„Wet nog steeds eerste bron van recht9* oenemende misdadigheid Verruiming krediet bij bedrijfsovername Geen uitbreiding premieregelingen regionaal beleid Ruim helft CRM-bndget voor bijstands uitkering In 1976 110.000 huizen Voor boeren minimnm inkomensgarantie nodig Toch belangrijke uitbreiding van de zeehavens Onderzoek naar autoloze zondag Minister wil naar samenwerking politie in regio MINDER BOEREN VERLA TEN BEDRIJF binnenland buitenland Molukkers Overbrugging Nog dit jaar nota over verstedelijking GEEN BLAAM Premies (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG - „De eerste bron van recht is nog steeds de wet". Met deze hartekreet opent mi nister Van Agt van Justitie de toelichting op zijn begroting. De bewindsman houdt daarbij het parlement voor ogen, dat niet de rechter maar de wetgever in eer ste aanleg de rechten en ver plichtingen van de burgers on derling en jegens de staat moet bepalen. De minister zegt kei hard tot de Kamer: „Het is van belang, dat de taak, ingrijpende veranderingen in de samenle ving te beantwoorden met de vorming van nieuw recht, niet uit gemakzucht ot' onmacht te zeer wordt afgewenteld op de rechter". Het wordt voor de burgers steeds moeilijker om in de veel heid van wetten de weg te vin den. Daarom is minister Van Agt verheugd, dat de experimenten met de zogenaamde „bureaus voor rechtshulp" goed zijn aan geslagen. Daarom zal de oprich ting van dergelijke bureaus ook in andere arrondissementen waaronder Arnhem, Breda en Roermond, worden aangemoe digd. Rechtzoekenden kunnen zich tot deze bureaus wenden voor een eerste advies of hulp inzake personenrecht en fami lierecht, arbeidszaken, sociale verzekeringskwesties, strafza ken en vreemdelingenzaken. Er zijn op vaste spreekuren advo caten aanwezig, waarbij zoveel mogelijk wordt samengewerkt met anderen, die specifieke rechtshulp verlenen, zoals nota rissen, deurwaarders en ge meentelijke sociale raadsleden. De minister hoopt, dat ook de zogenaamde wetswinkels bereid zullen zijn tot samenwërking met de bureaus voor rechtshulp. Ten aanzien van de kinderbe scherming wil minister Van Agt komen tot een verbetering van het subsidiebeleid, o.a. ten aan zien van de normen voor het aantal te subsidiëren groepslei ders bij een groep pupillen in in richtingen. In het kader van het algemene jeugdwelzijnsbeleid meent de bewindsman, dat er in ieder geval voorrang moet wor den gegeven aan de kinderbe scherming. Minister Van Agt constateert verder, dat de raden voor de kinderbescherming „een delicate taak" hebben bij de voorzieningen in verband met weggelopen minderjarigen. Er is een soepel en vertrouwelijk overleg nodig met degenen, tot wie de minderjarigen zich om hulp wenden. Wat het vreemdelingenbeleid betreft, vermeit de toelichting op de begroting, dat er op 1 ja nuari van dit jaar 316.250 vreemdelingen van 142 verschil lende nationaliteiten geldig in ons land verbleven. Dat waren er 19.411 meer dan een jaar te voren. Deze toeneming werd voor 70 procent veroorzaakt door vrouwen en kinderen die hierheen kwamen voor gezins hereniging met gastarbeiders. Voorts deelt de minister mee, dat in 1974 asiel werd gevraagd voor 350 personen, van wie er 135 afkomstig waren uit Oos- "teuropese landen en vele ande ren uit Chili en Portugal. Minister Van Agt wijst verder op het toenemende werk, dat door de politie moet worden ver richt: „Het scheppen van tal rijke nieuwe geboden en verbo den stelt de politie voor taken, die haar grootste krachtsin spanning vergen". De minister wijst daarbij in het bijzonder op de nieuwe voorschriften ter be scherming van het milieu en ter vergroting van de verkeersvei ligheid. (Van onze parlementaire redac tie) DEN HAAG - Voor het minis terie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk wordt in 1976 een bedrag van 7,3 mil jard uitgetrokken. In verge lijking met dit jaar betekent dat een uitgavenstijging van bijna 2 miljard. Het Leeuwedeel