I Anneke zal de omgang met de verschillende mensen toch wel missen Fons Schelfhout maakte eerste stap op weg naar het succes „Mijn duiven moeten vliegen 99 TERNEUZENSE CAFEHOUDSTER STOPT ERMEE IN GESPREK MET. DE DOBBELAAR UIT BOSCHKAPELLE I Anneke van Glansbeek-Van Driel Doorbraak TERNEUZEN - Anneke houdt er mee op. Zo, nou weet u dat dan tenminste ook weer. Vraag me niet wanneer, want dat weet ze zelf nog niet eens, maar het besluit om te stoppen is toch tamelijk definitief. Kunt u zich Anneke al voorstellen als een gezapig huisvrouwtje? Nou, ik ook nog niet hoor. Het zal voor haar dan ook wel een hele over gang worden. Er zullen toch nog genoeg mensen zijn, die Anneke niet kennen. Die haar nooit in „vol bedrijf" hebben meegemaakt. Rennend van de ene kant van de „kist" naar de andere, zonder dat het opvalt dat ze rent. Razendsnel, keurige kopjes koffie serverend, of satés draaiend, brood roosterend of vaardig pilsjes tappend. Een blik van herkenning, een praatje, een amicale groet voor de klanten. Die mensen die dat allemaal heb ben gemist, zijn dan ook nog nooit in de Graan- beurs (Nieuwstraat) in Terneuzen geweest. Ze moeten wel opschieten, als ze dat nog mee willen maken, want je hebt best kans dat Anneke op een goeie dag zo maar verdwenen is. Niet dat ze plotse ling de balen heeft van dit gezelligheidsoord of dat ze een gloeiende hekel heeft gekregen aan mensen. Gelukkig niet. Maar het wordt haar gewoon te druk. Het gezinsleven met man Melchior, de zoon van 9 én de dochter van 5 schiet er op deze manier grandioos bij in, nu ze er praktisch alleen voor staat. geen sporen nagelaten op deze 33-jarige Terneuzense. Integen deel. Ze ziet eruit als Hollands welvaren en komt net van de kapper, die haar donkere haar met een vleugje rood modern kort heeft geknipt. „Moment", verontschuldigt ze zich en haast zich naar twee heren, die zich onopvallend op een bank bij het raam hebben gezet. Ze ziet ook alles. „Met elkaar heb ik toch al zo'n jaar of 13, 14 in deze zaak geholpen", vertelt ze ven later, ..daarvoor heb ik in winkels ge- van alles wat. Je past zelfs je muziek daarbij aan", zegt ze als ze een nieuwe plaat opzet, „van daar dat we nu ook onze eigen discotheek hebben". Even later vult een vrolijk, maar zeer be schaafd deuntje de hoeken van deze pijpela. Want zo zou je deze lange doorloop-zaak met twee in- en uitgangen toch wel mogen noemen. „We hebben er al 4 of 5 verbouwingen opzitten", vertelt Anneke, „de zaal boven is er bij gebouwd en die ingang achter is er bijvoorbeeld ook bijgemaakt. Zo'n anderhalve maand geleden namelijk heeft haar man Melchior om gezonds- heidsredenen het café-bar- bedrijf, waar hij zovele jaren met zijn vader „lange" Frans de scepter heeft gezwaaid, vaarwel moeten zeggen en is waterklerk geworden. Niet zo gek als het op het eerste gezicht lijkt, want voordat Melchior zijn vader kwam assisteren, was hij shipshan- delaar. Maar dat is al weer een hele tijd geleden", glim lacht Anneke, terwijl ze een plas tonic-puur voor een klant inschenkt, een nieuwe, verse citroen pakt, er met een scherp mesje een plakje van af snijdt en het in het koele nat gooit dat plotseling hevig begint te bubbelen en te sisen. Het drukke leven heeft nog werkt en zelfs nog een poosje bij Dow, maar toen hielp ik Mel chior in de weekenden al, want hij kon nooit weg, dus kwam ik maar naar hem toe. Vroeger was het echt meer een soort marktcafe", herinnert ze zich, „nu is het een zaak waar allerlei soorten mensen komen van allerlei leeftijden. Dat wis selt met de uren van de dag. 