right or wrong.... I SOPHIA BLIJFT UITERLIJK Driemaal Midden-Oosten conflict De "rotzorg" om de landschappen P Leven in de middel eeuwen bij uitstej* STOERE JONGENS TIJD in j Mao-China kunst cultuur 1 r, show, show! ~V.ó. VOORDE ïe dees Irvaet oek I norgen [/ken. Vergelijken. Kom u rn over de praktische ideeén Wingrijkheid van tie Simca- Icteyrs. Kom vooral 1iden. |n... het oordeel is aan u! Tel. 01 *40-2878 leuzen - Tel. 01150-2035 et - Tel. 01152-400 ■R CHRYSLER NEDERLAND ■"y Gentsestraat 56 Gentsestraat 52 Gentsestraat 24 Gentsestraat 23 Gentsestraat 20 Gentsestraat 18 Gentsestraat 16 Gentsestraat 15 Gentsestraat 14 Gentsestraat 12 Gentsestraat 11 Gentsestraat 10 Gentsestraat 7 Gentsestraat 6 Gentsestraat 1 Corn, de Vosplein 4-6 Houtmarkt 5 Kleine Bagijnestraat 11 Kleine Bagijnestraat 3 Lange Nieuwstraat 12 Lange Nieuwstraat 16 Lange Nieuwstraat 26 Grote Bagijnestraat 7 Korte Nieuwstraat 21 Korte Nieuwstraat 11 Steenstraat 3 Steenstraat 13 Steenstraat 15 Steenstraat 19 Steenstraat 23 Steenstraat 8 Steenstraat 10 Steenstraat I2 Vismarkt6 Vismarkt6 Vismarkt 10 „Trefpunt" koopcentra"1 „Trefpunt" kbopcentru"1 „Trefpunt" koopcentra"1 Bierkaaistraat 10 Bierkaaistraat12 Bierkaaistraat 25 Overdamstraat 1* v. Wisberghestraat 67 V. Waesberghestraat 5» v Waesberghestraat 5 v. Waesberghestraat v. Waesberghestraat! v. Waesberghestraat^ v. Waesberghestraat v. Waesberghestraat 1' Et is over het conflict in het Midden-Oosten, de strijd en voortdu- nde spanning tussen de Arabische wereld (inclusief de Palestij- a 1 en Israël, enorm veel geschreven. Veel van wat gepubliceerd is "n dagelijks in de kranten over dit probleem verschijnt, gebeurt vanuit een bepaalde partijdigheid. Of omdat men direct bij het conflict betrokken is of omdat men op grond van culturele, gods dienstige, ideologische of andere overwegingen een gevoel van ver bondenheid voelt of heeft met één der partijen. Dit laatste is wel licht bij het conflict in het Midden-Oosten meer dan bij alle andere internationale conflicten - waarover de emoties toch ook hoog kun nen oplaaien - het geval. Onder het geschrevene tref je vee! aan dat de toets van de objectiviteit - hoor en wederhoor, begrip voor eikaars standpunten enz. - kan doorstaan, maar niettemin staat in laatste instantie de keuze vast: Bight or wrong my country. Palestijnse guerrilla-strijders in de straten van Beiroet. Bijna twintig jaar geleden heeft Arthur Koestier in zijn magnifieke boek over het Midden-Oosten, oegespitst op de Palestijnse kwestie, „Promise and fulfillment" het dilemma kernachtig verwoord: „De ge schiedenis", schreef hij, „kan niet alleen worden beoordeeld met een rigide ethische code. Zij kan alleen worden voorgesteld op de wijze van een Griekse tra gedie. waarin de antagonisten beiden gelijk hebben binnen hun eigen referentiekader. In de tragedie van joden en Arabieren in Palestina hebben beiden ge lijk en de toeschouwer kan niets anders dan zijn sympathie schenken aan de een of de ander, al naar gelang zijn subjectieve waarden en emotioneel voor oordeel". Met andere woorden: Beide partijen hebben gelijk. Zoiets wordt in onze wereld als een ho peloze zaak ervaren omdat con flicten waarin beide partijen ge lijk hebben, niet op te lossen zijn. En aangezien mensen niet van onoplosbare problemen houden, zoeken zij - hun eigen vooroordeel volgend - een goede en kwade partij, the good and the bad guy zoals in de western. Aldus ontstaat er emotioneel een oplossing, want het goede wint altijd van het kwade. Dat de geschiedenis zich vol trekt langs andere lijnen en wetmatigheden is duidelijk en wordt duidelijk uit drie recente boeken, die elk vanuit een an dere optiek en met verschillende aanpak het Midden-Oosten con flict tot onderwerp hebben. De drie boeken hebben één ding misschien gemeen. De schrijvers ervan ontkomen er niet aan aan te duiden waar zij, als het erop aan komt, staan, hoe subtiel en genuanceerd hun opvattingen ook onder woorden zijn ge bracht. 