Wij móeten hier tot
'n zekere vorm van
democratie komen
5?
SACHAROV IN EEN LUXE
MOSKOCSE WINKEL
SEIZOENEN
Een Vredesweek lang
nadenken over
er en
Klassen
Aiet bang
Solzjenitsyn
DOOR
CORN
VERHOEVEN
Vele vormen
HINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PELNGEN
INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILING
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
MOSKOU op een warme
septemberochtend. Blok 48
in de Tsjkalowstraat is het
laatste oude flatgebouw
vóór een zee van nieuw-
bouwflats begint. Er staan
geen opvallende mannen
met gleufhoeden op voor de
deur noch in de naaste om
geving. De in de buurt ge
parkeerde auto's zijn leeg
en ook aan de overkant
staat niemand opvallend in
een krant te turen. Het
flatje waarin Andrej Dmi-
trijevitsj Sacharov woont,
wordt kennelijk niet be
waakt. En dat ondanks het
feit dat deze „vader van de
waterstofbom" al zeven
jaar lang in ongenade is en
geen kans voorbij laat gaan
om te zeggen wat hij vindt
van het leven in de
Sovjet-Unie.
Sacharov, lang, onhandig,
een beetje stotterend en met zo
nu en dan een trillende rech
terhand, praat zonder
schroom. Hij heeft een broek
aan die men bij ons alleen nog
maar in een vuilnisbak vindt.
De stoelen waarop we zitten,
dreigen elk ogenblik in elkaar
te kunnen zakken. Aan de
muur hangt een foto van Boe-
kovsky, een andere dissident.
Het gesprek gaat eerst over
Sacharovs vrouw, die momen
teel voor een operatie aan haar
ogen in Italië verblijft.
„Ik weet niet hoe het met
haar gaat. Ik vrees het ergste.
Ze had eigenlijk al veel eerder
geopereerd moeten worden,
maar ze lieten haai' niet gaan.
En hier durfden we de operatie
niet aan. Niet omdat onze So
vjetartsen dat niet zouden
kunnen of omdat we vreesden
dat ze het misschien met opzet
verkeerd zouden doen. Maar
bij vorige operaties hebben we
gezien hoe de artsen onder
psychische spanning stonden,
juist omdat het mijn vrouw be
trof. Hun handen trilden. We
zijn een soort besmette waar.
In één geval heeft een in zekere
zin zelfs bevriende arts gewei
gerd om ons te helpen, omdat
hij vlak voor zijn promotie
stond en bang was dat men
hem zou laten zakken".
Sacharov vertrouwt er op
dat zijn vrouw naar de
Sovjet-Unie zal mogen terug
keren. „We hebben afgespro
ken dat ze zich van elke poli
tieke verklaring zal onthou
den. Ze voert wel onderhande
lingen over de rechten van
mijn publikaties in het westen.
Maar dat zal men ons niet kwa
lijk nemen".
Andrej Sacharov is nu 54
jaar en hij heeft zijn hele leven
in de Sovjet-Unie doorge
bracht. Tot 1968 was hij zelfs
een zeer geëerd Sovjet-burger
die driemaal de onderschei
ding „held van de socialisti
sche arbeid" ontving. Sinds
zeven jaar is hij een verschop
peling in de Sovjetmaatschap
pij, omdat hij opkomt voor wat
men mensenrechten noemt.
Hij heeft geen woning, maar
woont in bij zijn schoonmoe
der die ook maar twee kamers
en een keuken heeft. Hij is ont
slagen bij het staatscomité
voor de atoomenergie. Niette
min gaat hij onvermoeid ver
der met het propageren van
stukken te publiceren uit Sa
charovs zogenaamde „poli
tieke testament". „Ik heb ge
hoord dat ze het zo noemen en
dat ze er bij vermeld hebben
dat ik nu niets meer zou schrij
ven. Dat is natuurlijk onzin. Ik
ben nog niet aan een testament
toe. Zeven jaar geleden wist ik
ook niet wat ik nu zou schrij
ven en volgend jaar schrijf ik
misschien weer heel andere
dingen. Ik zal ook niet ophou
den met schrijven, zolang de
mensenrechten in ons land nog
niet gerealiseerd zijn."
