Ik ben nog nooit in een winkel geweest om een jurk te passen9' „Het rallycrossen is zeker ook voor dames weggelegd P. Claes zestig jaar in de duivensport Ilerares modevakschool sas van gent IN GESPREK MET... UALYDA ROUW UIT TERNEUZEN GERDI PREGER SPONSOR ISAS VAN GENT - In de boven-achterkamer, waar in de meeste huizen van het rijtje in de Sta- tenstraat keurig een bed, een kast en aanverwante frutseltjes zijn ondergebracht, staan op no. 50 twee forse werktafels, waaraan 5 dames ijverig zitten te werken. Er liggen grote lappen stof op de tafels, stukken papier erop, witte draden erdoor heen, er zijn vellen papier met een grillig en zeer ingewikkeld lijnenpatroon en op de vloer tasjes en mandjes met naaigerei. Als alles goed lukt en er niet op een zenuwachtig moment een schaar uit schiet, moeten er uiteindelijk na verloop van tijd goedzittende, perfect passende en modieuze kle ren ontstaan, die bovendien nog vele guldens goedkoper zijn dan dat je ze in de winkels kunt kopen. „Klopt", zegt Gonda Schelfaut-Maas (27 jaar), een rank, slank vrouwtje, smal I gezicht, heel kort geknipt haar, „Ik ben dan ook nog I nooit in een winkel geweest om een jurk te passen. Voor m'n kinderen, twee dochter- tjes van 2,5 jaar en 6 maan den, heb ik ook nog nooit iets gekocht. Altijd alles zelf ge maakt. Alleen mantels, die koop ik nu wel, omdat het te veel tijd kost om ze te maken. Maar vóór m'n trouwen maakte ik die ook zelf'. de muur; lerares-coupeuse, uit gereikt door de Eerste Neder landse Modevakschool Vereni ging. Dat betekent dat Gonda' zelf les mag geven, hetgeen ze dan ook dapper doet. M zeven jaar lang. Gedurende drie avon den in de week wordt er 's avonds vlug-vlug warm gegeten, neemt echtgenoot Guust de af was voor zijn rekening en brengt kleine Petra naar bed en ver dwijnt Gönda om een uur of ze ven naar boven om tot 10 uur gemiddeld 6 leerlingen met goede raad en daad bij te staan. Gonda komt oorspronkelijk uit Sluis en heeft een moeder, die ook zeer bedreven is met naald en draad. „Mijn moeder naaide vroeger altijd onze kle ren zelf, dus ik heb eigenlijk nooit anders geweten", vertelt Gonda, als ik me op een avond Maar wat wil je ook. Gonda bij het knippende, speldende, heeft maar liefst 10 diploma's op rijgende en naaiende groepje het gebied van kleren maken, dames heb gevoegd. „Ik vond Het laatste diploma hangt aan het zelf ook wel leuk om te doen, maar eerlijk gezegd dacht ik er niet aan om er voor verder te le ren. Het zijn mijn vader en moe der geweest, die me steeds weer hebben aangespoord om meer diploma's te halen. Op een gege ven moment moest ik nog maar anderhalf jaar voor dit laatste diploma en toen heb ik maar doorgezet". Ze draait zich om en zegt tegen een leerlinge, die een be etje ongelukkig tegen al die ge knipte lapjes stof zit aan te kij ken: „Ik kom zo weer naar je kijken hoor". Een andere dame vraagt voorzichtig: „Mag ik nou gaan knippen"? Zelf vind ik het altijd weer een onherroepelijk eng moment als die schaar zich knerpend door de stof heen hapt. Gonda geeft genadig haar toestemming en vertelt verder: „Een drukke tijd was dat. 's Middags had ik les en vaak 's avonds ook nog. Toen ik een maal m'n papieren had, ben ik meteen les gaan geven. Overdag stond ik in een boetiekje en vier avonden in de week gaf ik aan 32 dames nüailes. M'n moeder ver zuchtte wel eens, dat ze me nooit zag. We wonen nu ruim drie en half jaar in Sas van Gent. Het eerste jaar heb ik gewoon een advertentie gezet, maar je weet hoe dat gaat.... de één vertelt het aan de ander en zo komt het toch wel verder. Nu komen mijn leer lingen niet alleen uit Sas van Gent zelf, maar ook uit Sluiskil en Westdorpe. Op de brommer als het moet. Sommigen konden nauwelijks een knoop aanzet ten. Maar ja, als ze goed kunnen naaien, hoeven ze natuurlijk niet te komen". „Maar we ko men ook voor de gezelligheid", wordt er vanachter een tafel ge bromd. Gonda lacht er maar eens om. Een bescheiden klopje kondigt de komst van echtge noot Guust aan, die een blad vol koffie, thee en koekjes komt brengen. Even een korte pauze. „Nu mogen jullie een sigaret opsteken, als jullie willen", zegt Gonda vriendelijk. „Als er door lopend