van deze stijging komt ten goede aan de bijstandsuitkeringen. Was de post „bijstandszaken" voor dit jaar begroot op 2,8 miljard, volgend jaar zal er naar schatting maar liefst 4 mil jard aan bijstandsgelden wor den uitgegeven: meer dan de helft van de totale CRM- begroting. Deze enorme post heeft minis ter Van Doorn en staatssecreta ris Meijer dan ook genoopt tot remming van de uitgaven stijging in de andere CRM- sectoren. Duidelijk wordt uit de memorie van toelichting dat met betrekking tot o.m. het kunstbe leid, de monumentenzorg en de samenlevingsopbouw een uit erst strak en kritisch, uitgaven beleid zal worden gevoerd. Volgens de begrotingstoelich ting wordt de stijging van de bij standsuitgaven voornamelijk veroorzaakt door de toeneming van het aantal werklozen, de toeneming van het aantal echt scheidingen en derhalve van het aantal gescheiden vrouwen, dat een beroep op de bijstand doet, door de vermeerdering van het aantal bejaarden dat in een be jaardenoord gaat wonen en door de sterke groei van het aantal aanvragen krachtens de rijks groepsregeling zelfstandigen (vooral afkomstig van glastuin ders, landbouwers en binnen schippers). Ten aanzien van de culturele zaken kondigden de CRM- bewindslieden een. „uiterst strak" subsidieel beleid aan. Zo zal bijvoorbeeld de bekostiging van de opera in ons land zelfs worden beperkt, omdat de stijging van de arbeidskosten te zwaar op het budget drukt. De memorie van toelichting voor spelt zelfs dat die beperking wellicht invloed zal hebben op het aantal te geven opera voorstellingen. Wat de samenlevingsopbouw betreft g^ldt ook het reeds eer der genoemde „kritische" sub- sidiëringsbeleid. Bij subsidie aanvragen wordt voorrang ge geven aan bijdragen van het welzijns- en opbouwwerk aan de stadsvernieuwing en aan pro jecten ten behoeve van culturele minderheden. Extra geld wordt er tenslotte beschikbaar gesteld voor de op vang en begeleiding van Suri- namers en Antillianen, buiten landse werknemers en buiten landers die hier asiel komen vragen. Een bedrag van ruim li miljoen (vorig jaar ruim 10 miljoen) is uitgetrokken ten behoeve van de Molukkers in ons land. Volgens de begrotings toelichting zal waarschijnlijk binnenkort tussen Nederland en de republiek Indonesia duide lijkheid ontstaan over een repa triëringsregeling voor Moluk kers. „Maar het overgrote deel van de Molukkers zal echter wel in ons land blijven", aldus de be windslieden. „De regering streeft daarom naar een zo har monieus mogelijke inpassing van de Molukkers in onze sa menleving". (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG - Volgend jaar zullen er ongeveer 110.000 woningen in aanbouw worden genomen en 27.000 woningen ingrijpend worden vérbeterd. Aan 14.000 particuliere wo ningen worden kleinere verbe teringen aangèbracht. Dit staat in de memorie van toe lichting van minister Gruijters (Volkshuisvesting). Spoedig wil men een begin maken met de woningbouw voor alleenstaanden en twee persoonshuishoudens. Beke ken wordt hoe er meer kan worden gedaan aan de huis vesting van lichamelijk ge handicapten. De woningbouw voor bejaarden denkt minister Gruijters op het bestaande ni veau te handhaven. Hij wil fi nancieel bijdragen in de bouw van bejaardentehuizen tot een maximum van vijfduizend be dden, waarvan zeshonderd in de woningwetsector. Het vernieuwbouwpro- gramma voorziet in ingrij pende verbetering van veer tienduizend woningwetwo-'. ningen en dertienduizend par ticuliere woningen. Met minis ter Van Doorn (Cultuur) is een meerjarenprogramma opges teld, waardoor volgend jaar in' ongeveer negentig historische kernen meer dan zeshonderd huizen kunnen worden geres taureerd. Bepaald zorgwekkend, noemt de miljoenennota, de toestand van de werkgelegen heid in de bouw. Minister Gruijters stelt een regeling in het vooruitzicht voor eigen woningbezit in de beschutte sfeer. Hiervoor moe ten woningcorporaties huizen bouwen voor gezinnen