right or wrong....
I
SOPHIA BLIJFT UITERLIJK
Driemaal Midden-Oosten conflict
De "rotzorg" om de landschappen
P
Leven
in de
middel
eeuwen
bij uitstej*
STOERE JONGENS TIJD
in j
Mao-China
kunst
cultuur
1
r, show, show!
~V.ó. VOORDE
ïe dees
Irvaet
oek
I
norgen
[/ken. Vergelijken. Kom u
rn over de praktische ideeén
Wingrijkheid van tie Simca-
Icteyrs. Kom vooral
1iden.
|n... het oordeel is aan u!
Tel. 01 *40-2878
leuzen - Tel. 01150-2035
et - Tel. 01152-400
■R CHRYSLER
NEDERLAND
■"y
Gentsestraat 56
Gentsestraat 52
Gentsestraat 24
Gentsestraat 23
Gentsestraat 20
Gentsestraat 18
Gentsestraat 16
Gentsestraat 15
Gentsestraat 14
Gentsestraat 12
Gentsestraat 11
Gentsestraat 10
Gentsestraat 7
Gentsestraat 6
Gentsestraat 1
Corn, de Vosplein 4-6
Houtmarkt 5
Kleine Bagijnestraat 11
Kleine Bagijnestraat 3
Lange Nieuwstraat 12
Lange Nieuwstraat 16
Lange Nieuwstraat 26
Grote Bagijnestraat 7
Korte Nieuwstraat 21
Korte Nieuwstraat 11
Steenstraat 3
Steenstraat 13
Steenstraat 15
Steenstraat 19
Steenstraat 23
Steenstraat 8
Steenstraat 10
Steenstraat I2
Vismarkt6
Vismarkt6
Vismarkt 10
„Trefpunt" koopcentra"1
„Trefpunt" kbopcentru"1
„Trefpunt" koopcentra"1
Bierkaaistraat 10
Bierkaaistraat12
Bierkaaistraat 25
Overdamstraat 1*
v. Wisberghestraat 67
V. Waesberghestraat 5»
v Waesberghestraat 5
v. Waesberghestraat
v. Waesberghestraat!
v. Waesberghestraat^
v. Waesberghestraat
v. Waesberghestraat 1'
Et is over het conflict in het Midden-Oosten, de strijd en voortdu-
nde spanning tussen de Arabische wereld (inclusief de Palestij-
a 1 en Israël, enorm veel geschreven. Veel van wat gepubliceerd is
"n dagelijks in de kranten over dit probleem verschijnt, gebeurt
vanuit een bepaalde partijdigheid. Of omdat men direct bij het
conflict betrokken is of omdat men op grond van culturele, gods
dienstige, ideologische of andere overwegingen een gevoel van ver
bondenheid voelt of heeft met één der partijen. Dit laatste is wel
licht bij het conflict in het Midden-Oosten meer dan bij alle andere
internationale conflicten - waarover de emoties toch ook hoog kun
nen oplaaien - het geval. Onder het geschrevene tref je vee! aan dat
de toets van de objectiviteit - hoor en wederhoor, begrip voor
eikaars standpunten enz. - kan doorstaan, maar niettemin staat in
laatste instantie de keuze vast: Bight or wrong my country.
Palestijnse guerrilla-strijders in de straten van Beiroet.
Bijna twintig jaar geleden
heeft Arthur Koestier in zijn
magnifieke boek over het
Midden-Oosten, oegespitst op
de Palestijnse kwestie, „Promise
and fulfillment" het dilemma
kernachtig verwoord: „De ge
schiedenis", schreef hij, „kan
niet alleen worden beoordeeld
met een rigide ethische code. Zij
kan alleen worden voorgesteld
op de wijze van een Griekse tra
gedie. waarin de antagonisten
beiden gelijk hebben binnen
hun eigen referentiekader. In de
tragedie van joden en Arabieren
in Palestina hebben beiden ge
lijk en de toeschouwer kan niets
anders dan zijn sympathie
schenken aan de een of de ander,
al naar gelang zijn subjectieve
waarden en emotioneel voor
oordeel".