gerookt wordt, wordt het zo'n benauwde boel", veront schuldigt ze zich. „Wat dat btreft moet je met iedereen re kening houden en zeer tactisch zijn. Ik mag ook nooit m'n ge duld verliezen. Maar ik doe dit werk nog steeds ontzettend graag, dus het gebeurt niet zo vaak dat ik met een zucht weer naar beneden ga. Er zijn even wel leerlingen, die het in geen 10 jaar zullen leren. De één heeft er namelijk zicht op en de ander helemaal niet. Je moet het ge woon zien zitten en je moet het graag doen, anders kun je er be ter mee stoppen". Als ik vraag of het in guldens nou werkelijk zo veel scheelt met kleding uit de winkel zegt Gonda terwijl ze haar jurk gladtrekt: „Kijk maar eens naar deze jurk. Dat is toch een leukje? Die kostte me maar 30 gulden. Ik hou van een beetje sportieve mode. Ik vind de mo derne mode echt wel leuk, maar je moet wel goed kijken naar wat je staat". Er ligt een leerlinge hevig in de clinch met haar blouse. Ze is het patroon van de kraag kwijt en het lukt allemaal niet, zoals het lukken moet. Gonda ver dwijnt met haar in een geïmpro viseerd paskamertje van een gordijn aan een rail in een hoek je. Handig spoort ze de fouten op en weet de blouse toch passend te maken. „Er wordt hier heel wat afgezucht", lacht Gonda, waarop de leerlinge somber zegt: „Als jij er niet was, maakte van die blouse een korte broek". I TERNEUZEN - „Ongeveer 1.65 meter lang. Slank postuur, blauwe ogen en een git-zwarte krullebol. Een perfecte en vooral, mooie verschijning". Dat is in grote lijnen het signalement van de 30-jarige Alyda Rouw uit Terneuzen, die voor deze gelegenheid haar leeftijd wel eens wil prijsgeven. Een type dat zo op het eerste gezicht doet denken aan een mannequin, een beroep dat ze wel al eens op ama teurbasis heeft beoefend. Dat bracht met zich mee, dat tal van organisatiecomité's in haar hun „miss" zagen, waaraan ze zelf ook wel enkele keren gevolg gaf. Maar sinds haar huwelijk met Gilly Rouw is het leven ook voor haar toch wel een beetje veranderd. De dagelijkse beslommeringen zoals afwassen, koken etc. etc. hebben ook voor haar hun intrede gedaan, maar eenmaal „uit" zal menig „mans-persoon" een oogje op haar laten vallen. Wie van hun eerlijk is zal zeggen: „Terecht". Toch heeft ze het sinds een jaar helemaal op de sportieve toer gegooid. In de oergezel lige flat van de familie Rouw in Terneuzen, kan ze nog geen fors aantal bekers en standaards exposeren die ze gewonnen heeft in het rally crossen, maar duidelijk komt wel naar voren dat ze deze tak van sport dolgraag beoe fent. Rallycrossen is op het eerste gezicht meer een man nelijke sport, maar de char mante Alyda Rouw wimpelt dat onmiddellijk weg. Voor Alyda Rouw geen bezwaar om zich in het rallycrossen te presenteren als een Liane Engelman op de race circuits Zij zegt: „Het rally crossen is zeker ook voor dames en meisjes weggelegd, waarom niet... Ik dacht dat het meer een durf is. Bij ve len, ook bij mij was die in het begin aanwezig, is het ge woon een drempelvrees die je moet overwinnen". Tijdens het voorbije seizoen verwisselt deze Zeeuwse Vlaamse schone elke zaterdag of zondag - en als er een wedstrijd op het programma stond - haar nauwsluitende broek of jurk voor het leren pak, waarin ze de strijd aanbindt tegen het man nelijk geslacht. Dat was dan vooral in de begin-fase, tijdeqs de laatste wedstrijden hadden de organisatoren het voor de deelneemsters aantrekkerlijker gemaakt, door hun samen te la ten rijden. Alyda Rouw: „Voor ons is dat toch wel leuker. Niet dat we niet graag tussen het sterke geslacht rijden, maar wil je dan tot successen komen, mis sen we gewoon de nodige erva ring. Nog een jaartje", zegt ze lachend, „dan kunnen we ze misschien wel aan". Gezeten op een brede en vooral gemakkelijke bank is Alyda Rouw niet bepaald het type dat men achter het stuur van een crosswagen zou ver wachten. Maar zelf heeft ze er de grootste lol in als ze haar manne lijke concurrenten de achter kant van haar VW 1300 kan la ten zien, al gebeurt dat niet zo vaak. Alyda Rouw: „Als je deze tak van sport ook als vrouw be oefent, laat je die gewoon niet meer los. De spanning, het rij den enz. enz. het is gewoon ge weldig te