PïIDMÏ
vrn.
uit
3 open:
Pik boek
open ©ven*
het oude
TILBURG
Kroniek van kruiken,
fabrikaanten, -
builing en
DE WOLWEVERS
cenfonds!
lis
iggen,
n en bovendi:.
>edrag
:en thuls?
liet duurder!
ïst eens
over
;z.
De komst, groei, bloei en ondergang van
de Tilburgse wollenstoffenindustrie heeft
zich in zo'n 150 jaren voltrokken. Die hele
ontwikkeling wordt waarschijnlijk voor
treffelijk gekenschetst door twee citaten
van uitspraken van kerkelijke hoogwaar
digheidsbekleders. De eerste staat vrijwel
aan het begin van die industriële revolutie
die gepaard ging met zo ontzaglijk veel leed
en armoede voor de tienduizenden die de
getouwen moesten bedienen in een tijd die
sociaal meedogenloos was en die „arbei
ders" alleen maar zag als verlengstukken
van machines.
Levende mensen
Zwak punt
Dr u?
antrekkelijke
[verzekering in hogere
matie.
G.Z. uitkomst. Zij
3n daggeld uitkering
ig. Vraag maar eens
overkomt ons toch
en veel geld gekost,
ekerd waren toen het
i verzekering die
iding niet duurder is.
vragen stellen en ze
twoord... door eigen
mstandigheden
n op 0 afgestemde
lepraat, maar U krijgt
cerheid heeft. Bel even
de telefoonnummers,
inalaan60
tel.
043- 37222 j
insplein 11
tel.
000-226845
traat 1
tel.
013-430000
raat 5
tel.
077- 11141
i
lijvend toegezonden, i
ontvang ik het
:iektekosten verze-
G.Z.
I
ier78, Nijmegen.
tcrrasfluts zijn ook voorzien
hverende en wurnitc-
Uibbclc beglazing.
Zuidcrborg" ligt gunstig:
icnc rand van Breda en toch
iet centrum. Op korte ter-
ïi ile flats zowel van binnen
met extra-groen worden
■cl.
(K)|»ommen variëren van
ot 1135.000.- v.o.n.
nodigen u uit vooreen
lil de niodelterrasflat,
straat 4-1/16.1bent daar van
kom dagelijks van 2 tot 5 uur,
os van 11 tot 5 uur, op woens-
an 7 tot y uur.
r een afspraak (of voor de
ae brochure) kunt u contact
met uw persoonlijke
s in de modclterrasflat,
1-56065, ot met de
makelaars.
ii object ii i
nt, vixirop.
st£oul 1$. V
id B.V.
VA.
oge druk riool- en
velreinigingsbedrijf
JW VUILE GEVEL ALS NIEUW'
van kalk, verf en vuil van de ge*
IOBIEL GRIDSTRALEN
lan wegmarkeringen - boten
strain
Tilburgse lakenfabriek omstreeks 1830. Tekening die goed weergeeft hoe aqrarisch in die
tijd de textielindustrie in Tilburg was.
In die tijd schreef de bisschop
van Breda, monseigneur Van
Hooidonck - het was 1854:
„Arme mensen, gij die gebrek
ii jdt, gij zijt. niet ongelukkig, als
gij een goed gebruik maakt van
uwe armoede. Gij zijt, wanneer
men de zaken met het oog des
geloofs beschouwt, gelukkig te
noemen".
Het gemiddelde weekloon was
toen zeven gulden voor een man
met een gezin. Kinderen moes
ten op zeer jeugdige leeftijd „de
fabrieken in" en moesten er de
meest mensonterende werk
zaamheden verrichten die men
maar denken kan. Onder af
schuwelijke omstandigheden.
Bij de minste geringste inzin
king vielen de ontslagen aan de
lopende band. Armbestuur en
partikuliere hulpverlening
moesten dan die duizenden van
de hongerdood redden. En de
thuiswevers verdwenen snel.
Ook zij werden door de komst
van de stoomweverijen de fa
brieken ingedreven.
