Als ik echt kijken wat ik doeraak ik helemaal van slag André de Block zet punt achter voetballoopbaan Uitzonderlijke resultaten duiven van J. v. Spaandonck Zestien jaar in VV Koewacht DON QUICHOTTE WAS TE KLEIN IN GESPREK de stem donderdag 21 augustus 1975 Tilly Dierick -Verstraeten Axelse cassiere Pierre Fillet terwijl ik de prijzen aansla. Dan hoor je ze benauwd vragen: sla je niet verkeerd aan? Dan denk ik in mezelf weieens: waar zit ik hier nou eigenlijk voor?" Er wordt netjes op de deur ge- illep "g i geel jasschort, komt met koffie klopt en een collega-cassière van Tilly, keurig gekleed in een binnen. Ginnegappend schenkt ze in en Tilly steekt nog es op. „Ik ken alle mensen hier zo aan de kassa met de prijsveran- deringen van die week, die je ook zo snel mogelijk uit je hoofd moet leren. Het is echt afwisse lend werk, hoor, want uitpak ken doe ik b.v. ook. Maar het kassawerk doe ik toch het liefst", zegt ze vergenoegd, „vooral als het flink druk is en er een lange rij voor de kassa staat". Ze kijkt een beetje on deugend. „Dan kun je tenminste lekker doordraaien", legt ze uit, „vooral op vrijdagavonden is het vaak heel druk. Ik heb wel eens iemand gehad met 3 karre tjes vol voor zo'n f 325,- aan boodschappen. Of ik vaak fou ten maak? Nee hoor", zegt ze hoofdschuddend, „dat gebeurt niet zo dikwijls. Ik voel het meestal meteen aan, als ik fout heb aangeslagen. En dat gebeurt dan alleen maar, als ik echt ga kijken wat_ik doe. Dan raak ik helemaal van slag af. Veel men sen vinden het wel een beetje griezelig, hoor, dat ik niet kijk, AXEL - „Cassiere, dat ben ik zo gère", zingt Ria Valk in één van haar nieuwste liederen, 't Is dat ze een zangcarrière met ambieert, anders was het beslist Tilly Dierick- Verstraeten uit Axel geweest, die dit fraaie lied had moeten zingen, want Tilly is sinds haar 15e jaar al verslingerd aan het welluidende gerinkel van de kassabel. Vers van de schoolbanken van de Huishoudschool liet ze zich inwijden in de geheimen van de kassa, dat ding dat zo meedogenloos onze uitgaven registreert en definitef en onontkoombaar op papier vastlegt. En wie Tilly, een tenger dingske (maatje 36!), lang sluik middelblond haar, fijn gezicht, 20 lentes jong, zo razendsnel bij het filiaal van Jac. Hermans Prijsslag in Axel bezig ziet, één hand aan de knoppen, de andere boodschap pen snel overpakkend van de ene in de andere mand en de ogen steevast gericht op de artikelen, komt vanzelf wel tot de conclusie, dat het vak van cassiere wel degelijk vakgeheimen kent. Op haar vrije dag is Tilly best bereid een uurtje naar de zaak te komen. „Geeft niks, hoor", zegt ze, ,,'t gebeurt wel vaker, dat ik hier op m'n vrije dag gewoon even aanwip om koffie te drin ken". Kijk, zo is Tilly ook wel weer. Het is op dit uur van de ochtend nog niet zo druk in de zaak. Hier en daar een slente rende huisvrouw die op haar gemakje boodschappen doet. Toch een vreemde gedachte, dat dit complex ooit eens een schouwburg is geweest en dat op het podium, waar nu de rollen toiletpapier, de hoeslakens en de lucifers staan, meisjes en dansje hebben gepleegd en foneelspc- Iers bun rollen tot leven hebben gebracht. Op het podium rechts, is een kamertje, waar Tilly en ik ongestoord kunnen praten. Tilly is een Axelse in hard en nieren en ze wil dat weten ook. Toen ze nog naar de Huishoud school ging, was ze al bijzonder gecharmeerd van het werk aan een kassa. „Ik vond het zo'n leuk gezicht, als ik hier kwam en die meisjes zaten te draaien", ver telt ze, „de snelheid en zo, dat vond ik schoon. M'n vader hac