Conflict
de wereld.
met Bath
en Baalhoek
Zeeland
heeft geen
voordeel van
Schelde-
Rijnkanaal
voordeur
aan een
voorrangs-
weg
MINISTER WESTERTERP:
DE STEM
DHELDE RIJN
VERBINDING
SCHELDE RIJN
VERBINDING
Samenwerking
Nog belangrijker
Bemaling
Milieu
v
DAGBLAD VOOR ZUIDWEST NEDERLAND
mr. Tjarda van Starken-
•h Stachouwer
geregeld. Eindelijk I Een
Nederland was daarmee
1e verhouding tussen de
aid, uiteraard, door een
geleid door baron H. de
teer mr. dr. A.W.L. Tjarda
derhandelingen nam toch
tsie kon voortbouwen op
staten. Enfin, maandag 16
ter trad het, zoals dat heet,
ia vele mislukte pogingen
tel gepraat en geharrewar
17 hals brengen, bijvoorbe-
in 1927. Inderdaad een
in nationale binnenlandse
tchnische problemen. Het
tinding 'met de zee' moest
onomische orde. Door de
zagen opdoemen voor de
Is Antwerpen een nieuwe
rabant) heen. Gevaren die
sche regering de scheep-
schiedenis geworden. De
kwestie dateert van 1839.
3/7 Nederland en België tot
dan nadat de Belgen zeer
waren gaan uitoefenen,
tam een regeling die tot de
DEN HAAG - Deze maand zet minister Westerterp zijn handtekening onder
de vijfennegentigste maandelijkse declaratie voor zijn „Waarde ambtgenoot", ha
de Belgische minister Defraigne van openbare werken, waarin hij ingevolge H
artikel 27 sub 1 van het Verdrag over de Schelde-Rijn-verbinding om overma
king aan de Nederlandsche Bank verzoekt van een bedrag dat meestal in zeven
cijfers wordt geschreven zulks ter betaling van „voor u verrichte diensten en
uitgevoerde werken" zoals men de rekening zou kunnen omschrijven.
Die verrekening strekt zich
na acht jaar graven en storten
uit over een bedrag van 450
miljoen gulden. Nederland
zelf heeft zestig miljoen in het
project gestoken. Minister
Westerterp vindt dat de prak
tijk van de aanleg van het
Schelde-Rijnkanaal heeft be
wezen dat dit de beste vorm is
waarin een dergelijke bilate
rale overeenkomst kan worden
uitgevoerd. De Nederlandse
Rijkswaterstaat aanvaardde
de directie en de verantwoor
delijkheid voor de technische
verwezenlijking van het ver
drag, waardoor de Belgisch-
Nederlandse verbindingslij
nen zo kort en eenvoudig mo
gelijk konden blijven. „Voor
het Baalhoekkanaal en boch
tafsnijding bij Bath zullen wij
net zo te werk gaan", kondigt
de bewindsman dan ook aan.
In het gesprek dat wij naar
aanleiding van de opening van
de nieuwe vaarweg met drs.
Westerterp hebben, merken
wij op dat het merkwaardig is
dat juist een kwestie welke de
twee buurlanden tientallen ja
ren verdeeld heeft gehouden
en als zodanig eerder van vol
kenrechtelijke aard was thans
geruisloos tot een iedereen be
vredigende oplossing geraakt.
De minister beaamt dat: „De
strijdbijl is begraven, beter
nog: er komt een samenwer
king tot stand, zoals blijkt uit
de Benelux-havendagen. Dat
is wel nodig ook met het oog op
de toenemende concurrentie
van de Franse en Westduitse
havens. Natuurlijk blijft ie
dereen ook concurrerend ten
bate van zichzelf, maar wat
dat betreft is er geen wezenlijk
verschil tussen de concurren
tie van Antwerpen met Rot
terdam of van Rotterdam met
Amsterdam dan wel van Ant
werpen met Gent. In dat ver
band wordt het nieuwe struc
tuurschema zeehavens een be
langrijk „document".
„Natuurlijk, het Belgische
belang bij de Schelde-Rijn-
kwestie is primair. Toch zijn er
ook voordelen aan Neder
landse kant. Het internatio
naal geschil is opgelost, dus
dat kan onze betrekkingen met
de buren niet meer belasten.
