VERKEERSDESKUNDIGE
DRS. GEURT HUPKES:
Vergaderd
Planten voeren oorlog met elkaar
BELGISCHE HULPCAMPAGNE HEEFT TWEE KANTEN
Portoricanen
willen baas
in eigen
huis worden
KAARTEN
ONVEILIG
DOOR
CORN.
VERHOEVEN
MUGGEN
WOONERVEN
TRAPAUTO
J
HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
!NGEN PE|L|NGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
Kruistocht
tegen de
auto heeft
weinig zin
Geurt (een echte Gelderse naam vertelt hij) Hupkes is
adjunct-directeur van het Centrum voor Vervoersplannen in
Utrecht: een adviesbureau dat mede opgericht is door de
Nederlandse Spoorwegen. Hij heeft zich de laatste tijd in
tensief beziggehouden met de rol en de mogelijkheden van de
(brom)fiets en de voetganger in het hele verkeerssysteem.
Een gedegen studie wil echter nog niet zeggen dat men in de
toekomst kijken kan, en Hupkes heeft er dan ook geen be
hoefte aan een duidelijk antwoord te geven op de vraag of de
fiets nog eens een belangrijke betekenis krijgt in het woon
werkverkeer.
Hupkes: „Er kan zoveel ver
anderen waar niemand nu een
idee van heeft. Ik heb modefan
tasieën gezien van een tekenaar
eind vorige eeuw, die meer dan
een halve eeuw vooruit trachtte
te kijken. Hij is echter niet op
het idee gekomen dat de vrou
wen massaal een broek zouden
gaan dragen. Stapels verkeer-
sprognoses zijn in de prullen
mand beland sinds Nederland
ernst maakt met de gezinsplan
ning. Deze ontwikkeling had
men niet voorzien, en dat scheelt
dan bijvoorbeeld al gauw enkele
miljoenen auto's in 2000". Geurt
Hupkes, een econoom overigens,
is derhalve uiterst voorzichtig
met een toekomstvoorspelling.
Wel wil hij er hardop over na
denken.
In een kruistocht tegen de
auto ziet hij weinig heil. Terugd
ringen lukt toch niet, meent hij,
want de mensen gaan nooit in
groten getale hun auto aan de
kant doen, wat voor maatrege
len er ook genomen worden.
Misschien kan wel een verdere
groei voorkomen worden. Effec
tiever is echter het rijden, het
aantal kilometers in toom te
houden. Bijvoorbeeld door een
drastische verhoging van de be
nzineprijs. Hupkes: „Ik stel me
hier wetenschappelijk op. Wat
ik over de wenselijkheid van een
dergelijke verhoging denk, blijft
buiten beschouwing. Als de be
nzine flink wat duurder wordt,
wordt er gegarandeerd minder
gereden, maar het openbaar
vervoer wordt er volgens mij
niet zo heel veel wijzer van. En
dus niet goedkoper. Ik geloof
namelijk dat dan heel wat ritjes
eenvoudig niet gemaakt wor
den. Men gaat wandelen of kaar
ten. Tijdens de autoloze zonda
gen zaten de treinen niet zo heel
veel voller".
Voor het woon-werkverkeer
blijft de auto belangrijk. Naast
het openbaar vervoer. Maar wil
dat openbaar vervoer meer
klanten krijgen, dan dient het
snel en enigszins comfortabel te
zijn, meent drs. Hupkes. Dat zijn
ook de eisen die men aan de auto
stelt. Het is nog altijd belangrijk
De storm van verontwaardi
ging die opstak nadat de kran
ten schreven - laten we het
even voorzichtig houden - dat
minister Hans Gruijters de
auto een opdonder wilde ver
kopen, is nog niet geluwd. En
bij de eerste de beste boksbe-
weging van de minister klimt
het vaderland gegarandeerd
opnieuw in de pen.
