1HÜ
trekvogels (1*
CV en
droge lucht
Parlement
V'pTir r
m m
nn rr
djO
LI2L
Drr "tir
bij m
N 1
w O I
z
AL SEDERT eeuwen heeft de mens
getracht de geheimen van de vogel
trek te ontdekken. Vaak werden de
meest onzinnige verklaringen gege
ven. Zo beweerde de Griekse wijs
geer Aristoteles, dat ze 's winters
veranderen in andere dieren. In de
middeleeuwen vond men deze ver
klaring toch wat te gortig en zei men
dat b.v. zwaluwen in het begin van
de koude-periode in de modder
kruipen, om vervolgens in het voor
jaar weer „uitgeslapen" te voor
schijn te komen. Het natuurvolk - de
Tartaren - begrepen er al iets meer
van. Volgens hen droegen de grote
vogels, de kleinen op hun rug en
vleugels over de zee, op zoek naar
een warmer klimaat. Ook velen den
ken nu nog dat dit dé oorzaak is van
de grote trek, die ieder najaar weer
plaatsvindt. De trekvogel gaat ech
ter niet uit gebrek aan voedsel, noch
gedwongen door de kou, weg. Sinds
1949 weten we door onderzoekingen
van o.a. de Nederlander Kramer, dat
deze trek het gevolg is van een perio
diek optredend instinct. Hoewel dit
bij veel vogels in het najaar optreedt,
zijn er ook, die al in de zomer naar
hun winterkwartieren trekken.
Merkwaardig hierbij is dat de trek
vogels niet alleen weer de zelfde
richting volgen, maar ook weer in
staat blijken hun broedgebied terug
te vinden. Dit is o.a. bewezen door de'
vogels naar voor hen volkomen on
bekende streken te brengen. Van
daar uit wisten zij feilloos hun weg
ofwel route terug te vinden.
Het was Kramer die ontdekte dat de
vogels zich bij hun trek oriënteren op
de zonnestand en hij noemde dit
„kompasgerichtheid". Daarnaast
ontdekte hij ook dat de vogels die
door de een of andere oorzaak ver uit
hun koers waren geraakt, toch in
staat bleken op de plaats van be
stemming aan te komen.
Hij oordeelde dat er naast de „kom
pasgerichtheid" nog iets anders
moest zijn waardoor deze vogels hun
weg vinden. Dit noemde hij oriënta
tiegerichtheid. Voor de vaak zeer in
gewikkelde trekroutes heeft men
echter nog altijd geen verklaring ge
vonden en zij kunnen niet vanuit de
voornoemde „vermogens verklaard
worden. (Wordt vervolgd).
G. DE WIT
NOG EVEN en we stoken weer vo
lop. En dat betekent in veel huizen
(te) droge lucht, met als gevolg
hoofdpijn, droge keel, pijn in de
borst of andere vage klachten.
Laat ik voorop stellen dat een bakje
water aan de verwarming weinig zo
den aan de dijk zet: er verdampt ge
woon te weinig, doordat het water,
niet warm genoeg wordt. En mensen
die een open keuken hebben kunnen
gewoon een keteltje water op het gas
laten stomen. Overigens: brandend
gas produceert sowieso al water
damp.
Warme lucht kan meer vocht bevat
ten dan koude lucht. Bij 15 graden
onder nul kan er b.v. maar één gram
in een kilo lucht, Maar bij 30 graden
boven nul 27 gram. Koude lucht
komt 's winters op alle mogelijke
manieren uw huis binnen en wordt
daar in korte 'tijd verwarmd. Gevolg:
overal vandaan trekt deze lucht
vocht aan dus wordt alles kurkd
roog. En wie dan denkt: „Ik zet wel
even een raampje open" komt hele
maal bedrogen uit, want dan wordt
het nog erger.
Beter is daarom eerst een hygrome
ter aan te schaffen die de vochtig
heid in de kamer precies aangeeft.