inet la gere inkomens. Volgend jaar wordt een be gin gemaakt met een nieuw systeem van huurverhogingen. Het percentage van de verho gingen mag dan groter of kleiner zijn dan volgens de ge leidelijke ontwikkeling tot nu toe (de laatste algemene huur verhoging was acht procent), maar in geen geval meer dan twaalf procent. (Van onze parlementaire redac tie) DEN HAAG - Instandhou ding van de agrarische produk- tie is volgens landbouwminister Van der Stee alleen mogelijk wanneer een inkomenspositie voor de landbouw kan worden gerealiseerd, die de voortzetting waarborgt en een welvaartsni veau mogelijk maakt dat gelij kwaardig is aan vergelijkbare maatschappelijke groeperingen. Minister van der Stee vindt het sociale en fiscale beleid van toe nemend belang voor het inko mensbeleid. Wanneer naar zijn mening en dat van de regering het gevoerde beleid (markt-, structuur- en prijsbeleid) faalt, zal gezocht moeten worden naar mogelijkheden om boeren en tuinders een minimum-inkomen te garanderen, hij vindt dat een logisch sluitstuk in het geheel van inkomensvloeren. Het structuurbeleid stelt de minister zich als volgt voor: De ontwikkeling van midden bedrijven moeten vergroot wor den door vergroting van het werkingsgebied van de rente subsidieregeling. Versterking van regelingen op het gebied van de particuliere cultuurtechnische werken en boerderijverplaatsing. Verbetering van de structuur van de agrarische handel en in dustrie. Verbreding van het beleid t.a.v. herstructuering van lande lijke gebieden. Verlichting van de problema tiek bij grondovername, o.m. via de grondbank. Bij de uitwerking van het be grip minimum-inkomen voor zelfstandigen dient voorop te blijven staan dat een zelfstan dige op eigen kracht een aan vaardbaar inkomen moet ver werven, zegt minister Van der Stee. De maatregelen die het kabi net heeft voorgesteld voor de zelfstandigen leveren volgens de minister een duidelijke bijdrage tot overbrugging van verschil len tussen het inkomen van zelf standigen en werknemers. Het structuurbeleid wordt in belangrijke mate bepaald door wat er met de grond gebeurt. Zowel voor de individuele boer als collectief voor de landbouw is er een duidelijk knelpunt bij de financiering van de grond- (dan wel bedrijfs-) overname. Minister van der Stee wil de op lossing van dit probleem zoeken in het ontwikkelen van vormen van kredietverlening door de banken, die voorzien in een uit stel van een deel der rente- en aflossingsbetalingen in de eerste jaren na overname. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG - Minder boeren verlaten het bedrijf, omdat het buiten de agrarische sector ook slecht gaat. Dit consta teert minister Van der Sit^ "'<»n Landbouw. Bedroeg van mei 1973 tot mei 1974 de daling ongeveer 6500 personen (2,9 voor de periode 1974-1975 wordt de vermindering geschat op 5000 personen (2,3 Rond 1970 lag d" percentage op vier. De oorzaak van de verminderde daling is voor een belang rijk deel te zoeken in de verslechterde ecc nomische situatie en de daarmee gepaard gaande teruglopende werkgelegenheid buiten de agrarische sector. De vertraging in het tempo van de afvloeiing komt ook tot uiting in het aantal aanvragen voor de beëindigingsregeling van het O.- en S.-fonds. In 1971 bedroeg het aantal nog ongeveer 5000 aanvragen. Zowel in 1973 als in 1974 waren er een kleine honderd aanvragers. (Van onze parlementaire redac tie) DEN HAAG - Nog dit jaar moet het tweede deel van de derde nota Ruimtelijke Orde ning verschijnen. Dit deel, dat de naam verstedelijkingsnota krijgt, heeft betrekking op het te voeren beleid wat betreft ver stedelijking, bevolkingssprei ding en mobiliteit. Het derde deel, dat handelt over het lande lijk gebied, moet in de loop van volgend jaar verschijnen. In de verstedelijkingsnota wordt voor het eerst gebruik gemaakt van de landelijke mi- lieukartering. Deze zal vooral worden toegepast in het schat ten van de kansen, dat