Dan moet België tegelijk met
de opening van het kanaal de
Rijnvaartpremies afschaffen,
wat de concurrentieverhou
dingen toch ook gelijktrekt.
Verder krijgt Rotterdam er
wat achterland bij, zoals ook
de Nederlandse binnenvaart
van de verbeterde vaarmoge-
lijkheden zal profiteren.
Dordrecht en Bergen op Zoom,
maar vooral het industriege
bied Moerdijk zijn beter be
reikbaar geworden.
Heeft het Schelde-
Rijnkanaal nog dezelfde bete
kenis voor de scheepvaart en
de economie als er na de Eerste
Wereldoorlog aan werd ge
hecht? Wij denken aan de pij
pleidingstraten welke tussen
Rotterdam en Antwerpen zijn
aangelegd, terwijl toch ook het
wegvervoer natuurlijk wat vo
lume van het water heeft over
genomen.
Minister Westerterp: „Het
kanaal is nog steeds van even
veel belang als vroeger. De
vaarweg Antwerpen-West-
Duitsland is zelfs nog iets be
langrijker geworden, zodat
elke verkorting, elke capaci
teitsvergroting telt. Dat klemt
te meer nu de brandstofprijzen
zo zijn gestegen. Voor de duw-
vaart is belangrijk dat de bak
ken niet meer ontkoppeld be
hoeven te worden, wat nu nog
in Hansweert en Wemeldinge
het geval is".
Intussen blijft er voor de Be
lgen nog wel iets te wensen.
Het Schelde-Rijnkanaal is nog
niet getijdenvrij. Via de open
Oosterschelde zullen eb en
vloed nog merkbaar blijven tot
1985, het nieuwe streef jaar
voor de voltooiing van het Del
taplan. Aanvankelijk zou het
1978 zijn geworden, het jaar
waarin oorspronkelijk werd
aangenomen dat de dam door
de Oosterschelde zou worden
voltooid. Zolang de getij bewe
ging niet door compartimente
ring wordt gestopt zal bij hoog
water de capaciteit van de
vaarweg beperkt blijven, om
dat alle bruggen op Rijnvaar
thoogte zijn gebouwd.
Een ander onderdeel van het
kanaal dat nog moet worden
uitgevoerd is de bouw van een
zwaardere bemalingsinstalla
tie bij de Kreekraksluizen voor
het terugpompen van het over
tollige (en vuile) water in het
Belgische kanaalvak. Op 't
ogenblik behelpt men zich met
een outillage die goed is voor
vier kubieke meter per secon
de. Het is de bedoeling dat de
definitieve voorziening een
tienvoudige hoeveelheid kan
verwerken. Dat zal wel 1979
worden. De invloed van het
nieuwe kanaal op de Neder
landse waterhuishouding is
een van de zwaarste proble
men geweest die moesten wor
den opgelost en minister Wes
terterp legt er dan ook de nad
ruk op dat een van de onderde
len van het verdrag waarbij de
aanleg van de Schelde-
Rijnverbinding werd geregeld
de levering door België van
voldoende zoet en schoon
Maaswater betreft.
Waarna een vraag over de
milieubelasting voor de hand
ligt. Minister Westerterp:
„Dat moeten we afwachten.
Natuurlijk zal de scheepvaart
enige vervuiling met zich
brengen, maar die zal toch tot
de eigenljke vaarroute beperkt
blijven. Het is waar dat er hier
en daar slikken en schorren
verloren zijn gegaan, waar
weer tegenover staat dat de
hoeveelheden specie welke
aan land zijn gebracht een
nieuwe flora kunnen opleve
ren". De bewindsman noemt
als voorbeelden een aardige
begroeiing welke bij Bath is
ontstaan, net oudste deel van
het werk, de Molenplaat ter
hoogte van Bergen op Zoom en
de mogelijkheden welke door
het Recreatieschap De Eend
racht worden onderzocht, bij
voorbeeld om de werkhaven
bij de Krabbekreekdam als
jachthaven te gebruiken. Het
uitbaggeren van de 37 kilome
ter lange vaarweg heeft een to
tale oppervlakte van zeven
honderd hectare terreinen
voor de specieberging opgele
verd: gelukkig niet geconcen
treerd!