Het beste is een vochtigheid van 5-
0-65 pet. En daarvoor kan u eerder
genoemde waterketel gebruiken,
maar er zijn ook talloze luchtbe
vochtigers op de markt, die tussen de
100-600 gram vocht per uur kunnen
verwerken. Ook planten brengen
overigens vocht in de kamer.
In de handel zijn verstuivers, die
nogal lawaaiig zijn en op de meubels
een witte kalklaag vormen en ver
dampers met filters waardoor de
vochtigheid langzaam stijgt.
Voordeel hiervan is ook dat de filters
stof en rook opnemen. Je hoort ze
bijna niet. Dan zijn er ook nog
warmwater-verdampers in verschil
lende soorten. De Duitse consumen
tenbond raadden overigens vorig
jaar de verdampers met filters aan,
omdat die nooit verbrandingsge
vaar, teveel waterdamp, kalkneers-
lag geven en weinig stroom verbrui
ken.
In West-Duitsland zijn ook kamer
fonteintjes in de handel, zoals op
deze foto blijkt. Ook die doen uiter
aard wel iets aan de droge lucht en
het staat nog gezellig ook.
hans veldhuis
REEDS IN 1889 werd de Interparle
mentaire Unie gesticht, waarvan de
doelstelling van toen en nu luidde,
dat de conferenties van de parlemen
tariërs uit de aangesloten landen tot
stut en steun van de uitwisseling zou
dienen. Om uiteindelijk de zaak van
de vrede nader te komen. Zo heet dat
dan, hoewel in het daagse leven van
welke democratie dan ook er geen
jota van bemerkt wordt.
Dit jaar werd de 62-ste bijeenkomst
gehouden. En Londen ditmaal en ge
zeten op een zeer fragiel stoeltje
heeft de Britse koningin dit treffen
geopend.
Wat we eraan overgehouden heb
ben? Een spits vraagje voor staats
rechtgeleerden.
Philatelisten weten het antwoord
wel: een bijzonder goed geslaagde
postzegel van Richard Downer. Very
British, want de kleuren zijn bijzon
der decent en goed op elkaar afge
stemd te noemen. Voorgesteld heeft
men de moeder van alle parlementen
ter wereld: het Britse lagerhuis, dat
aan de Theems ligt. Dat water heeft
een donkerblauwige kleur, wellicht
om aan te geven dat onlangs de eer
ste zalm weer gesignaleerd werd.
Het House of Commons heeft in hel
dere tinten blauw en wit een zeer
smaakvolle achtergrond gekregen in
dat Theemswater en in het plavuizen-
grijs van de straat. In goud ziet de
koningin over haar onderdanen
heen.
Het Lagerhuis in Londen is in alle
onderdelen, aanzichten en detailte
keningen reeds vastgesteld. De
vogelvlucht-opname die Downer be
nutte heeft een zeer fraaie zegel
opgeleverd. De haakse brug geeft
een bijzonder reliëf aan het langge
rekte neogotische gebouw. De
waarde-aanduiding beneden links
en het koninginneprofiel rechts bo
venin breken net de vlakvulling van
water en straat.
Wat er eenvoudig uitziet als resul
taat, is het werk van een goed ontwer
per. Het werd met Britse degelijk
heid en zorgvuldigheid uitgewerkt
en uitgebracht. In de waarde van 12
pence. Dat is een luchtpostbrief. Zo
dat de artistieke waarde weldra opge
vijzeld zal worden door een flinke
stijging van de geldelijke waarde
van de zegel.
harry kolks
1. bedrag
3. jonge stier
5. klein vertrek
7. sneeuwslede
9. wereldtaal
18. zijrivier van de Wolga
11. lofdicht
12. snelle loop
13. wilde haver
14. bosje haar
15. schraal
16. atmosfeer overdruk
(alk.)