In de meeste commentaren
en ingezonden brieven heet het
dat deze regering de reeds lang
getergde automobilist als een
stuk vee de trein en de over
volle bussen in wil jagen. Het
schijnt uitsluitend om de
tegenstelling eigen autootje -
openbaar vervoer te gaan.
Maar er zijn toch meer mo
gelijkheden om vooruit te ko
men? Men kan lopen en fiet
sen. En dat gebeurt steeds
meer. Vorig jaar zijn er in Ne
derland liefst 1.273.000 fietsen
verkocht. Daar waren tiendui
zenden race- en sportfietsen
bij, en Oranje klauwde vervol
gens in het hol van de leeuw
zes regenboogtruien weg.
Heeft de fiets dus toch een
grote toekomst? Of de fonkel
nieuwe snorfiets van minister
Tjerk Westerterp? Of een
overdekte vierwieler? De ver-
keersdeskundige drs. G. Hup
kes uit Vianen, een „fietsicus",
wil daar graag het zijne over
zeggen.
hoeveel later je 's morgens thuis
weg kan als je met je eigen auto
gaat. Tijdsbesparing is volgens
hem de hoofdreden waarom men
momenteel voor de auto kiest.
Deze informatie over de bete
kenis van de auto is noodzake
lijk om een beter begrip te kun
nen krijgen van de mogelijkhe
den die de fiets heeft. De fiets is
in opmars, beweren de fabrikan
ten, en daai is weinig tegen in te
brengen, want in '67 werden er
618.300 karretjes verkocht en
vorig jaar 1.273.000. Dat is méér
dan een verdubbeling. Deson
danks fietst Nederland bedui
dend minder dan vroeger. De
toename - er mag wel van een
flitsende demarrage gesproken
worden - van het aantal ver
kochte fietsen wordt voorname
lijk veroorzaakt door de ont
dekking van de fiets als recrea
tief vervoermiddel. Vandaar ook
de opkomst van de racefiets. De
racefiets heeft zo'n beetje de
functie die de auto tien jaar ge
leden voor veel mensen had,
overgenomen: een hobby, een
sport. Daar is nog bijgekomen
de wenselijkheid van wat li-
Één mens werkt. Twee men
sen verdelen het werk. Drie
mansen beraadslagen over de
verdeling. Vier mensen beraads
lagen over de beraadslaging.
Er zijn vergaderingen die uit
sluitend gaan over de agenda
van diezelfde vergadering.
Echte vergaderbeesten genieten
daar het meest van.
Procedure-kwesties zijn een
feilloos middel om te voorkomen
dat er snel een beslissing geno
men wordt.
Wie zijn mond opendoet
wordt voorzitter en mag dan
niet zoveel meer zeggen.
Welsprekendheid is in een
vergadering niet van belang, ar
gumenten nauwelijks. Niemand
let er op wat de spreker zegt en
hoe hij het zegt; er wordt alleen
op gelet namens hoevelen hij
spreekt. Wie op eigen gezag
spreekt, wordt welwillend aan
hoord, maar dan als komisch in
termezzo of als par. Wie een be
etje behoorlijk zegt wat hij te
zeggen heeft, wekt de indruk al
leen namens zichzelf te spreken
en wordt niet ernstig genomen.
Sprekers mogen er zijn,
spreekbuizen moeten er zijn.
Wie daardoorheen toetert doet
er niet toe, als het er maar veel
zijn.
Er is in elke vergadering een
moment, iets na de helft van de
geprogrammeerde duur, waarop
iemand zich boss maakt en zegt.
dat er nu genoeg gepraat is en
dat er eindelijk maar eens iets
gedaan moet worden. Iedereen
is het daar altijd mee eens, de
uitval wordt als een hoogtepunt
van de vergaderliturgie be
schouwd en de vergadering gaat
daarna gewoon door.
