voor onbekende Russische dissidenten ECHT CHRISTENDOM EN ECHT MARXISME HEBBEN VEEL GEMEEN Druk uit Westen kaï kan grote invloed hebben Nijmeegse hoogleraar Hoefnagels: vnj uit „Mensen durven weer 't park in" Aandacht T verdochlébov Reactie Pljoetsj Actie Kinderboek DOOR CORN. J VERHOEVEN Ivoren toren Censuur Marxist Middel Kerk Minimumloon Impulsen LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PfLNGEN PEUNGEN PEUNGEN INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PALINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILING EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILiNGEh .1 A I Y... 4* li y - - II 1 M—MMBI Op 18 april is in Moskou de in het Westen vrijwel onbe kende natuurkundige Andrej Tverdochlébov (35) gearres teerd, wegens „het systema tisch verspreiden van opzet telijke onwaarheden ten na dele van het politieke en so ciale stelsel in de Sovjet- Unie". Sindsdien bevindt Tverdochlebov zich in de Moskouse Lefortovogevan- genis. Behoudens protesten van de zijde van enkele afde lingen van Amnesty Interna tional, is er in het Westen vrijwel niet gereageerd op zijn arrestatie. Een medewerker van de KGB (de Russische geheime dienst) lijkt dan toch gelijk te hebben met zijn uitspraak: „Tverdoch lebov kon worden opgepakt, omdat het Westen zijn belang stelling voor de dissidenten ver loren heeft". De dissidenten van nu (om er maar eens een paar te noemen: de bioloog Vladimir Boekovski, de psychiater Semjon Gloez- man, de wiskundige Leonid Pljoetsj) bevinden zich in een veel moeilijkere situatie dan b. v. Alexander Solzjenitsin enkele jaren terug. Solzjenitsin stond in een voortdurend contact met correspondenten van Ameri kaanse bladen (Newsweek, de New York Times) en van inter nationale persbureaus. De Rus sische autoriteiten schrokken er dan ook wel voor terug hem aan te pakken, omdat ze wisten dat zoiets onmiddellijk in geuren en kleuren in de Westerse pers be schreven zou worden. Toen Solzjenitsin vorig jaar februari werd opgepakt, heeft hij dan ook maar enige uren gevangen gezeten. Vrijwel direct na zijn arrestatie werd hij (overigens zeer tegen zijn zin) op een vlieg tuig naar de Bondsrepubliek ge zet. Hier blijkt al duidelijk het verschil met Andrej Amalrik, ook een schrijver, maar veel minder bekend dan Solzjenitsin. Amalrik, ook een schrijver, maar veel minder bekend dan Solzjenitsin. Amalrik had ook contacten met Westerse journa listen, maar hij werd niet het land uitgezonden, integendeel: hij maakte een gedwongen reis oostwaarts, naar een aantal werkkampen. Op de internationaal bekende kerngeleerde („vader van de wa terstofbom") Andrej Sacharov na, werken de dissidenten nu, vrijwel allemaal in de anonimi teit. Het valt dan ook te prijzen, dat Nederlandse opiniebladen onlangs documenten hebben gepubliceerd van Semjon Gloezman. De Nederlandse Sla vist Nico Scheepmaker zei on langs: „Het verschil tussen communisme en fascisme is, dat het fascisme gewetenloos is, het communisme daarentegen is een dictatuur met een slecht gewe ten. Druk, die vanuit het Westen wordt uitgeoefend heeft wel de gelijk invloed, er ontstaat dan een gevoel van irritatie, op de vingers gekeken worden en dat alles bij elkaar kan levens red den". Vergeleken met andere Wes terse landen is de Nederlandse aandacht voor de Sovjet dissidenten zeker niet gering. Zo is onlangs Andrej Amalrik (in mei keerde hij terug uit zijn bal lingsoord Magadan) uitgeno digd om in Utrecht zijn geschie denisstudie af te maken. Voor Boekovski geldt eenzelfde