„Wet nog steeds eerste bron van recht9*
oenemende misdadigheid
Verruiming krediet
bij bedrijfsovername
Geen uitbreiding
premieregelingen
regionaal beleid
Ruim helft
CRM-bndget
voor
bijstands
uitkering
In 1976 110.000 huizen
Voor boeren minimnm inkomensgarantie nodig
Toch belangrijke uitbreiding van
de zeehavens
Onderzoek naar
autoloze zondag
Minister wil naar
samenwerking
politie in regio
MINDER BOEREN
VERLA TEN BEDRIJF
binnenland
buitenland
Molukkers
Overbrugging
Nog dit jaar
nota over
verstedelijking
GEEN BLAAM
Premies
(Van onze
parlementaire redactie)
DEN HAAG - „De eerste bron
van recht is nog steeds de wet".
Met deze hartekreet opent mi
nister Van Agt van Justitie de
toelichting op zijn begroting. De
bewindsman houdt daarbij het
parlement voor ogen, dat niet de
rechter maar de wetgever in eer
ste aanleg de rechten en ver
plichtingen van de burgers on
derling en jegens de staat moet
bepalen. De minister zegt kei
hard tot de Kamer: „Het is van
belang, dat de taak, ingrijpende
veranderingen in de samenle
ving te beantwoorden met de
vorming van nieuw recht, niet
uit gemakzucht ot' onmacht te
zeer wordt afgewenteld op de
rechter".
Het wordt voor de burgers
steeds moeilijker om in de veel
heid van wetten de weg te vin
den. Daarom is minister Van Agt
verheugd, dat de experimenten
met de zogenaamde „bureaus
voor rechtshulp" goed zijn aan
geslagen. Daarom zal de oprich
ting van dergelijke bureaus ook
in andere arrondissementen
waaronder Arnhem, Breda en
Roermond, worden aangemoe
digd. Rechtzoekenden kunnen
zich tot deze bureaus wenden
voor een eerste advies of hulp
inzake personenrecht en fami
lierecht, arbeidszaken, sociale
verzekeringskwesties, strafza
ken en vreemdelingenzaken. Er
zijn op vaste spreekuren advo
caten aanwezig, waarbij zoveel
mogelijk wordt samengewerkt
met anderen, die specifieke
rechtshulp verlenen, zoals nota
rissen, deurwaarders en ge
meentelijke sociale raadsleden.
De minister hoopt, dat ook de
zogenaamde wetswinkels bereid
zullen zijn tot samenwërking
met de bureaus voor rechtshulp.
Ten aanzien van de kinderbe
scherming wil minister Van Agt
komen tot een verbetering van
het subsidiebeleid, o.a. ten aan
zien van de normen voor het
aantal te subsidiëren groepslei
ders bij een groep pupillen in in
richtingen. In het kader van het
algemene jeugdwelzijnsbeleid
meent de bewindsman, dat er in
ieder geval voorrang moet wor
den gegeven aan de kinderbe
scherming. Minister Van Agt
constateert verder, dat de raden
voor de kinderbescherming „een
delicate taak" hebben bij de
voorzieningen in verband met
weggelopen minderjarigen. Er is
een soepel en vertrouwelijk
overleg nodig met degenen, tot
wie de minderjarigen zich om
hulp wenden.
Wat het vreemdelingenbeleid
betreft, vermeit de toelichting
op de begroting, dat er op 1 ja
nuari van dit jaar 316.250
vreemdelingen van 142 verschil
lende nationaliteiten geldig in
ons land verbleven. Dat waren
er 19.411 meer dan een jaar te
voren. Deze toeneming werd
voor 70 procent veroorzaakt
door vrouwen en kinderen die
hierheen kwamen voor gezins
hereniging met gastarbeiders.
Voorts deelt de minister mee,
dat in 1974 asiel werd gevraagd
voor 350 personen, van wie er
135 afkomstig waren uit Oos-
"teuropese landen en vele ande
ren uit Chili en Portugal.