Van enig menselijk gevoel was
bij de meeste wolfabriekanten -
zelf voortgekomen uit de hand
werkersstand - geen sprake. In
tegendeel, heel wat van die fa
brikanten en hun zonen mis
bruikten niet alleen de rechte
loze en machteloze proletariërs
om hun zakken te spekken, maar
ook de dochters van die armoed
zaaiers. Dat moderne Tilburgse
fabrieksproletariaat was toen,
en ook nog tot ver na de tweede
wereldoorlog, zonder weerstand
en wil tot verzet. Overgeleverd
aan de gevestigde machten in
hun stad: de fabrikanten en de
meeste leden van de geestelijk
heid die immers haar recruten
veelal haalden uit de „betere
standen".
In de zeventiger jaren van
deze eeuw stelde kardinaal Al-
frink: „Wij moeten de mensen
leren dromen over een nieuwe
wereld van broederschap en
vrijheid, zoals Martin Luther
King een droom en een visioen
had, en zoals paus Johannes de
profeet was van een nieuwe kerk
in de toekomst".
Twee dromen, twee totaal ver
schillende mensbeelden, twee
kerkvorsten. In de goed honderd
jaar die tussen die twee uitspra
ken liggen, ging het rijk van de
wolwevers van Tilburg - ge
grondvest op onderdrukking en
uitbuiting en machtsmisbruik
en tot uiterst kritische leden van
de kerk, als zij al niet voorgoed
hebben gebroken met het insti
tuut dat hun grootouders, ou
ders en henzelf al te lang weer
loos had gelaten zonder - als in
stituut - stelling te nemen.
In die honderd jaar veran
derde de wereld en gaven weten
schap en technologie de stoot tot
onvoorstelbare vooruitgang op
sociaal gebied. Maar werd ook
de vereenzaming van de massa
een feit en zagen de besten onder
de jongeren de toekomst niet
meer.
Tegen die achtergronden
heeft Norbert Heerkens de kro
niek van de wolwevers geschre
ven, de sociale roman waarin hij
schetst hoe de Tilburgse wolin
dustrie ontstond, groeide en
bloeide en tenslotte - we herin
neren ons dat nog best, het is pas
gisteren gebeurd - ten onder
ging-
De auteur heeft, het blijkt uit
vrijwel iedere bladzijde van dit
bijna 275 pagina's tellende
boek, een diepgaande studie
gemaakt van die wolindustrie en
de Tilburgers. Hij heeft diep ge
graven in de vele schriftelijke
bronnen die over die opkomst
van de „fabrikanten" en hun in
dustrie bestaan. En hij heeft met
veel medegevoel zijn arbeider
sfiguren beschreven en hun ka
rakters ingevuld.
Het zijn, die arbeiders, le
vende mensen geworden. In hun
(beetje) vreugde, hun voor ons
moderne weivaartsmensen
bijna onbegrijpelijke ellende en
onderworpenheid, hijn volg
zaamheid en, meestal' nietver-
woorde, opstandigheid komen
zij ons uit dit boek tegemoet.
Mensen van vlees en bloed, met
hun gebreken en goede eigen
schappen, hun dromen en dage
lijkse strijd om een klein be-
staantje. Allemaal werkend - als
er werk was - en wonend, vaak
in krotten, in dat dorpse Tilburg
van de hertgangen, van de tal
loze kerken, van de lapjes grond
achter die lage woninkjes
niets is nog steeds het gezegde
dat het Tilburgse volk een van
zijn pastoors in de mond legde
toen hij in die rijkeluis soos bor
relde met een groep fabrikanten.
„Houden jullie ze maar arm, wij
houden ze wel dom".
Heerkens citeert dat ergens in
z'n boek. Hij citeert zoveel
waarvan de moderne lezer koud
kan worden, waarover hij, ge
lukkig, nog steeds in machteloze
woede zal kunnen uitbarsten,
waarover hij nu nog zijn vuisten
kan ballen. Over de verwaten
heid van die spilzieke fabrikan-
de laatste twintig jaar duidelijk
geworden - ook daar de verhou
dingen geheel hebben veran
derd. De wolwevers is, in dit
grotere verband gezien, de ge
schiedenis van de ontvoogding
van een klasse bezits- en recht-
lozen, het fabrieksproletariaat.
