Je kijkt je ogen uit
op „Gouden handen"
Waar is het
zwaard van
de held van
Saparoea?
Niveau
Toekomst.
Duur.
Geen kans.
Vooruit.
En nu?
binnenland
buitenland
SHMma
,,Mens en
wereld
grandioze
show
Voorbehoud
Gewelven
Britten,
Nooit.
KMA.
Geen tijd.
Welkom.
Verstopt
Afstammelingen
Honderd
Beslist
MISVERSTAND
OVER GOLFEN
m Nederland bestaan over golf
nog vele misverstanden. Een
sport voor oude zakken en voor
droge taarten met geldbuidels
als blaasbalgen. Dat is de opvat
ting van het volk, dat ook lang
de overtuiging was toegedaan,
dat paus en koningin in die vol
gorde nooit naar de WC hoefden.
Maar het volk heeft het in casu
bij het rechte, alhoewel iets te
korte golf-eind. Reeds als kleu
ter kun je met golfen beginnen
en je hoeft er inderdaad eerst 24
uur voor het peigeren mee op te
houden. Waar is ook, dat een
golfer zelden in ademnood komt
en dat zijn hartslag pas over de
100 snelt als haar bloes bij de
follow through in de altijd weer
bekoorlijke afterswing spanning
treedt. Maar laten we toch
vooral niet de wraakroepende
vergissing van onderschatting
begaan, want tussen voorver
warmde voorgeborchten en va-
gevuurtjes voor tamme klepe
laars ligt één drive achter de hel
de golfhemel der zegepralers.
Daar is golf verheven tot een
waarachtige, oprechte, keiharde
sport, die inzicht, doorzicht,
concentratie, doorzettingsver
mogen, talent en een vat condi
tie eist. Een moeilijke, fascine
rende sport, die de topper en de
middenmoter, maar ook de
prutser meteen in een wel dode
lijke maar toch levenslange om
helzing neemt.
Dat overgrootvader Ties
Treckpooth bij wel weertje nog
zijn 9 holes draait alvorens in
het clubhuis Hole 19" zijn sher-
rietjes in te nemenverhindert
anderen niet de golf sport te be
oefenen op een niveau dat in an
der sporten slechts bereikt
wordt door professionals. Op
een niveau waar de naald van
een spar, de spriet van het gras,
de zwiep van slaghout 2, de
keuze tussen ijzer 7 en 8, de
stand van de linkervoet, de ach
teloosheid van de rechterpink,
de beheersing van bovenmate
difficiele en bewerkelijke tech
niek, de berekening van de
vlucht van de bal die bij een
drive met 200 kilometer per uur
vertrektbepalend zijn voor
winst of verlies. Moeilijkheids
graad 9,9 en daar komt dan nog
bovenop, dat de spelregels een
ongehoorde heerlijkheid aan
complexiteit bieden en eindigen
in een koppige, maar eerlijke
cocktail van sportiviteit, logica,
traditie, onzin en enkele waze
uitvindingen van oude Schotse
whisky drinkers, die niet op tijd
geveld werden door podagra of
een ander jicht.
Deze is niet de plaats, dit is
niet het uur, om het golfgebeu-
ren ook maar ten halve uit de
misverstandelijke doeken te
doen. Maar omdat golf de toe
komst heeft, omdat CRM peinst
over de aanleg van open golfba
nen, omdat golf het enige middel
is om het volk vanachter het
televisietoestel en vanaf de
voetbalkrijgstribunes weg te
lokken naar de natuur, daarom
zij het vergund althans enkele
sluiers te lichten. Pak de tech
niek. De klap dus, of de aai, die
je met een van de 14 stokken aan
de bal uitdeelt. Neem van mij
aan, dat die techniek een van de
moeilijkste is, die je in de sport
kunt vinden. Vergeleken met
golf komt voetballen technisch
gezien neer op kluitsmijten naar
een hooimijt. Maar een begena
digd golfer bij een drive voluit te
zien swingen, is dan ook een zo
verheven genot, dat zelfs het oog
van de leek er het aan af ziet.
Ik heb eens ergens gelezen,
dat Sam Sneed's swing zo mooi
is, dat iemand die op dieet staat
er niet naar mag kijken. Sneed is
een golfchamp, die op 62-jarige
leeftijd nog swingt als een jonge
meid. Een legendarische figuur.