noemen. Aan over winningen denk ik niet altijd, het is gewoon de sport op zich zelf die me zo boeit.". Toch is het rallycrossen voor haar op een wat aparte wijze ge komen. Terwijl man-lief Gilly al geruime tijd het rallycrossen tot zijn hobby had gemaakt, dacht Alyda Rouw er niet aan om ach ter het stuur plaats te nemen, laat staan dat ze zelfs ging kij ken. „Neen, dat zand, die stenen het stof en alles wat er nog bij komt, niets voor mij". Toen ze echter het begin van het voorbije seizoen toch door haar echtge noot zover was gekregen dat ze samen de wedstrijden in Axel van de ZEVAC stichting Snel heids Evenementen gingen be zoeken, kreeg Alyda Rouw een heel andere indruk van deze sport. Zo zag ze vrouwelijke deelneemsters zoals Gerda Dekker, Mientje van Doorn en Anita van Britsom over het vaak stoffige circuit „razen". Op hun aandringen en vooral m van man-lief Gilly, werd voor haar de eerste rallycross-auto klaargemaakt. Op een afgelegen terrein in Axel maakte Alyda Rouw haar debuut in een op geknapte Honda. Daar werden haar de eerste bijkomstigheden van het rallycrossen bijge bracht, en sindsdien is ze er he lemaal bezeten van geworden. Toch was het rijden daar nog heel wat anders dan een echte wedstrijd rijden en dat alles weet ze zich nog bijzonder goed te herinneren. Alyda Rouw: „De eerste keer zal ik nooit vergeten. Ik was he lemaal op van de zenuwen en ik moest nog beginnen". Breedla- chend vertelt ze verdér: „Tij dens het rijden raakte ik plotse ling van de baan en een brand weerman moest zich reppen an ders had ik hem van het leven berood". Gelukkig viel het ver der allemaal mee, zodat beiden met de schrik vnjkamen. Voor Alyda Rouw was dat het moment waarop ze definitief haar intrede deed in de rallys- port. Alyda: „Op dat.moment stond mijn hart echt even-Stil ge loof ik, maar ik was er toch vrij vlug overheen. Je moet natuur lijk niet vergeten dat het uitein delijk heel wat anders is dan rij den met een auto op de gewone weg". Haar echtegenoot had inmiddels een VW op de kop ge tikt, waar ze de volgende wed strijden mee op de baan ver scheen. De eerste keer kreeg ze nog wel even de schrik van haar leven te pakken toen ze tijdens de wedstrijd plotseling door haar gaspedaal trapte, maar ook dat euvel is inmiddels alweer verholpen. Ze zegt hierover: „Zelf moet je natuurlijk heel wat stuurmanskunsten meerster zijn, en dat vooral in het boch tenwerk. Maar een goede wagen is toch ook van een groot be lang". Een sponsor is daarbij dan ook onontbeerlijk. Die vond de Terneuzense rallycrosster in het transportbedrijf Goedkoop en de Geus in Axel. Dat samen met Gerda Dekker, Mientje van Doorn en Alyda Rouw een da mesteam op de been bracht, niet om daarvoor reclame té kunnen voeren, want zover is het drietal echt nog niet. Wel om het rally crossen in Axel .en omstreken - dan vooral voor de dames - te stimuleren.Wat zonder meer toegejuicht mag worden. Neemt die firma een groot financieel gedeelte voor zijn rekening, Alyda Rouw houdt geen blad voor de mond en zegt: „Rally crossen is een dure sport. Nu kan mijn man er goed aan werken, en dat scheelt natuurlijk al een stuk. Maar als je voor alles naar een garage moest, is het gewoon niet te betalen. Maar ach, voor mij is deze sport gewoon een ontspanning. Het is gewoon boeiend, fascinerend en vooral bijzonder leuk". Nu het seizoen 1975 tot het verleden behoort, breken de maanden aan van sleutelen, verbeteren enz. Want ook vol gend jaar zal Alyda Rouw samen met de andere rijders(sters) van de ZEVAC, weer helemaal aan haar trekken komen. Duidelijk is in ieder geval wel dat Alyda Rouw het rallycrossen een fan tastische sport vindt. „Echt waar, als je er eenmaal mee begonnen bent, kun je er niet meer mee ophouden. Daarom hoop ik dat er volgend jaar nog een aantal dames bij komen. De komende winter maanden gaan we de wagen na. tuurlijk uitproberen. Ik neb het al gezegd, of ik nu eerste of laat ste word, dat doet er niet toe. Elke wedstrijd geeft me voldoe ning. Het klinkt, misschien gek, maar achter het stuur van mijn VW voel ik me elke wedstrijd prettiger", aldus de charmante Alyda Rouw. PIET DE MAAT. SLUISKIL - P. Claes aan de Middenstraat in