Nieuwe belangstelling voor?
stijl uit dertiger jaren
Nieuwe tv is morgen ouderwets
c.v.
99
WAIT ZULLEN
ONZE KLEIN-
KINDEREN
ZEGGEN?....."
Ae
V.s,t2£m
sité£23&
Klassiek, semi-klassiek, romantisch, Jugendstil, mo
dern, zakelijk. Dat zijn de karakteriseringen die wij
tegenkomen, wanneer wij het hebben over de inrichting
van onze woonkamer. Maar deze termen zijn toe te passen
op eik gebied van het maatschappelijk leven. En vooral het
woord nostalgie is een modewoord, dat te pas en te onpas
wordt gebruikt. Wat is nostalgie eigenlijk? Wat wordt er
mee bedoeld? Als we in de dikke Van Dale het woord
nostalgie opzoeken, dan vinden we: nostalgieheimwee.
Kort en bondig staat het daar, heimwee. Niets meer en
niets minder. Heimwee bergt iets in zich van verlangen
naar geborgenheid in een vertrouwde omgeving.
Hoe komt het nu, dat deze
nostalgische golf de woningin
richting in ons land over
spoelt? In onze nationale huis
kamers komen steeds meer
elementen terug uit de stirlpe-
riode van 1900 tot 1930. Rieten
stoelen en tafels en bedden,
gordijnen met kleine bloem
motieven, textiele wandbe-
kleding, enz. Ook de huiska
merplanten uit die tijd, zoals
verschillende palmsoorten, de
sierasperges en andere planten
zijn weer „in". Als mogelijke
oorzaak van deze hernieuwde
belangstelling voor de stijl uit
deze vroegere periode lijkt het
meest voor de hand te liggen
het verlangen naar een rust
punt in de steeds harder en za
kelijker wordende maat
schappij van onze dagen. Een
tweede niet minder belang
rijke reden is de afschuwelijke
monotonie van de huidige ar-
chitectuurm Onze nieuw
bouwwijken zijn het zichtbare
resultaat van een denkproces,
dat alleen rekening houdt met
economische factoren. Deze
economische factoren zijn
doorslaggevend voor het uit
eindelijke resultaat; de toe
komstige bewoner is geen
maatstaf. Gelukkig zijn niet
alle bouwers zo en valt er een
begin van een verandering ten
goede waar te nemen. Als reac
tie op de moderne economi
sche zakelijkheid trekken wij
ons steeds meer terug in ons
laatste bolwerk, de huiskamer.
Hier, waar niemand ons op
de vingers kijkt, proberen wij
een omgeving te scheppen, die
overeenkomt met onze eigen
wensen en verlangens. Dat is
onze reactie op de onzekerhe
den, waarmee wij op alle ter
reinen van het maatschappe
lijk leven bijna dagelijks wor
den geconfronteerd. Het is een
antwoord op de „vervreem
ding" van de wereld om ons
heen. In dit licht moeten wij de
toenemende belangstelling
voor de warme inrichting uit
de dertiger jaren zien. Het in
terieur van toen weerspiegelde
de heersende opvattingen op
godsdienstig en maatschappe
lijk terrein. Het gezin stond
centraal, de woning was een
verzamelpunt en toevlucht
soord voor alle leden van het
gezin. De ouderen onder ons
kunnen zich deze tijd onget
wijfeld nog voor de geest ha
len.
De oorzaken van de her
nieuwde belangstelling voor
de stijl uit de periode 1900 tot
1930 heb ik al genoemd. Maar
wie is er nu mee begonnen deze
stijl opnieuw te introduceren?
Het is de generatie van na de
Tweede Wereldoorlog, die op
oma's zolder allerlei oude
spullen ontdekt heeft als lam
petkannen, stoelen, lampen,
kleedjes, etc. Dure inrichtin
gen kunnen deze jongelui niet
betalen. Bovendien willen de
meesten van hen niet leven in
een interieur, dat naar hun
mening een afspiegeling vormt
van de harde prestatiemaat
schappij, waarin maatschap
pelijk succes en status belang
rijker zijn dan geluk en wel
zijn. Ik denk hier aan de leren
bankstellen, de dure vloerbe
dekking en de grote woon-
wanden.