Minister Van Agt wijst verder
op het toenemende werk, dat
door de politie moet worden ver
richt: „Het scheppen van tal
rijke nieuwe geboden en verbo
den stelt de politie voor taken,
die haar grootste krachtsin
spanning vergen". De minister
wijst daarbij in het bijzonder op
de nieuwe voorschriften ter be
scherming van het milieu en ter
vergroting van de verkeersvei
ligheid.
(Van onze parlementaire redac
tie)
DEN HAAG - Voor het minis
terie van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk wordt in
1976 een bedrag van 7,3 mil
jard uitgetrokken. In verge
lijking met dit jaar betekent dat
een uitgavenstijging van bijna
2 miljard. Het Leeuwedeel
van deze stijging komt ten goede
aan de bijstandsuitkeringen.
Was de post „bijstandszaken"
voor dit jaar begroot op 2,8
miljard, volgend jaar zal er naar
schatting maar liefst 4 mil
jard aan bijstandsgelden wor
den uitgegeven: meer dan de
helft van de totale CRM-
begroting.
Deze enorme post heeft minis
ter Van Doorn en staatssecreta
ris Meijer dan ook genoopt tot
remming van de uitgaven
stijging in de andere CRM-
sectoren. Duidelijk wordt uit de
memorie van toelichting dat met
betrekking tot o.m. het kunstbe
leid, de monumentenzorg en de
samenlevingsopbouw een uit
erst strak en kritisch, uitgaven
beleid zal worden gevoerd.
Volgens de begrotingstoelich
ting wordt de stijging van de bij
standsuitgaven voornamelijk
veroorzaakt door de toeneming
van het aantal werklozen, de
toeneming van het aantal echt
scheidingen en derhalve van het
aantal gescheiden vrouwen, dat
een beroep op de bijstand doet,
door de vermeerdering van het
aantal bejaarden dat in een be
jaardenoord gaat wonen en door
de sterke groei van het aantal
aanvragen krachtens de rijks
groepsregeling zelfstandigen
(vooral afkomstig van glastuin
ders, landbouwers en binnen
schippers).
Ten aanzien van de culturele
zaken kondigden de CRM-
bewindslieden een. „uiterst
strak" subsidieel beleid aan. Zo
zal bijvoorbeeld de bekostiging
van de opera in ons land zelfs
worden beperkt, omdat de
stijging van de arbeidskosten te
zwaar op het budget drukt. De
memorie van toelichting voor
spelt zelfs dat die beperking
wellicht invloed zal hebben op
het aantal te geven opera
voorstellingen.
Wat de samenlevingsopbouw
betreft g^ldt ook het reeds eer
der genoemde „kritische" sub-
sidiëringsbeleid. Bij subsidie
aanvragen wordt voorrang ge
geven aan bijdragen van het
welzijns- en opbouwwerk aan
de stadsvernieuwing en aan pro
jecten ten behoeve van culturele
minderheden.
Extra geld wordt er tenslotte
beschikbaar gesteld voor de op
vang en begeleiding van Suri-
namers en Antillianen, buiten
landse werknemers en buiten
landers die hier asiel komen
vragen. Een bedrag van ruim
li miljoen (vorig jaar ruim
10 miljoen) is uitgetrokken
ten behoeve van de Molukkers in
ons land. Volgens de begrotings
toelichting zal waarschijnlijk
binnenkort tussen Nederland en
de republiek Indonesia duide
lijkheid ontstaan over een repa
triëringsregeling voor Moluk
kers.
„Maar het overgrote deel van
de Molukkers zal echter wel in
ons land blijven", aldus de be
windslieden. „De regering
streeft daarom naar een zo har
monieus mogelijke inpassing
van de Molukkers in onze sa
menleving".
(Van onze
parlementaire redactie)
DEN HAAG - Volgend jaar
zullen er ongeveer 110.000
woningen in aanbouw worden
genomen en 27.000 woningen
ingrijpend worden vérbeterd.