Iemand die tijdens de discus
sie heeft zitten slapen of de
voordracht niet gevolgd heeft,
kan na het ontwaken rustig op
staan en zich bekommerd afvra
gen wat dit alles nu voor de
praktijk betekent en hoe wij het
moeten zien in het grotere ver
band van de derde wereld, zon
der dat hij het risico loopt uitga-
lachen of tot de orde geroepen te
worden.
Een goede voorzitter weet van
tevoren precies, hoe de vergade
ring zal lopen, wat er gezegd zal
worden, wat daartegen inge
bracht en wat er beslist zal wor
den. Een goede voorzitter is dus
iemand die de vergadering door
zijn programmering overbodig
maakt en er vervolgens leiding
aan geeft.
Op het einde van een langt
vergadering constateert de
voorzitter dat de problemen niet
opgelost zijn en dat dit in een zo
kort tijdsbestek ook niet moge
lijk was, maar dat er toch be
langrijke aspecten naar voren
zijn gebracht. Hij wekt daarbij
de indruk, dat we nu pas goed
aan de slag kunnen gaan en dat
de geschiedenis der mensheid op
dit ogenblik een aanvang neemt.
Elke vergadering maakt een
vóórvergadering nodig en levert
stof voor een volgende vergade
ring. De techniek van het verga
deren bestaat voor een groot
deel hierin bepaalde onderdelen
van de agenda uit te stellen naar
een volgende vergadering.
„Efficiënt vergaderen" is een
combinatie van woorden die
uitgevonden is na de ontdekking
van de overbodigheid van ver
gaderen; het is zo iets als koud
vuur, omhoog vallen, schrijven
in het water, ijverig niets doen.
chaamsbeweging. Maar voor het
vervoer naar het werk is de fiets
niet meer in tel. Omdat fietsen
veel tijd kost (hoewelin de Am
sterdamse binnenstad is de ge
middelde snelheid van een auto
16 kilometer!), en vooral omdat
fietsen op de openbare weg als
onveilig ervaren wordt. En dat is
geen geringe handicap. Sinds
'63 - heeft Hupkes berekend - is
fietsen 2,4 keer zo onveilig ge
worden.
Een 'levensbelang voor de
fiets, voor fietsers en voetgan
gers is daarom dat er woonstra
ten, wegen, wijken en misschien
zelfs complete binnensteden
aangepast worden aan wat Ge
urt Hupkes noemt de zachte
vervoerssystemen. „Zoiets is een
ingewikkelde zaak", zegt hij,
„en de oplossingen zullen dan
ook niet eenvoudig blijken te
zijn". Als men al veel oplossin
gen en maatregelen wil. „Men"
is de regering, de overige over
heden en de automobilisten, met
wie de H.H. bestuurderen uiter
aard rekening willen houden. Er
moet daarom eerst een mentali
teitsverandering komen, en die
ziet Hupkes wel zitten. Heel wat
automobilisten houden al meer
rekening met fietsers nu ze 's za
terdags zelf vanwege hun bier
buikje het stalen ros bestijgen.
Toch worden fietsers en voet
gangers nog vaak gezien als las
tige muggen.
Er moeten daarom grote ver
anderingen komen. „Door het
verkeersluw maken van woon
straten" formuleert Hupkes,
„moet het zo worden dat de auto
niet langer alleenheerser is en
dat de automobilist zich daar als
een gast beschouwt". Bij deze
ingrepen moet ervoor gewaakt
worden, heeft Hupkes geconsta
teerd, dat de automobilist niet
het gevoel krijgt dat hij gepest
wordt.
In Delft zijn er al veel straten
zo ge(re)construeerd dat er niet
hard meer gereden kan worden.