's Middags bijvoorbeeld komen hier heel veel zakenmensen een klein hapje eten. Spaghetti, uit smijter of iets van de grill. Even ontspannen, gezellig praatje maken. Zo tegen een uur of drie komen de koffie- en theeklan ten. Mensen die aan het winke len zijn of zo maar eens een dagje uit zijn. Vanaf 5 uur ko men de mensen van de kantoren een borreltje halen en 's avonds komen er veel jongelui, 't Is echt 't Gebeurt maar al te vaak dat mensen gewoon de zaak doorlo pen om even de pas af te snij den". Ze rekent snel af met een klant en kijkt zoekend in het rond of ze ook iets vergeet. Niets ontgaat haar. „In de weekenden heb ik wel hulp hoor", gaat ze ver der, „anders was het ook niet te doen. Bovendien heb ik een meisje dat ook de kinde ren opvangt. Je weet hoe dat gaat... 't wordt 's avonds vaak laat, op z'n vroegst toch wel twee uur en dan sta je 's morgens vroeg niet meteen zo fris naast je bed. Maar Melchior moet 's morgens op tijd beginnen. Dus die kan niet zo laat naar bed. Hij komt 's avonds nog wel eens even naar beneden zakken (we wonen nog boven de zaak), maar niet te lang. Maar daardoor zien we el kaar niet meer zo vaak en dat is natuurlijk niet zo fijn. We zoeken naar een oplossing en zouden de zaak alleen over willen doen als het mensen zouden zijn, die het op de zelfde manier kunnen als wij het hebben gedaan. Maar dat valt niet Als we uit de zaak gaan, wil len we hier toch wel een beetje in de buurt blijven wonen. Dit is ons zo vertrouwd, snap je. De omgang met de verschillende mensen zal ik toch wel missen hoor. 'k Heb het altijd vreselijk graag gedaan en het heeft me ook nooit echt veel inspanning gekast". Ze stopt even en brengt een hond (toch ook een klant nietwaar?) een dienblad met wa ter, wat die opdrinkt of het champagne is. „Aan de andere kant", gaat ze verder, „krijg ik dan misschien wat meer tijd voor m'n hobby's. Ik ben gek op antiek en knap graag van alles op. Ik pruts graag van alles in elkaar, ik naai graag m'n eigen kleren en ik lees ook graag, hoewel ik nu over een boek misschien wel een jaar of meer zou doen". Ik kijk naar de tientallen kleurige ansichtkaar ten, die aan de rekken zijn ge prikt, en de flessen voor een ge deelte verbergen. „Maar eerst", zegt ze verzaligd, „gaan we eens twee weken met vakantie naar Torremolinos. Het is voor het eerst dat we de zaak sluiten. En weet je wat het fijnste is? De kinderen gaan mee" HENGSTDIJK - „Vroeger bepaalde ik het tempo zelf in een wedstrijd. Nu moet ik me aan de rest aanpassen, en vooral in de eerste wedstrijden had ik daar nogal wat moeite mee. Verder mis ik natuurlijk een grote dosis ervaring, dit vooral van renners die ik tijdens een wedstrijd in de gaten moet houden. Toen ik begon waren Toine van de Bunder uit IJzendijke, Peter Gödde uit Koewacht en Theo van de Branden voor mij bekenden, de andere jongens had ik nog nooit gezien, laat staan dat ik wist op wie ik moest letten. Maar ondanks dat ben ik toch wel tevreden over de stap die ik ondernomen heb. In het begin was het allemaal wel een beetje wennen, je zelf aanpassen en ook afzien, maar nu gaat het toch al een stuk beter. Neen, ik heb er nog geen moment spijt van gehad". Dat alles zegt de 22-jarige Alfons Schelfout uit Hengs- tdijk - in Hengstdijk en om streken beter bekend als doodgewoon „Fons"- die op 12 juni van dit jaar het be sluit nam om de volkskoersers-categorie vaarwel te zeggen en over te stappen naar de rijen der amateurs. Fons Schelfout vele jaren een grote „vedet te" bij de volkskoersers, moet het nu bij die amateurs met een heel wat minder grote aaam doen. Maar k. heeft daar al lang genoegen mee Henomen. Hij zegt: „Het is natuurlijk al lemaal wel leuk en aardig als je een wedstrijd wint, maar de echte lol in de volkskoerswiel- fennerij is er nu toch ook wel a'Was dat voor hem de reden om over te stappen naar de ama teurs? Hij zegt daarover: „Dat is eigenlijk allemaal door de heer Hermans - ploegleider van de wielerformatie BEKS-bieren - gekomen. Hij raadde me aan, omdat ik 2 september in dienst moet, om over te stappen naar de amateurs, om dan vervolgens