Goede verbindingen
met zeehavens
van vitaal belang
Openingsdag
DE STEM
SCHELDE RIJM
VERBINDING
Kostenverlagend
Geen subsidie
Bitter weinig
Onherstelbaar
Bruggenbouw
Rechte lijn
Verademing
DAGBLAD VOOR ZUIDWEST NEDERLAND
„Goede verbindingen met de Westeuropese zeehavens zijn voor de onderne
mingen in het Ruhrgebied van vitaal belang. Hoe beter die verbindingen, des te
scherper er geconcurreerd kan worden op de wereldmarkt".
Dat zegt Klaus van Lith, de 42-jarige (zakelijk) directeur van de Duisburg-
Ruhrorter Haten Aktiengesellschaft, welke onderneming de grootste binnenha
ven van Europa exploiteert.
Van Lith (,,Ja, mijn overgrootvader kwam uit het „dorp aan de rivier") is erg enthousiast over
de totstandkoming van de nieuwe Schelde-Rijnverbinding, waar hij veel van afweet. Hij is één
van de duizenden Duitsers die de zomervakanties in Zeeland (Domburg) doorbrengen én
tijdens zijn verblijf in Zuidwest-Nederland is hij meer dan eens een kijkje gaan nemen bij de
Schelde-Rijnverbinding-In-aanbouw. Het prachtig uitgevoerde maandblad van zijn havenbed
rijf heeft onlangs uitvoerig aandacht besteed aan die nieuwe waterweg, die waarschijnlijk één
van de drukste vaarwegen van West-Europa zal worden.
De haven van Duisburg, oppervlakte ruim duizend hectare; per jaar lopen veertigduizend schepen binnen.
„Dat kanaal brengt Ant
werpen en Duisburg dichter
bij elkaar, waardoor de
scheepvaart tussen beide ste
den ongetwijfeld zal toene
men, al zal er van een sterke
uitbreiding wel geen sprake
zijn. Rotterdam staat hier al
tijd nog bovenaan, weet U. De
handel daarmee is tienmaal
groter dan die met Antwer
pen".
Rotterdam mag dan favoriet
zijn, dat neemt niet weg dat
Antwerpen en Duisburg op
grote schaal zaken met elkaar
doen. Vorig jaar werd circa
vier miljoen ton goederen van
de Belgische havenstad naar
de Duisburgse havens ver
voerd en dat was een kwart
van alle vervoer per schip van
Antwerpen met het Duitse
achterland.
„Die kortere Schelde-
Rijnverbinding werkt kosten
verlagend en daar zijn we na
tuurlijk erg blij mee", zegt
Herr Direktor Klaus van Lith.
IJzer en staal maken zestig
procent uit van het vervoer
naar Antwerpen. Duisburg
met zijn zeshonderdduizend
inwoners is altijd een belang
rijke ijzer- en staalstad ge
weest. Er zijn maar liefst drie
hoogovens gevestigd, die sa
men ongeveer vijfenzestig
procent van de totale staal-
produktie van het Ruhrgebied
voor hun rekening nemen.
Meer dan tweehonderd vijf
tig jaar oud is de Duisburgse
haven, die een oppervlakte
heeft van ruim duizend hecta
re, waarvan tweehonderd hec
tare water is. De kadelengte
bedraagt vierenveertig kilo
meter en per jaar lopen zo'n
veertigduizend schepen Duis
burg binnen. Vorig jaar werd
in deze gigantische haven,
waar de schepen supersnel ge
laden en gelost worden, twe
eënzestig miljoen ton goederen
verwerkt.
De naamloze vennootschap,
die sinds '56 de grootste bin
nenhaven van Europa be
stuurt, bedruipt zichzelf. Zij
krijgt geen Pfennig subsidie,
noch van de Bondsrepubliek,
noch van het Land Nord-
Rhein-Westfalen, waarin
Duisburg ligt, noch van de
stad, die door de haven rijk is
geworden. Klaus van Lith ligt
er niet wakker van, dat zijn
miljoenenbedrijf op eigen
kracht moet varen. „Wij ruk
ken het wel", zegt hij. „Van
zelfsprekend is alles wat de
positie van onze haven verbe
tert zeer welkom, want we
kunnen alles gebruiken".
Tot die positieverbetering
van zijn uitgestrekte haven re
kent hij de nieuwe Schelde-
Rijnverbinding, maar ook de
bochtafsnijding van de Waal
bij Nijmegen, die voorlopig
nog wel een vrome wens zal
blijven, omdat actiegroepen
fel tegen zijn. Klaus van Lith is
op de hoogte. „Als de Waal
plannen doorgaan, komt
Duisburg nog dichter bij Rot
terdam en Antwerpen te liggen
en dat is belangrijk", zo be
sluit hij het gesprek.