aan bod van de universiteit van Lei den. De vraag is alleen of de Russische autoriteiten een nog grotere uitvlucht van Sovjet intellectuelen zullen toestaan. Amalrik heeft overigens het aanbod geaccepteerd, zo ver telde hij telefonisch aan de Leidse Slavist, Alexander Mün- ninghof. Verder zei Amalrik (schrijver van het briljante essay „Haalt de Sovjet-Unie 1984"?) dat hij ons land, vanwege de mo rele en daadwerkelijke steun die hij tijdens zijn werkkamp pe riode ontvangen had, als zijn tweede vaderland beschouwd- de. Toch lijkt het goed wat meer informatie te verschaffen over een paar andere dissidenten, voor wie de Nederlandse aan dacht tot nu toe niet overmatig groot is geweest. Daar is alle reerst Andrej Tverdochlébov. Hij is in 1940 in Moskou geboren als zoon van Nikolaj Tverdoch lebov, die tijdens de vijftiger ja ren enige tijd plaatsvervangend minister van cultuur is geweest. Na de middelbare school volgde hij een opleiding aan de Mos kouse faculteit van Natuurwe tenschappen. In '72 werd hij ge dwongen te stoppen met zijn werkzaamheden aan een weten schappelijk instituut. Daarna werkte hij in een experimenteel laboratorium aan vraagstukken m.b.t. mechanische trillingen. In de herfst van '70 richtte hij met zijn collega's Sacharov en Tsja- lidze een „Comité voor de rech ten van de mens op". Zij hielden zich de eerste tijd vooral bezig met de omstreden plaatsingen van politieke dissidenten in psy chiatrische inrichtingen. Na langdurige verzoeken stonden de Russische autoriteiten toe, dat er ook in de S.U. een werk groep kwam van Amnesty In ternational. Tverdochlebov werd secretaris. De groep hield zich bezig met politieke gevan genen uit Sri Lanka (het vroe gere Ceylon), Spanje en Joegos lavië. Naast Tverdochlebov werden in april ook nog enkele andere Russische Amnestyleden gearresteerd: de schrijver Ru- denko (kort daarop weer vrijge laten) en de bioloog Kovaljof. Men blijft gissen naar de reden voor de plotselinge arrestatie, Solzjenitsin had goede contacten in het Westen. maar algemeen wordt aange nomen dat de Russische autori teiten zo proberen druk uit te oefenen op Amnesty Internatio nal. Deze organisatie is namelijk bezig met het samenstellen van een aantal rapporten over de toestand in de psychiatrische in richtingen in de S.U. Kort na de arrestatie werd door een zestigtal Russen een verklaring uitgegeven, waarin men vraagt om druk uit te oefe nen ter verdediging van Tver dochlebov. Tot de onderteke naars behoorden Sacharov en de schrijfster Lydia Tsjoekofskaja (een vriendin van de inmiddels overleden dichteres Anna Ach- matowa, die legendarisch is ge worden door haar Requiem cyclus). Wladimir Toertsjin, lei der van de sectie van A.I. in de S.U. zei dat de Westerse aan dacht voor de Sovjetdissidenten aan het luwen is en dat daardoor de regering aangemoedigd wordt hen harder aan te pakken. Over Tverdochlebovs toestand is tot nu niets bekend. Felle pro testen van A.I. hebben nog geen vrucht af kunnen werpen. Boekovski. Samen werkten zij aan een „Psychiatrisch Hand boek voor politieke dissidenten" dat inmiddels door de Londense afdeling van Amnesty Interna tional is vertaald en uitgegeven. In het Handboek geven Gloez man en Boekovski informatie hoe té handelen bij arrestatie. In het hoofdstuk „practische ad viezen t.a.v. de tevolgen tak- tiek" schrijven zij ondermeer: „Je moeders zwangerschap en je geboorte waren normaal. Je groeide op als een gezond kind, dat leerde zitten, lopen en pra ten op de daarvoor bestemde tij