te proberen in de militaire wieler ploeg te komen". De wielrenner uit Hengstdijk voelde daar wel wat voor, al stond uiteraard bij hem zijn studie op de eerste plaats. Op 12 juni was dat zover, een dag waarop hij zijn diploma als onderwijzer in zijn binnen zak kon stoppen. „Kijk, dat was voor mij het voornaamste en tot op dat moment het belangrijk ste. Dat is voor mij uiteindelijk mijn boterham. Het fietsen, al doe ik het bijzonder graag, is voor mij altijd nog een hobby" De heer Hermans van BEKS-bieren had in de tijd van Schelfhout's volkskoersjaren de wielrenner uit Hengstdijk al verschillende keren aan het werk gezien. Het zou bij een overstap van Schelfout naar de amateurs geen verrassing meer zijn als hij bij de BEKS- wielerformatie zou worden in gelijfd, en dat gebeurde dan ook. Als op 2 september Fons Schel fout de wapenrok moest aan trekken - dit bij het onderdeel cavallerie in Amersfoort - hoopte hij op de nodige mede werking van zijn oversten. Fons Schelfout: „Ik zal natuurlijk proberen om in aanmerking te komen voor de militaire ploeg". Voor de amateur uit Hengs tdijk die nu zo'n twintig wed strijden bij de amateurs gereden heeft, begon het „echte" wiel rennen in 1971, toen de volks- koersen in Zeeuwsch- Vlaanderen overal nog een grote publieke belangstelling trok ken. In verschillende plaatsen w.o. Nieuw Namen was het zo erg, dat tal van wielercomité's die een amateurwedstrijd orga niseerden heel wat minder toe schouwers op hun parkoers kre gen. Een tijd waarin de volks- koersen echt nog een Zeeuwsch-Vlaamse aangele genheid waren. Fons Schelfout, ook voor 1971 al een groot fiet senthousiast, dat vooral tijdens de plaatselijke wielerwedstrij den, ging halfweg het wielersei- zoen 1970 over naar de categorie volkskoersers. Een jaar toen Vaston Thuy uit St. Jansteen, Willy Verstraete uit Heikant en BOSCHKAPELLE - Een hok boven de garage, een hok boven de berging, een tuinhok, een hoken ga zo maar door, alle maal duivenhokken in totaal ze ven. Nee, ik hen die zaterdag middag niet op bezoek bij een kwcckstation, maar gewoon bij een duivenhouder en wel bij de heer D. Dobbelaar aan de Bos- schestraat 119 te Boschkapelie. Alle hokken te zamen herber gen op dat moment in totaal zo'n zeventig duiven, die zeker niet overbevolkt zijn, want Dobbe laar zegt zelf er nog wel meer te kunnen bergen. En somstijds zijn er dan ook meer, want in het hoogseizoen groeit de kolonie uit tot zo'n honderd vogels. Hij is het afgelopen "oorjaar begon nen met 24 weduwnaarsduiven, daarvan verloor hij er twee in een wedvlucht vanuit Dourdan en heeft er verder drie opge- ook nog Theo v an de Branden uit Heikant tot de grote spetters be hoorden, maar al spoedig bleek het drietal in Fons Schelfout een grote concurrent te hebben ge vonden. Maar ook voor hem was zijn eerste seizoen bij de volks koersers niet zo sterk. „De be slissende „jump" miste ik toen nog en natuurlijk de nodige ki lometers. De volkskoersen wa ren voor de toeschouwers wel leuk, maar stiekem werd er ook nog behoorlijk gekoerst. Verder reden Gaston Thuy en Willey Verstraeten vaak samen en dan was het bijzonder moeilijk om daar tussen te komen. Maar het was gewoon hardstikke leuk en daarom ging je er mee door" Als Fons Schelfout enkele uren vrij was, was hij op zijn fiets te vinden. Als amper 18- jarige wilde hij zich ook wel eens in de kijker rijden en in het be gin van het seizoen 1971 begon dat. Het werd voor hem een derde plaats tijdens een wed strijd in St. Jansteen, en voor Fons Schelfout betekende dat tevens ook de doorbraak. Het ging steeds beter. Enkele weken later kwam hij met de eerste bloementuil naar huis. De jaren die daar op volgden was Schel fout niet meer uit de volks- koerswielrennerij weg te den ken, al was het ook voor hem - en dat vooral in de laatste twee jaren - bijzonder