Sacharov spreekt duidelijk
een heel andere taal dan de uit
de Sovjet-Unie verbannen
schrijver Solzjenitsyn. „Ik ken
Solzjenitsyn niet goed, maar ik
kan wel de verschillen tussen
ons onderkennen. Ik geef toe,
dat de inhoud van Goelag-
Archipel op een overweldi
gende wijze het lijden van het
Sovjetvolk schildert. Maar dat
is niet de hele waarheid. Je
moet ook de vraag beantwoor
den: Waar gaan we naartoe?
En met name daarin verschil
len Solzjenitsyn en ik. Solzje-
nitsym is een nationalist. Ik
denk meer in termen van in
ternationale samenwerking.
Hij is een kunstenaar, ik ben
een technicus. Ik geloof in de
moderne wetenschap, Solzje
nitsyn verlangt terug naar de
tijd waarin het orthodoxe ge
loof de weg uitstippelde. Ik wil
niet zeggen, dat Solzjenitsyn
niet in het humanisme gelooft,
maar hij is zo compromisloos,
hij laat geen discussie toe en
daarmee bevindt hij zich toch
op een andere humanistische
Andrej Sacharov en zijn vrouw Jelena in hun Moskous appartementje. Deze foto is vorig jaar
gemaakt.
wat hij communisme met een
menselijk gezicht noemt.
„Wij móeten hier tot een ze
kere vorm van democratie ko
men. Als ons dat niet lukt zul
len we altijd ver achterblijven
bij de westelijke landen. We
hebben hier nog steeds klas
sen: een grote lijdende massa
en een uiterst kleine machtsé
lite. De grenzen tussen die
twee klassen moeten doorbro
ken worden."
Sacharov is een getergd man. Hoezeer getergd blijkt pas een
dag na ons interview, toen in Moskou het volgende verhaal de
ronde deed. Sacharov was een Moskouse winkel binnenge
gaan waar men allerlei luxe artikelen kan kopen mits men met
Westerse valuta betaalt. Die winkels zijn dus alleen toeganke
lijk voor buitenlanders en hoge partijfunctionarissen.
Sacharov zou een aantal artikelen hebben uitgezocht en
toen met Russische roebels hebben willen betalen. Dat werd
geweigerd, waarop Sacharov woedend begon te schreeuwen
dat hij als Sovjetburger dezelfde rechten had als buitenlan
ders en dat zijn Russische geld evengoed geld was als buiten
lands geld.
De chef van de winkel belde de politie, deze weer het minis
terie van binnenlandse zaken en daar beval men van hoger
hand Sacharov zijn gang te laten gaan, hem desnoods zonder
enige betaling de artikelen die hij wenste mee te geven, magr
in elk geval te voorkomen, dat buitenlanders het schandaal
dat Sacharov veroorzaakte, zouden opmerken.
Het verhaal kreeg ik te horen van zeer betrouwbare mensen.
Het was niet meer mogelijk Sacharov over dit incident te
vragen.
weg dan ik. Ik denk dat de die
pere oorzaak van het verschil
tussen Solzjenitsyn en mij be
staat in het verschil in biogra
fie. Hij heeft in het kamp geze
ten. Ik niet. Het kampleven te
kent een mens voor zijn hele
leven, èls er al een leven is na
het kamp."
Amalrik
Het gesprek komt op een an
dere dissident, Andrej Amal
rik, die enkele dagen later voor
een kleine 24 uur gearresteerd
zou worden. „Ik ken Amalrik
niet persoonlijk. Ik heb hem
nooit ontmoet, nooit met hem
gecorrespondeerd. We hebben
toevallig één gezamenlijke
kennis. U vindt dat misschien
merkwaardig, maar misschien
is dat ook wel tekenend voor
ons isolement: zelfs in dezelfde
stad kennen wij, tegenstan
ders van de onmenselijke kan
ten van dit regiem, elkaar niet
eens."
Enkele dagen tevoren is een
Italiaanse krant begonnen met
Sacharov is niet bang dat hij
eventueel het lot van Solzje
nitsyn zal moeten delen: de
verbanning uit zijn land. „Ik
geloof niet dat ze dat zullen
durven. De leiders hier zijn
namelijk zó verschrikkelijk
dom. dat ze nog steeds denken
dat ik belangrijke Russische
atoomgeheimen ken. En dat
terwijl ik al zeven jaar geleden
uit het Staatscomité voor de
atoomenergie ben verwijderd.