Met andere woorden: Beide
partijen hebben gelijk. Zoiets
wordt in onze wereld als een ho
peloze zaak ervaren omdat con
flicten waarin beide partijen ge
lijk hebben, niet op te lossen
zijn. En aangezien mensen niet
van onoplosbare problemen
houden, zoeken zij - hun eigen
vooroordeel volgend - een goede
en kwade partij, the good and
the bad guy zoals in de western.
Aldus ontstaat er emotioneel
een oplossing, want het goede
wint altijd van het kwade.
Dat de geschiedenis zich vol
trekt langs andere lijnen en
wetmatigheden is duidelijk en
wordt duidelijk uit drie recente
boeken, die elk vanuit een an
dere optiek en met verschillende
aanpak het Midden-Oosten con
flict tot onderwerp hebben. De
drie boeken hebben één ding
misschien gemeen. De schrijvers
ervan ontkomen er niet aan aan
te duiden waar zij, als het erop
aan komt, staan, hoe subtiel en
genuanceerd hun opvattingen
ook onder woorden zijn ge
bracht. 1
„Het Konflikt in het
Midden-Oosten" door P.J.A.
IDENBURG EN P.J. GEEL
KERKEN (Uitgeverij In den To
ren - 8,90) is het eindprodukt
van een werkcollege van studen
ten in de politicologie aan de
Vrije Universiteit. Het bevat de
historische achtergronden van
het conflict, de dilemma's van de
Arabische landen en Israël, de
Palestijnse kwestie en probeert
zeer voorzichtig en met zeer veel
slagen om de arm, met alle be
grip voor en nadruk ook op psy
chologische factoren, die het
conflict zo complex maken, en
kele perspectieven te evalueren.
Zeer accuraat werk.
De conclusie van Idenburg en
Geelkerken: „Bijna alle partijen
spelen op tijd. In de hoop dat
deze tijd met hen zal zijn, maar
misschien ook omdat ze eigen
lijk geen werkelijke oplossing
zien. Intussen reizen ambassa
deurs van hoofdstad naar
hoofdstad, vaardigen de Ver
enigde Naties resolutie na reso
lutie uit. Misschien falen alle
vredesinitiatieven wel omdat zij
in wezen aan de oppervlakte
blijven en er te weinig van uit
gaan dat vooreen werkelijke op
lossing ook iets wezenlijks
nieuws tot stand gebracht moet
worden.
Het zou niet de eerste keer in
de geschiedenis zijn dat een
vraagstuk, dat voor iedereen
onoplosbaar scheen, een keer-
fmnt iri de geschiedenis zou öp-
everen, omdat het de mensen
tot de conclusie bracht dat de
middelen waarmee zij tot dan
toe gewerkt hadden eenvoudig
niet langer meer adequaat wa
ren voor de oplossing van de
grote problemen van hun tijd
(pag. 114)". Als „een van die
tact tussen Israëli's en Arabie
ren teneinde de enorme cultu
rele kloof (en het hieruit voor
tspruitende onbegrip over en
weer) te overbruggen. Een boek,
dat bijdraagt tot een zinnige
discussie over de Midden-
Oosten problematiek,
„HET MIDDEN-OOSTEN"
door HARRY VAN MIERLO
(Uitgeverij Agathon - 12,-)
probeert begrip te kweken voor
de Arabieren. „Mijn boekje gaat
over een aantal aspecten van het
Midden-Oosten, die doorgaans
verkeerd beoordeeld worden
zegt Van Mierlo, die correspon
dent in Beiroet is, ter verant
woording. Dat mag best waar
zijn, maar zijn boek is mij wat te
gelijkhebberig van toon en het
kan een zekere eenzijdigheid
niet ontzegd worden. Details
worden soms tot hoofdzaken
gebombardeerd en vanuit de
tails en ervaringen worden (bij
voorbeeld in het hoofdstuk over
anti-semitisme) verregaande
conclusies getrokken, waarover
ik mijn twijfels heb.