Na Ben Hogan, Walter Hagen,
Bobby Jones, Arnold Palmer,
Jack Nicklaus, werd zojuist ook
Sam Sneed door de National
Golf Writers Association of
America verheven tot de rang
van „onsterfelijke golfer", het
geen in Europees zicht neerkomt
op een heiligverklaring. De nog
actieve onsterfelijken worden
overigens regelmatig geklopt
door de leden van de-nieuwe ge
neratie van beroepsgolfers, die
te herkennen zijn aan geruite
broeken en minuscule golfballe
tjes in de poppetjes van hun
ogen. Hun aanvoerder, beste
meisjes, is Johnny Miller, een
grote 27-jarige jongen met lange
blonde haren een perfecte swing
naar alle kanten.
Men zegt, dat golf duur is.
Dat is juist. Maar een jachtje op
de Loosdrechtse is ook niet
goedkoop en ik ken een duiven
melker, die - zonder dat zijn
vrouw zulks weet - meer uitge
eft aan zijn gevleugelde vrien
den dan ik aan golf. Paardrij
den, tennissen, bierbiljarten,
ski- en afterski-lopen, golf het
zal mekaar niet zo gek veel ont
lopen. Het kan je trouwens als je
golf speelt en dus een geloof van
hoop en liefde bijgekregen hebt,
ook geen moer schelen wat het
kost. Nou ja, hooguit één moer.
En als CRM er die open banen
doordrukt, kan het op de centen
niet meer hangen. Want wat golf
juist duur maakt, dat zijn de ba
nen.
Rest nog de kwestie van de
gesloten golfclubs voor rij
kaards. Dat is geen fabel, maar
een fabeltje. Mensen van een
zelfde slag zoeken elkaar op.
Blauweknopers, aquariumhou
ders, hasjpaffers, du.bbeld.ooi-
ereters, collectanten, kaartleg
gers, vind je steevast bij elkaar,
'n Maagdenkoorleidster en een
herbergier betrap je zelden op
een gemengd dubbel. Zo ver
toefden dan ook de rijkaards op
het stuk van geld en stand veelal
bijeen in eikaars salons. Op een
zeer goede dag gingen ze onder
elkaar golfen en ze wensten dat
door middel van ballotage ook
onder mekaar te blijven doen. So
what? Ik ken een beugelclub, die
maximaal een dozijn leden tel
len mag en ook telt. Er is een
JAN WINTRAECKEN. Jan Dorrestein, Nederlands kampioen golfen.
De maatschappij verandert
en zo deed en doet zelfs de golf-
wereld. Ook daar zet moeder
Democratie, geboren Gelijk
heid, haar klomp op de Boecha-
ra. Bij ons op de club bewegen
zich tussen de leden van hoogste
standing, de intellectuelen dus,
ook een gewone bankdirecteur,
enkele gespecialiseerde artsen,
wat fabrikanten, enige nering
doenden en zelfs een notaris. En
die lui vallen niet eens erg op en
uit de toon. Volkswagen is met
de nieuwe Golf de Nederlandse
tijd noq wel even vooruit.
wachtlijst en de kandidaat die
geen schuinemoppentapper en l|t
een bierh ijser der hoofdklasse is, ttk
maakt geen kans. Onze hele S^pk
maatschappij is een groot moza-
ïek van klieken en kliekjes.
De hooguit 10.000 golfers
van nu en hun voorvaderen heb
ben gedaan wat de dure eerste
voetballers, hockeyers, tenissers
deden. De baan geëffend voor
iedereen, die nog niet aan de be
urt was, maar wel graag wil. De
eerste voetballers, dat waren
louter graven met wat jonkhe
ren die de lijnen kalkten. De eer
ste kockeyers sloegen de bal,
namen dan plaats in een draag
stoel en legden de zweep over
hun lijfknechten, die de bal ach
terna holden. En de eerste ten-
nismeisjes droegen stuk voor
stuk de zacht blauwe orde van
de kousenband om de opperbe
nen. En nu? Voetbal is geméén
goed. Hockey is voor iedereen.
Geen tenniskip die nog kousen
draagt. Nu is golf aan de beurt.
Dan gaan de rijkaards snob spe
len. Dat is een sport, die ik nog
bezig ben uit te vinden. Dit nog:
golfbanen verfraaien het na-
tuurmilieu en behouden het. Zij
halen ook vele blije mensen naar
gebieden waar vroeger slechts
de boswachter, zijn privé-
stroper en een kippige vlinder
vanger kwamen.