bij be paalde ruimtelijke ontwikke lingen kenmerken van het na tuurlijke milieu, van belang voor de samenleving, verloren zullen gaan. Hierdoor krijgt het natuurlijke milieu in de ruimte lijke planning meer gewicht. De aanlegkosten van hoofd wegen in de groeikernen kunnen geheel voor rekening van het rijk komen. Dit doordat de mi nister heeft besloten dat de hoofdwegen in die kernen in be ginsel niet van invloed mogen zijn op de grondkosten of ten laste van de gemeente mogen komen. .HOEDE STAAf 1 GULDEN ONTVANGT (yooraftr.) (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG - „De misdadigheid neemt de laatste jaren toe in zwaarte en ernst. Geweld en agressie bedreigen onze sa menleving en de integriteit van de individuele burger. Er bestaat in ruime kring een gevoelen van onbehagen, on vrijheid en onveiligheid, in de eerste plaats veroorzaakt door terroristische aanslagen, gewapende roofovervallen, misd rijven tegen het leven en dergelijke, maar voorts ook en niet in het minst door andere vormen van geweld en agressie, zoals die welke zich voordoen in de binnensteden en op de sportvelden". Dit schrijven de procureurs gene raai bij de vijf gerechtshoven in hun jaarverslag over 1974, dat door minister Van Agt als bij lage is toegevoegd^ aan de begro ting van Justitie. De vijf procu reurs stellen, dat' de misdaad nog in de hand wordt gewerkt door de voortdurende daling van het aantal misdrijven, dat tot opheldering wordt gebracht. In 1970 was dit nog 40,6 pet. In 1974 nog slechts 31,8 pet. Dit lage percentage is in een belang rijke mate te wijten aan een te kort aan mankracht bij de poli tie en in het bijzonder bij de re cherche. De procureurs constateren in hun verslag, dat de toeneming van de misdadigheid (met 9,6 pet.) in de laatste jaren op het platteland juist sterker/is geste gen dan in de steden. Wat betreft het gebied dat door de rijkspoli tie gecontroleerd wordt, blijft het zuiden des lands per 100.000 inwoners de hoogste misdrijfcij- fers uit het land te zien geven. Niet alleen het toenemende internationale terrorisme, dat zich ook al tot ons land heeft uitgestrekt, en het toenemend' gebruik van vuurwapens bij misdrijven geeft aanleiding tot grote bezorgdheid bij de autori teiten maar evenzeer het toene men van vermogensdelicten in georganiseerd verband. De procureurs-generaal wijzen op de voortdurende diefstallen van antiek, van containers, van grote partijen kleding uit ops lagplaatsen, van radio's, televi sietoestellen en bandrecorders. De mensen gaan zich bedreigd voelen in hun eigen huis. Daar komt nog „grote bezorgdheid" bij, omdat zware misdadigers maar al te gemakkelijk de gele genheid hebben om uit gevan genschap te ontvluchten. De politie treft op dit punt geen blaam. Zij heeft in de afge lopen jaren in toenemende mate het Zwaartepunt van toezicht, controle en opsporings activiteiten moeten verleggen naar de sector van het verkeer. Het is in dit verband veelbete kenend, dat de procureurs generaal constateren, dat in de laatste jaren bijna 95 procent van de processsen-verbaal ve- trekking heeft gehad op de ver- keerswetgeving. Bovendien moet de politie de naleving con troleren van steeds meer mi lieuwetten, waarmee nog vrij wel geen ervaring bestaat. Uit breiding van politiekorpsen is derhalve een algemeen gevoelde dringende eis. Wanneer daaraan wordt te gemoetgekomen, zullen ook meer misdrijven kunnen worden opgehelderd. Roofovervallen en seksuele misdrijven worden nog niet voor de helft opgelost. Win keldiefstallen en misdrijven tegen het leven bieden de mis dadigers daarentegen een zeer grote kans (91 pet.) op ontdek king. Dat kan niet gezegd wor den van gewone dieven, inbre kers en zakkenrollers, die een kans van minder van 2 5 pet. ma> ken om gegrepen te worden. VAN AGT. (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG - Het Sociaal en Cultureel Planbureau, enige jaren geleden door het ministerie van CRM