1 „Het Konflikt in het Midden-Oosten" door P.J.A. IDENBURG EN P.J. GEEL KERKEN (Uitgeverij In den To ren - 8,90) is het eindprodukt van een werkcollege van studen ten in de politicologie aan de Vrije Universiteit. Het bevat de historische achtergronden van het conflict, de dilemma's van de Arabische landen en Israël, de Palestijnse kwestie en probeert zeer voorzichtig en met zeer veel slagen om de arm, met alle be grip voor en nadruk ook op psy chologische factoren, die het conflict zo complex maken, en kele perspectieven te evalueren. Zeer accuraat werk. De conclusie van Idenburg en Geelkerken: „Bijna alle partijen spelen op tijd. In de hoop dat deze tijd met hen zal zijn, maar misschien ook omdat ze eigen lijk geen werkelijke oplossing zien. Intussen reizen ambassa deurs van hoofdstad naar hoofdstad, vaardigen de Ver enigde Naties resolutie na reso lutie uit. Misschien falen alle vredesinitiatieven wel omdat zij in wezen aan de oppervlakte blijven en er te weinig van uit gaan dat vooreen werkelijke op lossing ook iets wezenlijks nieuws tot stand gebracht moet worden. Het zou niet de eerste keer in de geschiedenis zijn dat een vraagstuk, dat voor iedereen onoplosbaar scheen, een keer- fmnt iri de geschiedenis zou öp- everen, omdat het de mensen tot de conclusie bracht dat de middelen waarmee zij tot dan toe gewerkt hadden eenvoudig niet langer meer adequaat wa ren voor de oplossing van de grote problemen van hun tijd (pag. 114)". Als „een van die tact tussen Israëli's en Arabie ren teneinde de enorme cultu rele kloof (en het hieruit voor tspruitende onbegrip over en weer) te overbruggen. Een boek, dat bijdraagt tot een zinnige discussie over de Midden- Oosten problematiek, „HET MIDDEN-OOSTEN" door HARRY VAN MIERLO (Uitgeverij Agathon - 12,-) probeert begrip te kweken voor de Arabieren. „Mijn boekje gaat over een aantal aspecten van het Midden-Oosten, die doorgaans verkeerd beoordeeld worden zegt Van Mierlo, die correspon dent in Beiroet is, ter verant woording. Dat mag best waar zijn, maar zijn boek is mij wat te gelijkhebberig van toon en het kan een zekere eenzijdigheid niet ontzegd worden. Details worden soms tot hoofdzaken gebombardeerd en vanuit de tails en ervaringen worden (bij voorbeeld in het hoofdstuk over anti-semitisme) verregaande conclusies getrokken, waarover ik mijn twijfels heb. Daartegenover staat dat Van Mierlo nietsohroomt kritiek uit te oefenen op Arabische leiders en hun regeringsstelsels. Het boek kan zeker een aantal voor oordelen en misvattingen over de Arabische wereld wegnemen, als men tenminste nog niet wist, dat Arabieren, evenals negers, ook mensen zijn en niet alleen een stelletje fanatici in lange, witte soepiurken. HET MIDDEN-OOSTEN KONFLIKT, illusies en realitei ten (Uitgave: Van Gorcum en Comp B. V. Assen, prijs 18,-) is een verslag van de commissie Midden-Oosten ingesteld door de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties. Een goed, fair en zeer compleet verslag, waarin de kloof die gaapt tussen de verschillende opvattingen en de emotionele betrokkenheid van partijen duidelijk tot uit drukking komen in de bijdragen van de Arabische (drs. M. Suudi, wetenschappelijk medewerker aan het Midden-Oosten Insti tuut aan de GU te Amsterdam) en joods (mr. R.A. Levisson, di recteur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Is raël) leden