Duurzaam is
dat iets te
zeggen heeft
J,
D
Z
K
D
iVtlSSCHIEN hebben sommige kerkgangers een
ogenblik aan kardinaal Alfrink gedacht, toen afge
lopen zondag een stukje uit de tweede brief van
Paulus aan Timoteus werd voorgelezen.
„Het uur van mijn heengaan is nabij. Ik heb de goede strijd
gestreden, de wedloop voleind, het geloof bewaard". De kardinaal
wordt vandaag, 5 juli, vijfenzeventig jaar en ook voor bisschoppen
en kardinalen bestaat er zoiets als pensioengerechtigde leeftijd.
Geen geluk
N i
inl»
vrn.
ardinaal Alfrink vandaag 75 jaar
In het decreet over het bisschopsambt van het tweede
Vaticaans concilie wordt bisschoppen op vergevorderde leef
tijd dringend verzocht hun functie ter beschikking te stellen.
In zijn brieven van 6 augustus 1966 en 21 november 1970
heeft de paus deze pensioengerechtigde leeftijd op vijfenze
ventig jaar gesteld. Maar de paus houdt een slag om de arm.
Hij wil geval voor geval bepalen of hij het ontslag zal aan
vaarden. Zoals bekend heeft de kardinaal inmiddels zijn
zetel van aartsbisschop van Utrecht ter herschikking gesteld
van de Paus.
Gezag moet
zich waarmaken
door
overtuigings
kracht,
inhoud en
kwaliteit. De
kardinaal heeft
een stijl van
gezagsuitoefening
ontwikkeld, die
veel
Nederlanders als
iets kostbaars
zijn gaan
beschouwen. Je
zou hem bij zijn
vijfenzeventigste
verjaardag
toewensen dat
zijn opvolger nu
of straks
behoedzaam met
deze erfenis
omgaat...
Dit kan betekenen dat we in
Nederland binnen afzienbare
tijd afscheid gaan nemen van
kardinaal Alfrink als aartsbis
schop van Utrecht. Niet veel
mensen zullen de pretentie heb
ben de betekenis van de kardi
naal voor de kerk in Nederland
en daarbuiten te overzien. Men
sen van zijn formaat zijn niet in
een aantal lijnen te vangen. En
kardinaal Alfrink maakt het
eventuele portretschilders al
heel moeilijk. De manier waarop
hij bij de meeste mensen over
komt is sterk bepaald door de
actualiteitenrubrieken van de
T.V. met hun typische hete-
hangijzers-sfeer.
en het vrije week-end (1967),
over vernieuwing en verwarring
(1968), over Maria (1968), over
de encycliek „Humanae Vitae"
(1968), over het geloof in de Ver
rijzenis (1970), over het Petrus
ambt (1970), over de abortus-
provocatus (1971), enz.,
enz......... Je hoort nogal eens de
opmerking dat de bisschoppen
de ontwikkelingen beter in de
hand hadden moeten houden,
maar wat bedoelt men ermee
Blijkbaar verwachten een aan
tal mensen toch iets anders van
de bisschoppen dan begeleiding.
Ze zouden willen dat de bis
schoppen vaker zouden optre
den als scheidsrechters, die niet
aarzelen naar de rooie kaart te
grijpen, wanneer de spelers het
te bont maken. In dit opzicht
heeft in de zestiger jaren zeker
een grote verschuiving plaats
gevonden. Wie het niet met de
bisschoppen eens was, werd niet paus behoort, liever met een be-
van het veld gstuurd. Er kon ge- stuurscollege onder leiding van
praat worden de paus.
O is een bepaalde be
eldvorming ontstaan van een
man, die in bijzaken spits, slag
vaardig en humoristisch rea
geert en bij hoofdzaken een koe
le, terughoudende diplomatie in
acht neemt. Maar die beeldvor
ming is zeker eenzijdig. Want
wat is gebrek aan duidelijk
heid Wie bij de Kardinaal op
heet nieuws uit was, viste nogal
eens achter het net, wie op dui
delijk inzicht uit was, werd
maar zelden teleurgesteld.
Wat dat betreft is het de
moeite waard de artikelen van
R. van Kessel en J. Lescrau-
waet over ambtsbediening en
gezagsuitoefening, gepubli
ceerd in de nieuwste aflevering
van het Thijmgenootschap „Ba
lans van de Nederlandse Kerk"
erop na te lezen. Wie vindt dat
de bisschoppen in de zestiger ja
ren de zaak maar op hun beloop
hebben gelaten, krijgt hier geen
gelijk. De Nederlandse bis
schoppen hebben onder leiding
van de kardinaal hun stem laten
horen in talrijke brieven en ver
klaringen over alle mogelijke
onderwerpen: over de collegiali
teit van de bisschoppen (1960),
over de herontdekking en de
vernieuwing van de liturgie
(1964), over de boeteviering en
de persoonlijke biecht (1965),
over de eucharistie (1965), over
het blijvende en het verander
lijke in de kerk (1966), over de
onrust in de Nederlandse kerk-
provincfê (1966), over de zondag
E krijgt de indruk dat de
overgrote meerderheid van de
Nederlandse katholieken die
verandering als weldadig heeft
ervaren. Zo kon het in de loop
van de zestiger jaren in Neder
land gebeuren, wat maar in
weinig landen kon gebeuren:
dat de betrekking tussen bis
schoppen en andere gelovigen
helemaal van karakter veran
derde en juist daardoor in
hoofdzaak intact bleef. Uit een
IT Bestuurscollege
ontleent zijn gezag niet aan de
paus, maar aan de apostolische
opdracht van Jezus. Kardinaal
Alfrink heeft deze visie, die in
het beroemde derde hoofdstuk
van de Dogmatische Constitutie
over de kerk haar neerslag ge
vonden heeft, met vuur verde
digd. Ook de Bisschoppensyno
de, die onder aandrang van de
concilievaders door Paulus VI in
1965 werd ingesteld, beant
woordt aan een lang gekoes-
raal Concilie een hearing,
waarna de bisschoppen beslis
sen Of een democratisch par
lement, dat besluiten aan de bis
schop oplegt ter uitvoering
Geen van beiden, vond de kar
dinaal. „Het eerste doet tekort
aan de verantwoordelijkheid
van de gelovigen, het tweede aan
die van de bisschoppen.