(Van een onzer verslaggevers)
Er zijn nogal wat mensen die
er niet van op de hoogte zijn dat
ons land sinds drie maanden een
Wat de bezoeker aan
„Gouden Handen" ook
mocht willen overslaan,
hij zou in geen geval de
klank- en lichtshow
„Mens en Wereld" in de
voormalige kapel mogen
missen. Dit samenspel
van klank (quadrofo-
nisch?) en beeld (uit 12
projectors) is een indru
kwekkend gebeuren, niet
in het minst doordat de
samenstellers op voortref
felijke wijze gebruik heb
ben gemaakt van de archi
tectuur van de kapel.
Met verschrikkelijk
mooie overvloeiers die via
de gewelven en pilaren
naar het centrale projec-
tiepünt worden geleid en
ondersteund door uitste
kend gekozen geluiden en
muziek krijgt men in een
twintig minuten durende
show een programma
voorgeschoteld dat een
beeld geeft van de ont
wikkeling van de mens
heid en de problematiek
van de huidige wereld. Dit
unieke samenspel van
klank en beeld zal niet na
laten grote indruk te ma
ken, waartoe de entou
rage en de akoestiek van
de voormalige kapel een
wezenlijke bijdrage leve-
toeristische of beter gezegd re
creatieve attractie van formaat
rijker is.
We bedoelen: „Gouden
Handen", in 's Heerenberg, ge
vestigd in het voormalige kloos
ter Don Rua van de paters Sale-
sianen, welk gebouw plus een
groot deel van het omringende
park is herschapen in hetgeen
„Europa's grootste hobbyhof"
wordt genoemd.
Of men zich met deze bena
ming niet aan enige overdrijving
schuldig maakt is de vraag,
maar zoveel is wel zeker dat
Gouden Handen uniek in Neder
land is, niet vergelijkbaar ook
met enig ander toeristisch of re
creatief project.
Het was voordat we naar 's
Heerenberg reden onze opzet
een bezoek aan Gouden Handen
te maken tot onderdeel van een
nieuwe dagtocht voor het gezin.
Maar na ons bezoek zijn we tot
de conclusie gekomen dat er op
Gouden Handen zoveel te zien
valt, dat er voor de doorsnee be
zoeker weinig of geen tijd zal
overblijven om nog iets anders
te ondernemen. Zodat we het
idee van de dagtocht maar heb
ben laten varen.
Je kijkt je ogen uit op Gouden
Handen. En dat kijken heeft dan
voor een zeer belangrijk deel be
trekking op hetgeen andere
mensen in hun vrije tijd hebben
gemaakt. Gouden Handen zou
dan ook beschouwd kunnen
worden als a) een expositie van
werkstukken van uiteenlopende
aard en b) als een leverancier
van ideelen voor vrijetijdsbe-
zigheden. Nu steeds meer men
sen (vrijwillig of gedwongen,
dat moet in het midden blijven)
de beschikking krijgen over
steeds meer vrije tijd die meni
geen toch enigszins zinvol wil
besteden, geeft Gouden Handen
(voortgekomen uit vroeger on
der die naam gehouden tentoon
stellingen van vrijetijdswerk-
stukken) ideeën in elke sector en
voor jong en oud.
ken op het gebied van wandkle
den, schilderijen, modelbouw, te
veel om op te noemen. Gouden
Handen herbergt verder de
unieke speelgoedcollectie Col-
Daar moet echter wel gelijk
het voorbehoud bij worden ge
maakt dat Gouden Handen
minder geschikt is voor erg
jonge kinderen, al zijn er op het
buitenterrein wel spelmogelijk-
heden en is er een crèche waar ze
gratis ondergebracht en bezig
gehouden kunnen worden. Maar
peuters meeslepen van afdeling
naar afdeling en van verdieping
naar verdieping lijkt weinig ple
zierig. Gaan ze mee, dan is „op
bergen" in de crèche zeker de
beste oplossing.
Het wordt zoetjesaan tijd eens
uit de doeken te doen wat er op
Gouden Handen zo al te zien is.
De lezer heeft mogelijk reeds
begrepen en anders wordt het nu
met zoveel woorden gezegd: het
is géén luna- of pretpark, geen
dierentuin, geen Efteling of Ma-
durodam, geen ponypark Slag
haren en geen Eurostrand Val-
kenswaard, ook geen Dolfina
rium en geen Evoluon.
