Philip Nieuborg, gehandicapt auteur Ernstige ziekte „Spiegel van Diana" giftig groen geworden vrn. ,ACH, ALLES HEEFT ZO ZIJN BELOOP IN HET LEVEN' Philip Nieuborg ZEVENBERGEN - „Vroeger zei mijn vrouw tegen me, toen ik zo hard bij de krant werkte: „Je bent hartstikke gek". „Ik ben blij dat ik het toen heb gedaan, elke minuut ben ik beziggeweest. Ik heb de tijd goed besteed. Nu voel ik me opgesloten. Het is net een gevangenis. Ik heb weinig contact met de bewoners van dit huis". Aan het woord it Philip Nieuborg, oud-journalist van de Friese Koerier en het Rotterdams Nieuwsblad. Al drie jaar lang verblijft hij in het verpleegtehuis Sancta Maria in Ze venbergen, te midden van voor het overige oudere en be jaarde mensen. Hij zelf lijdt al twaalf jaar aan multiple sclerose. Een ziekte die langzaamaan het centrale zenuw stelsel aantast. Ik bracht hem eigenlijk een bezoek vanwege de publikatie van een boekje van zijn hand, „Moord in Nederland". Hierin worden een aantal moorden, in Nederland gepleegd, behan deld. We spraken echter meer over hemzelf. Aan de muur van t'n qua om vang bescheiden kamer, hangen levensgrote portretten van zijn beide dochters. In de boeken kast staan wat literatuur en plakboeken. In de laatate vind ik '>P aanwijzing van hem, wat kranteknipseis van de zaken die «1» rechtbankverslaggever neeft verslagen. Hem rest alleen nog zijn ge heugen Zijn gezichtsvermogen is de laatste tijd arg achteruitge gaan. Philip vertelt desgevraagd, dat hij een manuscript heeft lig gen „Dat is een autobiografisch Ik heb verhaal over mezelf. het opgestuurd naar een uitgeverij, maar die heeft het geweigerd. Als een uitgave niet lukt, dan probeer ik het in een dames weekblad gepubliceerd te krij gen". Het manuscript vis ik op zijn aanwijzingen op uit de on derste la van zijn bureau. „Wil je het voorlezen". Ik lees het eerste hoofdstuk voor. Het gaat over de journa list, Gert van Zuylen, werkzaam bij de Ulbode, die net terugge komen van een rechtbankzit ting, lusteloos in wat tijdschrif ten bladert. Totdat ie een foto ziet van een vloedende zee die een, met stok of vinger, in het zand gekerfde wereldbol, tot halverwege overstroomt. Daar onder een tekst die hem, in sa menhang met de afbeelding van de foto, om de een of andere re den aanspreekt. Het hoofdstuk gaat verder met de mededeling dat Gert van Zuylen de betreffende pagina uitscheurt en het in zijn akten- tas stopt. Als lk de volgende zin voorlees: „Als hij naar huis rijdt en uit zijn wagen stapt, struikelt hij", zegt Philip: „Stop". Ik vraag wat er is. „Toen is het begonnen". Hij duidt op de eerste verschijnselen van zijn ziekte. Ik lees verder: „Aanvankelijk dacht Gert van Zuylen dat ie wat overwerkt was. Hij stond ook vaak te hij gen als hij een trap was opgelo pen. Hij nam daarom een paar weken vakantie en deed het wat rustiger aan". Terwijl ik het manuscript verder doorlees - ik vergeet m'n voorleesbelofte - zegt ie niets. Hij beschrijft in z'n autobiogra fie het geloop van de ene dokter naar de andere. Als zijn moeheid en lusteloosheid niet ophouden stapt hij naar een magnetiseur. Ook dat helpt niet. Aan een spe cialist in het ziekenhuis vraagt hij op de man af, wat hem nou eigenlijk mankeert. Het hoge woord komt eruit: multiple scle rose. Hij durft het niet te zeggen tegen zijn vrouw, die inmiddels in verwachting is van het tweede kindje. Hij probeert zijn geluk bij een Duitse specialist, die tegen hem zegt dat als hij eerder zou zijn gekomen, het nog wel te verhelpen zou zijn geweest. „Die harde