Lh pJ
ia
„A/s we ze gewoon ruim baan geven, is Nederland er goed mee'
Stavenisse geeft niet de toon aan!
ar
Visite
Onzekerheid
Ontheemden
ESI
Zaterdag 20 september 1975
jMM
vrn
KLUNDERT
KAN 7 GOED
VINDEN
NIET ZN
SURINAMERS
Z1 C.X'r?.
In de nazomer al, op een grijze dag, kan het Westbrabantse
land er streng, om niet zeggen grimmig uitzien. Behalve het
poolijs is er nauwelijks een groter tegenstelling met het Su
rinaamse kustlandschap denkbaar dan dit even vruchtbare
als ongenaakbare Westbrabantse bouwland. Bij Klundert
evenwel kent het land ook zijn vriendelijke momenten en het
is daar, aan de rand van het oude, wat Hollands aandoende
stadje, dat tientallen gezinnen uit Suriname zijn neergestre
ken.
Het Surinaamse miniatuur
dorp aan de Schansweg heet
„Woodhouse". Het bestaat uit
een wat groter gebouw met ont
spanningszaal en bar en enkele
lmeaalrechte rijen houten bun-
galowtjes. Het complex is nog
betrekkelijk nieuw en was oor
spronkelijk bedoeld voor de ge
zinnen van buitenlanders die bij
Shell-Moerdijk werkten en tot
dan toe in caravans moesten
wonen. Maar toen het - particu
lier geëxploiteerde - complex
klaar was, vertrokken de buiten
lander? van Shell en kwam het
„dorp" leeg te staan.
De sfeer is er nu vriendelijker
dan ooit tevoren in het korte be
staan van zijn „dorp", bevestigt
directeur J. Dokter en ik merk
het later ook zelf. Er wordt om
standig gegroet. Even lijkt het
een vorm van overdrijving, maar
dan realiseer ik me dat de in
mijn oren zo nadrukkelijk klin
kende groeten voortkomen uit
een combinatie van overduide
lijke uitspraak en in Nederland
nog zelden vertoonde en daarom
ouderwets klinkende hoffelijk
heid. Gewoon Dag Meneer en
Dag Mevrouw dus in plaats van
Hoi of Hai.
De stemming is, gezien de om
standigheden, opgewekt en
overal ontmoet ik optimisme als
het gaat over het zoeken naar
werk en een permanent huis. De
kleuters, terugkomend uit de
school, brengen Klundertse
vriendjes mee om samen met hen
wat rond te kliederen in de plas
sen die een forse regenbui heeft
achtergelaten. Een meisje zegt:
„Ik hoop dat het niet veel kouder
wordt dan vandaag, maar die
sneeuw wil ik toch wel zien".
Veel tijdelijke bewoners van
„Woodhouse" - het merendeel is
van Hindoestaanse oorsprong -
hopen de grote steden te kunnen
mijden. In feite willen sommi
gen best in Klundert blijven als
ze er een huis konden krijgen.
Want Klundert is goed overge
komen bij de Surinamers, om
een modeterm te gebruiken.
Klundert heeft zich na de eerste
schrik, gastvrij opgesteld en de
Surinamers steken hun erkente
lijkheid daarvoor niet onder
stoelen of banken. Zo zijn ze
wel.
egt: „1
wil hier blijven. Wel in een an
der huis natuurlijk en mijn man
zou er werk moeten kunnen vin
den. Over contactproblemen
heeft mevrouw Renfurm niet te
klagen. Ik ben al bij een Klun
dertse familie op visite ge
weest", zegt ze, „en ik zou zo
vaak op visite kunnen als ik wil,
maar ik heb niet zoveel tijd
vanwege de kinderen". Haar
man, die samen met zwager H.
Alvares al op werk is uitgeweest,
zegt: „Ik ben nog nooit zo di
kwijls gegroet als hier in Klun
dert. Iedereen steekt de hand
op".
De families Renfurm en Alva
res wonen nu ongeveer vijf we
ken in Klundert. Waarom beslo
ten ze, zo kort voor de onafhan
kelijkheid nog, naar Nederland
te gaan? Hebben ze geen ver
trouwen in de toekomst van hun
eigen land?
Het antwoord is tweeslachtig.
De heer Renfurm: „Veel Suri
namers schijnen te zeggen dat ze
vluchten voor de creoolse meer
derheid die aan de macht is. Dat
is een verkeerde voorstelling
van zaken. Creool, Hindoestaan,
Indiaan of Chinees, het zijn al
lemaal Surinamers en ze worden
allemaal gelijk behandeld. Iets
anders is dat de kwaliteit van de
Surinaamse samenleving is te
ruggelopen door die massale uit
tocht naar Nederland. De besten
trekken weg en noodzaken
daardoor steeds meer mensen
ook te vertrekken.