Sluiskil zit al ongeveer zestig jaar in de duivensport. Van kinds af aan voelde hij zich tot deze sport aangetrokken. „Op mijn tiende jaar ging ik de duiven van mijn vader reeds inkorven". Later ging hij samen met zijn vader het spel beoefenen en mocht hij mee beslissen: „We woonden toen aan de Benedenwee, maar die is nu in verband met de kanaalverbreding verdwenen". Toen hij trouwde ging hij aan de Middenstraat 62 wonen en natuurlijk kwam daar ook een duiven hok te staan, gebouwd boven de stal, zoals Claes dat noemt. Hij wilde het zelf bouwen met een zogenaamde Franse kap erop, maar dat werd door de gemeente niet toegestaan: „Het moest een zadel dak worden. Groot en hoog is het niet, want ik kan er nauwelijks rechtop in staan". Claes heeft dus altijd in Sluis kil gewoond en van de plaatse lijke duivensportvereniging „De Reisduif" is hij nu zowat 42 jaar bestuurslid, waarvan bovendien het grootste gedeelte als reken meester: „Voor de Kring Cen trum Zeeuwsch-Vlaanderen re ken ik geen duiven meer uit, dat werd me een beetje teveel, maar voor de eigen vereniging blijf ik het doen, niet dat je daar rijk van wordt, maar voor de centen doe ik het niet. Ook bij het in korven voor een wedvlucht was ik in vrijwel al die jaren altijd aanwezig. Hoeveel duizenden duiven ik heb aangenomen weet ik niet, maar het waren er vele. Dit jaar voor het eerst zoveel niet meer, want er zijn een paar jongere krachten bijgekomen die zich met deze taken bemoei en". In de tweede wereldoorlog mochten er geen postduiven worden gehouden, althans in Nederland niet. Maar niet lang daarna schafte hij zich een paar duiven aan: „Er was hier in Sluiskil iemand die er zo'n tien tal zitten had. Hij had een fiets band nodigwaar toen nog moei lijk was aan te komen. Ik had er één en ruilde die voor een koppel duiven. Het bleken een paar goede te zijn. Verder haalde ik toen enkele duiven bij mijn zwager Wies Koemans in Hulst en dat is in feite het ras waaruit ik ben gaan kweken. Ik heb vrijwel al die jaren met succes gespeeld, slechts een paar sei zoenen slecht. Dat kwam vol gens mij doordat mijn duiven te „schoon" zaten, echte tentoon stellingsduiven werden het, maar je weet dat zijn over het algemeen geen beste vlie gers". Claes wijtte dat euvel aan het feit doordat hij toen nog nest- spel speelde en zijn duiven te veel naar de akkers trokken om te eten. Hij past nu weduw schapspel toe, hoewel hij het liefst nestspel zou spelen: „Dat is nu echter te gevaarlijk, want als een duif met jongen ligt gaat hij onherroepelijk naar het land. Daar kunnen ze over praten en schrijven wat ze maar willen maar dat is nu eenmaal een vast staand feit. Met nestspel kon je ook met duivinnen spelen, maar met dat weduwschapspel kan dat eigenlijk niet, tenzij je veel plaats hebt, maar ik ben niet de man om er vier of vijf hokken op na te houden. Maar als het er op aan zou komen zou ik het liefst nestspel spelen. Maar het kan gewoonweg niet meer. Jammer, want je kon ook met duivinnen spelen, die moet je nu gewoon laten zitten. Ik heb eens een duifje gehad, dat niet wilde vlie gen op weduwschapspel en toen ik weer nestspel ging toepassen vloog het haast altijd de kop. Deze zomer nog verloor ik één van mijn beste duiven. Die lag hier dood in de brandgang. Mijn buurman zei er ligt daar een dode duif. Toen ik ging kijken zag ik dat het er een van mii was. Ik weet nog de oorzaak niet, 's morgens was hl] nog zo fit als een hoentje". Speciaal spelen voor het beha len van een kampioenschap doet Claes niet, ook niet om grof geld. „Als ik een kampioenschap win schenk ik de daaraan verbonden prijs aan de verenigingskas. Ik ben ook een voorstander van de Kringvluchten. Wat mij betreft mogen ze die gaan houden reeds vanaf Beaumetz. Verder zou ik willen dat er voor ons vitesses- pelers wat meer wedvluchten werden gehouden, bijvoorbeeld vanuit Compiègne, al was het iedere week". Wat Claes ook jammer vindt, is dat je niet meer zoals vroeger ook in andere plaatsen mee mag doen. „Toen kon je meedoen iq concoursen in Westdorpe, Axel, Zaamslag, Zuiddorpe enz. Dat mag nu niet meer en dat vind ik jammer". CEFS DE ZEEUW.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 9