Daartegenover staat dat Van
Mierlo nietsohroomt kritiek uit
te oefenen op Arabische leiders
en hun regeringsstelsels. Het
boek kan zeker een aantal voor
oordelen en misvattingen over
de Arabische wereld wegnemen,
als men tenminste nog niet wist,
dat Arabieren, evenals negers,
ook mensen zijn en niet alleen
een stelletje fanatici in lange,
witte soepiurken.
HET MIDDEN-OOSTEN
KONFLIKT, illusies en realitei
ten (Uitgave: Van Gorcum en
Comp B. V. Assen, prijs 18,-) is
een verslag van de commissie
Midden-Oosten ingesteld door
de Nederlandse Vereniging voor
de Verenigde Naties. Een goed,
fair en zeer compleet verslag,
waarin de kloof die gaapt tussen
de verschillende opvattingen en
de emotionele betrokkenheid
van partijen duidelijk tot uit
drukking komen in de bijdragen
van de Arabische (drs. M. Suudi,
wetenschappelijk medewerker
aan het Midden-Oosten Insti
tuut aan de GU te Amsterdam)
en joods (mr. R.A. Levisson, di
recteur van het Centrum voor
Informatie en Documentatie Is
raël) leden van de commissie.
Het belang dat het bestaan
van de staat Israël heeft voor de
joden' in de gehele wereld, te be
grijpen tegenm de achtergrond
van de gevoelsmatige band van
joden met Palestina en de gru
welijke ervaringen opgedaan in
de lange historie van discrimi
natie en vervolging. Maar ook de
sterke drang naar eenheid en
onderlinge solidariteit bij de
Arabieren na eeuwenlange
overheersing door de Turken en
westerse kolonisatie én het stre
ven naar een eigen nationale
identiteit, waarop immigratie
op grote schaal van joden naar
Palestina én het streven naar
eep autonome joodse staat als
een inbreuk worden beschouwd.
En niet in de laatste plaats de
gevoelens van immense frustra
tie en wanhoop bij de Palestij-
nen die de Joodse immigratie en
het bestaan van de staat Israël
als een voortdurende agressie
tegen de autochtone bevolking
ervaren.
Nogmaals een fair en eerlijk
verslag, waarin de voortreffe
lijke bijdragen van dr. P. Kor-
teweg, lt. gen. b.d. Th. Mathon,
prof. dr. B. Landheer en mr. P.
Teunissen zeker vermeld moe
ten worden. Voor een onbevan
gen inzicht in de problematiek
van het Midden-Oosten een uit
nemende handleiding.
Nog één opmerking: veel boe
ken over het Midden-Oosten
zijn erg academisch van aard.
Als we ons op de bodem van de
realiteit plaatsen moeten we
zeggen: de staat Israël, gelegali
seerd door de Verenigde Naties,
is er en de politieke werkelijk
heid van Israël Is onloochen
baar. Maar misschien ben je dan
al weer beland in je persoonlijke
ln-laatste-instantie-positle.
Als je de drie bovenstaande
boeken doorgeworsteld hebt,
heb je wel de neiging om met de
bekende Amerikaanse journa
list I.F. Stone te verzuchten:
„Als God, zoals sommigen zeg
gen dood is, dan is Hij ongetwij
feld doodgegaan aan zijn pogm-
gen om voor het Arabisch-
ioodse probleem een billijke op
lossing te vinden".