den. Je liet geen voorkeur blij ken voor het spelen van spelle tjes op je eentje, nog voor dagd romerij, luiheid of opstandig heid. Je gewoonten, gedragin gen en opinies waren normaal voor je leeftijd en sexe". Verder wordt de gearresteerde aange raden beslist ieder bezoek van familie of vrienden te weigeren, dit om de KGB vriendelijker te stemmen. Mocht iemand toch in een psychiatrische kliniek te recht komen: ook daaraan is een hoofdstuk besteed. Sacharov, de „vader van de waterstofbom". Op hem na werken vrijwel alle dissidenten nu in de anonimiteit. Een tweede in ons land vrijwel onbekende dissident is de cy- berneticus en wiskundige Leonid Pljoetsj uit Kiew. Hij wordt al geruime tijd „ver pleegd" in een psychiatrische kliniek van Dnjepropetrowsk. Lichamelijk en geestelijk is hij sterk achteruit gegaan na een behandeling met animaat- en sulfaatpreparaten. Pljoetsj is bevriend met Semjon Gloezman (28) een Kiewse psychiater, die na zijn studie in twee klinieken werkte, voor hij het aanbod kreeg te gaan werken in het psy chiatrische hospitaal van Dnje propetrowsk. Omdat Gloezman wist dat daar gezonde mensen behandeld werde vanwege hun afwijkende ideeën weigerde hij de baan. In '71 schreef Gloez man voor de Samisdat (letter- lijk:zelfuitgeverij, of tewel: de ondergrondse dissidentenuitge verij die oa. „De kroniek der lo pende gebeurtenissen" ver spreidt) een rapport waarin hij zijn opvatting verwerkte over generaal Pjort Grigorenko, die ontoerekeningsvatbaar was verklaard. Op 8 mei '72 werd Gloezman in Kiew gearresteerd, wegens „antiSovjet propagan- dae agitatie". In oktober van dat jaar veroordeelde men hem tot 10 jaar, waarvan 7 jaar werk kamp „streng regime". Sinds dien werkt Gloezman in het ver beteringswerkkamp Stantsia Vsesvjatskaja in de provincie Perm, in de midden-Oeral. In het strafkamp ontmoette Gloezman, de bioloog Vladimir Het is natuurlijk van groot be lang, dat wij, in het Westen nu beschikken over dit handboek. In dit licht bezien mag het dan ook zeer verwonderlijk heten dat iedere reactie van de Inter nationale vereniging van psy chiaters tot nu toe is uitgeble ven. N a een hongerstaking in het werkkamp van Gloezman en Boekovski, om o.a. de algemene toestand en de voedselvoorzie ning te verbeteren, is de laatste overgebracht naar de Vladimir- gevangenis, waar hij nu, on danks felle protesten van wes terse zijde, nog wordt vastge houden. Gloezman zit nog in het kamp, waar de situatie zeer slecht is, blijkens een open brief aan zijn ouders (onlangs gepu bliceerd in Vrij Nederland), die ook in het Westen terug is geko men. Over het voedsel schrijft Gloezman: „De hond, die tegen me gromt vanaf de andere kant van het prikkeldraad, krijgt voedzamer en beter voedsel dan ik. Hem geven ze geen verrotte kool of stinkende vis". In het najaar start Amnesty International met een interna tionale actie voor de politieke gevangen in de Sovjet Unie. Om de protesten kracht bij te zetten, zullen documenten gepubli ceerd worden, over en door reeds genoemde dissidenten, maar ook over andere, hier vols lagen onbekende oppositione- len, wier stem het Westen nog niet heeft weten te bereiken. Westerse druk zal levens kun nen redden van veelal onschul dige, intelligente en strijdvaar dige Russen, die opkomen voor .een „menselijker Rusland". DAAN CARTENS Omdat mijn dochter twee is en nog lang niet kan lezen, is zij voor haar geestelijk voedsel af hankelijk van haar ouders. En die op hun beurt zijn ook lang niet onafhankelijk in dit op zicht. Dus wordt