U vraagt waarom wij wegge-
rijksgenoten wel niet zullen
kunnen opbrengen.
Wat anders ligt het bij de familie
Sampatsingh, een even vriende
lijk maar meer naar binnen ge
keerd gezin, dat ook „ouder"
van samenstelling is dan dat van
de familie Renfurm. De heer H.
Sampatsingh, een vijftiger, had
in Suriname een meubelbedrijf
en een eigen huis, alles bijeen
een zeer redelijke postitie. Toch
liet hij huis en bedrijf in de steek
hij kon zijn eigendommen niet
eens behoorlijk verkopen - om
naar Nederland te komen.
Waarom?
Vrees voor de toekomst lijkt
zijn belangrijkste drijfveer. Hii
formuleert zeer omzichtig, wil
niemand beschuldigen maar
laat duidelijk doorschemeren
dat hij wel beducht was voor een
onafhankelijk Suriname, dat
voor hem het bestaan in Suri
name met de dag onzekerder
werd en dat hij in zijn bedrijf
steeds minder werkopdrachten
kreeg omdat hij niet beschikte
over de juiste vrienden en rela
ties. De heer Sampatsingh en
diens gezin willen waarschijn
lijk definitief in Nederland blij
ven.
„Wij zullen ons wel weten aan
te passen aan de nieuwe om
standigheden", verzekert de
heer Sampatsingh me. „Als ik
maar eenmaal een goede woning
heb. De rest knappen we zelf wel
op. Werkloosheid vrees ik niet.
gaan zijn. Eigenlijk voorname
lijk vanwege het onderwijs. Wi
willen goed onderwijs voor onze
Mevrouw Renfurm, een goed
lachse en ruimhartige creoolse
en moeder van zes kinderen
kinderen en goede opleidingen
voor ons zelf. Daarvan kunnen
we in Suriname, zoals het nu is,
niet meer zeker zijn. Maar we
vluchten niet voor de onafhan
kelijkheid. Daar zijn we niet
bang voor".
Of de familie Renfurm later
weer terug zal gaan naar Suri
name, daarover kunnen de ou
ders zich nog niet met zekerheid
uitlaten maar ze houden die mo
gelijkheid wel duidelijk open.
„Het zal echter wel even duren",
zegt de heer Renfurm. Hij en zijn
zwager vertrouwen erop spoe
dig aan de slag te kunnen. „We
zijn beide technische vaklieden
en dan moet er -werk zijn", zegt
de heer Alvares met een opti
misme dat vandaag de dag de
meeste werkloze Nederlandse
vind wel werk".
Daarbij heeft de heer Sampat
singh dan wel één, voor hem niet
gering probleem. „Ik wil naar de
omgeving van Utrecht, Daar wil
ik wonen en werken want daar
woont het grootste deel van mijn
familie. Bovendien gaat mijn
zoon daar al op het atheneum.
Het is niet makkelijk om hele
maal vanuit Klundert huis en
werk te vinden in Utrecht".
De opgewektheid in het
Woudhouse-dorp is alleen maar
te verklaren als men hoort en
begrijpt wat het deze mensen
aan moeite heeft gekost om tot
het besluit te komen de over
steek te wagen. Want Nederland
mag dan goede sociale voorzie
ningen hebben, ook dan nog is
het een niet gering waagstuk en
moeten de nood, de vrees of de
zorg hoog gestegen zijn wil men
zover komen. Dat blijkt ook wel
uit wat ze daarover zeggen:
„We hebben er weken over
gepiekerd en eindeloos over ge
praat".
„Wat wisten wij van Neder
land? Goed we zouden er niet
van honger omkomen maar déér
waren we in Suriname ook niet
bang voor. Maar de kinderen
moesten goed onderwijs en be
hoorlijke kansen hebben".
„Het enige waar we zeker van
waren, was dat er een opvan
gcentrum was. Niet iedereen die
hier komt, heeft al familie in
Nederland, weet u".
„We waren werkelijk bang
dat we na de onafhankelijkheid
geen poot meer zouden hebben
om op te staan en Nederland was
onze enige mogelijkheid om te
ontsnappen".
„Het klimaat valt me mee.
Daarover hadden ze ons de
meest barre verhalen verteld.
Maar die ijzige koude wilden we
wel op de koop toenemen al ben
ik nu blij dat die verhalen over
dreven waren".
„Ik had wel gehoord van de
werkloosheid in Nederland.
Maar wat moet je? Je moet opti
mistisch blijven en zoeken. Als
je bij de pakken neer gaat zitten,
zoek je niet meer en dan vindt je
ook geen werk".