van de commissie. Het belang dat het bestaan van de staat Israël heeft voor de joden' in de gehele wereld, te be grijpen tegenm de achtergrond van de gevoelsmatige band van joden met Palestina en de gru welijke ervaringen opgedaan in de lange historie van discrimi natie en vervolging. Maar ook de sterke drang naar eenheid en onderlinge solidariteit bij de Arabieren na eeuwenlange overheersing door de Turken en westerse kolonisatie én het stre ven naar een eigen nationale identiteit, waarop immigratie op grote schaal van joden naar Palestina én het streven naar eep autonome joodse staat als een inbreuk worden beschouwd. En niet in de laatste plaats de gevoelens van immense frustra tie en wanhoop bij de Palestij- nen die de Joodse immigratie en het bestaan van de staat Israël als een voortdurende agressie tegen de autochtone bevolking ervaren. Nogmaals een fair en eerlijk verslag, waarin de voortreffe lijke bijdragen van dr. P. Kor- teweg, lt. gen. b.d. Th. Mathon, prof. dr. B. Landheer en mr. P. Teunissen zeker vermeld moe ten worden. Voor een onbevan gen inzicht in de problematiek van het Midden-Oosten een uit nemende handleiding. Nog één opmerking: veel boe ken over het Midden-Oosten zijn erg academisch van aard. Als we ons op de bodem van de realiteit plaatsen moeten we zeggen: de staat Israël, gelegali seerd door de Verenigde Naties, is er en de politieke werkelijk heid van Israël Is onloochen baar. Maar misschien ben je dan al weer beland in je persoonlijke ln-laatste-instantie-positle. Als je de drie bovenstaande boeken doorgeworsteld hebt, heb je wel de neiging om met de bekende Amerikaanse journa list I.F. Stone te verzuchten: „Als God, zoals sommigen zeg gen dood is, dan is Hij ongetwij feld doodgegaan aan zijn pogm- gen om voor het Arabisch- ioodse probleem een billijke op lossing te vinden". ANTON THEUNISSEN „Een natuurgetrouw beeld van de middeleeuwse mens", staat er op de voorflap, en dat belooft heel wat. Want wat staat er nog méér over die periode in ons schoolgeheugen opgetekend dan dat Karei de Grote toen leefde, de „Mariken" werd ge schreven, en dat de mens gods gericht en gemeenschapsgezlnd leefde? En wat voor nut heeft het, ons geheugen met die feiten te belasten, als niet mede de con text, het maatschappijbeeld van weleer, aan ons wordt overge dragen? In de inleiding schrijft Eileen: „Juist de idee dat de geschiede nis over de doden handelt of, nog erger, over bewegingen en toe standen die slechts in vage rela tie staan tot de werken en pas sies van vlees en bloed, heeft de geschiedenis van de boeken planken verdreven waar de his torische roman nog steeds een welkome plaats vindt." Deze woorden maken duidelijk wat de schrijfster wil: het verleden tot leven wekken, „onze vaderen naar hun geslachten te doen her leven", concrete gegevens sa mensmelten tot een boeiend re laas. „Er zijn geen doden", dient steeds het motto van de ge schiedschrijver te zijn". Om dit verleden op doelmati ger wijze doen herleven, ge bruikt Eileen het persoonlijke leven van enkele „gewone" middeleeuwers, en ieder van hen representeert zijn eigen klasse. Zo is er Bodo, een landbouwer uit de negende eeuw, die ons een dagje meeneemt; Marco Polo, die ons over de Venetiaanse handel en de eerste ontdek kingstochten vertelt; Madame Eglantine, die als priores met het kloosterleven stoeit; de Pa- rijse menagier uit de veertiende eeuw vertelt'ons hoe zijn vrouw zich behoort te gedragen; Tho mas Betson laat zien welke be langrijke gebeurtenissen* in de vijftiende eeuw aan de unieke Engelse wol te danken zijn; en Thomas Paycock vertelt over de ontwikkeling van de lakenin dustrie in de zestiende eeyw. En