Ee sterk aangezette geschiede
nis, want vermoedelijk was ner
gens in ons land de achterlijk
heid en de angst en de afhanke
lijkheid zo groot als in dat Til
burg. Ook trouwens de combi
natie van de onder elkaar trou
wende fabrikantenfamilies en
-- NM.WjiW'i x 'W
waarop wat groenten verbouwd
moest worden, wat konijnen ge
houden werden, een geit voor
wat melk moest zorgen. Een in
wezen nog sterk agrarische sa
menleving, waarin de nieuwe
tijd van de industrie zijn intrede
had gedaan.
Waar die duizenden met hun
onzegbaar grote armoegezinnen
de fabrieken in moesten. Of ze
wilden of niet. En waar, in de
Philharmonie, de grote fabri
kanten de lakens uitdeelden,
samen met hun zonen en neven
die het habijt droegen. Niet voor
ichade - rookaanslag enz.
van vochtige muren met mui*'
impregnering.
J. VAN GINNEKEN .6flïl5
gel 30a Breda Tel. 141919
Frans van Geloven was de laatste Tilburgse thuiswever.
tenvrouwen, over de domheid
waarmee hele families bedrijven
naar de ondergang hielpen. Om
dat zij vaak de onbekwamen de
leiding gaven, omdat directiele
den elkaar voor geen cent ver
trouwen konden, omdat be
kwaamheid en arbeidzaamheid
bij ondergeschikten niet werden
gezien en niet werden gewaar
deerd.
Het staat allemaal in dit boek
te lezen. Gegoten in een verband
waarin enkele families - van ar
beiders en fabrikanten - de
hoofdrollen vervullen. In hun
belevenissen, uitlatingen, ge
voelens, daden en opkomst en
ondergang, speelt zich het ver
haal van Tilburg in 150 jaar af.
Een veelzeggend en boeiend
verhaal. Voor allen die nog wil
len weten, hoe het eens is ge
weest en hoe het kon worden
zoals het nu is.
Heerkens gebruikt talloze fei
ten die hij uit de archieven op
diepte. Aan de juistheid van zijn
„roman" voorzover het die kei
harde feiten betreft, kan nie
mand twijfelen. Zijn verhaal is
het verhaal van alles wat men
sen meemaakten, van wat men
sen mensen durfden aandoen en
ook van wat mensen durfden te
bestrijden - enkele fabrikanten
(Van Besouw uit Goirle), enkele
priesters en enkele arbeiders.
Misschien is de komst van
Werkspoor in Tilburg wel het
begin van de nieuwe tijd ge
weest voor die stad, die fabri
kanten toen wel - ten onrechte
uiteraard - de schoonste van het
land durfden te noemen. Want
daardoor immers kwamen er
talloze „Hollanders" naar Til
burg die zich geen zier hoefden
aan te trekken van de werkelijke
machthebbers en de geestelijk
heid. Uit die confrontatie is
tenslotte ook in Tilburg de mo
derne katholieke arbeidersbe
weging gegroeid.
Daarover vertelt Heerkens.
En over allerlei gebeurtenissen
in de wereld waartegen zich dat
gebeuren in die stad afspeelde
en die tenslotte - maar dat is pas
de uit hen voortkomende geeste
lijkheid. Waardoor een machts
blok was ontstaan dat slechts
omver kon worden gegooid toen
de revolutie van de technologie
en in de kerk samen gingen val
len.
Het boek van Heerkens vertelt
over dat alles. Over de gedwon
gen winkelnering, over de sek
suele avonturen van fabrikan
ten en hun zoontjes, over de
geld- en bezitszucht van mensen
die hun arbeiders ontslaan als ze
een woord van kritiek durven
uiten en dan via stromannen de
schamele eigen huisjes van deze
armoedzaaiers laten opkopen.
Zo sneed het mes aan alle kan
ten. Heerkens vertelt ook van
fabrikanten die elkaar het licht
niet in de ogen gunden, wier
vrouwen in de hoogtijdagen van
de winsten met briefjes van dui
zend gulden gooiden, van afkeer
om met elkaar samen te wérken.