De geheimen van toen worden
nu op de middelbare scholen
gedoceerd: de atoomweten
schap ontwikkelt zich name
lijk bijzonder snel. Maar die
mensen aan de top weten dat
niet of begrijpen het niet. Ik
zou overigens verbanning be
slist niet zo erg ervaren als
Solzjenitsyn dat heeft gedaan.
Een schrijven is meer aan zijn
land gebonden dan een fysi
cus. Mijn wetenschap kan ik
overal ter wereld bedrijven.
Voor arrestatie ben ik ook niet
zo bang. Ik denk dat mijn we
tenschappelijke naam me al
tijd nog wel een beetje be
schermt. Maar ik ben wel erg
bang dat ze zich op mijn fami
lie of mijn schoonfamilie zul
len gaan wreken, misschien
zelfs op mijn stiefdochter Tan-
ja. Toch is het mijn plicht om
door te gaan en mijn vrouw is
het daarmee eens."
Sinds ruim een half jaar kon
Sacharov niet meer met het
buitenland bellen, nu heeft
men hem nog verder in het iso
lement gedrongen. „Sinds eer
gisteren is de telefoon hele
maal dood. Er komt geen ge
luid meer uit. Weet u dat men
in de Sovjet-Unie tienmaal zo
veel geld heeft uitgegeven voor
stoorzenders als voor nuttige
radiozenders? U kunt het
stoorzendercomplex hier ach
ter ons huis zien. Maar mijn
telefoon kunnen ze niet in be
drijf houden. De afluisterap
paratuur werkt echter nog
perfect. Rekent u er maar op
dat uw lezers veel later zullen
horen wat ik heb gezegd dan
de politie hier. Voor mijn huis
is geen bewaking nodig. Ze zit
ten met hun oren in onze wo
ning."
Het is inmiddels middag
gewórden. Bij de lift maakt
Sacharov zijn excuses dat het
in het trappenhuis zo duister
is. Pas als hij voor de derde
maal de liftdeur met een klap
heeft dichtgesmeten, zakt de
liftkooi schokkerig naar bene
den. „Bedankt voor uw be
zoek", waren Sacharovs laat
ste woorden geweest.
Buiten stonden nog steeds
geen mannen met gleufhoeden
ons op te wachten. Om Sacha
rov te bewaken heeft men dat
niet nodig. Hij staat al met zijn
rug tegen de muur.
LEO VAN VLIJMEN.
ij nadert weer, de trage en
zeer aardse krankzinnigheid
van het najaar. Niet iedereen
merkt haar komst op. In de stad
is zij alleen te vermoeden, want
om naderbij te sluipen heeft zij
een paar honderd meter onbe
bouwde grond nodig. Als zij
daar niet over kan beschikken,
blijft zij hoog in de lucht hangen
en wordt niet aards. Naar buiten
de stad ligt zij als een ritselende
sprei over het land.
Herfst is geur en een van de
redenen waarom het najaar met
een milde krankzinnigheid
komt over de fietser die de stad
uitgaat, is dat geuren niet onder
woorden te brengen zijn. Ieder
een is er alleen mee en kan ze
niet anders beschrijven dan als
geuren van de herfst, dus door te
verwijzen naar vroegere geuren
en vorige herfsten, in de veron
derstelling dat anderen die vol
doende kennen. Waar is de oer-
herfst waarnaar wij kunnen
verwijzen en dié alle mensen
kennen? Het is een herinnering
die zich in de nevels oplost en die
nog veel minder toegankelijk is
dan datgene wat ons op dit mo
ment overvalt. Na de zoveelste
herfst zijn er alleen nog clichés,
die niet meer gezegd hoeven te
worden en die de toegang tot een
verder verleden blokkeren. Geu
ren maken eenzaam, terwijl zij
voor iedereen toegankelijk zijn.