toch wordt Eileen Power geen romanschrijfster: zij is en blijft historicus. En het verschil tussen een literair schrijver en een geschiedschrijver ligt daar in, dat eerstgenoemde mag in terpreteren, verbeelden, het hart mag laten spreken; terwijl de historicus zich houden moet aan wat geweten is: aan de con crete, gegeven feiten. Eileen Power wil de twee die nen: naast de taak als geschied- schrijfster legt zij zich de taak op de geschiedenis tot leven te wekken, en soms lijkt het erop dat zij beide doelen mist. Dan worden de feiten overbodig, de gevoelens ongeloofwaardig. Zo wordt de figuur van Bodo maar moeizaam uit de stoffige archieven bij elkaar geraapt, en met allerlei tijdsverschijnselen beplakt, (ook was Bodo een bij gelovig schepsel.Erg levendig wordt hij er als persoon zeker niet van, ook als Eileen dan toch probeert zijn privéleven erbij te betrekken; („Stellig had Bodo gevoelens in overvloed, en bo vendien zeer sterke".). Haai' po gingen öm een levend wezen te scheppen, is weggegooide moei te. Dat Bodo het koud had, dat hij jager wilde worden, of kwaad was omdat hij op 's mees ters akkers moest werken, klinkt dan geforceerd, ver ge zocht, en tussen hem en de gege vens over zijn tijd, ligt maar een ijl en pover verband. Maar soms ook vloeit de in formatie wél harmonisch samen met de loop van het verhaal. Madame Eglantine, de priores, wordt een interessant wezentje. Misschien dankt zij dat ook wel juist aan haar ondeugd, want wil niet het lot, dat wij ons juist tot die historische figuren het sterkst aangetrokken voelen, die zich niet onderwierpen aan wet en gebod? MIEKE NUIJEN EILEEN POWER: HET DA GELIJKS LEVEN IN DE MID DELEEUWEN Aulaboeken 543; uitg. Het Spectrum Prijs f 8,50 Sophia Loren....Door miljoe nen over de gehele wereld aan beden alleen vanwege haar uit erlijk, zoals dat op het witte doek overkomt en hoogst waar schijnlijk veel minder om haar artistieke prestaties. Sophia is dan ook de laatste vrouw op wie de benaming ster van betrek king is, want de nieuwe filmactrice-generatie manifes teert zich op de eerste plaats als een van scheppende kunstena ressen. Deze wil niet in eerste instantie haar uiterlijk verko pen, hoewel dat natuurlijk nog altijd van het grootste belang is, maar creëert veeleer vanuit in nerlijke bewogenheid een func tionele rol. Rond deze actrices worden nauwelijks nog damesbladver- halen geschreven, maar met Sophia Loren was en is dat an ders. Haar sterrendom, omringd door rijkdom, luxe een als ro mantisch gepresenteerd huwe lijk, de moeilijke geboorte van haar zoons....dat alles werd in geuren en kleuren over haar aanbidders heen gestort. Het ware kom je natuurlijk nooit te weten en hetzelfde is weer eens het geval bij de „intieme biogra fie" die ene Donald Zee - kenne lijk een intimus van Sophia - heeft geschreven. In de Aula-reeks wetenschap pelijk werk zijn twee dikke de- len (her)verschenen over het ontstaan, de wetenschappelijke betekenis en de belevings waarde van „DE NEDER LANDSE LANDSCHAPPEN boor DR. H. A. VISSCHER. Het eerste deel (238 pagina's) be handelt de natuurlijke en cul- tuurlijke gesteldheid van de ou- clere delen van Nederland en de waarde van deze landschappen voor aardwetenschappen, bio logie, cultuurgeschiedenis en voor de ontspanning zoekende mens. voor de recreatie dus. Het tweede deel (224 pagina's) be handelt vanaf hetzelfde ver- Lokpunt de natuurlijke en cul- uurlijke gesteldheid van de polderlandschappen en de duin streek langs de kust. Br. H. A. Visscher, de auteur van de beide boeken, werkt al -wruime tijd bij het ministerie m CRM, als landschapsdes- kiindige van &e afdeling die de -Nederlandse natuur- en cul