VERKEE
DRS. G
Krui
tegi
auti
wei
Jeugdsentiment met
bijzondere waarde
PARTNERKEUZE
VIA EEN
FORMULIERTJE
„Beroeps-koppelaarster" bracht duizenden verlossing uit eenzaamheid
ill
KAARTEN
Louche
Arbeider
Intuïtie
Succes
vri3j.
uit
HINGEN PEIL
INGEN PEILIt
PEILINGEN
EILINGEN PEI
5
-
MR'* -- -! i
v -* -
ƒ-
Geurt (een echt<
adjunct-directeur t
Utrecht: een advic
Nederlandse Spool
tensief b eziggehoui
(brom)fiets en de
Een gedegen studit
toekomst kijken k;
hoefte aan een duit
fiets nog eens een I
werkverkeer.
Hupkes: „Er kan
anderen waar mem;
idee van heeft. Ik hel
tasieën gezien van et
eind vorige eeuw, di
een halve eeuw voori
te kijken. Hij is ech
het idee gekomen d<
wen massaal een bri
gaan dragen. Stape
sprognoses zijn in
mand beland sinds
ernst maakt met de j
ning. Deze ontwik!
men niet voorzien, en
dan bijvoorbeeld al g
miljoenen auto's in 2'
Hupkes, een econoon
is derhalve uiterst
met een toekomstvi
Wel wil hij er harde
denken.
In een kruistochl
auto ziet hij weinig h'
ringen lukt toch niet
want de mensen ga
groten getale hun a
kant doen, wat vooi
len er ook genome
(Van onze corre
PARUS - Plai
min of meer als
bittere strijd met
hun grondgebied
sruimte en zij mal
„oorlog" gebruik
sche en chemiscl
om zwakkere soi
schakelen.
Professor Pelt
van het Europese
Instituut in Metz,
farmacologische
Parijs gewezen o]
sieve intelligentie
planten". Volgens
zekere vegetale
ware biologische
oorlog tegen plan
zij problemen
(Van onze corTesf
MEXICO-CITY-1
gaf een Portoricaan
groep hier een avoi
een deel was gewije
zwang zijnde liedjes
protest Tussendoc
deze groep met enke
politieke beeld van 1
Rico: eiland van bijr
oppervlak dat in 189
vasie der Amerikam
door hen werd beze
Sinds 1952 is d
„een vrij geassocie
van Amerika waari
kanen 9000 miljoen
ben geïnvesteerd. E
les onder Amerikaa
blijft: transport,
bank- en rechtswez
had het land zijn
teenheid, nu is dat
publiciteitsmedia,
slechts Amerika ver
reikt voor Portoric
en tv; en wie het lan
ken heeft een Ameri
nodig. Uiteraard ks
Amerika verdrager
Rico maken, daar
tenlandse politiek d
wordt beslist. Deze
Stel je voor: je bent een man of vrouw, ondegedompeld in
eenzaamheid, hunkerend naar een levensgezel. Je droomt
elke nacht van die lieve blonde of van die stoere rossige,
schrikt teleurgesteld wakker als je dat droombeeld beet wilt
pakken, maar noteert gezwind haar of zijn ideale eigen
schappen. Die notitie stuur je naar Sinterklaas, de Kerstman
of een contactbureau. En een maand later lig je in de armen
van je droombeeld, zij het na betaling van enkele honderden
guldens.
Een droom op zich? Niet he
lemaal, want zo gaat het onge
veer als je een huwelijkscon-
taCtcentrum in de arm neemt.
Liever gezégd, zo kan het gaan,
als dat bureau degelijk en er
kend is en als je wensen niet al te
buitensporig zijn.
Omdat er heel wat rare ideeën
bestaan over die contactbureaus
leek het nuttig een gesprek te
hebben met de directrice en op
richtster van het oudste en
grootste erkende huwelijkscon-
tactcentrum, mevrouw B.