de boekhandel bezocht en daar vinden wij een ruime sortering van plaat- en voorleesboekjes voor onze peu ters. Maar hiermee is het pro bleem nog niet opgelost, want je moet die boekjes ook nog voorle zen, liefst enigszins geloofwaar dig. Ik moet zeggen dat dit mij niet altijd lukt. Sommige teksten, door op onze peuters gespeciali seerde auteurs neergeschreven, krijg ik niet over de lippen, niet omdat ze te duidelijk afgestemd zijn op wat men „de wereld van het kind" noemt, maar eerder omdat ze aan die dubieuze fictie te gretig tegemoet komen. Zo komt in een van de boekjes van Dick Bruna, befaamd merk op dit gebied, een appeltje voor dat in het gras ligt te huilen omdat het maar een appel is en niets kan zien van de wereld. Nu zal het best zo zijn, dat kinderen overal een ziel in zien, maar de vraag is of we hen daarin tot in het absurde tegemoet moeten komen door alles wat los en vast is te laten denken en praten. Pratende beesten lijken mij on geveer wel de grens; en die ont breken dan ook nooit. Nog moeilijker heb ik het met „Nijntje", ook een produkt van Bruna. Daarin wordt verteld dat mijnheer en mevrouw Pluis, twee in mensenkleren gestoken konijnen, in een mooi huisje met een tuintje wonen en een kindje krijgen. Dat gaat er heel won derbaarlijk aan toe en toch zal menigeen elementen uit het ver-, haal herkennen. Er verschijnt namelijk een engel en „de engel zei: dag mevrouw Pluis, let op wat ik u zeg, u krijgt een lief klein dochtertje, toen vloog de engel weg." Ik kan dit nauwe lijks lezen zonder het wat vreemde gevoel dat hier een pa rodie gegeven wordt op het be gin van het Lukas-evangelie. Het vervolg maakt dit vermoe den nog onontkoombaarder. Want zie (dat heet hier: „en ja hoor") er werd een klein ko nijntje geboren en het were Nijntje genoemd. Maar in plaats van herders en van wijze, uit het Oosten kwamen alle die ren uit het land naar Nijntje toe, de haan, de kip, de kuikentjes a zelfs de dikke koe. Het lijkt mij vrijwel uitgeslo ten dat de treffende overeen komst met het bijbelverhaal o, louter toeval berust. Een regel rechte parodie daarop is te zee „bij de konijnen af' om ecj: aunnemelijk te zijn. Maar wanneer het verhaal - een derde mogelijkheid - be doeld zou zijn als een voorziet tige en heel verre voorbereiding op het kerstverhaal, dan word: het zo mogelijk nog dubieuze Ik zou wel eens willen weten, hoe in dit geval „de eigen werek van het kind" argumenten kar leveren voor een pedagogisch verantwoording van dit boekje Als mijn dochter verstand heef: iets wat niet uitgesloten is, zal tl straks, wanneer zij het echte bijbelse kerstverhaal hoort, iet gaan denken als „waar heb iè die truc met de engel toch meer gehoord?" Ik kan mij een beten voorbereiding denken dan eer, die dat wat voorbereid wordt tot iets kinderachtigs maakt en var alles wat kinderlijk is een aparte wereld waaraan wij snel ont groeien. CORN. VERHOEVEK NIJMEGEN - Hij ging in het luxe Amsterdamse Hil- tonhotel een openbaar de bat aan met de „schaamte loze" voorstander van eco nomische groei, prof. Par kinson. Hij schreef met een aantal vrienden de waar schuwende pocket „De toekomst staat op het spel" die lijnrecht ingaat tegen de materialistische luilekkerland-visie van prof. Parkinson, zoals die werd neergelegd in de be stseller „Big Business". Hij gaat zonder aarzelen ak koord met de betiteling neo-marxist en hij is daar bij ook nog eens een ouder wetse Jezuïet van 53 jaar celibatair levend op een traditioneel kale slechts door boeken opgesierde