tuurlandschappen inventari seert. Hij heeft vanuit die func- e Logal wat vakkennis in zijn oeken kunnen stoppen, en dat eelt ze tot werken gemaakt van wil hoog wetenschappelijk go- h^t€. Dat js aan éon kant een vereiste geweest, omdat hij als landschapsdeskundige alle reerst een systematische inven tarisatie van allerlei landschap pen heeft moeten verzorgen, beide boeken best een iets min der wetenschappelijk karakter mogen dragen, in die zin dat ze wel voor een wat groter publiek toegankelijk gemaakt hadden Het lief^k^landschap bedreigd. vervolgens omdat hij die land schappen heeft aan moeten wij zen, die uit aardwetenschappe- lijk, biologisch en/of cultuurhis torisch oogpunt bescherming verdienen. Aan de andere kant hadden de kunnen worden. De beide Aula-delen zouden beslist te kort gedaan worden, wanneer ze enkel door wat gezagdragende liguren werden gelezen. De kans echter dat de beide handwerken veel verder reiken, is gering. Misschien dut een enkele stu dent met de moed der wanhoop - omdat hij tóch een scriptie moet maken - er nog aan begint, maar zeker de ontspanning zoekende mens" zal het na tien pagina's een rotzorg zijn wat er verder nog komt. En dat is jammer, omdat de Nederlandse land schappen behalve misschien een grote aardwetenschappelijke waarde voor enkelen, een nog veel grotere biologische, of zo 11 wilt: recreatieve waarde heb ben. Dr. Visscher onderschrijft dat wel, maar hij heeft er in zijn beide boeken verder niet naar gehandeld. Het is natuurlijk prachtig om regeringsleiders en bestuurders op lokaal en provinciaal niveau met veel omhaal van woorden en goed gestaafd door klinkende bewijzen duidelijk te maken, waaróm ze die ouwe beuk bij de dorpsvijver moeten laten staan, en waaróm ze een op het oog on betekenend zandruggetje intakt moeten laten. Maar in Neder land handelen ook die bestuur ders nog altijd volgens het de mocratische principe van de wil van de meerderheid, en die meerderheid zal dus eerst het hoe en waarom van dat boompje en zandruggetje moeten duide lijk gemaakt worden. Zoniet, dan verdwijnen het boompje en het zandruggetje tégen de wil van dr. Visscher en de inmiddels bekeerde bestuurderen in. Mogelijk vindt dr. Visscher de komende jaren nog eens de tijd zijn ideeën over de Nederlandse landschappen in een meer populair-wetenschappelijke vorm te gieten. De technische en Informatieve lakunes die zijn eerste werk over het Neder landse landschap nog gehad mag hebbén (Aula-paperback 6) zijn al weggewerkt, het komt er nu alleen nog op aan een zo groot mogelijk gehoor te vinden. Nieuwe elementen, zoals de kolkgaten van het smeltwater die van kort na de ijstijd tot nu toe bewaard zijn gebleven, bie den dan prachtig ullustratief materiaal. Voor veel uitleg is een halve krantekolom ook beslist niet toereikend... TRANS BOOGAARD Aula-paperbacks 32 en 33, „De Nederlandse landschap pen" door dr. H. A. Visscher. Het wetenschappelijke boek (Uitge verij Het Spectrum, f 25 pur stuk). In een niet onverdienstelijk, vaak lyrisch proza, beschrijft hij de keiharde, ambitieuze weg, die het meisje uit Napels, onder invloed van haar zeldzaam ij- dele en eerzuchtige moeder, voor zichzelf uitstippelde naar de hoogste toppen van de roem. Een boek, waarin je steeds we zenlijke dingen over Sophia denkt tegen te komen, maar waarinhet toch weer uitsluitend uitdraait op enkele verrukte uit spraken van beroemde mannen, die met haar werkten; uitspra ken, die herhaaldelijk - in wisse lende bewoordingen - opnieuw worden gehanteerd, zodat het boek wel de helft dunner had kunnen zijn. Saillante uitspraken doet Sophia's moeder hier en daar; een vrouw, die zelf aan schoon heidswedstrijden meedeed en er zich in beijverde op Greta Garbo te lijken. Maar de interviews met de ster zelf zijn beperkt ge bleven tot algemeenheden, die haar privacy niet in het minst aantasten, terwijl Zee zijn eigen gefascineerdheid door Lorens uiterlijk niet onder stoelen of banken steekt door er voortdu rend bewonderend over te schrijven. „Sophia" door Donald Zee (uitgeverij In den Toren, f. 15.