(„schrijf maar Bep, hoor, als je
dat leuk vindt staan") Vonk-
Wery („nee, geen familie van de
voetballer") van Trait-d'Union
in Ede. Mevrouw B. Vonk, Bep
dus, is een beroeps
koppelaarster. „Dat mag u ge
rust zeggen, al is het een begrip
uit vroeger tijden. Nu heeft mijn
werk status en heet ik huwe-
lijksconsulente".
Mevrouw Vonk, eigenlijk is ze
te veel Dame om haar Bep te
noemen, ziet er buitengewoon
verzorgd uit en draagt een mo
derne wijde jurk. Maar hoe mo
dern ook, haar leeftijd mag ik
niet weten. Ernaar raden mag
wel; ik doe een gevaarlijke slag
en houd het op een eindje in de
vijftig. Ze heeft opvallend mo
derne oorbellen in, een opval
lend modern horloge en heeft
?ul de parfumfles gehanteerd,
laar domicilie is een slaapka
mertje op de eerste verdieping in
het huis van de familie Vonk:
een gewoon huis in een rijtje en
niet de verwachte villa. Ze zit er
tussen bureaus, wanden vol
ordners, grote kaartenbakken,
en een telefoonbeantwoorder.
Als ik haar vraag waarom ze
haar huwelijksbureau heeft op
gezet krijg ik geen antwoord,
maar een getypt vel papier met
een gedeelte van haar memoires
en diepe gedachten die ze ooit
eens wil samenvatten tot een
boekwerkje. Intussen wipt ze
twee kaarten uit de bakken en
koppelt ze aaneen met een pa
perclip. „Een leuk stelletje zo,
dacht ik", zegt ze terwijl ze de
pasfoto's laat zien van een keu
rig jongmens en een bepaalde
lijk aantrekkelijke en minstens
zo keurige juffrouw. „Die twee
mogen het samen eens gaan pro
beren, nu maar afwachten of het
klikt". Dat kan haast niet mis
lukken, want het jongmens heeft
als eigenschappen dat hij gevoe
lig, zacht en huiselijk is.
Geen kneusjes, zoals je ver
wacht van mensen die een bu
reau in de arm nemen om de
ware Jacoba of Jozef te vinden.
Het echtpaar Vonk raadt mijn
gedachten; nog een paar grepen
in de kaartenbak moeten mij er
van overtuigen dat ook „Hol
lands glorie niet altijd aan een
man of een vrouw kan komen.
Voorwaar een stuk, zeg ik on
deugend bij het zien van de beel
tenis van een knappe jonge
vrouw. „Vaak zijn die juist erg
kritisch bij de partnerkeuze",
verklaart mevrouw Vonk.
Het verhaal van haar bureau
in het kort. Tien jaar geleden
wenste mevrouw Vonk wat meer
om handen dan alleen haar
huishouden en haar kindertjes.
Ze was gebonden aan huis, dus
veel hoop op een bijbaantje had
ze niet. Toen ontmoette ze een
kennis die „aan haar derde man
toe was" en een huwelijksbu
reau had. „Dat idee stond me
wel aan, maar haar bureau was
louche. Ik vond het een uitda
ging zelf een fatsoenlijk bureau
op te richten. Al gauw merkte ik
dat het op dit gebied een troep
was met tientallen, ja honder
den malafide bureautjes".
Ze wendt bescheidenheid
voor als ik haar vraag hoe bona
fide ze zelf is. „Lees dit maar, de
toespraken van de Gezinsraad
op het tienjarig bestaan, ik heb
ze laten uittypen". Loftuitingen
en erkentelijkheid spreken
daaruit en verwezen wordt naar
de zeven erkende bureaus die er
nu nog over zijn van de 120 die er
in 1968 bestonden. Lof ook voor
mevrouw Vonks toekomstvisie:
„U loopt voorop".