Er zijn wegversmallingen ge
maakt, bomen geplant op wat
eerst rijweg was, er is gewerkt
met bloembakken en speeltoe
stellen, trottoirs zijn weggebro
ken, er zijn zogeheten wooner
ven ontstaan, en deze hele
nieuwe situatie wordt volgens
Hupkes als vrij natuurlijk erva
ren. En dan is het doel: de vei
ligheid van spelende kinderen,
voetgangers en fietsers, vrijwel
bereikt. Een verkeersbord lost
weinig op, en een tien centime
ter hoge, scherpe drempel bij het
begin van een leefstraat, maakt
veel automobilisten gifkikkerig,
zodat ze zo gauw ze over die
drempel zijn, een forse stoot gas
geven. Diezelfde mensen rijden
echter uiterst behoedzaam als er
kermis is. Kermis is een „na
tuurlijke" belemmering, en daar
heeft de automobilist begrip
voor. Men zou dus in een wijk
kermissituaties moeten creëren.
heidsbeperking tot twintig ki
lometer moet wettelijk worden.
Vóór het zover is, zullen veel
gemeenten nog wel geen enkele
maatregel nemen om het voor
fietsers en voetgangers wat aan
genamer te maken, moet ge
vreesd worden.
Echte, houtsnijdende veran
deringen, dat wordt een kwestie
van vele jaren, meent Geurt
Hupkes. Hij voorziet echter wel
dat het een golfbeweging wordt
En dan kan geleidelijk ook de
rijwielindustrie zich aanpassen.
Want de technische ontwikke
ling van de fiets is volgens hem
sterk achtergebleven bij die van
de auto. Fietsen met meer dan
Er is uiteraard nog meer mo- 17,*1""
gelijk dan straten versmallen en dnev^ellingen komen nu pas
bloembakken plaatsen. Een in- echter ook makkelijk
terdepartementale studiecom
missie breekt zich al langdurig
het hoofd over de mogelijkheid
langzaam verkeer voorrang te
geven in bepaalde gebieden. Bo
vendien zouden auto's daar niet
harder dan twintig mogen rij
den. Deze commissie brengt
binnenkort een rapport uit, en
het is volgens Hupkes te ver
wachten dat inderdaad het ad
vies gegeven wordt langzaam
verkeer voorrang te kunnen ge
ven. Eer daar iets van te merken
zal zijn, duurt nog wel even,
want er is een wetswijziging
voor nodig. En ook een snel-
r"UA rjiarvxYCLljn.
een driewieler te maken met een
boodschappenwagentje erach
ter, en een gezinsfiets op vier
wielen, voor moeder, vader en de
kinderen. Die kan wellicht
overdekt worden. Het wordt dan
een soort trapauto, maar wat het
ook wordt, het is duidelijk dat
zo'n vierwieler niet in het hui
dige door de auto beheerste ver
keer kan gedijen. Er kan veel
gedaan worden voor de zachte
vervoerssystemen, maar dat
kost veel geld (zeker enkele mil
jarden) en goede wil.
WIM KUIPERS
(Van onze correspondent)
PARUS - Planten voeren
min of meer als mensen een
bittere strijd met elkaar om
hun grondgebied en leven
sruimte en zij maken bij deze
„oorlog" gebruik van biologi
sche en chemische middelen
om zwakkere soorten uit te
schakelen.
Professor Pelt, voorzitter
van het Europese Ecologische
Instituut in Mctz, heeft op het
farmacologische congres in
Parijs gewezen op „de agres
sieve intelligentie van zekere
planten". Volgens hem voeren
zekere vegetale soorten een
ware biologische en chemische
oorlog tegen planten waarmee
zij problemen hebben, ze
scheiden bepaalde giftige stof
fen af om hun tegenstanders
via de wortels of de bladeren te
vergiftigen of om de zaadont-
wikkeling onmogelijk te ma
ken. Tomaten, aardappelen en
klaver bijvoorbeeld groeien
nimmer onder notebomen.