Aan 14.000 particuliere wo
ningen worden kleinere verbe
teringen aangèbracht. Dit
staat in de memorie van toe
lichting van minister Gruijters
(Volkshuisvesting).
Spoedig wil men een begin
maken met de woningbouw
voor alleenstaanden en twee
persoonshuishoudens. Beke
ken wordt hoe er meer kan
worden gedaan aan de huis
vesting van lichamelijk ge
handicapten. De woningbouw
voor bejaarden denkt minister
Gruijters op het bestaande ni
veau te handhaven. Hij wil fi
nancieel bijdragen in de bouw
van bejaardentehuizen tot een
maximum van vijfduizend be
dden, waarvan zeshonderd in
de woningwetsector.
Het vernieuwbouwpro-
gramma voorziet in ingrij
pende verbetering van veer
tienduizend woningwetwo-'.
ningen en dertienduizend par
ticuliere woningen. Met minis
ter Van Doorn (Cultuur) is een
meerjarenprogramma opges
teld, waardoor volgend jaar in'
ongeveer negentig historische
kernen meer dan zeshonderd
huizen kunnen worden geres
taureerd.
Bepaald zorgwekkend,
noemt de miljoenennota, de
toestand van de werkgelegen
heid in de bouw.
Minister Gruijters stelt een
regeling in het vooruitzicht
voor eigen woningbezit in de
beschutte sfeer. Hiervoor moe
ten woningcorporaties huizen
bouwen voor gezinnen inet la
gere inkomens.
Volgend jaar wordt een be
gin gemaakt met een nieuw
systeem van huurverhogingen.
Het percentage van de verho
gingen mag dan groter of
kleiner zijn dan volgens de ge
leidelijke ontwikkeling tot nu
toe (de laatste algemene huur
verhoging was acht procent),
maar in geen geval meer dan
twaalf procent.
(Van onze parlementaire redac
tie)
DEN HAAG - Instandhou
ding van de agrarische produk-
tie is volgens landbouwminister
Van der Stee alleen mogelijk
wanneer een inkomenspositie
voor de landbouw kan worden
gerealiseerd, die de voortzetting
waarborgt en een welvaartsni
veau mogelijk maakt dat gelij
kwaardig is aan vergelijkbare
maatschappelijke groeperingen.
Minister van der Stee vindt het
sociale en fiscale beleid van toe
nemend belang voor het inko
mensbeleid. Wanneer naar zijn
mening en dat van de regering
het gevoerde beleid (markt-,
structuur- en prijsbeleid) faalt,
zal gezocht moeten worden naar
mogelijkheden om boeren en
tuinders een minimum-inkomen
te garanderen, hij vindt dat een
logisch sluitstuk in het geheel
van inkomensvloeren.
Het structuurbeleid stelt de
minister zich als volgt voor:
De ontwikkeling van midden
bedrijven moeten vergroot wor
den door vergroting van het
werkingsgebied van de rente
subsidieregeling.
Versterking van regelingen op
het gebied van de particuliere
cultuurtechnische werken en
boerderijverplaatsing.
Verbetering van de structuur
van de agrarische handel en in
dustrie.
Verbreding van het beleid
t.a.v. herstructuering van lande
lijke gebieden.
Verlichting van de problema
tiek bij grondovername, o.m. via
de grondbank.
Bij de uitwerking van het be
grip minimum-inkomen voor
zelfstandigen dient voorop te
blijven staan dat een zelfstan
dige op eigen kracht een aan
vaardbaar inkomen moet ver
werven, zegt minister Van der
Stee.
De maatregelen die het kabi
net heeft voorgesteld voor de
zelfstandigen leveren volgens de
minister een duidelijke bijdrage
tot overbrugging van verschil
len tussen het inkomen van zelf
standigen en werknemers.
Het structuurbeleid wordt in
belangrijke mate bepaald door
wat er met de grond gebeurt.