ANTON THEUNISSEN
„Een natuurgetrouw beeld
van de middeleeuwse mens",
staat er op de voorflap, en dat
belooft heel wat. Want wat staat
er nog méér over die periode in
ons schoolgeheugen opgetekend
dan dat Karei de Grote toen
leefde, de „Mariken" werd ge
schreven, en dat de mens gods
gericht en gemeenschapsgezlnd
leefde? En wat voor nut heeft
het, ons geheugen met die feiten
te belasten, als niet mede de con
text, het maatschappijbeeld van
weleer, aan ons wordt overge
dragen?
In de inleiding schrijft Eileen:
„Juist de idee dat de geschiede
nis over de doden handelt of, nog
erger, over bewegingen en toe
standen die slechts in vage rela
tie staan tot de werken en pas
sies van vlees en bloed, heeft de
geschiedenis van de boeken
planken verdreven waar de his
torische roman nog steeds een
welkome plaats vindt." Deze
woorden maken duidelijk wat
de schrijfster wil: het verleden
tot leven wekken, „onze vaderen
naar hun geslachten te doen her
leven", concrete gegevens sa
mensmelten tot een boeiend re
laas. „Er zijn geen doden", dient
steeds het motto van de ge
schiedschrijver te zijn".
Om dit verleden op doelmati
ger wijze doen herleven, ge
bruikt Eileen het persoonlijke
leven van enkele „gewone"
middeleeuwers, en ieder van hen
representeert zijn eigen klasse.
Zo is er Bodo, een landbouwer
uit de negende eeuw, die ons een
dagje meeneemt; Marco Polo,
die ons over de Venetiaanse
handel en de eerste ontdek
kingstochten vertelt; Madame
Eglantine, die als priores met
het kloosterleven stoeit; de Pa-
rijse menagier uit de veertiende
eeuw vertelt'ons hoe zijn vrouw
zich behoort te gedragen; Tho
mas Betson laat zien welke be
langrijke gebeurtenissen* in de
vijftiende eeuw aan de unieke
Engelse wol te danken zijn; en
Thomas Paycock vertelt over de
ontwikkeling van de lakenin
dustrie in de zestiende eeyw.
En toch wordt Eileen Power
geen romanschrijfster: zij is en
blijft historicus. En het verschil
tussen een literair schrijver en
een geschiedschrijver ligt daar
in, dat eerstgenoemde mag in
terpreteren, verbeelden, het
hart mag laten spreken; terwijl
de historicus zich houden moet
aan wat geweten is: aan de con
crete, gegeven feiten.
Eileen Power wil de twee die
nen: naast de taak als geschied-
schrijfster legt zij zich de taak
op de geschiedenis tot leven te
wekken, en soms lijkt het erop
dat zij beide doelen mist. Dan
worden de feiten overbodig, de
gevoelens ongeloofwaardig.
Zo wordt de figuur van Bodo
maar moeizaam uit de stoffige
archieven bij elkaar geraapt, en
met allerlei tijdsverschijnselen
beplakt, (ook was Bodo een bij
gelovig schepsel.Erg levendig
wordt hij er als persoon zeker
niet van, ook als Eileen dan toch
probeert zijn privéleven erbij te
betrekken; („Stellig had Bodo
gevoelens in overvloed, en bo
vendien zeer sterke".). Haai' po
gingen öm een levend wezen te
scheppen, is weggegooide moei
te. Dat Bodo het koud had, dat
hij jager wilde worden, of
kwaad was omdat hij op 's mees
ters akkers moest werken,
klinkt dan geforceerd, ver ge
zocht, en tussen hem en de gege
vens over zijn tijd, ligt maar een
ijl en pover verband.
Maar soms ook vloeit de in
formatie wél harmonisch samen
met de loop van het verhaal.
Madame Eglantine, de priores,
wordt een interessant wezentje.
Misschien dankt zij dat ook wel
juist aan haar ondeugd, want
wil niet het lot, dat wij ons juist
tot die historische figuren het
sterkst aangetrokken voelen, die
zich niet onderwierpen aan wet
en gebod?