Er is nauwelijks een overtref-
fende trap van lyrisch formule
ren denkbaar die de barrière van
de geur en het cliché kan door
breken. Dus lijkt er ook niets
anders meer mee te delen dan
dat het weer zo ver is. Ja, ja, dat
kon niet uitblijven, zo is de gang
der seizoenen, na de zomer komt
de herfst met zijn beroemde geu
ren, dat zul je altijd zien. Toch is
het nu anders dan ooit, alleen al
omdat het nu is, actualiteit en
gèen herinnering. Wadend door
de geuren voel ik mij herfstiger
dan ik mij kan herinneren ooit
geweest te zijn. Herfst maakt
oud en roept tegelijk herinne
ringen aan vroeger op. De
krankzinnigheid van de herfst
wordt elk jaar overwonnen,
maar op dit moment is zij daar
voor te elementair. Zij mag niet
overwonnen en vergeten wor
den. Ik wil er iets aan over hou
den.
De herfst is, vermoed ik, bezig
een taboe te worden, omdat zij
oud maakt. Haar fascinatie
wordt niet afgewezen, omdat zij
na zoveel herhalingen een cliché
geworden is - als dat zo was, zou
bijna alles afgewezen moeten
worden -, maar omdat zij de ou
derdom aantrekkelijk dreigt te
maken. Herfst is een les in ouder
wordendoor de herhaling als
een cliché voor te stellen, maken
wij ons ontoegankelijk voor
haar boodschap. Bewondering
voor de herfst mag niet voortge
zet worden in aanvaarding van
rijpe leeftijd en ouderdom. Elk
jaar worden wij gedwongen ons
te oefenen in ouder worden en
wij leren het nooit. De milde
krankzinnigheid is niet meer
dan een voorbijgaand geritsel
van vreemde beroeringen, een
koorts die de dreigende ziekte
uit ons organisme moet verdrij
ven. Een seizoen is te kort om
ons iets te leren over ons eigen
leven en zijn seizoenen; we ver
geten het telkens. Maar het moet
ook kort zijn, om vaak genoeg
herhaald te kunnen worden en
ons vroeg of laat zijn boodschap
te kunnen opdringen.
„Vredeszondag" heet het
morgen in veel kerken in Neder
land. Met een hele Vredesweek
er achteraan. In veel kerkporta
len, maar ook in stands en
marktkraampjes zomaar op een
plein of in een winkelcentrum is
vandaag en morgen en in de
week die komt de Vredeskrant te
koop. In die krant en in een
reeksje brochures en „cahiers" -
moeilijke woorden voor een
paar lezenwaardige dunne
boekjes - vertellen christenen
van verschillende kerken wat er
in hun ogen zoal vastzit aan het
stichten van vrede anno 1975.
Voorgoed vrede, begrijpt u. Niet
alleen een verdrag tussen gene
raals en diplomaten en handige
ministers van buitenlandse za
ken. maar ook vrede, (sjaloom,
salem, heil) tussen hen en ons,
tussen jou en mij.
Laat uw fantasie eens wer
ken! Hoever ligt het langzamer
hand uit ons voorstellingsver
mogen: vrede tussen joden en
arabieren, Russen en Amerika
nen, negers en blanken, tussen
Surinamers en christelijke Ne
derlanders, bijstandtrekkers en
zelfstandigen, werklozen en
overwerkten, tussen hen en ons,
tussen jou en mij?
Om al dat moois iets dichter
bij te brengen moeten we dit
jaar, vindt het Interkerkelijk
Vredesberaad, eens nadenken
over de vraag: hoe komen we
WEG VAN HONGER EN GE
WELD?
Honger en geweld hebben de
mensen - net als de armen - al
tijd, de eeuwen door, met zich
meegedragen. Maar het dwaze,
het ongerijmde is dat er in onze
dagen meer honger wordt gele
den dan ooit tevoren en dat er
meer geweld wordt gebruikt en
in wapenmagazijnen opgesla
gen ligt dan alle generaties voor
ons te 2amen nebben opge
bracht.
Honger in vele vormen: het
gebrek aan eten en de ondervoe-
dig van vele miljoenen, honger
bij vele andere miljoenen naar
liefde, veiligheid, zeggenschap
ook, honger en dorst naar ge
rechtigheid.