De visie is dat ze strenge eisen
wil voor de medewerksters van
de bureaus ('t liefst maatschap
pelijk werksters), een bundeling
van deskundigheid en bureaus,
verhoging van de beroepsethiek,
afwijzen van commerciële as
pecten, contactbemiddeling ook
tussen de „vergeten" groepen
als bejaarden, homofielen, ge
handicapten en mensen die door
omstandigheden niet kunnen
(her)trouwcn maar wel een ge
zonde partner willen.
„Ik heb altijd voorop gelo
pen", zegt mevrouw Vonk nu
ook zelf bescheiden. Haar man,
die haar helpt niet klusjes als de
administratie maar een eigen
baan heeft: „Ze is goed in de
omgang met mensen, weet u. Ze
kijkt ook niet neer op een arbei
der, die eigenschap heeft ze".
Toch is het voor een ai seider
niet gemakkelijk om aan de
vrouw te komen via een con
tactbureau. „Jongemannen met
alleen lager onderwijs komen
niet aan een vrouw. Zelfs boeren
met een middelbare landbouw
school zijn niet aantrekkelijker
dan fabrieksarbeiders. De
vrouwen willen altijd, al hebben
ze zelf niet meer dan l.o., een
man met een hogere opleiding".
Mevrouw Vonk zegt daarom niet
alle arbeiders meer als klant in
te schrijven, „Ik zeg ze liever dat
de kans bij inschrijving nihil is".
Wie geïnteresseerd blijft en
Trait- d'Union benadert krijgt
een boekje met uitleg en formu
lieren. In dat boekje staat: „Ook
u bent een van die velen die
langs deze weg een oplossing
zoeken voor het probleem dat u
zich eenzaam voelt en er niet in
slaagt een levenspartner te vin
den. Velen gingen u hierin voor;
velen ook vonden het geluk op
deze wijze".
Op de persoonsbeschrijving
mag de eenzame en toekomstig
gelukkige invullen uit welke
stand de aanstaande moet ko
men (arbeiders-, middenstand,
zakenkringen), wat het beroep
van de vader, broers en zussen is
en of hij-zij houdt van huiselijke
gezelligheid.
En leuk extraatje, veronder
stel ik, maar alweer raadt het
echtpaar Vonk mijn gedachten
en haalt de balans over 1974 er
bij. Winst 27.000, waarvan
19.000 schoon overbleef. Verde
digend: „Dat is geen goudmijn
voor iemand ie onder meer MO
Nederlands heeft, gestudeerd
heeft, vijftig uur per week
werkt, grote verantwoordelijk
heid heeft".
Verantwoordelijkheid, het
woord duikt telkens weer op en
wordt geïllustreerd met rake
voorbeelden. Verhalen uit een
reeks verzamelde knipsels over
malafide praktijken, verhalen
over bureaus die letterlijk de
boer opgingen met trouw- en
vrijlustige vrouwen die na beta
ling van een fors contactgeld
stuk voor stuk Duitse hoertjes
bleken en snel weer de mollige
benen namen. Een verhaal van
een gereformeerde broeder van
62 die gauw klaar was met het
opsommen van de gewenste ei
genschappen: Grote borsten en
goed in bed. De geschokte me
dewerkster („een echte Daaa-
me") besloot de contactlustigi
maar niet als klant in te schrij
ven.
Trouwen is trouwens voor het
contactcentrum geen doel op
zich. „Maar we zijn er niet om te
voorzien in weekend en vakan
ties, het gaat om duurzame con
tacten, of ze nou gaan trouwen
of gaan samenleven", zo zegt
mevrouw Vonk. „Ik ben vrij mo
dern wat dat betreft, ben eigen
lijk helemaal modern in mijn vi
sie. Vroeger moest ik een be-
wijsje van de pastoor hebben
voor ik kon adverteren in een
katholiek blad in Limburg was
huwelijksbemiddeling tien jaar
geleden helemaal onmogelijk".
Maar contacten van homofie
len, bejaarden die niet kunnen
of willen trouwen en gehandi
capten is er niet bij. „Dat mogen
we niet, de partners moeten in
principe met elkaar kunnen
trouwen".