Waterstaat kijkt al vooruit
naar dê twee andere grote pro
jecten uit het Verdrag: de af
snijding van de Bocht van
Bath - een werk van vierhon
derd miljoen gulden - en de
aanleg van het Baalhoekka
naal met de bijbehorende zees
luis ter hoogte van Paal, dat
met zijn geraamde kosten aan
één miljard een waarlijk gi
gantisch plan kan worden ge
noemd. De minister: „De on
dertekening van deze over
eenkomsten door de beide re
geringen is binnen enkele
maanden te verwachten. Ook
hier geldt, zoals gezegd, België
betaalt, Nederland voert uit.
Maar 't blijft, net als de
Schelde-Rijnverbinding, een
Nederlands kanaal, waarvan
beheer en onderhoud voor Ne
derlandse rekening komen".
Voor het zover Is zal de
Nederlandse minister van
Verkeer en Waterstaat nog
menige gepeperde declaratie
aan zijn „Waarde ambtge
noot" in Brussel moeten stu
ren.
JOOP BARTMAN
konden brengen. De Belgen wil
den de Antwerpse dokken ver
leggen tot bij de Moerdijk. Rot
terdam aanvaardde dat uiter
aard niet. De Brabanders vrees
den verlies van veel cultuur
grond en bemoeilijking van de
afwatering, alsmede vermin
king van hun provincie door de
afsnijding van haar westelijk
deel, inclusief Bergen op Zoom.
Die plaats wachtte al ruim 125
jaar op verbetering van de ha-
ven!
Natuurlijk kwam er in ons
land weer een acie-comité. Op
Initiatief van de Kamers van
Koophandel te Rotterdam en
Amsterdam. Dat comité gaf een
brochure uit (1952) over de be
tekenis van een Moerdijkkanaal
voor de noden van West-
Brabant. Conclusie: het
Antwerpen-Moerdijkkanaal is
onnodig voor de oplossing van
de Brabantse noden. Het'comité
deed voorts suggesties als de-on-
derhandelingen wel tot een
nieuwe Schelde-Rijnverbinding
zouden leiden. Dat plan heelt
duidelijk invloed gehad op de
resultaten van de Belgisch-
Nederlandse onderhandelingen
in de vijftiger jaren. Men kon
daarbij ook niet over het hoofd
zien dat de ontwikkelingen op
het gebied van de scheepvaart
maatregelen eisten. Al was het
alleen al door de opkomst van de
duwvaart. Maart 1960 ging een
regeringscommissie opnieuw
i overleggen. Voor Nederland
werd die voorgezeten door jhr.
mr. dr. A.W.L. Tjarda van Star-
- kenborgh Stachouwer. De Be
ll Igische delegatieleider was ba-
- ron H. de Gruben. Men houde
- daarbij in het oog dat inmiddels
5 in Nederland begonnen was met
de uitvoering van de Deltawer-
- ken, aan de ene kant. En dat de
- Belgen hadden besloten de An-
- werpse dokken tot aan de Ne
derlandse grens uit te breiden,
aan de andere kant. Na het
overwinnen van nogal wat an
dere dan technische moeilijkhe
den - en pogingen van de drie
Kamers van Koophandel!
(Antwerpen, Rotterdam en Am
sterdam) om een oplossing van
de kwestie naderbij te bregen -
kon in 1963 het verdrag onder
tekend worden. Ongetwijfeld
hebben daartoe ook bijgedragen
de inmiddels gereed gekomen
Deltawet, de Benelux Economi
sche Unie en de ontwikkeling
van de duwvaart. Het trace van
de nieuwe vaarweg, in artikel 2
van het verdrag bepaald, is als
volgt:
"ter verbetering van de ver
binding tussen de Sehelde en de
Rijn wordt een vaarioeg aange
legd, toelke bij Zandvliet aan
sluit up het Antwerpse zeelui-
vencomplex, vervolgens naar de
Oosterschelde luupt, deze laat
ste ongeveer in noordelijke rich
ting doorkruist, zich voortzet
door de Eendracht, vervolgen*
de Slaakdam en de Prins Hend
rikpolder te oosten van St PI"'
lipsland doorsnijdt en uitmondt
in de Krammer het verdrag
voorziet voorts in de afschaffing
van premies en andere steun
maatregelen ten gunste ra» dl
scheepvaart op Antwerpen
JACGUES LEVU
Ie
n
«e
it
n
;n
j-
\e
ï-
ig
i,
?n
a.
is
i-
ie
i-
in
e-
i-
is
ti
er
et
an
an
en
MIDDELBURG - Zeeland zit niet te juichen nu het
Schelde-Rijnkanaal er is. Voor Zeeland betekent het
Schelde-Rijnkanaal in feite alleen maar een nieuwe door
snijding van het Zuidbevelandse landschap. In geen enkel
opzicht zal de Zeeuwse economie wat van het kanaal merken.