Nee, zeggen zij, de inrich
ting moet persóónlijk zijn,
ontworpen volgens onze eigen
opvattingen en geen kant-en-
klaar werk. Zij willen zich ge
borgen voelen' in een zelf ont
worpen en ingerichte omge
ving. Deze ontwikkeling duurt
nu al enige jaren en is van deze
groep jongelui nu ook overge
slagen op andere bevolkings
groepen. Vooral de groep men
sen in de leeftijd van 30-45
jaar heeft grote belangstelling,
'ook fabrikanten van vloerbe
dekking, gordijnen en meube
len hebben deze trend tijdig
gesignaleerd. Zij hebben zich
ijverig op de produktie van
nostalgisch aandoende stoffen
en meubelen toegelegd. En het
is een geweldig succes geble
ken
,Want met name mensen van
30-45 jaar kopen liever een
compleet nostalgisch interieur
dan dat zij oude spullen bij el
kaar gaan zoeken en eventueel
opknappen, zoals de jongeren.
Zij hebben veelal wel het geld,
maar niet de tijd (of geen zin)
om zelf een nostalgisch inte
rieur samen te stellen. En zo
zien we, dat wat door een
Uw tv-toestel zal over een paar
jaar hopeloos ouderwets zijn.
Zelfs al hebt U juist vandaag de
u allermodernste kleuren-
ontvanger met draadloze af
standsbediening aangeschaft.
De ontwerpers en fabrikanten
<djn druk bezig met alsmaar
nieuwe snufjes aan hun toestel
len toe te voegen, waardoor met
name het bedieningsgemak
steeds groter gaat worden.
Het Amerikaanse bedrijf Mo
torola Inc. voorspelt, dat binnen
niet al te lange tijd onze tv-
ontvangers voorzien zullen zijn
van een minicomputertje, te
vergelijken met de huidige zak-
rekentoestelletjes.
Dank zij dat minicomputertje
zal het tv-toestel een week lang
precies op het juiste moment op
precies het juiste net afstem
men. En zelfs klinkt vóór het be
gin van elk programma een ge
luidssignaal in een bepaalde
toonhoogte, waardoor óf Jantje
óf Pietje gewaarschuwd wordt,
dat nu een door hem uitgekozen
programma staat te beginnen.
Aan het begin van iedere week
zal het gezin wel een uurtje moe
ten vrijmaken om de program
makeuze voor de komende zeven
dagen te maken en in de tv-
computer vast te leggen.
Dè grote nieuwigheid van de
radio- en tv-tentoonstelling in
Berlijn was vorige maand televi
sie met een draadloze koptele
foon. Er wéren al tv-ontvangers
met een plug voor een gewone
koptelefoon (die wat deftiger
ook wel hoofdluidspreker wordt
genoemd), waardoor men in een
kamer naar de tv kon kijken én
luisteren zonder de andere ge
zinsleden in het vertrek al te
zeer te hinderen. Maar daarbij
was het snoer van het toestel
naar de eenzame kijker
luisteraar wel wat hinderlijk
Nieuw is nu een tv-toestel, dat
een infra-rood lamp aan boven-
of voorzijde heeft. Onzichtbaar
infrarood licht is de „drager"
van de geluidstrillingen. Het
licht wordt in een horizontale
bundel door de kamer gestraald
en de tv-liefhebber vangt dat op
via een lensje, dat aan zijn kop
telefoon is bevestigd. In die kop
telefoon wordt het licht weer
omgezet in geluid.
Het wordt uiteraard wèl even
moeilijk als de huisgenoten tus
sen tv-toestel en koptelefoon
doorlopen, want dan valt het ge
luid onherroepelijk weg.
In veel delen van ons land zijn
behalve de twee Nederlandse
tv-programma's ook de Duitse
en/of Belgische programma's te
ontvangen, terwijl in het westen
met speciale voorzieningen aan
de antennes ook de Engelse uit
zendingen van BBC en ITV té
„pakken" zijn.
Voorstanders van kabeltelevi
sie spiegelen ons voor, dat we
over enkele jaren allemaal die
buitenlandse programma's in
huis kunnen krijgen als we maar
kabel-tv nemen.
Maar de kans is groot, dat we
er helemaal geen kabel-tv voor
nodig hebben. Een eigen
schaal-antenne op het dak óf
een schaal-antenne op het cen
traal antenne systeem zal dan
voldoende zijn om alle West-
Europese (en misschien ook
Midden-Europese) program
ma's op te vangen.
Dat zullen we dan danken aan
satellieten (kunstmanen), die op
een vast punt boven de evenaar
hangen. Eén zo'n kunstmaan
kan zo'n dertig programma's te
gelijk uitzenden naar half of
driekwart Europa. Met verschil
lende van dit soort kunstmanen
wordt op het ogenblik al flink
geëxperimenteerd.