Die partners vinden elkaar
soms al binnen een maand. Dan
staat er maar een enkele datum
op hun kaart, met daaronder
„geslaagd". Het kan ook anders,
bewijst een greep in de bak. De
kaart van een over-kritische
vrouw, die er al 58 heeft afgewe
zen, vaak al op hun foto.
Contact alleen voor de sex is
uit den boze. „Daar prikken we
gauw doorheen, het is gauw ge-
checked of de man een sexma-
niak is". En een vrouw die op sex
uit is.? "Een temperamentvolle
vrouw, bedoelt u? Ach, het is
niet meer zo dat vrouwen aarze-
lender zijn over sex dan man
nen. Ik ben er ook niet op tegen
dat de partners met elkaar naar
bed gaan, maar dan niet op de
eerste avond, dat m?g niet".
De medewerkers van me
vrouw Vonk zijn allen vrouwen.
Mannen missen de intuïtie en
zijn te zakelijk. Tenslotte moe
ten mijn veertien medewerk
sters uitmaken of de cliënt inge
schreven kan worden".
Meneer Vonk (zijn vrouw
werkt intussen gegevens van een
paar contactzoekenden bij) zegt
een huwelijksbureau eigenlijk
zinniger te vinden dan „de vaak
gepropageerde spontane ver
liefdheid, waarbij je nog niets
weet van de ander". Hij voelt
meer voor het verstandelijke
uitgangspunt, dat vooral intel
lectuelen zou aanspreken: eerst
het vergaren van gegevens over
elkaar, dan kijken of het klikt
Naast mevrouw Vonks bureau
hangt een foto van Frank Sina
tra. Ook via haar bureau aan de
zoveelste vrouw gekomen, ver
onderstel ik. „Nee hoor, dat is
mijn favoriet, al hebben we wel
Nederlandse beroemdheden als
klant; namen mag ik niet noe
men. Was het maar waar dat ik
Sinatra in mijn kaartensysteem
had zitten, dan hield ik 'm zelf
RINZE BRANDSMA
VERKADE-ALBUMS
•L. W. R. Wenckebach, schilder, eJan Voerman Jr, schilder, te-
graficus en tuinarchitect kenaar, lithograaf, op 15-jarige
leeftijd gevraagd om mee te
werken aan de Verkade-albums
•Dr. Jac. P. Thijsse, bioloog, on
derwijzer, voorvechter voor milieubewustzijn, mede-oprichter van
de vereniging tot Behoud van Natuumonumer.ten en van de Neder
landse Vereniging tot Bescherming van Vogels.
(van een onzer redacteuren
"De vacantie is uit. In alle sta
tions wemelt het van terugke
rende zomergasten met wapens
en bagage en met bouquetten
van blauwe zeedistel of van Eri
ca, al naardat ze aan 't strand of
op de hei hun zomervreugd heb
ben genoten. In 't eerst leek het,
of er aan de vacantie geen eind
zou komen, maar toen we ee-
maal over de helft waren, werd
het al benauwder en benauwder
en eindelijk kwam de beruchte
laatste de van inpakken en
heengaan. Maar wonderlijk is
het, dat je ten slotte toch weer
met vreuefd de stad en het huis
begroet en zelfs met genoegen
den weg weer inslaat naar
school, al heb je ook reeds uitge
rekend, hoeveel dagen het nog
duurt, eer de Kerstvacantie
komt.
Met deze zinnen begint Jac. P.
Thijsse het deel "herfst" in de
Jaargetijden-cyclus, één van de
fameuze Verkadealbums (er wa
ren er 39 in totaal), die thans op
nieuw zün uitgegeven door Zo
mer en Keuning m Wageningen.
Deze uitgeverij heeft samen met
de Vereniging tot Behoud van
Natuurmonumenten in Neder
land de vier albums Lente, Zo
mer, Herfst, en Winter opnieuw
het daglicht doen zien. Nu al met
enorm succes: alleen via voorin
tekening zijn reeds 60.000
exemplaren verkocht
Dat succes mag geen verba
zing wekken: in deze tijd van
herleving van het sfeertje,
waarin onze ouders hun jeugd
doorbrachten, passen deze
Verkade-albums helemaal.