E kardinaal had oog
voor het gevoelige evenwicht.
Dit evenwicht is met geen enkele
structuur te garanderen. Het
kan alleen bestaan, wanneer van
beide kanten voldoende ver-
ARDINAAL Alfrink
heeft ervaren dat deze vorm van
overleggend en open gezag aan
het gezag geen afbreuk doet. Op
de vijfde zitting van het Pasto
raal Concilie heeft hij dat ook
gezegd en daarmee een ervaring
verwoord, die heel wat ouders in
hun gezin al eerder hebben op
gedaan. Gezag dat wordt opge
legd en afgedwongen is alleen
maar in schijn een duurzaam ge
zag. Het brokkelt af bij de eerste
de beste gelegenheid. Duurzaam
is alleen gezag dat iets te zeggen
heeft, niet een gezag dat het voor
het zeggen heeft. Gezag moet
zich waarmaken door overtui-
I ia de televisie is een bepaalde beeldvorming ontstaan van een man,
die in bijzaken spits, slagvaardig en humoristisch reageert en bij hoofdzaken
een koele, terughoudende diplomatie in acht neemt. Maar die beeldvorming
is zeker eenzijdig. Want wat is gebrek aan duidelijkheid Wie bij de
kardinaal op heet nieuws uit was, viste nogal eens achter het net, wie op
duidelijk inzicht uit was, werd maar zelden teleurgesteld
Kardinaal Alfrink op weg naar Rome: de dialoog bleef
gaande.
relatie van trouw groeide een re
latie van vertrouwen. Hierin
speelde de kardinaal ongetwij
feld een hoofdrol. Als er één
misverstand is, waartegen hij
tijdens zijn episcopaat gevoch
ten heeft, dan het volgende: dat
beslissingen die van bovenaf ge
troffen worden, betere geloof-
spapieren zouden hebben dan
beslissingen die langs broeder
lijk overleg tot stand komen. Het
is niet toevallig dat de kardinaal
op het Tweede Vaticaanse Con
cilie telkens op dit onderwerp
terug kwam. Hij vond het on
juist de bisschoppen te zien als
een soort filiaalhouders van de
paus, als uitvoerders van een
eenkoppige directie. Hij verge
leek de gemeenschap van alle
bisschoppen, waartoe ook de
terde wens van de Nederlandse
kardinaal. Kardinaal Alfrink
heeft telkens laten merken dat
de manier van gezagsuitoefe
ning in de kerk niet zo maar in
één of andere gladde structuur
vast te leggen is. De verhouding
tussen de verantwoordelijkheid
van alle gelovigen en de eigen
verantwoordelijkheid van de
bisschoppen ligt heel gevoelig.
Wie hier te naïef op structuren
vertrouwt, brengt de vraag „Wie
heeft gezag heel gemakkelijk
terug tot de vraag: „Wie heeft de
macht Tijdens het Pastoraal
Concilie van de Nederlandse
Kerkprovincie kwam dit punt
telkens opnieuw aan de orde. In
de vierde zitting, april 1969,
ging de kardinaal uitvoeriger op
het probleem in. „Is het Pasto-
trouwen geïnvesteerd wordt.
Het wordt verstoord, zodra de
vraag naar het gezag herleid
wordt tot de vraag naar de
macht. Het is veelbetekenend
dat de kardinaal en de andere
bisschoppen op het Pastoraal
Concilie het niet juist vonden nu
eens op te treden als „gewone"
gelovigen en dan weer als bis
schoppen. De kardinaal trad op
als de gezonden voorganger in
het geloof, als iemand die te
midden van de geloofsgemeen
schap staande tot taak heeft an
deren in het geloof te begelei
den. Daarom stemden de bis
schoppen mee met de andere
aanwezigen. Daarom ook per
mitteerden ze zich de vrijheid,
zich in enkele gevallen van
stemming te onthouden.
gingskracht, inhoud en kwali
teit. De kardinaal heeft een stijl
van gezagsuitoefening ontwik
keld, die veel Nederlandei's als
iets kostbaars zijn gaan be
schouwen. Je zou hem bij zijn
vijfenzeventigste verjaardag
toewensen dat zijn opvolger nu
of straks behoedzaam met deze
erfenis omgaat.
PATER DR. J. HULSHOF
(Balans van de Nederlandse
Kerk. Kritische evaluatie van
wetenschap en praktijk. Anna
len van het Thijmgenootschap
Jrg. 63, aflevering 1. Ambo-
boeken! Bilthoven 1975. Prijs
27,50).