17. onverschrokken
18. vlas bewerken
19. rivier in de Sowjet-Unle
20. wisselgebed
24. aromatisch aftreksel
28. meetkundig begrip
32. haasten
36. voorzetsel
37. geneesmiddel
38. uit het geheugen ver
dwijnen
39. cilindervormig voorwerp
40. kloosteroverste
41. eveneens
42. dochter van Laban
43. bijwoord
44. voordat
45. plaats in Gelderland
46. oude vochtmaat
47. lidwoord
48. kloosterlinge
49. zandheuvel
50. loofboom
VERTIKAAL
1. wetsteen
2. torentje van moskee
3. in de voorste rij
4. wenteling
5. warmte-eenheid
6. aas
7. begiftigen
8. heerlijkheid van een
bron
21. berg op Kreta
22. wier
23. zijrivier van de Donau
25. zeepwater
26. achting
27. compagnie (alk.)
28. wrong
29. ter controle opnieuw me
ten
30. ahorn
31. kracht geven
32. stremmen
33. ontvangst
34. Griekse munteenheid
35. onzin
j van
vorige week:
DE PARTIJFRAGMENTEN die wij
vandaag behandelen zijn uit de Na
tionale Hoofdklasse.
Zwart: 2/4, 6, 8, 9, 11, 15/21, 24, 25.
F. Okrogelnik, Treebeek.
Wit: 26, 28, 29, 31/36,43, 45/50. J. de
Vries, Charlois.
Wit aan zet moet zorgen voor aan
sluiting met zijn voorposten en
speelde hier 43-38? Hij ziet het ge
vaar in deze explosieve stand niet
aankomen, want hier moest 50-44
gevolgd door 44-39 en daarna pas
43-38 en 48-43 waarna wit een posi
tioneel overwicht krijgt. Na 43-38
volgde (9-13) 49-43 of (17-22) (Met
deze zet had wit geen rekening ge
houden.) (26x27) op 28x17 (11x22)
26x28 (18.22) 28x17 (24-30) enz.
raakt wit 2 schijven achter.) (8-12!)
17x8 (3x12) 28x8 (24-30) 35x24
(19x26) 8x19 (20-24) 19x30 (25x23)
Wiuheeft een schijf verloren en een
tiental zetten later de partij.
Bekijken wé dan"nu het tweede dia
gram
i*
O O
i
p bj3 d l
Zwart: 3, 6,11,13/15,17/19, 24. E.J.
v. Dusseldorp, Bussum.
Wit: 22, 25, 27, 28, 33, 36, 38, 39, 43,
48. E. Passchier, Philips.
In deze variantrijke stand is de dam-
combinatie door (24-30) 25x34 (1-
8-23) 38-32 of (13-18) 22x24 (14-20)
28x19 (20x49) niet goed door 48-43
(49x38) 32x43. Ook kan de ketlings-
telling niet gehandhaaft blijven.
Zwart heeft keus tussen direct (1-
8-23) 25-20 (23x21) 20x18 (17x28)
33x32 (24-29!) 36-31 (21-27) 31-26
(39-33 (27x36) 33x13 (36-41) enz.
geeft zwart goede winstkansen). Na
31-26 (19-23) 27x31 (23x12) wordt
het remise. In de partij nam zwart
een andere variant met (11-16)
22x11 (6x17) 39-34 (17-21) 38-32
(18-23) 36-31 (24-29?) Zwart ziet het
niet meer, gewoon (21-26) is min
stens remise of wit nu de variant
25-20 (14x25) 33-29 enz: neemt of
besluit tot 27-22 (26x37) 32x41
(23x32) 22-18 (13x22) 33-29 (24x33)
43-38 (32x43) 48x17 enz. Na (24-29?)
33x24 (19x39) 28x8 (3x12) 43x34
(21-26) 25-20! (26x28) 20x9 (28-33)
9-3 (12-18) 3-17 zwart geeft het op.
Tot slot in cijferstand een leuk eind
spel.
Zwart: 2, 5, 11, 12, 14,17, 22, 27, 32.
W. F. Aliar, Lent.
Wit: 13, 26, 33, 36, 38, 41, 43, 44, 49.