Men heeft het wapen van de
noteboom geïdentificeerd: een
moleculaire substantie die in
het weefsel van de boom voor
komt en vuglone genoemd
wordt, die door regenwater de
bodem binnendringt en deze
voorgenoemde planten vergif
tigt. Van de andere kant is ge
bleken dat planten „uit liefde
in staat zijn andere planten
tegen aanvallen van derden te
beschermen door immunologi
sche verschijnselen te ontke
tenen".
Zo heeft men in de Middel
landse Zee-streek een samen
gaan vastgesteld van drie soor
ten: knoflook, cichorei en ma
delief, waarbij twee elkander
niet kunnen hebben - knoflook
en cichorei. Er is een samen
gaan mogelijk van madelief en
knoflook, en madelief en ci
chorei, nimmer echter van
knoflook en cichorei. Maar als
de madelief een verzoenende
rol gaat spelen blijkt er zich
een driehoeksverhouding te
ontwikkelen; het geheim is dat
de madelief in de nabijheid
van knoflook een anti-gif uit
scheidt dat de cichorei tegen
de knoflook beschermt.
(Van onze correspondente)
MEXICO-CITY - Dezer dagen
gaf een Portoricaanse folklore-
groep hier een avond waarvan
een deel was gewijd aan de in
zwang zijnde liedjes van sociaal
protest. Tussendoor schetste
deze groep met enkele feiten het
politieke beeld van huidig Porto
Rico: eiland van bijna 9000 km2
oppervlak dat in 1898 na een in
vasie der Amerikanen voorgoed
door hen werd bezet
Sinds 1952 is deze kolonie
„een vrij geassocieerde staat"
van Amerika waarin de Ameri
kanen 9000 miljoen dollar heb
ben geïnvesteerd. En waarin al
les onder Amerikaanse controle
blijft: transport, posterijen,
bank- en rechtswezen, (vroeger
bad het land zijn eigen mun
teenheid, nu is dat de dollar);
publiciteitsmedia, waarbij
slechts Amerika vergunning uit
reikt voor Portoricaanse radio
en tv; en wie het land wil bezoe
ken heeft een Amerikaans visum
nodig. Uiteraard kan ook alleen
Amerika verdragen voor Porto
Rico maken, daar 's lands bui
tenlandse politiek door Amerika
wordt beslist. Deze .Amerikaan
se" v,nliverte-
genwoordigd in het Congres,
maar zonder stem. De door Por
toricanen gekozen gouverneur
moet echter door het Congres
worden goedgekeurd en het is
ook alleen het Amerikaanse
Congres dat de status van Porto
Rico kan veranderen.
Handel en industrie zijn m
handen van Amerikanen waar
bij een Creoolse geld-elite nog
een rol speelt. Van de import
komt 60% uit Amerika en de
prijzen liggen 26% hoger dan m
de V S. Voorbeeld: in Porto Rico
groeide oorspronkelijk geen
suiker, maar eenmaal een kolo
nie moest het die wel gaan pro
duceren. Die suiker mag het
land echter niet in een eigen raf
finaderij raffineren (dat in de
produktie het meeste geld ople
vert) Nee, dat moet naar de V.a.
worden vervoerd en daar wor
den geraffineerd. Daarna mogen
Portoricanen hun eigen suiker
heel duur terugkopen in zakjes
waarop staat: made in
USA.
Wat de toerist in Porto Rico
opvalt is hoe merkwaardig veel
gelijkenis dit vertoont met het
Cuba van voor Castro: prostitu
tie waar je maar kijkt, ostenta
tieve luxe hotels met casino's
waar je met gokken en roulette
duizenden dollars per avond
kunt zien verspelen; en enige ki
lometers verderop misère en
achterbuurten. Waaraan vele
Portoricanen trachtten te ont
vluchten door werk te zoeken in
de V.S. - en daar dan in getto's
terechtkomen. Dit is wat je een
omgekeerde wereld noemt.