Het beroerde is wel, dat de
satelliet-uitzendingen via su-
perkorte golflengten naar de
aarde komen. Dat betekent, dat
we óf voorzetapparaten zullen
moeten aanschaffen óf helemaal
nieuwe ontvangers.
En als we dat laatste hebben
gedaan lopen we de kans om na
enige tijd wéér nieuwe toestel
len te moeten kopen. Want dan
zal waarschijnlijk de huidige
bolle tv-buis zijn opgevolgd
door de uiterst platte tv-plaat.
De tv zal dan niet meer op een
tafeltje hoeven te staan, maar
als een keurig schilderij aan de
muur hangen. Desgewenst met
een reproduktie van de Mona
Lisa of het Hertje van Van Mee
geren er op, die onzichtbaar
wordt zodra we de uitzending
van één van de veertig of vijftig
te ontvangen stations ontvan
gen.
THEO WEENING
Tv-ontvanger met (rechtsonder) infrarood-straler, waarmee he' q. Mid
draadloos naar een koptelefoon kan worden gestuurd.
kleine groep is begonnen nu
voor velen gemeengoed is ge
worden.
Hoe ziet zo'n nostalgisch in
terieur er eigenlijk uit? Het is
het gemakkelijkst om te zeg
gen, dat alles wat uit het begin
van deze eeuw stamt hiervoor
in aanmerking komt. Maar zo
is het niet helemaal. Als men
volgens die norm de woonka
mer gaat inrichten, is de kans
groot, dat er een allegaartje te
voorschijn komt, dat noch ro
mantisch noch modisch is.
De belangrijkste elementen,
waaruit het interieur in het
begin van deze eeuw werd sa
mengesteld, waren zware hou
ten meubelen en donkere kleu
ren. Verder, zoals al eerder ge
zegd, allerlei oude gebruiks
voorwerpen (nu siervoorwer
pen) met bloemetjes bedrukte
stoffen (meestal op een don
kere ondergrond). De sier
voorwerpen kunnen van alles
zijn, zoals letterbakken, kope
ren potjes en ketels, spinne
wielen, karrewielen (als tafel)
enz., enz. Alles wat maar oud
is, is geschikt om de kamer aan
te kleden. De meest voorko
mende vloerbedekking in een
dergelijk interieur is de be
kende rieten tegel. Ook een
donker gebeitste houten vloer
doet het uitstekend. Aan de
wanden komen de oude ver
geelde familiefoto's of repro-
dukties van beroemde schil
ders, zoals Toulouse Lautrec
en Aubrey Beardsly. Oude pe
troleumlampen, staande lam
pen met kappen (waarop
jachttaferelen) of van een ge-
bloemde stof zorgen voor de E
verlichting. Echte kaarsen zijn
nodig om de gezelligheid te
verhogen. U ziet wel, duur
hoeft een dergelijke inrichting
niet eens te zijn.
Met de beschrijving van het
nostalgische interieur van nu
wil ik niet zeggen, dat het inte
rieur van het begin van deze
eeuw er precies zo uitzag. Nee,
enkel de belangrijkste stijl
kenmerken uit die tijd komen
weer terug. Want ook in het
begin van de twintiger en der
tiger jaren bestonden er vele
soorten interieurs naast el
kaar, net zoals dat nu het geval
is. De inrichting, die toen als
revolutionair gold, is nu nóg
zeer modern. Ik denk hier aan
meubels, die ontworpen wer
den door mensen als de be
roemde Franse architect Le
Corbusier, en niet te vergeten
onze landgenoot Gerrit Riet
veld. De meubelen, die zij in
hun tijd ontworpen hebben,
zijn voor de mees ten van ons
nu nog al te modern. Wij zijn er
nog niet aan toe. Daarnaast
waren er in die tijd ook mensen
als Thonet, die een zeer be
langrijke invloed heeft gehad.
En juist de stoelen van Thonet
en anderen beleven nu een on
gekende herwaardering.
Dat deze nostalgische
trend echter niet eeuwig
duurt, staat voor iedereen
vast. Hoe lang ze nog zal
duren, zal wel niemand
kunnen zeggen. Ook weten
we niet wat daarna zal ko
men en of die periode heel
duidelijke, eigen stijlken
merken zal dragen. Mis
schien zullen onze klein
kinderen over ons zeggen:
„Zij deden maar wat".
HANS BOUTS
Centrale verwarming is
wel gemeengoed geworden.