Het is kort gezegd: een ten
toonstelling van hetgeen hon
derden hobbyisten in hun vrije
tijd hebben gemaakt aan werk
stukken van allerlei materialen
en afvalstoffen. Een greep uit de
ontelbare inzendingen: een zeer
fraaie collectie poppen, ge
maakt door een 74-jarige dame;
een miniatuur Schiphol, ge
maakt in 10.000 uren van ijzerd-
raad, hardboard en wilgehout;
een vitrine met het Laatste
Avondmaal naar Leonardo da
Vinei maar dan gemaakt van
7000 stompjes kaars; een com
plete kermis van conservenblik-
jes; een collectie van 145 vogels,
vervaardigd van afgebrande lu
cifers; verder talloze werkstuk
dewijn, die in haar soort
(spoorwegminiaturen) tot de
grootste ter wereld behoort. Er
is een Hobbyshop waar van alles
te koop is dat met hobby's en
doe-het-zelf verband houdt. Er
is een theatertje „De Figuren-
spiegel" waar spelers van het
poppentheater „De Trekwa-
gen", allerlei vormen van pop-
vertonen. Er is een
penspelen
hobbyhof v
hobbyhof waar jong en oud kan
werken met uiteenlopende ma
terialen. Er is een „P aan P"-
service, verkoop van produkten
van particulier aan particulier.
Kortom: van alles en nog wat en
werkelijk voor elk wat wils, met
de nadruk evenwel op kijken;
voor het doen is op Gouden
Handen behalve in genoemde
Hobbyhof weinig ruimte.
In de kelder, beter gezegd in
de gewelven hebben kunste
naars en technici op knappe
wijze de geschiedenis van de
ontwikkeling van de mens uit
gebeeld met alle denkbare au
diovisuele middelen. En dat dan
vanaf de prehistorie tot en met
het tijdperk van ruimtevaart en
computer.
Die prehistorie krijgt over
igens ook op het buitenterrein
gestalte, waar een aantal reu-
zendieren uit de oudheid op
ware grootte is nagebootst, zoals
een wolharige neushoorn, een
sabeltandtijger, een stegosau-
rus, een styracosaurus enz. Bui
ten vindt men verder de boerdfe-
rij „Kraaiennest" met paarden,
pony's en kleinvee, een speeltuin
en een levend ganzebordspel,
alsmede een grote speelweide,
terwijl ook het park vrij voor het
publiek toegangelijk is.
DEN HAAG (ANP) Ergens in
Nederland moet het wonder
bare zwaard liggen van Patti-
moera, de nationale held van
Saparoea, een van de eilanden
van de Zuid-Molukken. De In
donesische minister van Op
voeding en Cultuur, de heer
Syarif Thayeb, heeft in elk ge
val de Nederlandse regering
gevraagd om het moordwapen
terug te sturen. De nazaten
van de held hebben er om ge
vraagd. Zij vinden, dat het his
torische slagwapen in een mu
seum of in Djakarta, of op
Ambon moet worden ge
plaatst. Indonesië stuurde een
brief met het verzoek naar ons
land. De brief kwam op het
ministerie van Buitenlandse
Zaken, die hem doorstuurde
naar het departement van Cul
tuur, Recreatie en Maatschap
pelijk Werk, dat hem voor
legde aan het Rijsmuseum
voor Volkenkunde in Leiden,
waarop het schriftuur de weg
terug is gegaan en thans rust
op het ministerie van Buiten
landse Zaken. De kernvraag is
nog niet opgelost: waar is het
zwaard van de held van Sapa
roea?
Intussen bleek niemand van
ene Pattimoera te weten. Daar
Saparoea bekend is uit de tijd
van de Vereenigde Oostindis-
che Compagnie "vanwege de
specerijen en met name de
kruidnagelen", werd de bi
bliotheek van het Koninklijk
Instituut voor de Tropen in
Amsterdam annex Tropenmu
seum geconsulteerd. Aan het
licht kwam, dat de Engelsen
het eiland van 1810 tot 1817
bezet hielden. De Britten had
den „mildere regelingen" dan
de Hollanders, die de bewo
ners van het eiland strenger
aanpakten.
Zou de directeur van het
Rijksmuseum voor Volken
kunde in Leiden, dr P.H. Pott,
meer weten? Hij moest beken
nen nog nooit van Pattimoera
te hebben gehoord en als er een
miraculeus zwaard in ons land
zou zijn van de held, zou hij het
waarschijnlijk wel weten. De
brief uit Indonesië had hij on
der ogen gehad maar had hem
ook niet veel wijzer gemaakt.