Zowel voor de individuele boer
als collectief voor de landbouw
is er een duidelijk knelpunt bij
de financiering van de grond-
(dan wel bedrijfs-) overname.
Minister van der Stee wil de op
lossing van dit probleem zoeken
in het ontwikkelen van vormen
van kredietverlening door de
banken, die voorzien in een uit
stel van een deel der rente- en
aflossingsbetalingen in de eerste
jaren na overname.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG - Minder boeren verlaten het bedrijf, omdat
het buiten de agrarische sector ook slecht gaat. Dit consta
teert minister Van der Sit^ "'<»n Landbouw. Bedroeg van mei
1973 tot mei 1974 de daling ongeveer 6500 personen (2,9
voor de periode 1974-1975 wordt de vermindering geschat op
5000 personen (2,3 Rond 1970 lag d" percentage op vier.
De oorzaak van de verminderde daling is voor een belang
rijk deel te zoeken in de verslechterde ecc nomische situatie en
de daarmee gepaard gaande teruglopende werkgelegenheid
buiten de agrarische sector. De vertraging in het tempo van de
afvloeiing komt ook tot uiting in het aantal aanvragen voor de
beëindigingsregeling van het O.- en S.-fonds. In 1971 bedroeg
het aantal nog ongeveer 5000 aanvragen. Zowel in 1973 als in
1974 waren er een kleine honderd aanvragers.
(Van onze parlementaire redac
tie)
DEN HAAG - Nog dit jaar
moet het tweede deel van de
derde nota Ruimtelijke Orde
ning verschijnen. Dit deel, dat
de naam verstedelijkingsnota
krijgt, heeft betrekking op het te
voeren beleid wat betreft ver
stedelijking, bevolkingssprei
ding en mobiliteit. Het derde
deel, dat handelt over het lande
lijk gebied, moet in de loop van
volgend jaar verschijnen.
In de verstedelijkingsnota
wordt voor het eerst gebruik
gemaakt van de landelijke mi-
lieukartering. Deze zal vooral
worden toegepast in het schat
ten van de kansen, dat bij be
paalde ruimtelijke ontwikke
lingen kenmerken van het na
tuurlijke milieu, van belang
voor de samenleving, verloren
zullen gaan. Hierdoor krijgt het
natuurlijke milieu in de ruimte
lijke planning meer gewicht.
De aanlegkosten van hoofd
wegen in de groeikernen kunnen
geheel voor rekening van het
rijk komen. Dit doordat de mi
nister heeft besloten dat de
hoofdwegen in die kernen in be
ginsel niet van invloed mogen
zijn op de grondkosten of ten
laste van de gemeente mogen
komen.
.HOEDE STAAf 1 GULDEN ONTVANGT
(yooraftr.)
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG - „De misdadigheid neemt de laatste jaren toe
in zwaarte en ernst. Geweld en agressie bedreigen onze sa
menleving en de integriteit van de individuele burger. Er
bestaat in ruime kring een gevoelen van onbehagen, on
vrijheid en onveiligheid, in de eerste plaats veroorzaakt door
terroristische aanslagen, gewapende roofovervallen, misd
rijven tegen het leven en dergelijke, maar voorts ook en niet
in het minst door andere vormen van geweld en agressie,
zoals die welke zich voordoen in de binnensteden en op de
sportvelden".
Dit schrijven de procureurs gene
raai bij de vijf gerechtshoven in
hun jaarverslag over 1974, dat
door minister Van Agt als bij
lage is toegevoegd^ aan de begro
ting van Justitie. De vijf procu
reurs stellen, dat' de misdaad
nog in de hand wordt gewerkt
door de voortdurende daling
van het aantal misdrijven, dat
tot opheldering wordt gebracht.
In 1970 was dit nog 40,6 pet. In
1974 nog slechts 31,8 pet. Dit
lage percentage is in een belang
rijke mate te wijten aan een te
kort aan mankracht bij de poli
tie en in het bijzonder bij de re
cherche.