Maar dat als enige reden voor de
goede ontvangst van de heruit
gaven noemen zou onreccht
doen aan de samenstellers van
de albums: Jac. P. Thijsse en de
schilders Weckebach, Jan van
Oort en Voerman Jr. Zij slaag
den er namelijk in om de tekst en
afbeelding iedereen te boeien,
ook de volwassenen en in een pe
riode, dat 5,5 miljoen Nederlan
ders de beschikking hadden
over800.000 hectare "woeste,
grond", een begin op te wekken
van milieubewustzijn. Nu ze
ventig jaar later blijkt, dat het
bijbrengen van eerbied en liefde
voor al wat groeit en bloeit al
leen met leuke, interessante al
bums met plakplaatjes niet zo
vreselijk effectief is. Nu moeten
13 miljoen Nederlanders het
doen met 200.000 hectare na
tuurgebied en zelfs dat kleine
beetje wordt nog voortdurend
bedreigd door wegenbouwers,
huizenplanners en groeiste-
dendwingers. Maar alia, laten
we van dit artikel geen vlam
mend betoog maken tegen de na-
tuurschenners: het zou helemaal
vallen buiten de sfeer, die Jac. P.
Thijssen en de Verkades hebben
bedoeld en opgeroepen met hun
albums.
Jeugdsentiment roepen de
Verkade-albums op. Maar ook
meer dan dat. Bewondering voor
een initiatief, dat zeker voor het
begin van dez eeuw een riskante
onderneming was. Zes jaar lang
is de reclamecampagne van de
NV Bakkerij "de Ruyter" der Fa.
Verkade en Comp. te Zaandam
voorbereid. Want hoe we er ook
tegen aan kijken: het was recla
me. Maar wat een idee! Kunste
naars aantrekken, een progres
sief onderwijzer om boeken over
de natuur te schrijven en te illus
treren. De toenmalige kunste-
naarsbent had slechts scham
pere opmerkingen over voor
deze vercommercialisering van
de Grote Kunst. Maar de Vreka-
des, groot gebracht in een sfeer,
die de vooruitstrevende kunst
beoefening (denk maar aan to
neelvernieuwer Eduard Verka
de) vanzelfsprekend maakte en
de door hen aangetrokken kun
stenaars hebben er zich niet veel
van aangetrokken. En hun
voorbeeld deed velen volgen: er
ontwikkelde zich zelfs een
"sla-oliestijl", toen kunstenaars
als Toorop, Nieuwenhuis en
Lion Cachet voor de Delftse
Oliefabrieken affiches gingen
ontwerpen!
De Verkade-formule had ee».
ongekend succes. Tienduizen
den jonge en oude Nederlanders
verzamelden de plaatjes, ruil-'
den ze, plakten ze in en bewaar
den de albums zorgvuldig.
Sommige albums zijn alleen nog
maar in antiquariaten te ver
krijgen. De firma liet natuurlijk
ook niets na om die verzamel
woede te stimuleren. Iedereen
kreeg instructieve teksten, soms
zelfs in kleine boekvorm. Een
fragment uit zo'n boekje:
"De Plaatjes-post. Wij gelo
ven niet, dat u zich voor kunt
stellen wat dat wel zeggen wil.
Daarvoor moest u eens een
kijkje komen nemen op onze
Reclame-Afdeling. De ochtend
post komt binnen. Onze jongste
bediende kan den zak nauwe
lijks torschen, zoo volgeladen is
hij met brieven, briefkaarten en
pakjes plaatjes, ons door de ver
zamelaars gezonden. Op een ta
fel wordt alles uitgestort en het
sorteren begint. Maar als dan 's
middags de tafel weer vol ligt,
nu niet met een mengelmoes van
brieven, kaarten en pakjes, maar
met lange rijen nette zakjes, de
speciale verpakking, waarin wij
de plaatjes verzenden, dan den
ken wij: "Daar doen wij nu weer
een paar-honderd verzamelaars
plezier mee!" En dan achten wij
onze moeite al ruimschoots be
loond!"