„Het stond er allemaal wat
verward", wist hij zich te her
inneren. Dr. Pott veronder
stelde, dat het zwaard nimmer
in ons land was en als het er is,
mogelijk in Bronbeek of op de
KMA.
De beheerder van het Mu
seum Bronbeek, het museum
van het koninklijk tehuis voor
oud-militairen in Arnhem, de
W.R. van der Weide, was nog
niet gevraagd of hij wellicht de
vindplaats van het zwaard
wist. De naam Pattimoera zei
hem, evenals dr. Pott, niets. De
bibliothecaris van de Konin
klijke Militaire Academie in
Breda, de heer H. Wolf, wist er
ook niets van. Hij dacht dat het
best verder gezocht kon wor
den bij musea en verzamelin
gen, waarmee tradities, van
het Nederlandse leger in ere
worden gehouden. Pattimoera
was ook voor hem een onbe
kende.
Toch eens nagaan of Zuid-
molukkers de held kennen.
Van ir. J.A. Manusama in Rot
terdam werd vernomen, dat
Pattimoera een vrijheidsstrij
der en held is, zowel voor de
Indonesiërs als voor de Zuid-
molukkers. Voor het hele ver
haal had hij geen tijd, maar gaf
het telefoonnummer van de
heer Poetiray. Deze onthulde,
dat op het eiland Saparoea in
het dorpje Itawaka een jonge
man Matoelessy zich in het
prille begin van de negen
tiende eeuw bewust werd van
een bedreiging door blanken.
Hij werkte zich op tot kapitan
wat zoveel betekende als aan
voerder. Toen de Engelsen on
der generaal Raffles in 1810 de
baas op het eiland werden, or
ganiseerde Matoelessy enig
verzet.
De Engelsen wachten even
wel tot de Hollanders „de zaak
zouden overnemen". Ze deden
niet veel meer dan het eiland
bezetten. Intussen was kapi
tan Matoelessy naar de hoofd
plaats Saparoea gekomen om
de Hollanders met een legertje
te verwelkomen. De bewoners
van het eiland begrepen wat er
stond te gebeuren en noemden
hun leider Pattimoera, wat
dapperheid betekent, aldus de
heer Poetiray.
Dc Hollanders kwamen in
1817 en kapitan Pattimoera
werd Panglima Perang, aan
voerder in oorlogstijd. Het fort
op het eiland werd bij een op
stand van de bevolking over
vallen. Alle Europeanen verlo
ren het leven op één na. Het
was het jongste zoontje van de
Hollandse resident Van den
Berg. Het jongetje had zich in
een slaapzaal van het fort on
der een soldatenkrib verstopt.
Toen hij werd gevonden mocht
hij blijven leven.
Uit dankbaarheid, aldus de
heer Poetiray, voegde de zoon
van de resident later "van Sa
paroea" achter zijn naam. Het
kind werd door landgenoten
bevrijd en keerde terug naar
Nederland. Nu wonen in Den
Haag en omgeving waar veel
Indische Nederlanders zijn
gevestigd, nog mensen die Van
den Berg van Saparoea heten,
afstammelingen van de enige
overlevende uit 1817, aldus de
heer Poetiray.
Keren we terug tot Panglinta
Perang Pattimoera. De strijd
kostte voor zover heer Poeti
ray van zijn grootvader weet
ongeveer honderd Hollanders
de kop. Daarom werd het fort
later door de vers aangevoerde
Hollanders ook Duurstede ge
noemd. Maar zonder slag of
stoot kon het gezag van buiten
er niet worden gevestigd. Dat
vergde nog eerst meer dan
twee honderd levens van
Zuidmolukkers.
De strijd ging niet zozeer
tegen de overheersing als wel
tegen de uitbuiting en de sla
vernij, die de Hollanders toe
pasten. De Engelsen hadden
niets anders gedaan dan het ei
land bezet houden, herhaalde
de heer Poetiray. In 1818 was
de strijd beslist. Pattimoera
werd gevangen genomen en op
15 mei in het openbaar opge
hangen. Of de Hollanders het
zwaard van de Panglima Pe-
rang hebben buit gemaakt
Daarover heeft de heer Poeti
ray nooit iets genomen. Maar
de Zuidmolukkers herdenken
elk jaar op 15 mei hun vrij
heidsstrijder, aldus de Zuia-
molukker uit Rotterdam.