woorden zou die man nooit hebben kunnen waar ma ken", zegt Philip. In het laatste hoofdstuk zie ik dat Gert van Zuylen sterft aan zijn ziekte. Het eindigt met de zinnen: „Er gaat voor hen (zijn vrouw en twee dochters) een nieuwe, an dere strijd beginnen". Ik schrik, hij heeft me daar voor verteld'over de twee sou venirs die hij uit Friesland hier mee naar toe genomen heeft. „Het ene, mijn dochters, heb ik nog. Het andere, mijn vrouw, ben ik kwijt. Die kon de strijd niet meer aan. De echtschei dingsprocedure duurt ontzet tend lang. Loopt nu ai negen maanden. Al die tijd niets meer van haar gehoord". Een verzorgster komt binnen met een beker thee en een rietje, en helpt hem met drinken. Dan weer komt een andere verzorg ster, die hem op zijn verzoek, (dat gaat via een druk op de knop van een apparaatje) helpt met het aansteken van zijn siga ret. Hij is na verloop van tijd de controle over zijn spieren kwijt geraakt. De sigaret moet iemand tussen zijn lippen stoppen. „Is het zo goed mijnheer Nieu borg?" „Ja, dank je". Hierop vertrekt ze weer net zo vlug als ze is gekomen. „Ik hou helemaal niet zo van sigaretten. Dat doe ik pas sinds ik hier zit. Vroeger rookte ik altijd pijp. Dat kan ik nu niet meer". Er is toch wel iemand die je helpt om een pijp te roken, opper ik. „Ja, een kennis komt wel eens. Die neemt dan een goede pijp voor me mee. Eentje van vijfentwin tig dollar. Kreeg ie ooit eens als relatiegeschenk". Terwijl hij op z'n stoel wijst: „Ik ben zelf op het idee gekomen om een plank op de leuning van mijn rolstoel te laten maken. nders viel ik er uit. Ik ben mijn gevoel voor evenwicht al helemaal kwijt. Ik wil trouwens een heleboel niet meer weten". Hij spreekt over maatschappelijk blind willen zijn. „Anders word ik gek. Er waren nachten dat ik een fles whisky dronk. Het is moeilijk om daar weer van af te komen. Ik heb hier weinig contact, ze zijn allemaal zo veel ouder dan ik". Waarom lig je dan ook tussen bejaarden, vraag ik. Er zijn toch wel centra voor mensen van jouw leeftijd? „Die liggen helemaal afgeslo ten van de bewoonde wereld. Sancta Maria ligt tenminste nog vlakbij het station. Kunnen ze (zijn dochters) me tenminste gemakkelijk bezoeken". Depor tatie naar bosrijke gebieden wijst hij af. Moeizaam pratend vanuit zijn rolstoel blijkt ie - het journalis tieke bloed kruipt toch waar het niet gaan kan - eindredacteur te "zijn van de maandelijkse uit gave van „De Stem", huisblad van Sancta Maria en Huize Ze- NEMI - De „spiegel ven Die- na weerspiegelt niet meer. De „?r.0*n"'uur*n waterspiegel na«,ï? T* VIU1 Nwn' - oil«e- naamd Duuia's spiegel - ie mm-paers ven kleur gewor- ven Nemiis viee, tenl^£ t,"n vanbac- erien £r gast zoveel mis in de natuur - ook m lui* d*t er stun .r?1?'8 bij «til kleine meer ven i stervenedood ia De toeru- kijken vanaf rU knnn^.1^ biets"8!*'1"*' waterspiegel, om over neer huis te echnjven. Niet meer althans Het meer van Nemi en het bij behorende, gelijknamige dorp - in heel Italië beroemd om zijn smakelijke aardbeien ligt in de zogenaamde „Castelli Homani". Dat ia het heuvelachtige gebied ten zuiden van Rome, weer be roemde wijndorpen als Fraacati liggen en waar de pausen - in Castel Gandolfo - hun buiten verblijf hebben. Indertijd met opzet gekozen, omdat dit gebied in de zomer heerlijk koel blijft, mede dankzij de ruim 300 meter bovan de leespiagel gelegen me ren van Nemi en Albe no. in de Michalin-gidaMi staat nog altijd dat het water van het Nemi- meer „van een intens groene kleur is", maar dat moet zijn wés. Een