toen liever gezien dat ik een ver zorgend beroep had gekozen, be jaardenverzorgster of zo, maar dat leek me niks. Ik had schoon genoeg van het leren en wilde nu eenmaal graag cassière worden. M'n buurmeisje werkte hier al en via haar ben ik hier min of meer binnengerold. Van een hoofdcassière heb ik toen de kneepjes van het vak geleerd. Hoe?" Ze grinnikt. „Er stond een kassa boven en een grote ta fel met allerlei artikelen. Dan noemde zij de prijzen en dan moest je blind leren aanslaan. Ik had er blijkbaar aanleg voor, want binnen een paar weken kon ik dat al. Van alle artikelen, dat zijn er zo'n 8 a 900, moesten ■we bovendien de prijzen uit het hoofd leren. Alleen de non-food artikelen en de wijnen zijn n.l. geprijsd. Verder komt er 's middags een getypt velletje goed", zegt Tilly tevreden, „ik. zou het echt jammer vinden om weg te gaan". Eén van de perso neelsleden, Ernest Dierick uit Koewacht, heeft Tilly zelfs zo goed leren kennen dat ze vorig jaar augustus met hem is ge trouwd. Een heuse romance tus sen de pakken waspoeder, de rookworst en de kratten pils. „Er waren niet veel mensen, die het wisten", zegt ze, „want ei genlijk hebben ze dat niet zo graag in een bedrijf. Maar er is hier niemand geweest, die zich eraan heeft gestoord. M'n man is nu in opleiding voor chef en is op het ogenblik plaatsvervangend chef bij de Prijsslag in Vlissin- gen. Als het daar druk is, ga ik weieens met hem mee en draai ik daar ook wel eens kassa. Maar", vertelt ze met een nauwelijks verholen binnenpretje' „dan zeg ik gewoon „meneer Dierick" tegen hem net als de andere per soneelsleden. In Vlissingen zou ik trouwens niet willen wonen. Ik blijf het liefst aan deze kant. Dicht bij m'n moeder, hè", lacht ze. „Toen ik pas getrouwd was, zag ik er wel eens tegen op om naar m'n werk te gaan, maar nu weet ik het goed te combineren met m'n huishouden", zegt Tilly, „maar ja, ik werk dan ook niet de hele week. De maandag ben ik vrij plus nog een andere dag in de week. Dat probeer ik dan te combineren me\ de vrije dagen van m'n man. Vporlopig blijf ik echt nog wel doorwerken. Als er tenminste niks tussen komt", besluit ze met een glimlach. KOEWACHT - „Ik heb mijn tijd gehad. Persoonlijk vind ik dat het gewoon jammer is om jonge spelers aan de kant te la ten staan. Bij de voetbalvereni ging Koewacht ontbreekt het daar zeker niet aan en vooral wat mijn plaats aangaat, ben ik ervan overtuigd dat Ivo Buys zeker die plaats waard is. Hij is zonder meer een begaafde spe ler, het is alleen jammer dat hij door een ernstige blessure en kele jaren aan de kant heeft moeten staan. Ik mag zelfs wel stellen dat hij beter is dan ik. Daarom acht ik nu mijn tijd ge komen om afscheid te nemen als actief speler van het eerste elf tal. Een afscheid dat voor mij zonder meer prettig genoemd mag worden, het eerste team heeft in Ivo Buys een waardige opvolger gevonden. Met die ge dachte in je hoofd is het ook leuk om afscheid te nemen". Deze woorden komen uit de mond van de ruim 33- jarige André de Block uit Koewacht, die enkele weken geleden in de eerste van de zes wedstrijden van een ne- derlaagtoernooi thuis tegen Schoondijke afscheid nam als actief speler voor het eer ste team. „Dat hij er defini tief een punt achter zet is ge lukkig niet waar", zegt een duidelijk tevreden voorzitter van W Koewacht, Geerards. Geerards: „Hij heeft ons de belofte gedaan dat, als we eens in moeilijkheden zou den komen door blessures enz., je weet nooit, nog altijd bij hem kunnen aankloppen. Daar zijn we als bestuur zeer blij mee. Daar tegenover