moeilij k om tot „winst" te komen. Door de komst van bijzonder veel Belgen naar Zeeuwsch- Vlaanderen gooiden veel Zeeuws-Vlaamse volkskoersers er het bijltje bij neer of gingen over naar de KNWTJ- liefhebberscategorie. Enkele w.o. Theo van de Branden uit Heikant en nu Fons Schelfout uit Hengstdijk, gingen zelfs over naar de amateurs. Voor beiden was dat een grote omschakeling, omdat de afstand bij de volks koersen zo rond de vijftig a zes tig kilometer bedraagt. Nu bij de amateurs werd Van de Branden in eerste instantie en later ook Schelfout geconfronteerd met een afstand van zo'n honderd ki lometer per wedstrijd. Schel fout: „Mijn supporters zeiden dat die stap van de volkskoer sers naar de amateurs gewoon te groot was. In de eerste wedstrij den was dat ook wel waar. Na dat we zo'n uur gereden hadden - ongeveer de tijd van een volks- koers - zat ik letterlijk en fi guurlijk kapot. Ik kon mijn be nen gewoon niet meer rond krij gen, en dat kwam natuurlijk omdat de kilometers zwaar be gonnen te wegen. Mijn lichaam was ingesteld op zo'n zestig ki lometer en alles wat meer was was gewoon teveel". Duidelijk was dat Fons Schelfout kilome ters tekort kwam. Een belang rijk punt voor het trainings schema. De kersverse wielrenner uit Hengstdijk trainde bijzonder veel, het aantal kilometers dage lijks opvoerend. Toch deed hij het tijdens zijn eerste wedstrijd zeker niet onaardig, want met een zevende plaats in het Belgi sche Maldegem maakte hij zijn debuut. Ook in de wedstrijden daarna reed hij zich al verschil lende keren in de kijker, al is hij natuurlijk nog niet de „grote" uit de volkskoerswielrennerij. Toen enkele weken geleden voor hem de eerste grote klas sieker „De Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen" voor de deur stond, betekende dat ook de eerste krachtmeeting. Een pluspunt was zeker dat hij niet moest opgeven. Integendeel zelfs, ook hierin reed hij zich herhaaldelijk in de kijker. „In dat soort wedstrijden is het ge woon moeilijk om vooraan te blijven. Het is een gedrum van jewelste, en dan had ik vaak - vrijdag de eerste dag - het ge voel dat ik meer naar achteren veiliger reed. Zaterdag en zon dag echter heb ik gewoon bruta ler gereden, en dan ging het ook een stuk beter. Als je vooraan rijdt en er is een ontsnapping kun je. proberen mee te „sprin gen". Anders ben je bij voorbaat al verloren", aldus Fons Schel fout. Duidelijk is dat bij hem de wil aanwezig is Voor hem de eerste stap naar het succes. PIET DE MAAT. ruimd: „Het zijn er eigenlijk wel wat veel, maar als je ook op de verdere wedvluchten wilt spe len, dan mag je toch wel wat re serve hebben, want je raakt daarop wel eens een duif kwijt". En de duiven van Dobbelaar moeten vliegen ook, vanaf de eerste wedvluchtzondag tot aan de laatste toe: „Ik hou duiven orh mee te spelen en dat moet" je- vooral in de zomer doen, ik ben zelf ook niet te lui om te werken, dus moeten mijn duiven ook vliegen. Ik speel ook vaak met veel duiven tegelijk en kan dan volop genieten als ze thuisko men van een wedvlucht al heb ik het dan ook vaak druk met het „klokken,, en is het dikwijls rennen van het ene hok naar het andere. Verder speel ik ook graag op de Fond, maar van de overnachtvluchten ben ik geen liefhebber. Ik bezit een hok met goede duiven maar een eigen lijke uitblinker heb ik er niet bij. Toch heb ik nog een goede kans op het asduifkampioenschap in onze vereniging". Dobbelaar, in Boschkapelie Dé genaamd, zit al ruim dertig jaar in de duivensport: „Ik ben begonnen toen ik twaalf jaar was, als oppasser van de duiven van H. Wijnacker, van hem heb ik de eerste opleiding gehad. Daarna ben ik in 1948 toen ik nog bij mijn ouders inwoonde zelf actief aan de sport begon nen. Mijn vader kocht toen een duif voor mij - voor één gulden - daarbij kreeg ik een duivin van Zeno