Italiaanse natuurbe schermingsvereniging heeft alarm geslagen en beschuldigt een grote privé-kliniek in de omgeving van Nemi van de „moord" op het meer. Die kli niek zou volgens de vereniging, zonder enige voorzorgsmaatre gelen alle afval - de riolering in cluis - op het meer lozen. Het gevolg is dat de kwaliteit van het water ernatig is teruggelopen, dat da kleur veranderaie en dat alle laven in het meer is of zal worden aangetast en vernietigd. Voor de inwoners van Nemi is het meer altijd een drinkwater- reservoir geweest. Nu is het een epidemie-infectiehaard gewor den. Het meer wordt nog altijd de „spiegel van Diana" genoemd, omdat vlakbij in een uiteraard heilig bos indertijd een tempel die aan deze godin was gewijd, heeft gestaan. De Romeinse kei zer Caligula, levend en regerend vlak na de dood van Christus, liet eens twee grote schepen bouwen van bijna 80 meter lang en ruim 20 meter breed, die hij gebruikte voor feesten op het meer ter ere van Diana. Het meer, dat een omtrek van 4,5 kilometer heeft, is op het diepste punt ruim 30 meter diep. In 1929 en de daaropvolgende jaren werd het geleidelijk leeg gepompt en bedroeg de water stand op een gegeven moment niet meer dan 9 meter. Zodoende kon men eerder genoemde hou ten Romeinse schepen bergen. Ze werden met bronzen stukken en al in gave staat aangetroffen. In de oorlog gingen de schepen door grof Duits geweld verloren, alleen de sierstukken zijn nog in 'een Romeins museum te zien. venbergen. „We zitten nu in de derde jaargang. Ik heb nog wel eens een exemplaar naar jullie Stem laten sturen, vanwege de naamsovereenkomst". Terwijl ik „De Stemmen" van Huize Sancta Maria doorblader, op zoek naar stukjes, van hem afkomstig, valt mij de milde humor erin op. Zo staat er in een van de afleveringen een verhaal van een jongeman die bij de dok ter zit en vermanend het advies krijgt niet zoveel te roken en te drinken. Terwijl de dokter dat zegt overvalt hem een verstik kende hoestbui. „Dan krijg je hetzelfde als ikzegt de dokter tegen de patiënt. Ik vraag hoe hij dat verhaal tjes schrijven doet - hij is trou wens ook met eeh detective be zig - „Ik denk het, spreek de zinnen uit en een goede vriend (of vriendin, ik kan het niet goed verstaan) schrijft het op". Ypke Landstra, vriend en oud-collega van de Friese Koe rier, die het laatste hoofdstuk van het boekje Moord in Neder land vanaf de band heeft uitge typt vertelt dat Nieuborg inder tijd een veelbelovend journalist was. „Ik heb het idee dat hij on dertussen in zijn ziekte heeft be rust. Ik denk dat daar ook zijn overgang naar het gerefor meerde geloof toe heeft bijge dragen". „Zes a zeven jaar geleden kwamen de drukknoptelefoon toestellen van de PTT op de markt. Die toestellen kostten zo'n vijftienhonderd gulden. Ik begon een correspondentie met de PTT om het toestel goedkoper te krijgen. Toen belde een wild vreemd iemand van de centrale directie van de PTT op en stelde mij voor: „Kunnen we dat toe stel niet samen betalen". De man vertelde erg onder de in druk te Zijn gekomen van wat er met Philip gebeurd was. Uitein delijk heeft de PTT het toestel voor niets geplaatst. Philip ge bruikte het toestel voor het eerst voor een telefoontje naar mij Philip Nieuborg vertelt verder dat ie de volgende dag met va kantie gaat. „Als gereformeerde in een katholiek tehuis, alleen. Die vakantie kost veel geld. Vijfhonderd gulden. Ik ben blij dat ik het kan doen". Het waar van, legt hij uit door te vertellen dat hij in naam directeur is ge worden van een kunsthandel