MIEKE NUIJEN
EILEEN POWER: HET DA
GELIJKS LEVEN IN DE MID
DELEEUWEN Aulaboeken
543; uitg. Het Spectrum Prijs
f 8,50
Sophia Loren....Door miljoe
nen over de gehele wereld aan
beden alleen vanwege haar uit
erlijk, zoals dat op het witte
doek overkomt en hoogst waar
schijnlijk veel minder om haar
artistieke prestaties. Sophia is
dan ook de laatste vrouw op wie
de benaming ster van betrek
king is, want de nieuwe
filmactrice-generatie manifes
teert zich op de eerste plaats als
een van scheppende kunstena
ressen. Deze wil niet in eerste
instantie haar uiterlijk verko
pen, hoewel dat natuurlijk nog
altijd van het grootste belang is,
maar creëert veeleer vanuit in
nerlijke bewogenheid een func
tionele rol.
Rond deze actrices worden
nauwelijks nog damesbladver-
halen geschreven, maar met
Sophia Loren was en is dat an
ders. Haar sterrendom, omringd
door rijkdom, luxe een als ro
mantisch gepresenteerd huwe
lijk, de moeilijke geboorte van
haar zoons....dat alles werd in
geuren en kleuren over haar
aanbidders heen gestort. Het
ware kom je natuurlijk nooit te
weten en hetzelfde is weer eens
het geval bij de „intieme biogra
fie" die ene Donald Zee - kenne
lijk een intimus van Sophia -
heeft geschreven.
In de Aula-reeks wetenschap
pelijk werk zijn twee dikke de-
len (her)verschenen over het
ontstaan, de wetenschappelijke
betekenis en de belevings
waarde van „DE NEDER
LANDSE LANDSCHAPPEN
boor DR. H. A. VISSCHER. Het
eerste deel (238 pagina's) be
handelt de natuurlijke en cul-
tuurlijke gesteldheid van de ou-
clere delen van Nederland en de
waarde van deze landschappen
voor aardwetenschappen, bio
logie, cultuurgeschiedenis en
voor de ontspanning zoekende
mens. voor de recreatie dus. Het
tweede deel (224 pagina's) be
handelt vanaf hetzelfde ver-
Lokpunt de natuurlijke en cul-
uurlijke gesteldheid van de
polderlandschappen en de duin
streek langs de kust.
Br. H. A. Visscher, de auteur
van de beide boeken, werkt al
-wruime tijd bij het ministerie
m CRM, als landschapsdes-
kiindige van &e afdeling die de
-Nederlandse natuur- en cul
tuurlandschappen inventari
seert. Hij heeft vanuit die func-
e Logal wat vakkennis in zijn
oeken kunnen stoppen, en dat
eelt ze tot werken gemaakt van
wil hoog wetenschappelijk go-
h^t€. Dat js aan éon kant een
vereiste geweest, omdat hij als
landschapsdeskundige alle
reerst een systematische inven
tarisatie van allerlei landschap
pen heeft moeten verzorgen,
beide boeken best een iets min
der wetenschappelijk karakter
mogen dragen, in die zin dat ze
wel voor een wat groter publiek
toegankelijk gemaakt hadden
Het lief^k^landschap bedreigd.
vervolgens omdat hij die land
schappen heeft aan moeten wij
zen, die uit aardwetenschappe-
lijk, biologisch en/of cultuurhis
torisch oogpunt bescherming
verdienen.
Aan de andere kant hadden de
kunnen worden. De beide
Aula-delen zouden beslist te
kort gedaan worden, wanneer ze
enkel door wat gezagdragende
liguren werden gelezen. De kans
echter dat de beide handwerken
veel verder reiken, is gering.