Dat reclame-aspect speelt in
de heruitgave geen rol van bete
kenis meer: je hoeft je niet on
gans te eten aan peperkoek van
Verkade om de viermaal 144
plaatjes bij elkaar te krijgen.
Alle plaatjes zitten bij de boe
ken. Over blijft nog de kennis
van zaken en de verteltrant van
Jac. P. Thijsse. Een voorbeeld;
hij:
land
over de vogeltrek vertelt
"Hier en daar in ons
worden die vinken en keepen
gevangen op de vinkenbanen
onder grote netten. Door mees
tal blinde lokvogels worden ze
gelokt naar een plek, waar zaad
ligt gestrooid en als ze daar dan
rustig en wel rondpikken, trekt
de vinker met forschen ruk een
paar slagnetten over hen heen.
In den regel worden ze dan dade
lijk gedood en aan ristjes gere
gen, om te worden gegeten.
Maar wij kijken naar den vogel
trek zonder zucht tot vangen.
Daar komt weer een troep aan
met veel geroep en veel beredde
ring, maar ze schieten weinig op
en vallen al heel gauw neer in 't
struikgewas, waar ze nu rond
scharrelen. 't Zijn meezen, pim
pelmeezen met blauwe kopjes.
Rrrr! Wat was dat. Een troep
van wel tweeduizend tamelijk
groote vogels schiet schuin aan
ons voorbij en verdwijnt achter
een heuvelkling. Wacht maar
even. Zoo'n groote troep wordt
altijd gevolgd door eenige ach
terblijvers en die zullen we eens
goed opnemen. Daar zijn ze al.
Nu opgepast. Kijk onder de
vleugels. Ik had 't wel gedacht.
Een groote koperroode vlek
blinkt er in 't zonnelichthet zijn
koperwieken (39)."
En dan kijk je op plaatje 39 en
dan zie je een prachtig geschil
derde vogel. Mooier dan welke
kleurenfoto ook, omdat uit elke
penseelstreek de zorg spreekt,
•J. M. van Oort, schilder, ge
vraagd als vogeltekenaar, daar
hij als zoodanig reeds eenige
bekendheid had".
de liefde voor het onderwerp, de
vrucht van soms dagenlange
briefwisseling en bespreking.
Zomer en Keuning hebben de
heruitgave met veel eerbied ver
zorgd. De oorspronkelijke tekst
is fotografisch uit de oorspron
kelijke boeken overgenomen. De
in de kluizen van Verkade dit
bewaarde aquarellen zijn geli-
thofotografeerd en komen
dankzij dit moderne procédé
nog fraaier uit.
Special aandracht verdienen
de inleiding bij de heruitgave
van Kees Hana. Ze corrigeren
opvattingen en beschrijvingen
van Thijsse, wanneer dat door
nieuwe ontdekkingen en inzich
ten noodzakelijk is. Maar dat
geschiedt niet betwetering,
maar vanuit een betrokkenheid
bij eerbied voor het werk van
zijn illustere voorganger, die
weldadig aandoet.
De heruitgegeven
Jaargetijden-albums vormen
samen een rijk bezit. Een curio
sum, zeker, maar misschien doet
ook nu nog het woord van initia
tiefnemer Ericus Verkade op
geld, dat zegt: "Dan wilde wij
zoo gaarne, dat de plaatjes niet
alleen de verzamellust der kin
deren zouden bevredigen, maar
ook dat ouders en anderen er
vreugde van zouden kennen
hebben - dat er voor allen wat uit
te leeren zou zijn, wat hun lust
tot opmerken zou prikkelen,
hunne liefde voor de natuur zou
vergroten." Hans Lutz