-) M.M. Sophia Loren. „Peter Paulus Rubens" door Donald Braider. Uitgave: Fo rum Boekerij Ad. M. C. Stok Zuid-Hollandsche Uitgever smaatschappij. Behalve een geniaal schilder was Peter Paulus Rubens (1577 - 1640) een niet minder geniaal diplomaat en als zoda nig heeft hij dan ook zijn rol in het ingewikkelde schaakspel van de dynastieën in de eerste helft van de 15e eeuw meeges peeld. Omstreeks 1622, toen Ma ria de Medici hem naar Parijs ontbood, zijn zijn diplomatieke activiteiten begonnen, die hem o.m. naar Londen, Madrid en Rome voerden. Zijn oevre als schilder is dan ook .voor een be langrijk deel een weerspiegel ifrg van zijn carrière als diplomaat, die hij dankte aan zijn charme, zijn uitbundige levenslust en zijn- geniale veelzijdigheid. Daarmee wist hij deuren te ope nen, die voor anderen gesloten bleven. Het grote levensavon tuur van het genie Rubens als schilder van religieuze en my thologische onderwerpen van portretten en landschappen maar ook als diplomaat wordt op een aantrekkelijke en boei ende wijze beschreven in het boek van Donald Braider: „Pe ter Paulus Rubens". Rubens komt uit dit boek tevoorschijn als een man, die het leven in al zijn facetten uitbundig heeft be leefd en genoten. Het boek is verlucht met een reeks zwart wit reprodukties van schilde rijen, tekeningen en ook gravu res, die naar zijn werken werden gemaakt en die hem over de hele wereld beroemd hebben ge maakt. Bij de Europese Bibliotheek in Zaltbommel (de uitgeverij van de welbekende serie dorpen en steden in oude ansichten) is een boek verschenen dat ruim 150 ansichten bevat over de Nederlandse pad vinderij tussen de oprichting aan het begin van deze eeuw en de Wereldjamboree die in 1937 in Nederland werd gehouden. En om maar met dat laatste te beginnen: talrijk zijn de foto's van de manifestatie die ruim 27000 padvinders en padvindsters uit de hele wereld naar het kleine plaatsje Vogelenzang trok, vanaf de eerste propaganda-bijeenkomst waar uit volle borst het liedje JLï negentien-drie-zeven, dan zul je wat beleven, dan komt de jambo ree naar Nederland j-a-m-b-o-r-e-e, jamboriehiehiehie") tot en met de slotbijeenkomst waarop de grote voorman van de interna tionale pad vind er be weging, Lord Baden Powell, naast de massa padvinders onder meer de in het gras gezeten prins Bernhard en prinses Juliana toespreekt. Daartussenin foto's van padvinders uit Zwitserland, Polen, Amerika, Hongarije, Egypte, Mexico, van Saba en uit Indië. En een overzichtsfoto van het Marktplein op het jam boreeterrein compleet met scout-shop, bank, postkantoor, reisbu reau, persbureau, apotheek en wasserij. Maar ook uit de beginpe riode van de verkennerij zijn er alleraardigste foto's. Vaak komt een militair aandoende discipline tot uitdrukking die alleen maar ver sterkt wordt door de uniformen en de vaste attributen van de verkenner: bijl, lasso, stok, riem, trom, hoorn, fluit, vendels en vooral de karakteristieke cowboy-achtige hoed. Niet-verkenners geeft dit boekje zeker een aardige kijk achter de verkennersschermen van weleer en voor verkenners is het zonder meer een prentenboek dat herinneringen op zal roepen van tenten kampen, patrouilles en die gezellige jamboree van 1937. „De Padvinderij in oude ansichten", door J.H. van der Steen, Euro