PIET DE BONT
De bioloog dr. Wim Wolf van
het Delta-instituut in Yerseke,
tijdelijk ook plaatsvervangend
voorzitter van de stichting
Coördinatie-orgaan in Zeeland,
die alle 26 milieugroepen over
koepelt, noemt in het wilde weg
vijf potentiële verliesposten:
Het onherroepelijke verlies
van bijna 1.000 ha schor langs de
Ooster- en Westerschei de en
Eendracht;
Ernstige aantasting van een
groot deel van de slikken van de
Heen;
Sterke landschappelijke en
natuurwetenschappelijke ach
teruitgang langs de oevers van
Tholen, West-Brabant en St.
Philipsland, door de bochtafs
nijdingen van de Eendracht;
Verlies van een groot en rijk
deel van de (oostelijke) Ooster-
schelde, dat bij alle plannen
voor een open Oosterschelde ge
spaard was gebleven;
Voor de komende drie jaar:
kans op ernstige vervuiling van
de oostelijke Oosterschelde door
het Belgische kanaalwater
Deze situatie heft zichzelf op,
zodra de Oesteidam (Tholen/-
BREDA/MIDDELBURG - Als binnenkort, op 23 september, met veel officieel
vertoon de Schelde-Rijnverbinding wordt opengesteld, zal het voor de milieugroe
pen in Zeeland en West-Brabant en voor andere, ongeorganiseerde milieuliefheb
bers eerder een nationale rouwdag dan iets van een feestdag zijn.
De hoeveelheden natuurschoon, kwalitatief en kwantitatief, die voor de kanaalaanleg letterlijk uit de
weg geruimd zijn, vallen niet bij benadering vast te stellen.
Kreekrak) is aangelegd ('78).
Als klein positief puntje op
deze veelheid van negatieve za
ken noemt Wolf het verplaatsen
van de binnenscheepvaart van
Ooster- naar Westerschelde,
waardoor de kans op olieram
pen c.q. chemische verontreini
ging iets afneemt.
Dat is wat er verloren gaat of
al verdwenen is. Natuurbe-
schermmingsconsulent voor
Zeeland Th. A.J Vette uit Se-
rooskerke (op Walcheren) heeft
een balans opgemaakt van wat
overblijft. Het is bitter weinig.
De speciedepots aan de Ooster
en Westerschelde en in het Mar-
kiezaat hebben veel ruimte op
geslokt. In het noorden zijn alle
slikken en schorren verdwenen
of van bestemming veranderd,
voor het middengebied (de oe
vers van de Eendracht en het
Markiezaat) bestaan recreatieve
plannen en aan de zuidkant zijn
nog twee stukjes over: 45 hec
tare bij Bath en 33 hectare bij
Ossendrecht, waarvan het eerste
mogelijk nog ten offer valt aan
een nieuw kanaalvertakking en
het tweede aan de Zoomweg.
Van de eens zo rijke flora en
fauna langs de kustrand Oost-
Zeeland/West-Brabant is dan
niets meer over.
Voor wie de waarden van dit
gebied vroeger gekend heeft, is
dat een onherstelbaar verlies.
Wie er minder thuis is, hoeft
maar een blik te werpen in de
nota's over dit gebied van oud-
natuurbeschermingsconsulent
voor Zeeland dr Kalb. Tn zijn
beschrijvingen heeft hij met
name de nadruk gelegd op het
belang van deze schorren en
oude schorren als broed- en ver
blijfplaats voor vogels. Bij Bath
onder meer waarnemingen van
de bruine kiekendief en de bel-
duil en verder van kluut, scho
lekster, kievit, veldleeuwerik,
graspieper, tureluur, nergeend,
slobeend, wilde eend, zomer- en
wintertaling en tal van ple-
Vorig jaar zomer deed zich even paniek voor, toen op het nog niet bevaren kanaal grote schuimvlok
ken werden geconstateerd. Het bleken toen niets betekenende luchtbellen te zijn, veroorzaakt door het
inpompen van water. De toekomst zal uit moeten wijzen, of het in de buurt van het kanaal allemaal zo
onschuldig blijft...
viertjs als broedvogel. Buiten de
broedtijd nestelen er tijdelijk
grote aantallen doortrekkers en
wintergasten, zoals diverse
soorten eenden en steltlopers,
stootvogels als buizerd, toren
valk, velduil, bruine en blauwe
kiekendief en in maart '74 zelfs
een zeearend. Over de vegeta
tieve waarde van met name de
schorren is dan nog niets gezegd.