De Zeeuwse gedeputeerde A. Kaland, tevens voorzitter van de
havenschappen Vlissingen en Terneuzen, ziet dan ook voor
Zeeland het belang van het Schelde-Rijnkanaal niet zitten.
Het is geen Zeeuwse zaak,
maar een internationale
zaak", zegt hij. Persoonlijk
heeft hij daarom geen enkele
reden om te zeggen: „Geluk
kig, eindelijk is het zover". Uit
morele gedoogplicht zullen we
het Schelde-Rijnkanaal ac
cepteren. Zonder morren.
Maar voor wat Zeeland betreft
had het kanaal net zo goed aan
ons voorbij kunnen gaan", al
dus de heer Kaland.
„Ik geloof niet dat de komst
van het nieuwe kanaal enige
invloed zal hebben op de ha
venactiviteiten in Zeeland",
voegt hij eraan toe. „Niet in
negatieve en niet in positieve
zin. Voor Antwerpen is het ka
naal natuurlijk wel een grote
verbetering en voor de hele
binnenvaart is het wel een ge
lukkige zaak. Maar we praten
nu niet over binnenvaartbe-
langen, maar over Zeeuwse ac
tiviteiten en die zullen er niet
door worden gestimuleerd.
Iets anders zou het zijn als het
kanaal door Zuid-Beveland
werd verbreed. Dan zou je
daar meer duwvaart zien en
voor Terneuzen zou zoiets een
stimulans kunnen betekenen.
Het belang daarvan voor Vlis
singen zie ik niet zo zitten".
Overigens is er volgens hem
een reële kans dat het kanaal
door Zuid-Beveland in de toe
komst breder wordt gemaakt.
Als de heer Kaland met be
trekking tot het Schelde-
Rijnkanaal praat over gedo
gen, komt al gemakkelijk de
vraag of Zeeland nu niet wat
gemakkelijker bij het Rijk aan
de bel kan trekken om
Zeeuwse wensen in vervulling
te laten gaan. Dit in de trant
van: voor wat hoort wat. Om
dat Zeeland straks moet toe
zien hoe door Zeeuwse grond
ook al een Baalhoekkanaal zal
worden gegraven, zou Zeeland
volgens deze gedachtengang
een aardig verlanglijstje in
Den Haag kunnen deponeren.
In sommige politieke kringen
in Zeeland wordt daaraan wel
sterk gedacht. Er is bijvoorbe
eld al eens de suggestie gedaan
om het Rijk voor de bouw van
de tweede kerncentrale als
compensatie een pakket goede
onderwijsvoorzieningen voor
Zeeland te vragen.
Het is een manier van wer
ken, die gedeputeerde Kaland
niet ligt. Hij vindt dat je dit
soort zaken anders moet bena
deren, niet in de sfeer van za
ken doen, maar je telkens af
vragen welke oplossing op na
tionaal of regionaal niveau de
beste is.
En als er op nationaal ni
veau een besluit wordt geno
men, die voor het land de beste
oplossing garandeerd, dan is
volgens de heer Kaland de re-
io verplicht om zonodig aan
e uitvoering ervan moreel
mee te werken. Los van ruilob
jecten in gemeenschappelijk
overleg het beste zoeken", is
zijn standpunt. Een stand
punt, dat in theorie wel door
alle bestuursleden zal worden
gedeeld, maar waar in de prak
tijk soms weinig van te merken
is. De heer Kaland is zich
daarvan bewust.
Hij zelf wil ook wel een be
etje water in de wijn doen met
de volgende opmerking: „Als
je aan iets meewerkt, dan
mag je van de andere kant
verlangen, dat die ook eens
helpen aan het oplossen van
problemen, waar jij mee zit.