Geen wonder dus dat de Por
toricanen een militante geest
beginnen te vertonen en baas in
eigen huis willen worden. Maar
toen dit eind augustus in de Ver
enigde Naties door het
dekolonisatie-comité aldaar
werd behandeld, wist Amerika
met manipulaties en zware druk
en de hulp van een initiatief van
Australië dit te blokkeren:
aldus uitstel verkrijgend voor
een nieuw jaar „van studie".
Zaïre, land vol beloften voor EEG?
(Van onze correspondent)
BRUSSEL De Belgische
premier Tindemans, zijn minis
ter van buitenlandse zaken Van
Pelslande en minister van finan
ciën De Clercq zijn gisteren naar
Zaïre vertrokken op uitnodiging
van de Zaïrese president Moboe-
toe. De bedoeling van het topo-
verleg tussen België en zijn
voormalige kolonie is enerzijds
een financieei-economisch
hulpprogramma op te stellen
met Belgische steun ten bate van
Zaïre en anderzijds te bewerk
stelligen dat Zaïre de tiendui
zenden Belgen eindelijk eens
schadeloos stelt, die als gevolg
van de door president Moboetoe
doorgevoerde nationalisatie van
alle buitenlandse eigendommen,
fabrieken, plantages, maar ook
particuliere huizen en vermo
gens, al hun bezittingen hebben
verloren. Bovendien wonen er
nog altijd een twintig duizend
Belgen in Zaïre en dat geeft alle
reden om van Belgische kant te
proberen het door Moboetoe
destijds verbroken vriend
schapsverdrag tussen beide lan
den weer nieuw leven in te bla
zen.
Het Belgische bezoek aan
Zaïre is de laatste maanden zeer
degelijk voorbereid. Daar was
dan ook alle reden toe. Ten eer
ste waren de betrekkingen tus
sen beide landen ronduit vijan
delijk geworden, ten tweede
heerst er op vrijwel elk terrein in
Zaïre als gevolg van ontstellend
economisch, sociaal, maat
schappelijk en administratief
wanbeleid een haast chaotische
toestand. Zaïre heeft momenteel
alleen maar schulden en wil
niets minder dan dat deze voor
een periode van zeker vijf jaar
totaal worden bevroren. Maar
bovendien heeft het land mil
jarden en nog eens miljarden
nodig om de nodige orders in het
buitenland te kunnen plaatsen.
Landen als de VerenigdeStaten,
West Duitsland, Frankrijk en
Japan, eertijds de voornaamste
handelspartners van Zaïre, lan
den ook die bereid waren tot
grote investeringen in Moboe-
toe's economie, zijn de laatste
jaren met een grote boog om
Zaïre heengegaan. Zaire is een
land dat rijk is aan grondstof
fen, maar door de onverwachte
daling van de koperprijs op de
wereldmarkt en de stijgende
olieprijzen kreeg 's lands eco
nomie een hevige klap.
Toen Moboetoe tien jaar gele
den aan de macht kwam, begon
hij een politiek van Afrika voor
de Afrikanen. Zijn Zaïrise-
ringspolitiek betekende een na
tionalisatie van alle buiten
landse eigendommen, vervan
gen van het ambtenarenkader
door Zaïrezen, vervanging ook
van de financiële en economi
sche topfiguren door inheemsen.
Maar de oudere generatie van
Zaïrezen, die overal het bewind
overnam, was meerendeels on
bekwaam en wat mogelijk nog
erger was, uitermate corrupt.
Op deze manier hebben duizen
den ambtenaren en zakenlui
zich enorm verrijkt maar Zaïre
kreeg intussen gebrek aan de
viezen en goud, de ontwikke
lingsprojecten vielen stil, het
openbaar ambtenarenapparaat
werkte zeer gebrekkig of niet.