Ook het geweld heeft talloze
gedaanten.' er is niet alleen het
militair geweld; er is overal on
derdrukking van zwakken door
sterken, van armen door rijken,
van kleingelovigen door grote
monden.
De Vredeskrant, uitgegeven
onder verantwpordelijkheid van
het Interkerkelijk Vredesberaad
(een samenwerkingsverband
van negen kerken, w.o. her
vormden, gereformeerden en
rooms-katholieken), probeert in
een paar pittige artikelen ener
zijds het verband te laten zien
tussen honger en geweld, ander
zijds de mate waarin je als chris
ten hierbij betrokken bent, een
rol speelt, of je wilt of niet.
Honger is telkens het gevolg
van een of andere vorm van ge
weld, waarbij het natuurgeweld
in de Sahel of in Bangladesj nog
het meest onschuldig is. Zoe
kend naar oorzaken, waarom er
honger - ook die honger naar ge
rechtigheid - geleden wordt,
stoot je vandaag of morgen op je
eigen rol hierin. Een rol als me
deschuldige, medeverantwoor
delijke.
Het evangelie - daar wijst de
Vredeskrant nadrukkelijk en in
felle kleuren op - helpt je on
dubbelzinnig op weg, als je be
reid bent je verantwoordelijk
heid op je te nemen.
Die weg gaat A de kant op van
een nieuwe levensstijl (actie van
de Raad van Kerken), soberder,
tsbaarder, minder (zelf)ver-
rd, durven gaan leven; B.
zui je moeten gaan zoeken waar
je samen met anderen, gelijkge
zinden, iets ten goede kunt ke
ren, honger stillen, geweld stop
pen, meedoen met acties mis
schien, met politieke groepen in
je woonplaats....
Er is - vooral binnen de gere
formeerde kerken - nogal uit
Een treffende tekening uit de Vredeskrant'75.
drukkelijk verzet gerezen ln
sommige gemeenten tegen de
vrij radicale opstelling van het
IKV in de Vredeskrant. Met
name de aanklacht van prof. mr.
B. Röling tegen de waanzin van
de bewapeningswedloop en zijn
vrees voor een noord-zuid con
flict op wereldschaal, en verder
het betoog waarin drs. P. Terhal
de bestaande economische orde
in de wereld omver wil gooien,
doen kennelijk teveel pijn.
Maar het meest steekt blijk
baar de informatie van de
Werkgroep Betaald Antwoord
over haar boycotactie tegen de
Amrobank. wegens deelneming
van die bank aan geheimgehou
den leningen aan Zuid-Afrika.
Reden van de boycot is protest
tegen het feit dat de bank hier
door Zuid-Afrika mede in staat
stelt de apartheidspolitiek te
blijven voeren.
Op dezelfde pagina wordt re
clame gemaakt voor acties van
Amnesty International tegen het
vasthouden en mishandelen van
vele duizenden politieke gevan
genen in Indonesië, voor de Ac
tie Sahel, en voor de XminY-
beweging, die pleit voor het af
staan van 1 procent van je inko
men - ter herverdeling - aan
ontwikkelings- en bevrijdings
projecten.
Het mag vooral verbazing
wekken dat acties en een Vre
deskrant als hier besproken niet
veel meer protest uitlokt. Of
misschien moet het uitblijven
van meer protest aan het denken
zetten. Tevelen blijven kenne
lijk onverschillig? Anderen
schuiven wellicht te gemakke
lijk de hele zaak van zich af en
plakken er een etiket op: „links
geklets", of „rode propaganda"
Doen ze in wezen niet als het
kuikentje dat de Vredeskrant
ten tonele voert? „Er bestaat een
filmpje van twee minuten. In de
eerste minuut zie je een kui
kentje uit zijn ei kruipen en om
zich heen kijken. Wat het kui
kentje ziet, zie je in de tweede
minuut: een aaneenschakeling
van de meest afgrijselijke beel-
den van honger, armoede, oorlog
en geweld. Het kuikentje draait
zich om, loopt terug naar zijn ei
stapt er weer in, doet het kapje
van het ei weer op zijn kop en
verdwijnt. Het kuikentje houdt
het voor gezien. Wij ook
Hel
JAN LANDMAN