A. Kooijmans, Utrecht.
Verloop: 41-37 (32x41) 36x47 (1-
2-18!) 33-28 (22x42) 13x31 (42-48)
44-39 (17-21!) 26x6 (48x26) 47-41
(2-7) 6-1 (26-48) 1x10 (5x14) 49-44
(14-19) 44-40 (19-24) 40-34 (48-42)
41-36 (42-37) 39-33 (37-23) 33-29
(24x33) 34-30 (23-46!) Wit geeft op.
jan edink
DRESSUURVERSCHIJSELEN bij
vissen is niet zo onbekend in ons
land. Bij ons is vooal de hengeldres-
suur van karper en snoek bekend.
Het betekent, dat als een vis een keer
gevangen is, hij zich niet meer zo
gemakkelijk een tweede keer laat
haken. Tijdens een test in een kar
pervijver werden de gevangen
exemplaren steeds teruggezet. Aan
het begin van de proef ving elke hen
gelaar gemiddeld één vis per uur.
Tegen het einde moest er voor iedere
karper maar liefst tien uur worden
gevist. De test toonde dus overduide
lijk aan dat een vis - en zeker de
karper - zeer gevoelig is voor nare
ervaringen van buitenaf. Een karper
hoeft zelfs niet eens gevangen te zijn.
Ook het verspeeld raken heeft in
vloed op de verdere vangbaarheid.
Snoeken vertonen dezelfde dres-
suurverschijnselen. Dat geldt echter
alleen voor het vissen met kunstaas
(spinners etc.) en niet met een aasvis
je. Massadressuur betekent dat niet
alleen de vis die een slechte ervaring
heeft gehad zich niet meer laat van
gen, maar dat hij bij een nieuwe
schrikreactie een hele school soort
genoten meeneemt. Lawaai in of aan
het water, het zien van iets, of het
gooien van een voorwerp in het wa
ter is voor de vissen voldoende om
deze onheilsplek voorlopig niet meer
te bezoeken. Dit komt vooral vaak
voor bij veel beviste plassen. Ook het
teugzetten van ondermaatse vis (een
must in Nederland) blijft niet zonder
gevolgen. Is een ondermaatse vis
Ook de snoek „vertoont" dressuur*
verschijnselen".
eenmaal gevangen, dan is het moei
lijk en in vele gevallen zelfs onmoge
lijk deze vis nog eens aan de haak te
krijgen. Hetzelfde geldt voor bo
venmaatse vis die wordt teruggezet
(vangstbeperking). Dit alles heeft tot
gevolg dat een water heel moeilijk
leeg te vissen is. Bij een visplas kan
dit zelfs leiden tot een overbezetting
van vissen, die niet gevangen kunnen
worden. (Een doodgevist water). Het
terugzetten van een vis die bij de
vangst gemakkelijk wordt bescha
digd, kan leiden tot ziekte van deze
en andere soorten en zelfs tot vis
sterfte. De slogan van de recht
geaarde sportvisser „Bewaar uw
sport voor later - Zet uw gevangen
vis terug", is dus niet zo voor de
handliggend. JEAN brandts
DE LAATSTE jaren vertoont het
schaakleven in Engeland een duide
lijk opwaartse lijn. Er verschijnen
veel schaakboeken op de markt, er
zijn veel toernooien en vooral de
jeugd is zeer actief. Jeugdkampioen
van Europa John Nunn (16) is van
Engelse origine evenals jeugdwe
reldkampioen Tony Miles (20)
Laatstgenoemde wordt misschien
nog eens de eerste Engelse groot
meester nu de officiële kampioen,
William Hartston, het al meermalen
net niet haalde. Miles scoorde zijn
eerste grootmeesterresultaat in een
door hem gewonnen wedstrijd te
Londen in augustus. Hij verloor
slechts een partij en wel van de Ne
derlandse kampioen Jan Timman,
die samen met de Hongaar Adorjan
de tweede plaats deelde. Op gevaar
af, te worden beticht van chauvi
nisme brengen wij deze partij.