Een zo grote afkeer, en kortzich
tigheid, dat ze de ondergang lie
ver aanvaardden dat de samen
werking.
Een zwak punt in dit als so
ciale roman voortreffelijke
werk, vinden wij dat Heerkens
in zo'n kort bestek teveel heeft
willen aantonen, teveel heeft ge
schetst. Hij gaat naar onze
smaak in dit verband te diep in
op allerlei grote omwentelingen
in de wereld. Hij heeft daarbij
uiteraard voor ogen gehad dat
het Tilburgse gebeuren ge
plaatst diende te worden tegen
de achtergronden van dat we
reldgebeuren: de oorlogen van
1870, 1914 en 1940. Tegen het
optreden van pausen en bis
schoppen, tegen de opkomst van
de socialistische arbeidersbe
weging Gaat u maar door. Het
heeft, dat spreekt vanzelf, alle
maal meegeholpen het Tilburg
van 1975 te maken tot wat het is.
Maar het past niet steeds in het
toch nog korte bestek van dit
boek. Het wekt mogelijk ver
warring en onbegrip. De onder
gang van een jonge student aan
de gevolgen van „spuiten", bij
voorbeeld, probeert hij wel lo
gisch iri z'n verhaal in te passen.
In het tijdsbeeld hoort het thuis.
Niet in dit boek, zo menen wij.
Het staat wel vast dat dit werk
van Heerkens in bepaalde Til
burgse kringen niet in dank zal
worden afgenomen. Hij be
schrijft immers een stuk nog
steeds levend verleden. Verheelt
daarbij niet aan welke kant zijn
sympathie ligt. Hij schrijft over
een bekrompen samenleving
die, tot voor kort, niet gewend
was aan kritiek en die altijd
heeft geprobeerd krvtici via on
derling geheim overleg op zij
sporen te zetten, uit te schake
len, het brood uit de mond te
nemen.
Als mei) dit boek leest, begint
men veel van wat nog steeds
leeft in het Tilburg van vandaag
te begrijpen. Dan ziet men
waarom achter die grote ver
keerswegen die nu de stad door
snijden de oude hertgangen nog
steeds aanwezig zijn. Dan be
grijpt men dat een Tilburger van
de ene wijk de Tilburger uit een
adere wijk, zeker als het om ou
deren gaat, als een totaal
vreemde beschouwt. En dan
daagt plotseling het inzicht wat
het in een stad met zulk een re
cent verleden betekent als ar
beiders, werknemers zeggen we
nu, een fabriek bezetten die
moet sluiten, omdat er toch wel
wanbeheer is gepleegd. Dat is in
zulk een gemeenschap een revo
lutie. Nog steeds, ook in de ze
ventiger jaren van deze eeuw.
Het is niet overdreven als men
constateert dat dit werk een
plaats behoort te krijgen in de
boekenkast van elke Tilburger.
Sterker nog dat het van belang is
voor iedereen die zich wil ver
diepen in wat emancipatie van
arbeiders betekent. Laat men
aan de Hogeschool bijvoor
beeld, de studenten dit boek
maar als verplichte lectuur op
geven. Gewoon omdat er meer
uit valt te leren over meneselijke
verhoudingen, recht en onrecht,
economie en geld, domheid en
sociale bewogenheid, niet om
theorieën. Om het naakte be
staan, niet om utopieën.
Het is geen geleerd werk. Wel
een boek waaruit bewogenheid
spreekt en dat een verhaal ver
telt van generaties arbeiders en
fabrikanten, van onderdrukten
en onderdrukkers, van toestan
den waarvan - gelukkig - de jon
geren van 1975 geen weet heb
ben. Laat ze er maar kennis van
nemen. Het is immers allemaal
pas gisteren en eergisteren ge
beurd. Vlak naast onze huisdeu
ren.
JACQUES LEVU
Norbert F. Heerkens: „De Wol
wevers". (Uitg. De Fontein, 299
pag., 24,90).
Beeld van de primitieve leefomstandigheden in het Tilburg van gisteren: de waterpomp
naast de „wc".