Wie het nog niet heeft, zal er
toch minstens wel ernstig
over nadenken om dat niet
weg te cijferen stukje g
wooncomfort zo snel moge-
lijk aan te leggen, nou goed, s
misschien te laten aanleg- 5
gen. E
Het is overigens al hele- 5
maal niets bijzonders meer, p
als je dat tegenwoordig zelf 5
doet, althans voor zo ver
mogelijk en toegestaan. E
Wat b.v. niet mag, is zelf de
gasleiding doortrekken E
naar de plaats waar de
c.v.-ketel komt te staan. E
Daarvoor moet de erkende E
installateur worden inge- E
schakeld. En het is ook best
verstandig om je daaraan te
houden, want stel dat er la- E
ter iets mis gaat met zo'n E
gasleiding; dat zou wel eens
ernstige narigheid met de E
verzekeringsmaatschappij E
kunnen opleveren.
Voor de c.v.-ketel is ook
een elektrische aansluiting g
nodig, want er zit een circu- p
latiepomp in, die het van
stroom moet hebben. Zit er
toevallig een geaard stop- E
contact op de plaats waar g
de ketel komt, dan is het al E
erg eenvoudig, maar als EE
zo'n aansluiting nog moet |j
worden gemaakt, dan komt
ook daar, volgens de voor- j=
schriften, de installateur EE
aan te pas. E
De rest mag u echter he- EE
lemaal zelf doen: de zwak- E
stroombedrading van de
thermostaat, en het aan el- E
kaar breien van alle leidin- E
gen, het monteren van de EE
radiatoren, en wat er verder E
aan het installeren van een E
centrale verwarmingsin- E
stallatie te pas komt.
Wie mocht denken dat E
een c.v. een c.v. is, punt uit, E
moet zich toch eerst eens op E
de hoogte stellen van de E
tegenwoordige mogelijk- E
heden. De techniek heeft E
niet stilgestaan, in de tijd E
dat c.v. bestaat. De drang E
naar energiebesparing E
heeft de ontwikkeling nog
aardig versneld, en daar-
naast heeft het verlangen
naar meer comfort ertoe
bijgedragen dat de fabri- p
kanten met allerlei dingen
op de markt gekomen zijn, E
die van een c.v. heel wat EE
méér kunnen maken dan E
een in een hoek verstopte E
kachel met een stiefkind in EE
elk vertrek dat verwarmd
moet worden.
Een van de nieuwe ont- E
wikkelingen is b.v. de p
thermostatische radiator-
kraan.
Dat is een ingenieus ding,
dat per radiator (of convec- p
tor) de warmtetoevoer re-
geit. Bij de gewone aan- p
uit-kranen wordt alles ge- E
coramandeerd via de ther- E
mostaat, vrijwel altijd in de E
woonkamer bevestigd. Zegt E
die thermostaat: het is hier E
warm zat, dan slaat de grote E
brander van de ketel af, en p
geen enkele radiator krijgt E
nog warm water. Maar stel E
nu dat u 's avonds met een E
heel stel mensen in de ka- E
mer bij een borreltje wat zit E
te kletsen. Er branden veel E
lampen, de t.v. staat aan. De E
temperatuur stijgt, dank zij E
al die gratis warmtebron- E
nen, en de thermostaat ge- E
eft onhoorbaar een seintje E
naar de ketel: stoppen met E
stoken. Terecht, voor wat E
de woonkamer betreft.
Maar op een slaapkamer
ligt de 'baby te slapen, en
ook daar laat de radiator
het afweten. Terwijl er ei-
genlijk best nog wat e
warmte nodig is.
Thermostatische radia-
torkranen regelen de hele E
boel per vertrek. Elke kraan EE
is in feite een thermostaat, E
die alle onafhankelijk van
elkaar afgesteld kunnen E
worden. Dat betekent niet E
alleen een aanzienlijke E
comfortvergroting, maar de E
praktijk wijst uit, dat het E
ook merkbaar op de stook-
kosten scheelt.
Een klein, maar handig E
snufje is het automatische E
ontluchtingsventiel, dat de E
lucht en de gassen uit het E
water in het systeem laat E
ontsnappen, zonder dat er E
water ontwijkt. Nog inte- E
ressanter is de huidige mo- E
gelijkheid om op de c.v.- E
installatie een warmwater- E
voorziening aan te sluiten. E
Geen geiser meer, ook geen E
gas- of elektrische boiler.
De c.v.-ketel, die dan wel
permanent in werking moet p
blijven, zorgt 24 uur per dag E
voor heet water in het hele
huis. En met een schakel-
klok kan dan nog geregeld E
worden dat tijdens de uren E
waarin het niet nodig is, de EE
warmwater-unit buiten EE
werking blijft.
MAR GROEN