De procureurs constateren in
hun verslag, dat de toeneming
van de misdadigheid (met 9,6
pet.) in de laatste jaren op het
platteland juist sterker/is geste
gen dan in de steden. Wat betreft
het gebied dat door de rijkspoli
tie gecontroleerd wordt, blijft
het zuiden des lands per 100.000
inwoners de hoogste misdrijfcij-
fers uit het land te zien geven.
Niet alleen het toenemende
internationale terrorisme, dat
zich ook al tot ons land heeft
uitgestrekt, en het toenemend'
gebruik van vuurwapens bij
misdrijven geeft aanleiding tot
grote bezorgdheid bij de autori
teiten maar evenzeer het toene
men van vermogensdelicten in
georganiseerd verband. De
procureurs-generaal wijzen op
de voortdurende diefstallen van
antiek, van containers, van
grote partijen kleding uit ops
lagplaatsen, van radio's, televi
sietoestellen en bandrecorders.
De mensen gaan zich bedreigd
voelen in hun eigen huis. Daar
komt nog „grote bezorgdheid"
bij, omdat zware misdadigers
maar al te gemakkelijk de gele
genheid hebben om uit gevan
genschap te ontvluchten.
De politie treft op dit punt
geen blaam. Zij heeft in de afge
lopen jaren in toenemende mate
het Zwaartepunt van toezicht,
controle en opsporings
activiteiten moeten verleggen
naar de sector van het verkeer.
Het is in dit verband veelbete
kenend, dat de procureurs
generaal constateren, dat in de
laatste jaren bijna 95 procent
van de processsen-verbaal ve-
trekking heeft gehad op de ver-
keerswetgeving. Bovendien
moet de politie de naleving con
troleren van steeds meer mi
lieuwetten, waarmee nog vrij
wel geen ervaring bestaat. Uit
breiding van politiekorpsen is
derhalve een algemeen gevoelde
dringende eis.
Wanneer daaraan wordt te
gemoetgekomen, zullen ook
meer misdrijven kunnen worden
opgehelderd. Roofovervallen en
seksuele misdrijven worden nog
niet voor de helft opgelost. Win
keldiefstallen en misdrijven
tegen het leven bieden de mis
dadigers daarentegen een zeer
grote kans (91 pet.) op ontdek
king. Dat kan niet gezegd wor
den van gewone dieven, inbre
kers en zakkenrollers, die een
kans van minder van 2 5 pet. ma>
ken om gegrepen te worden.
VAN AGT.
(Van onze parlementaire redactie)
DEN HAAG - Het Sociaal en Cultureel Planbureau, enige
jaren geleden door het ministerie van CRM ingesteld, zal bin
nenkort een onderzoek starten naar de consequenties van
bepaalde vormen van beperking van het autogebruik. In het
studieproject, dat de naam „autoloze zondag" zal krijgen,
zullen vooral de sociale aspecten van de rij beperkingen wor
den bekeken. Dit staat te lezen in de toelichting bij de begro
ting van CRM.
Het bureau zal, gezien de naam van haar studieproject, zich
intensief gaan oriënteren over de mogelijkheden die er zijn
om, net als tijdens de oliecrisis van begin 1974, enkele zonda
gen (maar dan gespreid over het gehele jaar) uit te roepen tot
„zonderdag".
Overigens maakt de CRM-begroting ook nog met een enkele
zinnetje melding van de plannen tot invoering van de zomer
tijd. „Er wordt naar gestreefd, het internationaal overleg over
invoering van de zomertijd te bespoedigen, zodat de beslissing
over de invoering nog deze kabinetsperiode kan worden ge
nomen", aldus de toelichting.