pese Bibliotheek, 26.90. Velen in het westen zijn op dit moment geïnteresseerd in een aantal maatschappelijke patro nen en ontwikkelingen in China. Een enkeling kan er een kijkje gaan nemen en vertelt erover. Geheel ongewild kwam MARY ANN HARBERT op de hoogte van een aantal aspecten van het hedendaagse leven in de Chinese Volksrepubliek, omdat zij drie en een half jaar, op verdenking van spionage, gevangen zat. Van die periode doet zij verslag in Captivity, how I survived (1973), dat nu verscheen in de Neder landse vertaling van Martin Bo- umer: GEVANGENSCHAP - 44 maanden op verdenking van spionage in de Volksrepubliek 'China _,(uitg. In den Toren f 18.50). Het boek maakt de indruk niet rancuneus te Iz.ijn geschreven, maar een vrij reëel verslag te ge ven van een avontuur met nogal vervelende kantjes. Daarbij ge eft het dan een indruk van een aantal Maoïstische denkwijzen, die principieel aantrekkelijk en gezond lijken, maar in de dage lijkse praktijk rond Mary Ann Harbert allesbehalve prettige consequenties hadden. Toen Kissinger in 1971 China bezocht werden ei- twee Ameri kanen verdacht van spionage vrijgelaten. Bekend was. dat Fecteau en Downey in China vastzaten. Fecteau werd de grens overgezet in gezelschap van Mary Ann, voor wie Fecteau een onbekende was. Downey was er niet bij en van Mary Ann verklaarde een woordvoerder van de regering: „We weten niet wie zij is, zij kwam zomaar op duiken". In dit boek vertelt de Amerikaanse hoe zij, afgestu deerd in de psychologie en na een stage in de Staatsgevange- Mary Ann Harbert. nis, uit een soort avonturiers- zucht met Jerry McLaughlan vanuit Hongkong een zeereis met eigen boot gaat maken. Dichtbij de kust worden beiden geënterd, omdat ze zich in ver boden water zouden bevinden. Daarna volgt het relaas van de gevangenschap, in het begin nog beiden gezamenlijk, naderhand gescheiden. Mary Ann over leefde het, van Jerry McLaugh lan, die niet terugkeerde, blijft het de vraag. Aanvankelijk een niet zo'n opzienbarend verhaal, dat zich alleen beweegt tussen Mary Ann en haar oppassers en oppastei s, die een niet zo intelli gente indruk maken en drijven op een soort Maoïstische cada- verdiscipline. De gebeurtenis sen van de gevangene met haar poes tussen de muren van haar kamer zijn niet erg opwindend. Waarover je je het meest kunt verbazen is de wijze waarop zo iets mogelijk is. Afgesloten van de buitenwereld wordt iemand op een nogal stompzinnige wijze bewaakt „om wat? ...terwijl zich, noch vanuit Amerika noch in China mensen om haar schij nen te bekommeren. •Het meest frapperend zijn de ondervragingen, die zij moest ondergaan. Een staaltje van tó taal anders denken in oost en west. Als psychologe had Mary Ann greep op een aantal proees sen, die zich in haar afspeelde, hoe zij langzamerhand - door die hersenspoelingen - Chinees begon te denken. Ze wordt ziek en komt in een ziekenhuis te recht. Je verneemt iets van de totaal andere manier waarop in dal China de zieke mens bena derd wordt - maar daarover is al veel andere lectuur verschenen. Het verhaal van Mary Ann is een niet opzienbarend, maar wel intrigerend verslag van dingen, die zich iedere dag afspelen op deze wereld. Een schrijnende getuigenis van wat mensen el kaar aandoen. In dit geval heeft het ook te maken met de botsing tussen oost en west als culturele (en daardoor politieke) tegen hangers van elkaar. De inhoud van een dergelijk verslag kan je toch weer aan het denken zetten over de wijze waarop mensen op deze wereld met elkaar samen leven en het verblijf op deze aarde vaak tot een nel maken. Wat kun je daaraan doen? H.E.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 19