Rijksgenoten of niet, het zijn
in feite ontheemden - althans
tijdelijk - en in menig opzicht is
hun situatie op de opvangkam
pen - variërend van lege bunga
lowparken tot verlaten school
gebouwen en kazernes - verge
lijkbaar met die van de miljoe
nen andere ontheemden die we
kennen uit de laatste veertig ja
ren wereldgeschiedenis. Hun
enige voordelen zijn dat ze de
taal van het gastland spreken,
het juiste paspoort hebben en
dan - niet te onderschatten - een
nogal zonnig humeur. Mevrouw
Dokter, echtgenote van de direc
teur van „Woodhouse" zegt:
„Het zijn geweldig aardige men
sen en als wij ze gewoon ruim
baan geven dan kan Nederland
er alleen maar beter van wor
den".
Haar man en ook gemeente
bode Knook die als het ware het
eerste lijncontact met het ge
meentehuis belichaamt, zijn ook
al dik bevriend met de nieuw
komers. De heer Dokter, op het
eerste oog een wat stugge man,
vertelt van de voldoening die het
hem schenkt wanneer hij met
een paar telefoontjes enkele van
zijn gasten aan een baan kan
helpen. „Als je hier de hele dag
bent, fungeer je natuurlijk al
gauw als vraagbaak. Ik leer ze
biljarten en daarbij is al menige
keu gesneuveld maar ze komen
ook met personeelsadvertenties
uit de krant. Dan bel ik voor ze
en zo heb ik al vijf keer succes
gehad".
Gemeentesecretaris H.A.M.
Rombouts heeft niets dan lof.
Zowel voor de nieuwe gemeen
tenaren als voor de al gevestigde
Klundertenaren.
en dan dienen de problemen zich
vanzelf wel aan. Nou, die zijn er
natuurlijk wel geweest, met
name op onderwijsgebied. De
kleuterschool was vrij gauw ge
regeld, evenals het voortgezet
onderwijs. Maar met de lagere
school was het moeilijker. In
middels echter is ook dat pro
bleem opgelost".
Na de eerste schrikreactie
kwam Klundert meteen weer tot
zichzelf. Men gunde zich niet de
tijd zich af te vragen of de sa
menleving misschien verstoord
werd. Nee, dit waren mensen in
nood en die help je.
Gemeentesecretaris Rom
bouts: „Op een enkel incidenteel
probleempje na, is de aanpas
sing voortreffelijk verlopen en
na de eerste strubbelingen wer
den ook de organisatorische
contacten met CRM en de heer
Dokter goed. Aleen: bij zoveel
improvisatie en een zo onver
wacht grote stroom immigran
ten, kunnen fouten niet uitblij
ven".
„Eerlijk gezegd, Klundert
stond wel even op z'n kop toen er
zomaar ineens meer dan twee
honderd Surinamers op de stoep n
stonden. Wisten wij hier veel? ,06 30112*18
We kenden alleen maar de Bij
lmermeerproblemen van de
televisie en het ministerie van
Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk overviel ons
letterlijk. Die mensen waren er
al voor we zelfs de raad, laat
staan de bevolking, hadden
kunnen inlichten. Maar we zijn
aan de slag gegaan onder het
motto: Niet praten, aanpakken
Zo'n organisatiefout leidde
nog maandagavond tot dramati-
sche taferelen in Woodhouse.
Van het ene uur op het andere
dwong CRM drieënzestig men
sen in te pakken en af te reizen
naar Breda, zogenaamd „in opd
racht van de gemeente". Hui
lend stapten de drieënzestig met
hun bagage in een veel te kleine
bus. Achterblijvers werden
bang dat ook zij op die manier-
konden worden „gedeporteerd"
en de heer Dokter was woen-
dendop gemeentesecretaris
Rombouts.
Maar die wist van niets,
hoorde het pas de andere mor
gen, toen de mensen al weg wa
ren. Oorzaak: waarschijnlijk
een reeks van ambtelijke mis
verstanden in Den Haag als ge
volg van een brief aan CRM van
de gemeente Klundert, geschre
ven eind augustus, toen het bun
galowpark overvol dreigde te
raken. De heer Dokter: „Ik be
grijp nu wel dat het zo'n typisch
misverstand was van een haas
tig opgezette en improviserend
werkende organisatie. Je kunt er
niemand de schuld van geven en
dat wil ik ook niet, maar het ef
fect was wel schrijnend".
Mevrouw Renfurm en haar
gezinsleden werden ook aange
wezen om op stel en sprong naar
Breda te reizen. Maar ze weiger
de. Ze zei: „Ik wil hier niet weg.