(Van onze parlementaire redac
tie)
DEN HAAG De regering is
niet van plan op korte termijn de
investeringspremieregelingen
in het kader van het regionaal
beleid verder uit te breiden. Na
dat minister Lubbers (Economi
sche Zaken) vorige week al aan
kondigde dat de regelingen voor
de zwakke regio's iets is uitge
breid, deelt hij nu in zijn begro
ting voor volgend jaar mee, er
niet aan te denken de stimule
rende maatregelen ook voor an
dere gebieden dan de bestaande
door te voeren. Met name uit
Noord-Brabant zijn de laatste
tijd verzoeken gekomen c
steun (Etten-Leur)
Als argument voor zijn stand
punt voert de bewindsman aan,
dat verdere uitbreiding van de
gebieden waarvoor de investe
ringspremieregeling gelden het
regionaal beleid zou verzwak
ken. Zoals bekend gelden die re
gelingen voor het noorden,
Zuid-Limburg en sommige de
len van Zeeland, Noord-
Brabant en Gelderland.
Om er achter te komen hoe
veel industrieterreinen er pre
cies zijn en of ze goed zijn toege
rust wordt door het departe
ment van Economische Zaken
samen met de Rijks Planologi
sche Dienst per gemeente een
onderzoek ingesteld. Dat start
begin volgend jaar.
(Van onze parlementaire redac
tie)
DEN HAAG - Minister de
Gaay Fortman van Binnen
landse Zaken bepleit een meer
systematische herindeling van
de gemeenten. Hij wil bovendien
streven naar een verkorting van
de procedure, die voor zulke her
indelingen en voor wijzigingen
van gemeentegrenzen zijn voor
geschreven. Volgens de be
windsman blijft er voor de ge
meenten ook na de totstandko
ming van de provincies-nieuwe
stijl „een wezenlijke taak" weg
gelegd.
De bewindsman verwacht een
verdere verbetering van de be
grotingspositie van de gemeen
ten door een reële verhoging van
de uitkeringen uit het Gemeen
tefonds van in totaal 70 miljoen
gulden. Wat betreft de gemeen
telijke tariefsverhogingen zal
voorshands tot juli 1976 worden
uitgegaan van een algemeen toe
laatbaar maximum percentage
van tien. Alleen in zeer goed ge
motiveerde uitzonderingsgeval
len kan een hoger percentage
worden toegestaan. De gezond
making van de gemeentefinan-
ciën wordt mede bevorderd door
de overneming door het rijk van
de exploitatietekorten bij de
gemeentelijke openbare ver
voerbedrijven.
Op het punt van ambtenaren
zaken heeft de regering het
voornemen om de aanvangssa
larissen voor jonge academici te
verlagen. Dit plan zal in het cen
traal georganiseerd overleg met
de ambtenarenorganisaties
worden besproken. Dat zal ook
het geval zijn met het in werking
treden per 1 juli 1976 van een
regeling ter tegemoetkoming in
hoge ziektekosten ten behoeve
van gepensioneerden en van
ambtenaren, die functioneel
leeftijdsontslag hebben gekre
gen.
Samen-met minister van Agt
van Justitie wil de bewindsman
van Binnenlandse Zaken een
bundeling van krachten tussen
de onderscheiden politiekorp
sen in regionaal verband tot
stand brengen, in afwachting
van de totstandkoming van ge
westen.
In Noord-Brabant en Gelder
land komen bureaus van de
grond, die industrievestigingen
moeten bevorderen en waarvoor
de regering graag financiële
steun verleent. Overigens heb
ben dergelijke organisaties ver
schillende opzetten. Najaar
1976 wil de bewindsman een
nota uitbrengen, waarin het be
staande regionale beleid aan een
grondige herbezinning wordt
onderworpen. Het gaat om het
beleid voor de jaren '77 tot en
met '80. De volgende kabinet
speriode dus. Dat sluit dan mooi
aan bij het aflopen van het meer
jarenprogramma voor Zuid-
Limburg. De provincie is ge
vraagd nu al gegevens te ver
schaffen over knelpunten en
projecten, die in het volgende
meerjarenplan kunnen worden
opgenomen.