Misschien dut een enkele stu
dent met de moed der wanhoop -
omdat hij tóch een scriptie moet
maken - er nog aan begint, maar
zeker de ontspanning zoekende
mens" zal het na tien pagina's
een rotzorg zijn wat er verder
nog komt. En dat is jammer,
omdat de Nederlandse land
schappen behalve misschien een
grote aardwetenschappelijke
waarde voor enkelen, een nog
veel grotere biologische, of zo 11
wilt: recreatieve waarde heb
ben. Dr. Visscher onderschrijft
dat wel, maar hij heeft er in zijn
beide boeken verder niet naar
gehandeld.
Het is natuurlijk prachtig om
regeringsleiders en bestuurders
op lokaal en provinciaal niveau
met veel omhaal van woorden en
goed gestaafd door klinkende
bewijzen duidelijk te maken,
waaróm ze die ouwe beuk bij de
dorpsvijver moeten laten staan,
en waaróm ze een op het oog on
betekenend zandruggetje intakt
moeten laten. Maar in Neder
land handelen ook die bestuur
ders nog altijd volgens het de
mocratische principe van de wil
van de meerderheid, en die
meerderheid zal dus eerst het
hoe en waarom van dat boompje
en zandruggetje moeten duide
lijk gemaakt worden. Zoniet,
dan verdwijnen het boompje en
het zandruggetje tégen de wil
van dr. Visscher en de inmiddels
bekeerde bestuurderen in.
Mogelijk vindt dr. Visscher de
komende jaren nog eens de tijd
zijn ideeën over de Nederlandse
landschappen in een meer
populair-wetenschappelijke
vorm te gieten. De technische en
Informatieve lakunes die zijn
eerste werk over het Neder
landse landschap nog gehad
mag hebbén (Aula-paperback 6)
zijn al weggewerkt, het komt er
nu alleen nog op aan een zo groot
mogelijk gehoor te vinden.
Nieuwe elementen, zoals de
kolkgaten van het smeltwater
die van kort na de ijstijd tot nu
toe bewaard zijn gebleven, bie
den dan prachtig ullustratief
materiaal. Voor veel uitleg is een
halve krantekolom ook beslist
niet toereikend...
TRANS BOOGAARD
Aula-paperbacks 32 en 33,
„De Nederlandse landschap
pen" door dr. H. A. Visscher. Het
wetenschappelijke boek (Uitge
verij Het Spectrum, f 25 pur
stuk).
In een niet onverdienstelijk,
vaak lyrisch proza, beschrijft hij
de keiharde, ambitieuze weg,
die het meisje uit Napels, onder
invloed van haar zeldzaam ij-
dele en eerzuchtige moeder,
voor zichzelf uitstippelde naar
de hoogste toppen van de roem.
Een boek, waarin je steeds we
zenlijke dingen over Sophia
denkt tegen te komen, maar
waarinhet toch weer uitsluitend
uitdraait op enkele verrukte uit
spraken van beroemde mannen,
die met haar werkten; uitspra
ken, die herhaaldelijk - in wisse
lende bewoordingen - opnieuw
worden gehanteerd, zodat het
boek wel de helft dunner had
kunnen zijn.
Saillante uitspraken doet
Sophia's moeder hier en daar;
een vrouw, die zelf aan schoon
heidswedstrijden meedeed en er
zich in beijverde op Greta Garbo
te lijken. Maar de interviews
met de ster zelf zijn beperkt ge
bleven tot algemeenheden, die
haar privacy niet in het minst
aantasten, terwijl Zee zijn eigen
gefascineerdheid door Lorens
uiterlijk niet onder stoelen of
banken steekt door er voortdu
rend bewonderend over te
schrijven.
„Sophia" door Donald Zee
(uitgeverij In den Toren, f. 15.-)
M.M.
Sophia Loren.
„Peter Paulus Rubens" door
Donald Braider. Uitgave: Fo
rum Boekerij Ad. M. C. Stok
Zuid-Hollandsche Uitgever
smaatschappij.