Wit: Miles
Zwart: Timman
Engelse partij 1. c2-c4, Pg8-f6 2.g2-
g3, g7-g6 3. Lfl-g2, Lf8-g7 4. Pljl-c3,
0-0 5. Pgl-f3, d7-d5 6. c4xd5, Pf6xd5
7. 0-0, Pb8-c6 8. Ddl-b3, Pd5-b6 9.
d2-d3, Lc8-g4 (Zwart speelt niet di
rect e5 om niet te worden gestoord
door Lg5.) 10. Lcl-e3, e7-e5 11. Pc3-
e4 (Lg5 is nu tempoverlies: er volgt
het natuulijke Dd7), Lg4-e6 12.
Db3-c2, h7-h6 13. Pe4-c5, Le6-c8 14.
Dc2-b3 (Hier presteert de dame niet
veel. Beter lijkt Tacl, waardoor ook
e2 gedekt blijft), Pc6-d4 15. Pf3xd4,
e5xd4 16. Le3-d2, c7-c6 (Verlokt zijn
tegenstander tot:) 17. Ld2-a5, Dd8-
e7. (Maar na dit antwoord kan zwart
zijn achtergebleven ontwikkeling
gemakkelijk voltooien.) 18. La5xb6,
a7xb6 19. Db3xb6, De7xe2 20. Tal-el
(Niet Pxb7 wegens Tb8 en evenmin
Tfel wegens Txa2ü, bijv. Txe2,
Txal+, Lfl, Lh3 en mat!), De2-d2 21.
Pc5xb7, Ta8xa2 (Nu zou Tb8 niets
opleveren na Da5!) 22. Db6xc6,
Ta2xb2 23. Pb7-c5, Tb2-c2 (Na alle
vereenvoudigingen is wit lichtelijk
in het defensief geraakt. Het paard is
gepend en zijn d-pion behoeft extra
zorg.) 24. Dc6-d5 (Dd6, Db4.), Dd2-
a5 25. Tel-cl, Tc2-c3! 26. Tclxc3
(Zwart vrijpion wordt nu een macht
van betekenis maar wat kan wit an
ders doen? Er dreigde Td8 en ook Lf 5
gevolgd door Tc8.), d4xc3 27. Dd5-
c4, Lc8-f5 28. Pc5-b3, Da5-b6 29.
Lg2-d5 (Ook hiermee is zwart niet
van de volgende krachtzet af te
brengen:)
Tf8-c8! 30. Ld5xf7+ (An
ders verliest wit bij slechte stand
pion d3.), Kg8-f8! 31. Dc4-d5, Tc8-
d8 32. Dd5-c4, Lf5xd3 33. Dc4-f4
(Hoe wit zich ook wendt of keert: hij
verliest materiaal na:) Db6-f6! 34.
Df4-c7, Df6-e7! Wit geeft het op.
constant orbaan
HET ZOU overdreven zijn te bewe
ren, dat ons volkslied zich in een
grote populariteit mag verheugen.
De meeste Nederlanders weten wel
dat de tekst wordt toegeschreven
aan Marnix. van St. Aldegonde en er
zullen ook no- wel vaderlandslie
vende figuren zijn die weten dat
HET WILHELMUS een z.g. acrosti
chon is, - de eerste letters van de 15
coupletten vormen namelijk de
naam Willem van Nassov' maar
hoeveel Nederlanders zouden al deze
couplettert uit volle borst kunnen
meezingen? Niet veel, denken wij zo,
maar toch nog altijd meer dan het
aantal Grieken, dat de tekst van him
volkslied uit het hoofd kent. Dit door
Koning George I in 1864 gekozen
volkslied bestaat namelijk uit 158
coupletten en een complete uitvoer
ing duurt meer dan twee uur. Men
volstaat daarom doorgaans met de
eerste drie coupletten.
Mocht u een dezer dagen een bezoek
brengen aan de Malediven - een ei
landengroep in de Arabische zee -
dan hoeft u daar tijdens het spelen
van het volkslied niet met de mond
vol tanden te staan. Want ook al kunt
U de tekst niet meezingen, U kunt de
melodie ongetwijfeld meeneurieën.