Ottjes hier uit Boschka pelie en begon daaruit te kwe ken en dat ging uitstekend. Daaruit kweekte ik duiven die hard vlogen. Bij een brand in de werkplaats waarboven de dui ven zaten, verloor ik deze alle maal. De doffers die in een tuin hok zaten bleven gespaard. Ik stond toen op punt van trouwen en ben daarna verhuisd naar waar ik nu woon. Ik kreeg van de een en ander weer een duivin en uit een duivin van E. Bilterijst en een doffer van mijzelf heb ik toen een doffer gekweekt die ja renlang eigenlijk de stamvader van mijn hok is geweest en die ik vorig jaar op 14-jarige leeftijd - hij bevruchtte niet meer - heb opgeruimd. Daaruit zijn goede duiven voortgekomen en ik vloog toendertijd de tweede prijs Nationaal vanuit Chateau- roux. In feite zijn al mijn duiven uit hetzelfde ras voortgekomen, behalve dan dat ik een duivin heb gekocht bij Herwegh in Sint Pauwels in België, daar heb ik toendertijd drie doffers uit ge kweekt, waarvan één in de na tionale wedvlucht vanuit Cha- teauroux in 1970 de hoofdprijs won". Dobbelaar is een voorstander van het zogenaamde systeem van conditietraining. Een nog nieuw systeem wat naar zijn mening nog te weinig wordt toe gepast. Hij begint daarbij in het voorjaar niet te vroeg te kweken. Zo begin maart worden de dui ven bij elkaar gestoken. Als de duiven uitvliegen doet hij het hok dicht en ze kunnen er dus niet in. Dobbelaar: „Een duif is een natuurvogel en moet per dag een aantal uren vliegen om zijn conditie op peil te houden. Dat is heel belangrijk. Daardoor vlie gen mijn duiven ook hard. Ze nebben daarbij dit jaar al eens een stuk van een televisie antenne afgevlogen hier in de buurt. Natuurlijk kwamen ze er zelf ook niet ongeschonden van af". °9, Regel en orde vindt 'hij een paar belangrijke dingen, in deze sport. Ook aan het schoonhou den van de hokken besteedt hij veel aandacht en de voeding van de duiven is een voornaam iets. Als hij kan, vanwege zijn werk, hij is PTT-beambte in Hulst, met onregelmatige diensten, worden de hokken tweemaal per dag schoongemaakt. Soms is hij daarmee reeds om vijf uur in de morgen bezig. In de winter krij gen zijn duiven maar een keer per dag eteh: „Een duif heeft niet zoveel nodig als ze in rust zit. Er zijn „melkers" die hun duiven uit conditie voeren". Palmares oude duiven: 6 april Eke: -9,10,12,13 enz. 13 april: Doornik: 4,5,8,15,16 enz. 20 april Doornik: 1,2,3,5,6,7,9 enz. 27 april Be- aumetz: 3,6,8,11,16,17 enz. 4 mei Compiègne: 2,3,4,5,6,9,11 enz. 8 mei: Doornik (2 mee) 1 en 5. 11 mei: Compiègne: 1,2,24 enz. 18 mei Doornik: 5,7,11,27 enz. 25 mei: Beaumetz: -4,16, 20 enz. 1 juni Compiègne: 6,7,14,18 enz. 25 juni Com piègne: 1,4,6,10 enz. 6 juli Doornik: 2,4,5,7,13 enz. 13 juli Beaumetz: 7,16,18. 20 juli Doornik: 2,4,5,7,13 enz. 27 juli Doornik: 1,10,12,15,19 enz. 3 augustus vanuit Beaumetz werd een misser: „Mijn duiven waren net van weduwschap af, het was toen ook erg warm en ze geraakten in de rui. Dat had ik nog niet verwacht, omdat ze pas twee pennen hadden laten vaU len. Ik heb deze zomer toch een kleine inzinking gekend, wel licht heb ik ze in het begin te veel laten vliegen". Ook in kring- en provinciaal verband kan Dobbelaar' goed mee, al waren de resultaten dit jaar niet zo groots, met uitzon dering dan van de eerste prijs in kring Centrum Zeeuwsch- Vlaanderen (derde provinciaal) vanuit Ruffec. Frappant vindt hij dat als er een kringvlucht ge houden wordt, en hij zijn duiven daarvoor in Sas van Gent moet inkorven de resultaten beter zijn dan wanneer hij in Boschkapelie inkorft: „Dat ligt volgens mij aan de verzorging en daarbij be doel ik dan dat de duiven in Sas van Gent direct drinken kunnen omdat ze daar drinkensbakjes aan de manden hangen en dat gebeurt hier in Boschkapelie niet". CEES DE ZEEUW

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 9