De aanwezigheid in zo grote
aantallen van zoveel vogelsoor
ten geeft die beter aan dan welk
ornithologisch verslag ook.
Een paar andere milieufacto
ren van belang zijn dan nog bui
ten beschouwing gelaten: de ho-
rizonvervuilende en landschap-
sontsierende werking van zeven
op korte afstand van elkaar ge
legen, enorme bruggen met aan-
en afritten, het rechttrekken van
de Eendracht ten koste van be
langrijke landschappelijke en
cultuurhistorische waarden en
het als vanzelfsprekend van be
stemming veranderen van rijke
natuurgebieden. Met name dat
laatste zit natuurbeschermings
consulent Vette stevig dwars.
Mensen die het economisch be
kijken, zeggen steeds: dat is
braakliggende grond, maar dat
is het niet alléén natuurlijk.
Dergelijk gebieden kunnen wel
degelijk belangrijke waarden
vertegenwoordigen. De diverse
boeren die met hun landerijen in
het kanaaltracé vielen zijn voor
veel geld uitgekocht, die hebben
zich ergens anders kunnen ves
tigen. De natuur kan dat niet,
maar die moet evengoed gehol
pen worden om zich zo ver mo
gelijk te herstellen".
De milieubeschermers van
Westbrabantse zijde zijn met de
kanaalaanleg al evenmin erg ge
lukkig. „De feestelijke opening
vormt voor ons een zwarte blad
zijde in de geschiedenis van de
ontwikkeling van West-
Brabant. Het is allemaal een
uitvloeisel van een boek van de
Petroleum Press Service van
1969, waarin West-Brabant en
eigelijk heel Zuidwest-
Nederland al staan vermeld als
één groot industriegebied met
internationale vertakkingen. En
er blijkt weer het traditionele
denken van rijkswaterstaat uit:
De actiegroep Oosterschelde
Open in Yerseke en de Vereni
ging Milieuhygiëne Zeeland in
Middelburg sluiten zich daarbij
aan, en zijn verder vooral be
ducht voor de gevolgen voor het
Oosterscheldemilieu. VMZ-
voorzitter Hans Bannink: „Zo
lang het kanaal niet van de Oos
terschelde wordt afgeschermd,
houden we een zorgelijke toe
stand. Als er in die periode ook
maar iets gebeurt in het haven
gebied van Antwerpen, heeft dat
zijn consequenties. De kwaliteit
van het water in de dokken is
straks medebepalend voor het
Oosterscheldemilieu. We moe
ten er geloof ik niet voor aarze
len, om geval van nood de
Kreekraksluizen voor 48 uur of
langer dicht te draaien. We moe
ten daar vooraf strenge bepalin
gen voor opstellen" En Johan
Kole van de actiegroep: „Goede
controle op illegale lozingen, en
geen waarschuwingen, maar
harde sancties. Anders blijft er
van de Oosterschelde niets
over."
Oud-voorzitter van de stich
ting Coördinatie-orgaan Anton
Haandrikman uit Goes vertölkt
met zijn reactie waarschijnlijk
nog het meest het gevoel van de
zuidwestelijke Nederlanders en
toevallige passanten, die de pro
vinciegrensstrook maar opper
vlakkig kennen: „Het was voor
mij, na een verblijf in de Rand
stad, altijd een verademing om
Zeeland door het Kreekrak bin
nen te rijden. Open zee, weidse
schorren, fraaie polders. Het
was de entree van Zeeland. Die
is nu naar de knoppen. Het is
niet te beschrijven, wat hier ver
loren gegaan is. Zoals je vroeger
bij een oude stad een mooie
poort had, zo had je daar dat
schorrengebied. Ik geloof dat
niemand op het moment beseft
wat we verliezen. Misschien dat
we daar later nog eens achter
komen. Al zal iemand die het
vroeger niet gezien heeft, niet
kunnen geloven hoe mooi het
geweest is."
De enige die vooralsnog het
directe effect van de infrastruc
turele verbeteringen een béétje
kan billijken, is natuurbe
schermingsconsulent Vette. Hij
vindt de kanaalverbinding, de
bouwconstructie van de brug
gen en het uitzicht van de hoge
viaducten nog niet eens zó gek. i
Maar hij weet dan ook niet hoe i
het vroeger aeweest is....
FRANS BOGAARD