ingesteld, zal bin nenkort een onderzoek starten naar de consequenties van bepaalde vormen van beperking van het autogebruik. In het studieproject, dat de naam „autoloze zondag" zal krijgen, zullen vooral de sociale aspecten van de rij beperkingen wor den bekeken. Dit staat te lezen in de toelichting bij de begro ting van CRM. Het bureau zal, gezien de naam van haar studieproject, zich intensief gaan oriënteren over de mogelijkheden die er zijn om, net als tijdens de oliecrisis van begin 1974, enkele zonda gen (maar dan gespreid over het gehele jaar) uit te roepen tot „zonderdag". Overigens maakt de CRM-begroting ook nog met een enkele zinnetje melding van de plannen tot invoering van de zomer tijd. „Er wordt naar gestreefd, het internationaal overleg over invoering van de zomertijd te bespoedigen, zodat de beslissing over de invoering nog deze kabinetsperiode kan worden ge nomen", aldus de toelichting. (Van onze parlementaire redac tie) DEN HAAG De regering is niet van plan op korte termijn de investeringspremieregelingen in het kader van het regionaal beleid verder uit te breiden. Na dat minister Lubbers (Economi sche Zaken) vorige week al aan kondigde dat de regelingen voor de zwakke regio's iets is uitge breid, deelt hij nu in zijn begro ting voor volgend jaar mee, er niet aan te denken de stimule rende maatregelen ook voor an dere gebieden dan de bestaande door te voeren. Met name uit Noord-Brabant zijn de laatste tijd verzoeken gekomen c steun (Etten-Leur) Als argument voor zijn stand punt voert de bewindsman aan, dat verdere uitbreiding van de gebieden waarvoor de investe ringspremieregeling gelden het regionaal beleid zou verzwak ken. Zoals bekend gelden die re gelingen voor het noorden, Zuid-Limburg en sommige de len van Zeeland, Noord- Brabant en Gelderland. Om er achter te komen hoe veel industrieterreinen er pre cies zijn en of ze goed zijn toege rust wordt door het departe ment van Economische Zaken samen met de Rijks Planologi sche Dienst per gemeente een onderzoek ingesteld. Dat start begin volgend jaar. (Van onze parlementaire redac tie) DEN HAAG - Minister de Gaay Fortman van Binnen landse Zaken bepleit een meer systematische herindeling van de gemeenten. Hij wil bovendien streven naar een verkorting van de procedure, die voor zulke her indelingen en voor wijzigingen van gemeentegrenzen zijn voor geschreven. Volgens de be windsman blijft er voor de ge meenten ook na de totstandko ming van de provincies-nieuwe stijl „een wezenlijke taak" weg gelegd. De bewindsman verwacht een verdere verbetering van de be grotingspositie van de gemeen ten door een reële verhoging van de uitkeringen uit het Gemeen tefonds van in totaal 70 miljoen gulden. Wat betreft de gemeen telijke tariefsverhogingen zal voorshands tot juli 1976 worden uitgegaan van een algemeen toe laatbaar maximum percentage van tien. Alleen in zeer goed ge motiveerde uitzonderingsgeval len kan een hoger percentage worden toegestaan. De gezond making van de gemeentefinan- ciën wordt mede bevorderd door de overneming door het rijk van de exploitatietekorten bij de gemeentelijke openbare ver voerbedrijven. Op het punt van ambtenaren zaken heeft de regering het voornemen om de aanvangssa larissen voor jonge academici te verlagen. Dit plan zal in het cen traal georganiseerd overleg met de ambtenarenorganisaties worden besproken. Dat zal ook het geval zijn met het in werking treden per 1 juli 1976 van een regeling ter tegemoetkoming in hoge ziektekosten ten behoeve van gepensioneerden en van ambtenaren, die functioneel leeftijdsontslag hebben gekre gen. Samen-met minister van Agt van Justitie wil de bewindsman van Binnenlandse Zaken een bundeling van krachten tussen de onderscheiden politiekorp sen in regionaal verband tot stand brengen, in afwachting van de totstandkoming van ge westen. In Noord-Brabant en Gelder land komen bureaus van de grond, die industrievestigingen moeten bevorderen