig deed <f>t patroon zich ook in Birmingham voor. Groepen als Denny Laine and the Diplomats, The Adventu- res, the Rainbows, vallen uiteen en in mei '64 is de ■Ioody Blues een feit. Na Birmingham te hebben Plafgespeeld staan ze al gauw in de Marquis in Lon den waar ze veel succes a°gsten. Het platencon tract met Decca is een lo gisch gevolg, maar de eerste single flopte op een gewel dige manier. Opnieuw aan de slag dus, en het tweede probeersel, „Go now" ver dringt in januari '65 „1 feel fine" van the Beatles van de eerste plaats. Meer singles en buiten landse tournees volgen maar hoe langer hoe meer blijkt dat het management van de Moody Blues niet is opgewassen tegen hun toe nemende verantwoorde lijkheden. Zelfs met behulp van Brian Epstein, mana ger van o.a. de Beatles, komt er geen verbetering in de teruglopende zaak. Na het afzweren van Brian Epstein en een lange rustperiode komt de groep in 1967 terug met een ge heel nieuwe formule: geen dans- maar luistermuziek en het eerste resultaat daarvan was de lp. „Days of future past" en de single „Nights in white satin". Het gevolg is aan velen be kend. De single is een histo rische kraker geworden. Ook de lp is voor veel ver zamelaars een „must". Na dit succes wordt hun goede naam onder het popmin- nend publiek alleen maar geconsolideerd. Er volgt een reeks uitste kende Ip's en de goede kwa liteit daarvan is niet in het minst te danken aan mana ger Tony Clarke, die de sound op de plaat tot in de kleinste details bepaalt. Een hoogtepunt wordt in 1971 bereikt als de formatie als eerste westerse pop groep wordt uitgenodigd voor een tournee door Chi na. Op dit moment lijkt het Moody Blues-hoofdstuk af gesloten. De afzonderlijke leden zijn allemaal bezig met eigen solo-objecten. De Moody Bluessound blijft echter voortbestaan, want het uiteindelijke geluid werd pas in 1967 gevormd met de komst van John Lodge en Justin Hayward, die zoals bekend samen de lp Blue Jays" opnamen, met daarop een collectie composities die vrijwel identiek zijn aan die van de Moody Blues. Van Ray Thomas, Mike Binder, Graene Edce, mogen echter nieuwe geluiden op de markt verwacht worden,, voor zover ze nog niet bij je platenhandelaar aanwezig zijn. grote wens in de zweefvlieg- sport. Hij zegt: Dat is natuur lijk het eerste doel waar je naar streeft, alleen de lucht in. Elke vlucht is fascinerend, je ziet steeds weer iets anders." Is Marco Apers zéstien jaar oud, het is zelfs al verschillende ke ren voorgekomen, dat de leeftijd van een solo-vlieger zelfs nog een stuk lager lag. Op zichzelf een min of meer scheef beeld als men bedenkt dat men minimaal achttien jaar oud en in het bezit van een geldig rijbewijs moet zijn, wil men volgens de Neder landse wetgeving met een auto op de weg komen. Marco Apers' vader, muzie kleraar en tevens wethouder van sportzaken van de gemeente Axel: „Er is niets zo safe als het zweefvliegen, zeggen ze. Per soonlijk ben ik er ook van over tuigd, dat het zweefvliegen een veilige sport is. Natuurlijk kan er altijd wat gebeuren, maai' ik dacht dat dié risicofactor toch bijzonder klein Is". Hij zelf was er getuige van 'toen zijn zoon Marco de „beslissende" vlucht maakte. Op het eerste „gezicht" een tak van sport die alleen voor jeugdigen is weggelegd, waar van de vader een goedgevulde beurs heeft, maai- de heer Apers wimpelt dat onmiddellijk weg. Hij zegt: „Wij wisten dat in het begin ook niet, maar van rijks wege kunnen scholieren - alleen voor jongens, zegt Marco - een gratis opleiding tot zweefvlieger krijgen. Nu is dat natuurlijk een pracht initiatief van de regering, maar ook al zou dat niet zo zijn, de kosten van de opleiding etc. zijn toch niet zo hoog om je zoon daarvan te weerhouden. Na tuurlijk mag het geen lachertje worden, dan is elke gulden die je uitgeeft te veel. Elke sport kost uiteindelijk geld. Verder moet je een opleiding als zweefvlieger zien als een basis, hetzij in eerste instantie misschien als vlieger bij de luchtmacht of later mis schien zell's in de burgerlucht vaart. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat alle zweefvliegers later die kant opgaan of dat be roep zullen kiezen, maar die mogelijkheid is altijd aanwezig. De eerste beginselen hebben ze tijdens hun opleiding als zweef vlieger in ieder geval al onder de knie". Marco Apers denkt daar voor lopig allemaal nog niet aan. Hij zegt: „Voor mij is het nog altijd een hobby". Het begon voor hem allemaal zo'n jaar geleden. Na dat hij in eerste instantie ver schillende keren met een oom mee de lucht was ingegaan en later ook met een motorvliegtuig was gaan „toeren" voelde ook hij zich aangetrokken tot de zweefvliegerij. Marco Apers: Voor mij was het toen, maar ook nu nog, een geweldig iets om rustig door het luchtruim te zweven". De Koe- wachtse scholier nam contact op met het bestuur van de E.Z.A.C. en na een vrij strenge medische keuring werd hij toegelaten als leerlingvlieger. Een opleiding, die inhoudt, dat bij elke vlucht in de zweefvliegkringen wordt dat een start genoemd - de leer ling voorin plaats neemt, terwijl, de instructeur achter hem de meters, knuppels, etc. nauwkeu rig in het oog houdt. In een spe ciaal notitieboekje wordt alles zoals hoogte, duur van de vlucht, punten waarop de leer ling beter moet letten, enz. opge tekend, zodat bij de volgende start dezelfde of andere instruc teurs precies weten wat voor leerling het is en hoever deze al gevorderd is. is voor de opleiding tot zweef vlieger een zekere dosis doorzet tingsvermogen nodig, de leer lingen moeten daarbij echt niet vergeten dat er buiten het zweefvliegen nog heel wat te doen is. „Kijk, velen zullen na tuurlijk denken, dat ze een hele dag of middag kunnen vliegen, maar dat is echt niet het geval. Juist dat vind ik nu het mooie eraan. Voor mij eist dat ook heel wat doorzettingsvermogen. De jongens worden niet alleen ge holpen. mahr ze helpen ook een ander. Daarbij krijgen ze verder ook waardering voor de spullen waar ze mee omgaan", aldus va der Apers. Vooral in dit jaarge tijde komt de tijd dat de zweef vliegtuigen een flinke beurt krijgen, waarna ze gedurende de wintermaanden niet meer uit de hangaars te voorschijn komen. Op het veld is het aliemaal stil geworden, maar in de hangaars wordt er druk gesleuteld en ge verfd. Om in het bezit te komen van het „diploma" solo-vlieger moet de leerling - de lessen worden gegeven in de „Rhoneierche" - minstens veertig starts hebben gehad en natuurlijk verder ook de theorie goed onder de knie hebben. Vooral de eerste vluch ten worden door de meeste leer lingen met „loden- schoenen" begonnen. Ook Marco Apers - hij komt daar recht voor uit - voelde zich de eerste vluchten niet op zijn gemak. Marco Apers: „Je bent natuurlijk ze nuwachtig, ondanks dat je heel goed weet dat er bijna niets kan gebeuren omdat je een bevoegde instructeur bij je hebt. Maar bij mij was dat al vrij vlug over". Nu, vele maanden later, voelt Marco Apers zich veiliger in de lucht als op de weg. „Neen, voor mij is de zweefvliegsport hele maal niet gevaarlijk. Met een brommer op de weg tijden is heel wat gevaarlijker", zegt Marco Apers. Vindt zijn moeder de sport van haar zoon prachtig, zelf denkt ze er echter nog niet aan om ook eens het „luchtruim" te gaan verkennen. Breedlachend zegt ze: „Neen, ik blijf liever met mijn beide benen op de grond staan". Momenteel heelt Marco Apers al zo'n vijftien solovluchten op zijn naam staan, om zo via de „Baby Grounau" (naam van het zweefvliegtuig) over te gaan naar de één-zitter, de K-8. Tij dens één van die solovluchten kreeg Marco Apers te maken met een kabelbreuk - de kabel waarmee het vliegtuig de lucht in wordt getrokken - maar hij bleef daar bijzonder rustig on der. „De begeleiding is zo goed, dat je precies weet hoe je moet handelen. Voor mij is het een sport, die ik iedereen kan aan bevelen. Je hebt daar een „zee" van ruimte en veel veiliger dan op de weg", aldus Marco Apers.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 9