staat ook dat we zijn reden om te stoppen, om hierdoor de jeugd een kans te geven, bijzonder respecteren". Ook hij is van mening dat er een tijd van komen is, maar ook een tijd van gaan. Zestien jaar lang heeft André de Block deel uitgemaakt van het eerste elftal. Een elftal dat kampioen werd zonder trainer, want sinds een tweetal jaren heeft men in de naam van Levien Dieleman uit Axel een echte trainer gevon den. Daarvóór ging ieder zijn gang zo'n beetje, maar dat alles is nu voorbij. André de Block heeft het allemaal meegemaakt, want hij is een geboren en geto gen echte „Koewachter". Zelf zegt hij daarover: „Ik heb er nooit aan gedacht om Bij een an dere vereniging te gaan voetbal len. Ik had het bij Koewacht best naar mijn zin en er heerste onder de spelers altijd een leuke sfeer". Hij begon op negenjarige leef tijd bij de junioren en zo'n zes jaar later - op zijn 15e jaar - maakte hij al deel uit van het eerste elftal. Over het voetbal van toen zegt hij: „Geloof me Slechts met moeite had ie dereen een plaatsje in bar- bistroDon Quichotte kunnen bemachtigen, want het Zeeuws-Vlaamse publiek was er duidelijk op gebrand cm optreden van de Gente naar Walter de Buck bij te wonen. Om acht uur was de bar al afgeladen en toen de artiest rond de klok van ne gen binnen stapte heerste er al een gezellige sfeer. Het optreden werd ge opend door de Brabander hertje, die met enkele vro lijke drankliederen de harten oan, vooral het vrouwelijke publiek stal. Toen de maestro !elf ten tonele verscheen, kwam de stemming er hele maal in. Men zong en dronk dat het een lieve lust was, al uadden sommigen toch wel moeite met het verstaan van et Gentse dialect. Hoogte- Pvaten zoals „De Veugel- 'uan en „Het Nieuwe Para- 'Is zongen velen echter spontaan mee. Metalleen wat het publiek e reH, maar ook voor Wal- et de Buck was Don Qui- °tte te klein. Daar hij ge- °°n k in grote zalen op te e en. heeft hij zijn orkest aaraan aangepast, met als ei 9 dat er zo'n beetje een jnpletefanfare is.ontstaan. e u>as duidelijk dat de bla- >11, Publiek uit het zouden toeteren, ml Uar at de bezoekers het een gedeelte van de band moe»en stellen. Na enkele weken wegens ziekte op non-actief te heb ben gestaan, heeft de 26- jarige Pierre Fillet de draad van zijn carrière weer opge pakt. De muziek van Pierre valt hoofdzakelijk in de folk en bluegrass-hoek. Hoofdza kelijk speelt hij eigen werk. Deze musicus, momenteel student aan de sociale aca demie te Breda, verwierf ja ren geleden bekendheid bij de Love-Laces en ook was hij het die de eerste grondslagen legde voor de band die later bekendheid zou verwerven als de Porgy-band. Samen met meestergitarist Gert de Meijer heeft Pierre nogal eens een optreden verzorgd en sinds zijn periode als vaste musicus in een band heeft hij ook vrij veel als straatmuzi kant opgetreden. Toch is hem nooit de roem toegekomen die hij eigenlijk verdient, vandaar dat we hem ook van deze plaats veel succes toe wensen met zijn optreden op zaterdag 23 augustus in café-chantant „Don- Qui chotte" te Hoek. maar, vroeger was het voetbal net zo stevig als nu. Als verdedi ger - hij speelde vele jaren en vooral de laatste seizoenen ook als voorstopper - moest je ook toen goed op je benen staan. Maar een groot verschil met vroeger was wel, dat als je als voorhoedespeler door de verde diging heen was, dit meestal een doelpunt betekende. Kijk dat is er tegenwoordig niet meer bij. Als je nu als verdediger een voorhoedespeler moet laten gaan is het gewoon zaak om die speler op een zo fatsoenlijk mo- gelijke