in Multiple sclerose (m.s.) is een aandoening van het centrale zenuwstelsel en komt meestal voor bij volwassenen tussen de twintig en veertig jaar. Deze ernstige ziekte, die gepaard gaat met functieverlies van het lichaam, komt vooral voor in landen met een gematigd kli maat (zoals in Nederland). In deze gebieden wordt het be schouwd als een van de meest voorkomende, chronische ze nuwziekten. De verschijnselen fijn verschillend. Vaak treden toenemende verlammingen van de ledematen op met spas tische bijverschijnselen. Gevoel- en evenwichtsstoor nissen, afwijkingen in het zien en soms psychische verander ingen zijn andere (mogelijke) bijverschijnselen. Snelle, ern stige achteruitgang wordt veelal gevolgd door een lang durige periode van herstel. Pijn treedt zelden op. De oor zaak van multiple sclerose is, ondanks intensief onderzoek, nog steeds onbekend. De be handeling van de ziekte kan zich daarom ook alleen maar richten op de gevolgen ervan. Een van de behandelingsme thoden is rust. Dit om de na tuurlijke neiging tot herstel zoveel mogelijk te stimuleren. De Nederlandse Multiple Sclerose stichting waarvan het secretariaat aan de Bezuiden- houtseweg 229 in Den Haag is gevestigd, geeft hulp en voor lichting aan m.s.-patiënten. Bovendien stimuleert de stich ting onderzoek in de oorzaak van m.s. Dordrecht. Gelijk daarop: „Die kunsthandel was van mijn vader hoor. Ach, alles heeft zo zijn be loop in het leven". Terwijl ik hem naar de recrea tiezaal rij - hij veronderstelt te recht, mijn stille trek in koffie - zegt hij: „Je bent trouwens iets vergeten te vragen toen je bin nen kwam" Ik zeg niet te weten wat. „Nou, hoe oud ik ben". „Ja joh, we blijven collega's". Ik realiseer me plots dat hij nog vrij jong moet zijn en geef hem veertig. „Jullie fotograaf schatte me, toen ie gisteren de foto kwam maken, helemaal te oud. Ik ben achtendertig". In de recreatiezaal krijg ik geld om koffie en sigaretten voor mezelf te kopen. Terwij] we over ditjes en da tjes keuvelen Er valt zo veel te zeggen en eigenlijk ook zo wein ig, komt er iemand op bezoek uit zijn geboorteplaats „Die heb ik leren kennen op een kerst-inn Is me nooit vergeten. Komt elke vrijdagmiddag". Ik zeg dat het me een lieve vrouw lijkt. „We hebben veel steun aan elkaar. Zij werd weduwe toen ze ach tentwintig was. Ze heeft ook een dochter Je hebt iets gemeen schappelijks hè. Dat is fijn". Tegen haar vertelt hij er tegenop te zien met vakantie te gaan. Ik ben wat verbaasd, om dat hij mij er vrij neutraal over verteld had. „Kop op, Philip. Wie weet wie je er ontmoet", zegt ze. Hij zegt zoiets als dat hij alleen de wangen van zijn doch ters nog wel eens voelt. „Philip, je weet nooit", zegt ze nogmaals Ais ik wil vertrekken vraagt hij nog hoe lang tk ben. Ik zeg één meter vijfenzestig. „Nou, mijn jongere dochters zijn wel een stuk langer zeg". Dit soort opmerkingen zijn tekenend voor Philip Nieuborg. Groot in zijn kleine dingen: Zijn menselijkheid heeft hij zich niet af laten nemen. Omdat hij merkt dat ik naar het krantescheursel van die zee. met tekst, nogal vrij lang heb staan knken - het hangt ingelijst #aan zijn kamermuur - geeft hij mij een fotokopie ervan mee. De tekst ervan is „Moeder hoe komt toch de zee op aarde? Hoe komt toch de zee zo groot? Jon gen, daar God alle "tranen be waarde. Want verdriet gaal nimmer dood Van de mensen die er kwamen Van de mensen die weei gaan Daarom is de zee op aarde Daarom is de zee zo groot". MIEKE N(JIJEN i

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 13