en waarvoor de regering graag financiële steun verleent. Overigens heb ben dergelijke organisaties ver schillende opzetten. Najaar 1976 wil de bewindsman een nota uitbrengen, waarin het be staande regionale beleid aan een grondige herbezinning wordt onderworpen. Het gaat om het beleid voor de jaren '77 tot en met '80. De volgende kabinet speriode dus. Dat sluit dan mooi aan bij het aflopen van het meer jarenprogramma voor Zuid- Limburg. De provincie is ge vraagd nu al gegevens te ver schaffen over knelpunten en projecten, die in het volgende meerjarenplan kunnen worden opgenomen. Minister Lubbers geeil in zijn begroting een uitgebreid over zicht van de werking van de in vesteringspremieregelingen in de verschillende provincies. Het gaat hier om de eerste zes maan den van dit jaar. ZEELAND: In deze provincie is het eerste halfjaar aan 13 on dernemingen een premie ver strekt voor vestiging in Zeeland. Daarbij ging het om een totaal aan investeringen van ruim een miljard gulden. De regering ver strekte voor 120 miljoen gulden aan premies. Jn totaal zijn er daardoor 2.225 arbeidsplaatsen geschapen. Wat betreft het aantal uit breidingen van bestaande be drijven verstrekte de regering het eerste halfjaar aan 35 on dernemingen een premie, waar door voor in totaal 562 miljoen geïnvesteerd kon worden. De premies liepen op tot bijna 33 miljoen gulden. Het aantal daardoor geschapen arbeid splaatsen: 1.450. NOORD-BRABANT In deze provincie is het eerste halfjaar aan 45 ondernemingen een premie verstrekt voor vesti ging in Noord-Brabant. Het ging daarbij om een totaal aan investeringen van bijna 400 mil joen gulden. Het rijk keerde voor ruim 68 miljoen gulden premies uit, waardoor in totaal 3.615 arbeidsplaatsen konden worden geschapen. Wat betreft het aantal uitbreidingen van be staande bedrijven in Noord- Brabant verstrekte de regering het eerste halfjaar aan 117 be drijven een premie, waardoor voor in totaal 570 miljoen gul den kon worden geïnvesteerd. Aan premies keerde Economi sche Zaken 65 miljoen gulden uit, waardoor 5.920 arbeid splaatsen konden worden ge schapen. Vier bedrijven kregen in het kader van de regeling „re gionale vestiging en uitbreiding van stuwende dienstverlenende bedrijven" een premie waardoor 485 arbeidsplaatsen kunnen worden gecreëerd. (Van onze parlementaire redac tie) DEN HAAG - Ondanks het feit dat de behoefte aan een ver dere uitbreiding van het zeeha venareaal op korte termijn erg klein is, houdt minister Wester terp (Verkeer en Waterstaat) er ernstig rekening mee dat op wat langere termijn wel degelijk be langrijke uitbreidingen nood zakelijk zullen zijn. In zijn be groting deelt hij de Kamer mee dat hij in de loop van het vol gend jaar een structuurschema voor de zeehavens wil indienen. Een eerste bedrijfseconomi sche benadering van de behoefte aan zeehaventerreinen tot het jaar 2000 is afgerond. Thans wordt gewerkt aan een regio nale verdeling van die behoefte. Daarbij wordt, zo verzekert de bewindsman, uiteraard reke ning gehouden van planologi sche en milieu-hygiënische voorwaarden en de mogelijkhe den van de arbeidsmarkt. Voor zover mocht blijken dat op grond van deze criteria niet kan worden voldaan aan de in de prognoses gestelde bedrijfseco nomische verwachtingen, zal de regering de consequenties daar van onder ogen moeten zien. Uit dit proces van afwegingen zal tenslot'.e resulteren welke planologische reserveringen noodzakelijk zjn. Tevens zal in de structuurschema een globale fasering van de uit te voeren zeehavenprojecten worden aan gegeven. Duidelijk is wel dat de mogelijkheden voor uitbreiding het gunstigst liggen in Gronin gen (Eemshavengebied) en Zee land (Sloe, Terneuzen). Over igens zal het overleg in Benelux-verband hierover erg belangrijk zijn, vooral gezien de aanleg van het Baalhoekkariaal en de havenuitbreidingen van Antwerpen langs dat kanaal,

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 13