manier neer te leggen, lat is het voetbal van vandaag, „pakken" zoals ze dat noemen. Doe je dat niet, dan krijg je het echt wel te horen. Is het niet van je trainer dan is het wel van je medespelers. Verder is het voet bal tegenwoordig ook wel wat harder dan vroeger, met daarbij natuurlijk de taktiek die toege past wordt. Maar ik dacht wel dat het in het huidige voetbal voor een voorhoedespeler wel moeilijker spelen is. Kijk alleen maar eens naar de t.v., die jon gens worden keer op keer de grond „ingeboord". Met die 16 jaar als eerste elf talspeler kan André de Block te rugblikken op een mooie voet balloopbaan. Geen voetbal in grote clubs, maar wel in een club waar hij het helemaal naar zijn zin had. De Block: „Het voetbal len is voor mij steeds een hobby geweest. Gaan lopen, dus bij een andere vereniging spelen, brengt altijd meer moeilijkhe den met zich mee dan resultaten. Ik dacht dat er toch wel genoeg voorbeelden te noemen zijn. Vooral door de komst van trainer Levien Dieleman is er bij Koewacht wel het een en ander veranderd. Er kwamen regels, en laten we eerlijk zijn, dat was gewoon ook nodig. Vooral om Attent gemaakt door verschil lende duivenliefhebbers brach ten wij een bezoek aan duiven- liefhebber J. van Spaandonck in de Roskamstraat te Sint Jan steen. Wat was namelijk het ge val? De duiven van Van Spaan donck presteerden het om van een wedvlucht uit Quievrain ge organiseerd door de duivenso- ciêteit De Postduif uit Heikant in totaal 24 prijzen te winnen binnen de 35 geklasseerde dui ven. Op deze wedvlucht voor jonge duiven werden behaald, resp. de le, 2e, 3e, 4e, 7e, 8e, 9e, 10e, 11e, 12e, 13e, 15e, 17e, 18e, 19e, 21e, 23e, 24e, 28e, 30e, 31e, 33e, 34e en 35e prijs. De jonge duif die de eerste prijs behaalde bereikte een snelheid van 1160,80 meter per minuut en vloog 10 minuten vooruit op de 2e prijswinnende duif. Voor deze wedvlucht wer den 33 duiven door hem inge- korfd. Op dezelfde dag behaalde hij nog 15 prijzen op een wed vlucht uit Dourdan. Van Spaandonck die kapitale duivenhokken heeft en zich vooral toelegt op het kweken van duiven, heeft in totaal 200 duiven waaronder 50 kweek- koppels. Het ras dat hij als oor sprong voor de kweek had was van de Gebrs. Janssens uit Arendonk en van J. Tournier uit Lommei en van J. Arents en J. Schelfhout. „Het gezond zijn en gezond houden" van zijn dui ven, is de oorzaak van zijn vele successen. Hij heeft successen behaald op alle vluchten, zoals uit Dourdan, Dax, Chateau- roux, Noyon en Orleans. Zijn duiven zijn uitstekende vliegers zowel op korte als langere vluchten. De verzorging van een paar honderd duiven, vergt van de heer van Spaandonck vele uren per dag. Hij wordt hierbij echter volledig bijgestaan door zijn echtgenote. Deze presteerde het om op de genoemde succe- scolle vlucht uit Quiévrain, alle duiven te „pakken" en ze van de ringen te ontdoen en ze vervol gens in de tijdsklok te draaien. Van Spaandonck bemoeide zich toen met de duiven uit Dourdan die op ongeveer de zelfde tijd thuis arriveerden. Hij heeft met zijn duiven al veel geld gewonnen, doch ook al veel geld uitgegeven. Zijn opvallende prestaties zijn ook in geheel Ne derland bekend en hij heeft reeds veel jonge duiven verkocht aan liefhebbers uit Noord- en Zuid-Holland, Limburg, Fries land, Groningen, Drente en Utrecht. Er resten nu nog 6 grote dui venvluchten, n.l. 1 x Parkeston, 2 x Orleans, 1 x Chateauroux, 1 x Bours en 1 x MUnchen. Van Spaardonck verzorgt zijn dui ven extra voor deze vluchten en is er van overtuigd ook hier weer de nodige prijzen