Moboetoe, die in feite de aan
stichter van deze chaos is ge
weest, heeft ingezien dat het zo
niet langer verder kon. Als hij
over een tweetal maanden zijn
tienjarige ambtsperiode vierl,
zal hij Zaïre iets te bieden willen
hebben. Geen wonder dat de Be
Moboetoe: chaos.
lgen hem daarbij kunnen hel
pen, want zij kennen het land en
zijn problemen. De Société Ge
neral, het machtigste Belgische
bankconcern, heeft nog altijd
kolossale belangen in het voor
malige Congo. Dat deze mach
tige staat in de staat een hartig
woordje zal meespreken bij de
komende onderhandelingen be
hoeft geen betoog. Zaëre, nu
straatarm, is een. land dat om
zijn enorme voorraad grondstof
fen, onder andere koper en olie,
en vanwege zijn strategische
ligging in Afrika ook voor de
Europese Gemeenschap op den
duur een zeer interessante han
delspartner zou kunnen worden.
Zowel president Moboetoe als
premier Tindemans hebben zich
trouwens in bedekte termen in
die richting uitgelaten.
Er wordt al maanden lang ge
studeerd op de vraag hoe Zaïre
financieel kan worden gehol
pen. De nationale bank van Be
lgië het Internationale Mone
taire Fonds (IMF), de Societé
Generale en de EEG Zijn daar
bij ingeschakeld. Want het is
duidelijk dat België alleen Zaïre
er niet op kan helpen. Om poli
tieke redenen is het voor West
Europa des te dringender se
rieus op de toenaderingspogin
gen van Moboetoe in te gaan
omdat een falen van Westeuro-
pese steun de Oostblokstaten
klaar staan Moboetoe de hel
pende hand te reiken. Naar wij
vernemen heeft met name de
Sovjet Unie Zaïre een lening op
lange termijn aangeboden ter
grootte van drie miljard dollar
alsmede technische steun bij de
vestiging van industrieën en in
de landbouw en directe steun in
s lands gezondheidszorg door
het zenden van artsen en het
bouwen van ziekenhuizen. Het
is inderdaad zo, dat de Zaïrezen
juist op deze terreinen grote be
hoeften hebben alsmede op het
stuk van de verkeersstructuur.
Dat alles kost veel geld en de
Belgen zullen in geval van hulp
verlening vanuit België of an
dere Europese landen toch op
een punt zekerheid moeten ver
schaffen: er zullen waterdichte
waarborgen moeten komen dat
Zaïre niet opnieuw wel hulp in
casseert maar niet zal betalen.
België denkt daarbij aan de
tienduizenden Belgen, die nog
schadeloos moeten worden ge
steld door Zaïre. Voor hen lijkt
nu inderdaad het ogenblik aan
gebroken dat Moboetoe hen op
zijn minst enige genoegdoening
zal geven.
Natuurlijk is er in België ook
kritiek op de Belgische bereid
heid om Zaïre nu uit de econo
mische chaos te helpen: in de
eerste plaats wordt daarbij ge
wezen op het feit dat België zelf
financieel en economisch steeds
zieker aan het worden is en vol
gens de jongste cijfers in verge
lijking met Duitsland en Neder
land een steeds groter inflatie
percentage vertoont bij een
steeds stijgende werkeloosheid.
Ten tweede vraagt men zich ook
af of het wel juist is om een dic
tator als Moboetoe te steunen,
daar waar hij de afgelopen tien
jaar blijk heeft gegeven alleen
maar tot wanbeheer in staat te
zijn. Bij de gedachte om Zaïre te
hulp te komen, speelt mogelijk
bij de Belgen toch het feit mee
dat ze nog altijd een zwak heb
ben voor hun voormalige kolo
nie. En het feit dat dit onmete-
lijke land ondanks de malaise
van het ogenblik voor de toe
komst zeer interessante moge
lijkheden biedt, gaat zeker
evenmin voorbij aan de zaken
mansoren van de Belgen. Tens
lotte zal ook Moboetoe eens van
het politieke toneel verdwijnen,
maar blijft Zaïre het land van
bel
JAN