Behalve een geniaal schilder
was Peter Paulus Rubens
(1577 - 1640) een niet minder
geniaal diplomaat en als zoda
nig heeft hij dan ook zijn rol in
het ingewikkelde schaakspel
van de dynastieën in de eerste
helft van de 15e eeuw meeges
peeld. Omstreeks 1622, toen Ma
ria de Medici hem naar Parijs
ontbood, zijn zijn diplomatieke
activiteiten begonnen, die hem
o.m. naar Londen, Madrid en
Rome voerden. Zijn oevre als
schilder is dan ook .voor een be
langrijk deel een weerspiegel ifrg
van zijn carrière als diplomaat,
die hij dankte aan zijn charme,
zijn uitbundige levenslust en
zijn- geniale veelzijdigheid.
Daarmee wist hij deuren te ope
nen, die voor anderen gesloten
bleven. Het grote levensavon
tuur van het genie Rubens als
schilder van religieuze en my
thologische onderwerpen van
portretten en landschappen
maar ook als diplomaat wordt
op een aantrekkelijke en boei
ende wijze beschreven in het
boek van Donald Braider: „Pe
ter Paulus Rubens". Rubens
komt uit dit boek tevoorschijn
als een man, die het leven in al
zijn facetten uitbundig heeft be
leefd en genoten. Het boek is
verlucht met een reeks zwart
wit reprodukties van schilde
rijen, tekeningen en ook gravu
res, die naar zijn werken werden
gemaakt en die hem over de hele
wereld beroemd hebben ge
maakt.
Bij de Europese Bibliotheek in Zaltbommel (de uitgeverij van de
welbekende serie dorpen en steden in oude ansichten) is een boek
verschenen dat ruim 150 ansichten bevat over de Nederlandse pad
vinderij tussen de oprichting aan het begin van deze eeuw en de
Wereldjamboree die in 1937 in Nederland werd gehouden. En om
maar met dat laatste te beginnen: talrijk zijn de foto's van de
manifestatie die ruim 27000 padvinders en padvindsters uit de hele
wereld naar het kleine plaatsje Vogelenzang trok, vanaf de eerste
propaganda-bijeenkomst waar uit volle borst het liedje JLï
negentien-drie-zeven, dan zul je wat beleven, dan komt de jambo
ree naar Nederland j-a-m-b-o-r-e-e, jamboriehiehiehie") tot en
met de slotbijeenkomst waarop de grote voorman van de interna
tionale pad vind er be weging, Lord Baden Powell, naast de massa
padvinders onder meer de in het gras gezeten prins Bernhard en
prinses Juliana toespreekt. Daartussenin foto's van padvinders uit
Zwitserland, Polen, Amerika, Hongarije, Egypte, Mexico, van Saba
en uit Indië. En een overzichtsfoto van het Marktplein op het jam
boreeterrein compleet met scout-shop, bank, postkantoor, reisbu
reau, persbureau, apotheek en wasserij. Maar ook uit de beginpe
riode van de verkennerij zijn er alleraardigste foto's. Vaak komt een
militair aandoende discipline tot uitdrukking die alleen maar ver
sterkt wordt door de uniformen en de vaste attributen van de
verkenner: bijl, lasso, stok, riem, trom, hoorn, fluit, vendels en
vooral de karakteristieke cowboy-achtige hoed.
Niet-verkenners geeft dit boekje zeker een aardige kijk achter de
verkennersschermen van weleer en voor verkenners is het zonder
meer een prentenboek dat herinneringen op zal roepen van tenten
kampen, patrouilles en die gezellige jamboree van 1937.
„De Padvinderij in oude ansichten", door J.H. van der Steen, Euro
pese Bibliotheek, 26.90.
Velen in het westen zijn op dit
moment geïnteresseerd in een
aantal maatschappelijke patro
nen en ontwikkelingen in China.
Een enkeling kan er een kijkje
gaan nemen en vertelt erover.