kloosterkamer. Hij heet Harry Hoefnagels, hoogle raar in de normatieve maatschappijleer te Nij megen en tevens hoogleraar sociologie in Antwerpen. Tussen beide steden be weegt hij zich voort met bus en trein. Hij is voorstander van in komensnivellering en werkt daar zelf aan mee. „Ik verdien 28.000 bruto en wat ik daar nog van overhoud - na reis en boekenkosten - gaat naar de orde toe." We willen graag eens met hem praten „vragen hoe het al lemaal gekomen is." Dat kan, want prof .Hoefna gels draagt zijn ideeen graag uit al „leurt" hij er niet mee. „Kijk," ik ben in 1969 in Nijmegen gaan doceren en toen was het hoogleraarschap al uit de ivoren toren gehaald. Ik heb de tijd niet gekend dat een hoogleraar altijd gelijk had. Het is vaak zo dat studen ten mij vragen stellen waarop ik het antwoord niet weet, al thans niet voor het eerstvol gende college". Het is zijn simpele verkla ring voor het feit dat hij het uithoudt in het verpolitiseerde Nijmeegse universiteitsmilieu, daar waar hoogleraren als Hoogerwerf en Van der Doel zich walgend van het fanatiek beleden marxisme wegspoed den naar minder aangetaste universiteiten. Hoefnagels sluit niet uit dat er best wel een groepje doordrammende stu denten zal opereren, maar zijn eigen ondervinding is, zegt hij, dat in een eerlijk debat nog vo lop ruimte wordt gelaten voor afwijkende opvattingen. Stu denten die de maatschappij liever vandaag dan morgen willen omvergooien accepte ren het bijvoorbeeld dat Hoef nagels nog altijd een getrouw Prof. H. Hoefnagels katholiek is. „Ze zeggen dan, verrek, wat ie daar zegt daar zijn we het wel mee eens, hoe kan ie nou in 's hemelsnaam priester blijven?" Aldus prof. Hoefnagels met enige binnen pret. „Als ze het me ronduit vragen dan leg ik ze dat uit, maar ik begin er zelf nooit over". Hoe hij dat dan uitlegt dat is eigenlijk een heel ver haal. Daarvoor moet je terug gaan naar de vijftiger jaren toen Hoefnagels nog theologie studeerde en een boek schreef onder de titel „Een eeuw so ciale problematiek". Een boek dat, zoals hij nu fijntjes op merkt, niet geheel overeen kwam met de toen geldende katholieke maatschappijleer. Het verscheen precies in 1954, het jaar van het bisschoppelijk mandement dat alles nog eens even in de oude kaders wilde vastsolderen. Kon dat boek zomaar ver schijnen? Jawel, hoor. „Ik was natuurlijk onderworpen aan censuur van de orde, maar daar moet je niet te zwaar aan tillen. Je kunt tijdelijk een wat „domme overste" boven je hebben, maar in mijn geval werkte de censuur corrigerend en daar ben ik dankbaar voor. Als dat boek in zijn eerste ver sie was verschenen, had ik wel kunnen inpakken, dan was mijn naam ook wetenschappe lijk voorgoed kapot geweest." In 1962 kwam een tweede ingrijpende publikatie de ontwikkelingsgang van Hoef nagels markeren. Een ontwik- kefing van een in een be schermd Rooms milieu - com pleet met huishoudelijk per soneel - opgegroeide jongen tot wetenschapper die partij koos voor allen die in de ruim ste zin „personeel" genoemd kunnen worden. Hij schreef in een sociologisch vakblad een artikel „Nederland als sociaal paradijs" en kreeg zowel de werkgevers als de werknemers over zich heen. „Ook de vak bonden vonden mijn ideeën te wild. Alleen Kloos, toen nog vice-voorzitter van het NW heeft me in het Parool verde digd." Nu constateert Hoefna gels dat Kloos op het punt van 1962 is blijven staan, terwijl hij zelf nog meer verder op schoof in radicale richting. Gelijk Paulus op weg naar Damascus door een bliksem flits werd