Minister Lubbers geeil in zijn
begroting een uitgebreid over
zicht van de werking van de in
vesteringspremieregelingen in
de verschillende provincies. Het
gaat hier om de eerste zes maan
den van dit jaar.
ZEELAND: In deze provincie
is het eerste halfjaar aan 13 on
dernemingen een premie ver
strekt voor vestiging in Zeeland.
Daarbij ging het om een totaal
aan investeringen van ruim een
miljard gulden. De regering ver
strekte voor 120 miljoen gulden
aan premies. Jn totaal zijn er
daardoor 2.225 arbeidsplaatsen
geschapen.
Wat betreft het aantal uit
breidingen van bestaande be
drijven verstrekte de regering
het eerste halfjaar aan 35 on
dernemingen een premie, waar
door voor in totaal 562 miljoen
geïnvesteerd kon worden. De
premies liepen op tot bijna 33
miljoen gulden. Het aantal
daardoor geschapen arbeid
splaatsen: 1.450.
NOORD-BRABANT
In deze provincie is het eerste
halfjaar aan 45 ondernemingen
een premie verstrekt voor vesti
ging in Noord-Brabant. Het
ging daarbij om een totaal aan
investeringen van bijna 400 mil
joen gulden. Het rijk keerde
voor ruim 68 miljoen gulden
premies uit, waardoor in totaal
3.615 arbeidsplaatsen konden
worden geschapen. Wat betreft
het aantal uitbreidingen van be
staande bedrijven in Noord-
Brabant verstrekte de regering
het eerste halfjaar aan 117 be
drijven een premie, waardoor
voor in totaal 570 miljoen gul
den kon worden geïnvesteerd.
Aan premies keerde Economi
sche Zaken 65 miljoen gulden
uit, waardoor 5.920 arbeid
splaatsen konden worden ge
schapen. Vier bedrijven kregen
in het kader van de regeling „re
gionale vestiging en uitbreiding
van stuwende dienstverlenende
bedrijven" een premie waardoor
485 arbeidsplaatsen kunnen
worden gecreëerd.
(Van onze parlementaire redac
tie)
DEN HAAG - Ondanks het
feit dat de behoefte aan een ver
dere uitbreiding van het zeeha
venareaal op korte termijn erg
klein is, houdt minister Wester
terp (Verkeer en Waterstaat) er
ernstig rekening mee dat op wat
langere termijn wel degelijk be
langrijke uitbreidingen nood
zakelijk zullen zijn. In zijn be
groting deelt hij de Kamer mee
dat hij in de loop van het vol
gend jaar een structuurschema
voor de zeehavens wil indienen.
Een eerste bedrijfseconomi
sche benadering van de behoefte
aan zeehaventerreinen tot het
jaar 2000 is afgerond. Thans
wordt gewerkt aan een regio
nale verdeling van die behoefte.
Daarbij wordt, zo verzekert de
bewindsman, uiteraard reke
ning gehouden van planologi
sche en milieu-hygiënische
voorwaarden en de mogelijkhe
den van de arbeidsmarkt. Voor
zover mocht blijken dat op
grond van deze criteria niet kan
worden voldaan aan de in de
prognoses gestelde bedrijfseco
nomische verwachtingen, zal de
regering de consequenties daar
van onder ogen moeten zien.
Uit dit proces van afwegingen
zal tenslot'.e resulteren welke
planologische reserveringen
noodzakelijk zjn. Tevens zal in
de structuurschema een globale
fasering van de uit te voeren
zeehavenprojecten worden aan
gegeven. Duidelijk is wel dat de
mogelijkheden voor uitbreiding
het gunstigst liggen in Gronin
gen (Eemshavengebied) en Zee
land (Sloe, Terneuzen). Over
igens zal het overleg in
Benelux-verband hierover erg
belangrijk zijn, vooral gezien de
aanleg van het Baalhoekkariaal
en de havenuitbreidingen van
Antwerpen langs dat kanaal,