te winnen. Hij heeft het gepresteerd ora op 1 zondag vijf eerste prijzen te winnen, op 5 verschillende vluchten. De cliënten die van hem dui ven kochten hebben ook reeds op vele wijzen hun dankbaar heid getoond en kloppen niet zelden aan om terug vanhet zelfde ras een koppel duiven te kopen. Een vriend van Van Spaandonck is Willy Timmer mans uit St. Jansteen die zich hier nog onlangs vestigde. Ook hij bekwam jonge duiven van Van Spaandonck en de resulta ten zijn niet uitgebleven, want hij behaalde reeds verschillende malen een eerste prijs. dat we kampioen werden aan het einde van de competitie '73- '74. De competitie daarop moes ten we gaan spelen in de vierde klasse van de KNVB en een trainer is dan gewoon een on misbare zaak. Ja, het is mis schien gek, maar we werden uit tegen Aardenburg kampioen (1-1 gelijk, maar dat was voor Koewacht voldoende, red.) en dat zonder trainer. Een gewel dig feest was het, dat echter een domper kreeg toen we te horen kregen dat onze aanvoerder Be- rty Suy een beenbreuk had opge lopen". Lachend zegt hij: „Het lied: „Hij sjouwde van kroegie naar kroegieis iedereen nog bijgebleven. Het klinkt nog vaak". Een vierde klasse waarin Koewacht momenteel nog speelt en het doet het daarin zeker niet onaardig. Het was vele jaren ge leden dat Koewacht KNVB- voetbalin competitieverband had mogen spelen. De Block: „Mijn mooiste herinnering is ongetwijfeld het kampioen schap in ROBUR (Goes) ge weest. Na eerst gedegradeerd te zijn werden we de competitie daaropvolgend ('67-'68) uit tegen ROBUR kampioen. Een wedstrijd om nooit te vergeten. We hadden nog geen minuut ge speeld of we stonden al met 1-0 achter, maar uiteindelijk won nen we met 1-7. Toen we thuis kwamen was het nog Koewacht-kermis ook", zegt een lachende en vooral sympa thieke André de Block. „Het kon deze keer gewoon niet beter pas sen". In die huidige vierde klasse mag Koewacht zeker tot de betere ploegen gerekend worden, aan begaafde spelers ontbreekt het de ploeg uit het vlassersdorp zeker niet. „De komst van Levien Diele man is duidelijk merkbaar. De jongens weten wat hij van hun verlangt en de inzet is er dan ook. Ja, er heerst momenteel een geweldige sfeer. De jongens vormen een echte eenheid. Le vien Dieleman heeft daar een groot gedeelte toe bijgedragen". Dat moet wel als men bedenkt dat Gonny de Gronkel, wonende in Bergen op Zoom, elke week drie keer naar Koewacht komt om te trainen en twee keer om te spelen. De Block: „Vooral met de competitie in het vooruitzicht is er voor de jeugd de mogelijk heid om zich helemaal daarop voor te bereiden. We hebben voldoende jeugd en die jongens moeten gewoon de kans krijgen om zich waar te maken. Als de eerste competitiewedstrijden gespeeld worden zal het bij mij nog wel eens „vreten" als ik nu als toeschouwer moet fungeren. Maar het is een besluit dat ik fenomen heb om de jeugd een ans te geven. Zelf blijf ik voor lopig nog trainen en daarDlj na tuurlijk wel spelen in het vete- ranenteam". Voor die ruim zestien jaren voetbal in het eerste elftal, tegen Schoondijke was dat zijn 400e wedstrijd, mocht hij uit handen van voorzitter Geerards een echte zilveren beker in ont vangst nemen. Daarin stond ge graveerd: „400 wedstrijden W Koewacht". Van de spelers was er een enveloppe met inhoud. Ook buiten het veld kon men al tijd op André de Block rekenen. Bij de bouw van de onlangs ge opende kantine was hij daar steeds te vinden. Ook straks nog, als de centrale verwarming moet worden aangelegd. PIET DE MAAT

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 9