getroffen en zich be keerde, zo werd Hoefnagels in 197 0 in een achteraf nog dui delijk te plaatsen moment van een sociaal geengageerde hoogleraar tot marxist. „Bij de Rotterdamse havenstakingen kwam er een huisvrouw voor de tv en die zei dat de strijd ging om het brood van haar kinderen", aldus Hoefnagels. „Toen dacht ik, „Nou, nou niet overdrijven, je hebt nog een heel redelijk loon al zou het wat beter kunnen." Maar in eens besefte ik dat die vrouw gelijk had. Ze had haar hele leven volgepropt met onnodige consumptiegoederen, aange prezen om niet te zeggen op- fedrongen door de reclame en aardoor kwam ze inderdaad tekort voor het meest wezen lijke, het dagelijkse brood." Vanaf dat moment meent Hoefnagels te zien hoe het ka pitalistisch systeem in elkaar steekt. Een hoog opgevoerde produktie met een al even op gedrongen consumptie, een vi cieuze cirkel waarin de grond stoffen van de aarde in razend tempo opgeteerd worden, ter wijl de mensen - om een uiterst bruikbaar cliché opnieuw te benutten - hun eigenlijke wel zijn zien wegschrompelen in de roodgloeiende materiële welvaart. Zo werd Hoefnagels dus als laatste consequentie van een ontwikkeling die al in de vijf tiger jaren was begonnen een met open vizier strijdende marxist. Maar, zo legt hij dan wel even uit, dat betekent ab soluut niet dat hij een eventu eel advies „dan maar naar het Oostblok af te reizen" zou op volgen. De Sovjet-Unie brengt er immers ook niets van te recht. Ook daar raakt men ge leidelijk in dezelfde consumptie-produktie-spiraal waaraan welzijn en milieu worden opgeofferd, om dan - inderdaad - nog maar niet te spreken van het onderdrukken van de persoonlijke vrijheid. Hoefnagels distancieert zich van de „heilstaat-marxisten" die alle hardwerkende mid denstanders als uitbuitende kapitalisten zouden willen uitroeien. „Ook de onderne mer is slachtoffer van het sys teem", vindt hij. En ook: „Het marxisme is niet meer dan een middel om tot een doel te geraken. Ik kan daarom goed overweg met studenten die Marx bestude ren, maar niet met studenten die in Marx geloven als een al ternatieve bijbel". Hoefnagels laat er geen twij fel over bestaan, het marxisme is voor hem een wetenschappe lijk bruikbaar middel om de aarde voor de mensheid leef baar te houden; het is echter geen doel in zichzelve.Als alle materiële gelijkheid is bereikt, als alle mensen van de wieg tot het graf gelijkelijk worden be handeld en aldus in materieel opzicht niets meer tekort ko men, dan nog blijft de vraag naar de zin van 't bestaan le vensgroot overeind. Of, zoals Hoefnagels het formuleert: „Ik kan alleen dan als marxist te werk gaan wanneer ik over de einder van de aarde heen kan kijken". Het houdt hem ook optimistisch: „Ik denk wel eens dat ik blij ben niet meer in de volgende eeuw te hoeven le ven, maar juist door mijn reli gieuze uitgangspunten kan ik hopen dat alles tenslotte goed zal aflopen. Christus is mens geworden onder de mensen. Dat wil zeggen dat hij solidair is met deze wereld. Dan kan ik me daar niet in een bui van ho peloosheid uit terugtrekken". Blijft natuurlijk de vraag of die christelijke geïnspireerd heid gestalte moet krijgen in een historisch nogal zwaar be laden instituut als de katho lieke kerk. „Ja, dat weet ik wel", zo zegt Hoefnagels nogal vermoeid, hij heeft dat als priester-marxist natuurlijk al honderden keren natuurlijk gehoord. „Wat dacht u? ik lijd onder de kerk. De manier waarop in Rome gezag wordt uitgeoefend ondermijnt het gezag zelf. Er gaat, zo vindt