Ik houd van Klundert. Breda
ken ik niet eens. Ik blijf hier
desnoods als standbeeld. Ik heb
het hier goed en dus blijf ik".
En ze bleef. Mevrouw Ren
furm is al een aangepaste Neder
landse en wat Klundert betreft
is ze van harte welkom. En zij
niet alleen.
WIM KOCK
„Stavenisse" markeert een dieptepunt in de betrekkingen tussen Europese en
toon aan. Wij keken rond in hetzelfde Zuidwest-Nederland waar ook Stavenisse ligt
vanuit Klundert, hieronder kortere indrukken van Rein v.d. Helm uit Breskens en
Surinaamse Nederlanders. Maar het geeft - gelukkig ook voor Nederland - niet de
en zagen dat het elders juist heel goed gaat. Hiernaast een reportage van Wim Koek
Frank Malgo uit Bergen op Zoom.
BRESKENS - 133 Surina
mers voornamelijk van Hin
doestaanse afkomst zijn sinds
vrijdag 12 september onderge
bracht in 28 zomerwoningen op
camping Zeebad Breskens. De
groep arriveerde grotendeels
vrijdagavond rond 21.30 uur en
kon gelijk met de Nederlandse
klimatologische omstandighe
den kennismaken want er stond
windkracht 8 met felle regen
vlagen. De camping ligt direct
achter de dijk.
Na zo snel mogelijk de ver
moeide gasten in bed te hebben
festopt werd zaterdagmorgen
egonnen met de inventarisatie.
Hierbij werd volledige mede
werking van de gemeente Oost
burg ontvangen. Onderwijs
krachten werden ingeschakeld
en maandagmorgen reeds kon
den 10 kinderen onderwijs vol
gen aan de r.-k. basisschool in
Breskens.
„Wij zijn hier gekomen om te
wonen en te werken en hopelijk
behoeven we hier in deze cam
ping niet al te lang te blijven",
aldus een der Surinaamse ge
zinshoofden. De eerste sollicita
tie is overigens de deur al uit, het
betrof een aangeboden betrek
king op een fabriek in Sas van
Gent.
Tot nu toe is vanuit de bevol
king in West-Zeeuwsch-
Vlaanderen geen - gekanali
seerde - wanklank gehoord t.a. v.
de huisvesting van Surinamers
op de camping. Grote vraag is
wel: waar gaan ze definitief
heen In dit verband wordt we
ieens gewezen op de grote aan
tallen woningen die in Terneu-
zen leegstaan.
Het ministerie van C.R.M.
heeft een aanvraag gekregen om
recreatie-materiaal te leveren
en zo nodig een soort spelleider
omdat de groep Surinamers nu
wordt opgevangen en begeleid
door het - gehalveerde - perso
neel van de camping.
Bij de gemeente Oostburg zijn
de Surinamers nu ingeschreven
in het bevolkingsregister en zijn
ook de formaliteiten in orde ge
bracht om ze onder te brengen in
het ziekenfondsverzekerdenbe
stand.
In het algemeen is de groep
blij met het geboden onderdak
op de camping maar de hoop is
wel uitgesproken dat het niet
voor altijd is.
Inmiddels heeft zich telefo
nisch een potentiële werkgever
bij de camping gemeld. Het be
trof een kippenfokkerij op Wal
cheren die graag drie moham
medaanse gezinnen wilde her
bergen en inschakelen bij het
verzorgen van de levende have.
Te verstaan is gegeven dat men
dienaangaande contact moet
opnemen met het arbeidsbu
reau.
BERGEN OP ZOOM - In het
Bergse motel Klavervelden ver
toeven nog ongeveer 200 rijks
genoten. Het grootste deel is
reeds doorgestroomd en van de
rest staat een goed deel op het
punt om naar de definitieve
standplaats te verhuizen.
Alleen de grootste gezinnen
moeten iets langer wachten om
dat de meeste (vrijkomende)
huizen niet geschikt zijn voor
dergelijke gezinnen (met negen
tot elf kinderen). De stemming
was vanaf het begin steeds goed
en is dat nog, mede door het feit,
dat de gasten in het motel op een
uitstekende manier worden op
gevangen. Na een aanvankelijke
terughoudendheid van de Be
rgse bevolking lukt de integratie
thans steeds vloeiender en
wordt vanuit de bevolking vaak
spontane hulp aangeboden. De
meeste gezinnen hebben de
wens te kennen gegeven om in
het zuiden of midden van het
land hun definitieve woning te
krijgen. Een wens, waarmee zo
veel mogelijk rekening wordt
gehouden.
Overigens hebben alle Suri
namers kinderen vanuit het mo»
tel plaats gekregen op een van de
Bergse scholen.
1