Maar dat klinkt toch heel an
ders dan compenseren".
^AS AUGUSTIJN
Schelde-Rijnverbinding sterk
zal toenemen.
„Misschien wordt de Theo-
dorushaven nog wel eens te
klein. Van die haven kun je na
tuurlijk geen duwvaarthaven
maken, maar als daar behoefte
aan bestaat kunnen we op de
ten noordwesten van de stad
gelegen Prinsesseplaat een
duwvaarthaven aanleggen.
Die gedachte is niet nieuw,
maar bestuurlijk zijn we aan
dat plan nog niet toe",
Drs. Van de Laar is van me
ning, dat de Schelde-
Rijnverbinding aan de infra
structuur van zuid-west-
Nederland een geweldige
„push" geeft. „Als de conjunc
tuur nu ook nog wil aantrek
ken zijn we de honderdzeven
tig hectare nat industrieter
rein die we in Bergen op Zoom
in reserve hebben (zeventig
aan de Theodorushaven en
honderd op het Noordland) zo
kwijt. Op dit ogenblik staan de
bedrijven bepaald niet te
trappelen om tot uitbreiding
of vestigine over te paan"
Drs. Van de Laar brengt het
gesprek op de Zoomweg, de
droge Schelde-
Rijnverbinding, die al jaren
lang bovenaan het verlang
lijstje van hete Bergse stads
bestuur prijkt. Met de aanleg
van die weg wordt naar de me
ning van Bergen op Zoom niet
Je haast gemaakt, die de
Scheldestad wil.
„Ook die verbinding is voor
ons van vitaal belang", aldus
de eerste burger van Bergen
op Zoom, die hoopt dat de
verantwoordelijke bewinds
man nu spoedig de Zoom-
wegknoop zal doorhakken en
zal beslissen waar de kortste
verbinding Antwerpen - Rot
terdam nu precies gaat ko
men. Hij neemt niet aan, dat
over de droge Schelde-
Rijnverbinding net zo lang
gepraat zal worden als over
de natte is gebeurd. Dèt was
bar en boos.
PIET DE BONT
Burgemeester Van de Laar van Bergen op Zoom blijft opti
mist. De in '64 met bescheiden feestvertoon in gebruik geno
men Theodorushaven van zijn stad mag dan in het afgelopen
jaar door heel wat minder zeeschepen bezocht zijn dan in de
jaren daarvoor, volgens Bergens burgervader gaat diezelfde
haven een goede toekomst en misschien zelfs wel een gouden
toekomst tegemoet.
Het toverwoord is: Schelde-
Rijnverbinding. „Ik verwacht,
dat Bergen op Zoom als haven
stad belangrijk zal worden;
vooral de binnenhavenfunktie
zal aan gewicht winnen" Drs.
Louis van de Laar wijst erop,
dat de stad aan de Ooster
schelde die de laatste jaren in
binnen- en buitenland flink
aan de weg getimmerd heeft en
die in kleurige folders atten
deert op het vele, dat zij te bie
den heeft, „met de voordeur
aan een voorrangsweg" ligt.
Bergen op Zoom heeft een aan
sluiting op de Schelde-
Rijnverbinding en op de Oos
terschelde Aan de steigers van
de Theodorushaven meerden
vorig jaar slechts zeven coas
ters en dat was vijf minder dan
het jaar daarvoor Zij voerden
niet alleen goederen aan voor
Bergse ondernemingen, maar
ook voor wat verderop in wes
telijk Brabant gelegen bedrij
ven en zelfs voor Limburgse
porseleinfabrieken, die via Be
rgen op Zoom klei uit het En
gelse Devon en Cornwall laten
komen.
De „opvaart" van (kleine)
zeeschepen in Bergen op Zoom
was in '74 dus teleurstellend,
die van binnenvaartschepen
daarentegen niet. Bijna twee
duizend binnenvaarders pas
seerden dat jaar de sluis aan de
kop van de haven. Zij voerden
bouwmaterialen, melasse,
aardolieprodukten, gietijzer,
kunstmest, eonstructieijzer,
veevoer en cokes aan. Burge
meester Van de Laar verwacht
stellig, dat dit soort aanvoeren
na de ingebruikneming van de