Het is namelijk de ook bij ons zo be
kende melodie, waarmee de Engel
sen het nieuwe jaar inluiden: „Auld
lang syne".
Het gebeurt wel meer dat men voor
een volkslied een reeds bestaande
melodie gebruikt. Het volkslied van
Wales, het heroïsche „Land of my
fathers" kan men ook in Bretagne
horen, maar dan natuurlijk met een
andere, zo hier en daar zelfs pikante,
tekst. Het is een eeuwenoud Bretons
volksliedje over een boerendeerne,
die niet weet aan wie zij haar gun
sten moet schenken; aan de oude
boer, de rijke zoon of de knappe
knecht en er uiteindelijk met een
rondtrekkende muzikant vandoor
gaat.
Het bekendste volkslied is het En
gelse God save the Queen. Over de
gehele wereld zijn talrijke variaties
bekend. Zo wordt het in Zwitserland
vaak gespeeld bij officiële gebeurte
nissen; Zweden kent een patriotti
sche tekst op dezelfde melodie; in
verschillende Afrikaanse staten is
het een bekend' strijdlied en het
Amerikaanse „My country, it is of
thee" is er een vrije bewerking van.
Op de meest onverwachte plaatsen
kan men het horen spelen... Men
heeft het zelfs eens kunnen horen
onder de rokken van koningin Victo
ria! Tijdens het gouden jubüeum van
deze vorstin in 1887, had men name
lijk op ingenieuze manier een speel
doos onder haar rokken verborgen.
Telkens als zij ging zitten weerklonk
het volkslied't Is waar gebeurd!
georges mazure
HET IS een zéér oude kreet: met het
mes op tafel spelen. Onze voorouders
hadden er mee te maken en hun erva
ringen uit sombere herbergen heeft
het woord „bekkensnijder" opgele
verd. Dat was een figuur die bij het
minste geringste het mes trok om ie-
mancKover het gezicht te snijdem
Met bridge heeft dit slechts'xijde-
lings te maken. In dat spel wordt met
de „mes-op-tafel-speler" als regel
iemand bedoeld die de spelregels wil
toepassen tegenover personen die
daar geen ba, vanaf (willen weten.
Ik ben weer eens benaderd (tele
fonisch) met een verhaal waarvan de
waarheid ongeveer tot het volgende
herleid kon worden:
7 6 5 4
10 3
V 6 5
3 2
AB 9 8 5 3
B 10 9 2
B 10 9 6
10
A 9 8
H 8 4
A 5
HV7 62
Het was „in een drive" en zuid moest
beginnen. Maar oost opende voor
zijn beurt met één ruiten. Ach wat
jammer, zei zuid, zullen we maar nèt
doen of er niks gebeurs is? Daarmee
stemden OW in - ze vonden het fijn
tegen zulke sportieve mensen te spe
len. Mevrouw zuid opende daarna
met één SA (16 punten immers) west
paste en haar echtgenoot - een fikse
speler - knalde drie SA. En toen
kwam het: west kwam met ruiten-
boer uit en mevrouw zuid ging down.
Met elke andere uitkomst (zélfs
schoppen) was drie SA gemaakt,
daar zuid de tijd had gekregen nog
tijdig een hartenslagje vrij te maken.
H V B 2
A 7 3 y
H V 8 7 4
'4
Was dat nou sportief, meneer Filars-
ki? Had mevrouw west nu wel met
ruiten mogen uitkomen? Ze ver
weerde zich door te zeggen, dat het
.haar beste kleur was en zij er in elk
geval mee uitgekomen zou zijn. Wel,
het kostte wat tijd voor ik begrip
vond voor het standpunt dat het be-
ter was geweest de wedstrijdleider te
roepen. Als die wat van het spel af-
weet zou hij_(o.a.) beslist hebben dat
west-reglementair-niet met ruiten
mocht starten als zuid dat verbood.
Dat was géén mes op tafel geweest,
maar gewoon een strafje voor de
overtreding van oost. En dat hóórt zo
bij wedstrijdspel. hTËILARSRT