Geheel ongewild kwam MARY
ANN HARBERT op de hoogte
van een aantal aspecten van het
hedendaagse leven in de Chinese
Volksrepubliek, omdat zij drie
en een half jaar, op verdenking
van spionage, gevangen zat. Van
die periode doet zij verslag in
Captivity, how I survived (1973),
dat nu verscheen in de Neder
landse vertaling van Martin Bo-
umer: GEVANGENSCHAP - 44
maanden op verdenking van
spionage in de Volksrepubliek
'China _,(uitg. In den Toren
f 18.50).
Het boek maakt de indruk niet
rancuneus te Iz.ijn geschreven,
maar een vrij reëel verslag te ge
ven van een avontuur met nogal
vervelende kantjes. Daarbij ge
eft het dan een indruk van een
aantal Maoïstische denkwijzen,
die principieel aantrekkelijk en
gezond lijken, maar in de dage
lijkse praktijk rond Mary Ann
Harbert allesbehalve prettige
consequenties hadden.
Toen Kissinger in 1971 China
bezocht werden ei- twee Ameri
kanen verdacht van spionage
vrijgelaten. Bekend was. dat
Fecteau en Downey in China
vastzaten. Fecteau werd de
grens overgezet in gezelschap
van Mary Ann, voor wie Fecteau
een onbekende was. Downey
was er niet bij en van Mary Ann
verklaarde een woordvoerder
van de regering: „We weten niet
wie zij is, zij kwam zomaar op
duiken". In dit boek vertelt de
Amerikaanse hoe zij, afgestu
deerd in de psychologie en na
een stage in de Staatsgevange-
Mary Ann Harbert.
nis, uit een soort avonturiers-
zucht met Jerry McLaughlan
vanuit Hongkong een zeereis
met eigen boot gaat maken.
Dichtbij de kust worden beiden
geënterd, omdat ze zich in ver
boden water zouden bevinden.
Daarna volgt het relaas van de
gevangenschap, in het begin nog
beiden gezamenlijk, naderhand
gescheiden. Mary Ann over
leefde het, van Jerry McLaugh
lan, die niet terugkeerde, blijft
het de vraag. Aanvankelijk een
niet zo'n opzienbarend verhaal,
dat zich alleen beweegt tussen
Mary Ann en haar oppassers en
oppastei s, die een niet zo intelli
gente indruk maken en drijven
op een soort Maoïstische cada-
verdiscipline. De gebeurtenis
sen van de gevangene met haar
poes tussen de muren van haar
kamer zijn niet erg opwindend.
Waarover je je het meest kunt
verbazen is de wijze waarop zo
iets mogelijk is. Afgesloten van
de buitenwereld wordt iemand
op een nogal stompzinnige wijze
bewaakt „om wat? ...terwijl
zich, noch vanuit Amerika noch
in China mensen om haar schij
nen te bekommeren.
•Het meest frapperend zijn de
ondervragingen, die zij moest
ondergaan. Een staaltje van tó
taal anders denken in oost en
west. Als psychologe had Mary
Ann greep op een aantal proees
sen, die zich in haar afspeelde,
hoe zij langzamerhand - door
die hersenspoelingen - Chinees
begon te denken. Ze wordt ziek
en komt in een ziekenhuis te
recht. Je verneemt iets van de
totaal andere manier waarop in
dal China de zieke mens bena
derd wordt - maar daarover is al
veel andere lectuur verschenen.
Het verhaal van Mary Ann is
een niet opzienbarend, maar wel
intrigerend verslag van dingen,
die zich iedere dag afspelen op
deze wereld. Een schrijnende
getuigenis van wat mensen el
kaar aandoen. In dit geval heeft
het ook te maken met de botsing
tussen oost en west als culturele
(en daardoor politieke) tegen
hangers van elkaar. De inhoud
van een dergelijk verslag kan je
toch weer aan het denken zetten
over de wijze waarop mensen op
deze wereld met elkaar samen
leven en het verblijf op deze
aarde vaak tot een nel maken.
Wat kun je daaraan doen?
H.E.