Hoefnagels, weinig morele inspiratie uit van de huidige kerk. Maar hij blijkt dat te zien als een soort inzinking. Vooralsnog is het batig saldo van de kerk voor hem voldoende om in de club te blijven. Er gloort trouwens nieuwe hoop. „Echt christen dom en echt marxisme hebben bij alle openlijke tegenstellin gen een heleboel dingen met elkaar gemeen", JOHN ROOZEN geze i moest ir Twee pas afgestudee artsen, Anneke de Langen Paul Pollmann bemani sinds 1 maart van dit jaai Oss samen een huisarts praktijk, die in een vroeg elektriciteitszaak is ine geknutseld door henzelf hun (toen nog toekomst) patiënten. De gezamenli praktijk „Ons Medies C trum" gedoopt, kostte i inbegrip van het dokters tootje - een Renault 4 30.000 gulden, waarvan helft moest worden best aan de doktersapparati Daar werken de twee huisartsen nu voor het mumloon. En in hun wac kamer hangt de sfeer van huiskamer, waar koffie wordt gedronken Dertigduizend gulden is het vestigen of overnemen een medische praktijk wel erg laag bedrag. Maar geen geld en daarom m allemaal zo goedkoop mog< gebeuren en is er vooral ii weekends door de nieuwbak dokters en hun toekomstige tiënten hard getimmerd ir gehuurde leegstaande elekt teitszaak. Er werd een „St ting Ons Medies Centrum het leven geroepen, die het trum en het binnenkomt geld beheert. In het bestuui van zitten ook patiënten. vendien kwam er een g „Vrienden van Ons Medies trum". Op het ogenblik zij 500 patiënten. Er wordt onderscheid gemaakt tu particulier of fondspat Voor een fondspatiënt ontv de stichting f 60,- per jaar het ziekenfonds. Wil een p. culier de centrumartsen huisarts, dan kan hij een jaa onnement nemen, dat evene 60,- kost. Anders zal hij de male rekeningen moeten l len. Anneke de Langen en Pollmann, die door de patii bij hun voornaam worden gesproken, maakten in de a dersplaats Oss al langer de van een partij die zich „Soc trese Partij" (S.P.) noemt er den het niet bij het belijde mooie woorden laten. Momenteel werken ze me 500 patiënten nog maar dagen. Tegen de helft va minimumloon. Als zij hel gen gaan werken wordt d dubbele. De auto die zij rij eigendom van de stichting Pollmann weet niet eens v dokterstarieven zijn. Dat de stichting maar regelen hen het meest aanspreekt actieve betrokkenheid vi bevolking. Paul: „Je had n zien, hoe de mensen hier en voor niets op zondagen AMSTERDAM - Het sterdamse Vondelpark broedplaats voor „vrij gels" wel definitief stoord. Het vorig jaar di gemeenteraad onder protest van buitenaf, men besluit om een alge slaapverbod in de open in te stellen voor toe heeft een verbluffend gesorteerd. Deze zomer het park voor het eerst jaren weer een norm< daarbij uitermate bi lijke aanblik. Een enkel bloot bo blijkt toe te behoren a; kwieke kantoorbediend van zijn lunchpauze openlijke liefdesbetui blijven beperkt tot het vc logse schuchter hand-ii lopen. „De mensen durv weer het park in. Moede kinderen gaan er naar toe het park weer terug is w hoort, in handen van de Amsterdamse bevolking zei ons een woordvoerder Amsterdamse politie die twijfel over liet bestaan uitstekende ontwikkel vinden. Er wordt kalmp patrouilleerd, maar nie met leden van de moord of met pseudo-hippies ve van hasj-honden aan de „Ik speelde al langer idee maar nu pas heb ik 1 gedurfd". Dat is weer ee optimistisch geluid, ditr komstig van de 33-jari dernemer" John Hanner net als zijn grote stuntvc Wim Wagenaar dat op h seplein in het Lido doe beert om in de horeca-s

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 14