ONDERWIJS I ens - van Argentijns SS-korps martelt politieke gevangenen gruwelijk DE GROTE LIJN hoe wordt het van onze kinderen ■WÊÊÊÊÊ NOODZAAK VOORKEUR LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PELNGEN PE L NGEN INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN „PEILINGEN PEILING EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEh Bijna 250 grote pagina's telt de nota die dezer dagen isi I gepubliceerd over een moge- j lijk nieuwe structuur van ons onderwijs. „Mogelijk", want het is een gespreksnota. In dat stuk worden zaken aan de orde gesteld als de princi piële uitgangspunten van onderwijsontwikkeling en onderwijsstructuur, het fun derend onderwijs (basis school, speciaal onderwijs, middenschool), het vervol- gonderwijs (bovenschool, hoger onderwijs, open school), onderwijsvoorzie ningen (organisatie, oplei ding leerkrachten, vormge ving aan voortdurende ver anderingen), kosten van het onderwijs. Dat zijn de grote lijnen van het discussiestuk. Onze onderwijsredacteur (Jacques Levij) zal aan de be langrijkste opvattingen die in de nota zijn neergelegd, aandacht besteden in een reeks korte beschouwingen. iï® ÜÉMMtÉÉMÉ Je kunt niet zo maar ergens beginnen met het bouwen van een huis. Daarvoor is een goed plan nodig. Een plan dat wordt ontwikkeld vanuit de behoeften van de bouwheer die straks in dat huis gaat wonen. Daarbij moet rekening worden gehouden met heel veel zaken. Hoeveel kinderen heeft hij? Zal z'n gezin nog groter worden? Wil hij een grote of een kleine tuin? Of helemaal geen tuin? En, niet het minst belangrijke - al vergeten we dat tegenwoor dig nogal eens - hoeveel geld heeft hij? Bovendien moet een architect terdege rekening houden met voorschriften, met anderen dus. Hij kan geen ontwerp maken dat de buurman van z'n opdrachtgever sti aks de toegang tot diens garage onmogelijk maakt. Enfin, als al die zaken goed zijn uitgekiend, zal moeten worden bekeken, of aan de verlangens van de opdrachtgever kan worden voldaan En zo niet, of er iets uit de bus kan komen dat toch wel aanvaardbaar is. Welnu, hel is eigenlijk met ons onderwijs niet anders. We zijn al jaren aan het knutselen in dat onderwijs en met dat onderwijs. Een van de grote karweien was de totstandkoming van de Mammoetwet, in het midden der zestiger jaren. Maar echt met z'n allen denken en praten over hel onderwijsgebouw dat er zal moeten komen, met afwegen van alle te verwachten en te voor ziene eisen die men aan „onder wijs" moet gaan stellen, is er ei genlijk nog nooit bij geweest. Dat is geen verwijt. Wel het constateren van een feit. En de verdienste van de gespreksnota die minister Van Kemenade de zer dagen heeft gepubliceerd, is dat erin wordt gepoogd een totaal-overzicht te geven van het gebouw dat voor de toe komst voor ons onderwijs - van kleuter- (peuter)-school tot en met het hoger beropsonderwijs- gebouwd zal moeten worden. Die „contouren van een toe komstig onderwijsbestel" wor den getekend vanuit de visie van minister Van Kemenade en z'n staatssecretarissen, Klein en Veerman. Het zijn schetslijnen die veranderd kunnen worden. Veelbetekenend ts immers dat er wordt gesproken van „een" toe komstig onderwijsbestel. Het is een fors boekwerk dat de minister op tafel heeft gelegd. Het is een studie die niet zo ge makkelijk te lezen is Dat is mis schien wel jammer Want de stof die erin wordt behandeld gaat ons allen aan. U, uw buurman en buurvrouw, uw zoon en dochter en hun kinderen. Want het ont vouwt de opvattingen van deze minister over de organisatie en structuur en inhoud van ons on derwijs. Onderwijs dat onze kinderen en kleinkinderen en achterkleinkinderen zal moeten helpen vormen tot volwaardige leden van onze samenleving In een onderwijsgebouw dat past in hün tijd, dat voldoet aan de Minister Van Kemenade eisen die zij eraan zullen stellen. En daarvoor is een visie nodig over het gebouw dat wij uitein delijk willen laten verrijzen. We kunnen niet langer op allerlei deelgebieden van „het onder wijs" blijven knutselen zonder te weten hoe het resultaat van dat geknutsel zal gaan passen in dat hele gebouw En dat is nou juist wat we al jaren doen. Waarbij de eerlijkheid wel ge biedt te zeggen dat men niet van de ene dag c p de andere een heel nieuw onderwijsgebouw kan gaan neezetten. Want onderwijs is een continu-bedrijf. Je kunt niet helemaal opnieuw begin nen Je zult zeer zorgvuldig een ontwerp moeten maken, waarin de bestaande kamers, aangepast aan je nieuwe eisen, kunnen worden ondergebracht. En waarbij je goed rekening moet houden met het feit dat ontwik kelingen en vernieuwingen die je in gang zet binnen een be paald school 'ype of een be paalde onderwijssector - een kamer of een verdipping - on vermijdelijk gevolgen zullen hebben voor vele andere typen en sectoren En het bedrijf gaat door Kinderen zullen intussen naar school blijven gaan, jonge mensen zullen intussen een be roepsopleiding moeten blijven volgen. Vanuit die algemene gedachte is de nota geschreven En vanuit de opvatting dat „levenslang le ren" het steeds noodzakelijker maakt een samenhangend on derwijsbeleid te voeren Een be leid dat weer past in een breder beleid van vorming en studie voor alle leden van de gemeen schap, jong en oud. En waarbij goed moet worden gekeken naar het geld dat ervoor beschikbaar is en de mensen die zo'n beleid kunnen dragen. Je kunt name lijk best een fantastisch mooi en luxe onderwijsgebouw tekenen. Maar het is verloren moeite als het toch niet betaald kan wor den. Of als er nooit voldoende mensen zijn die het gebouw kunnen bevolken. Die gedachte vormt een van de belangrijkste uitgangspunten van die nota. En daaruit volgt dan weer dat er prioriteiten zul len moeten worden aangegeven. Dat we met z'n allen zullen moe ten uitmaken welke onderwijs zaken we het eerst willen rege len. Dat kunnen we alleen maar als we weten: wat de uitgangspunten van het te voeren onderwijsbeleid zijn; wat de richting is die we uit willen met dat beleid; welke keuzen mogelijk zijn binnen algemene kaders. wat de gevolgen van die keu zen zijn voor het onderwijsbe leid en het onderwijs. Welnu, we kunnen dat alleen maar systematisch en met kans op succes doen, als ons duidelijk voor ogen staat welk doel we willen bereiken. Als we een toe komstbeeld voor ons onderwijs hebben ontwikkeld. Waarbij het onderwijs niet alleen slagvaar dig veranderingen moet kunnen opvagen, maar zich ook van te voren op verwachte veranderin gen kan instellen. JACQUES LEVIJ (Van onze correspondent) CARACAS - Op politie bureaus in Argentinië vin den de gruwelijkste marte lingen op verdachten en po litieke gevangenen plaats. De meest beruchte beulen zijn de leden van het Argen tijnse SS-korps, een afkor ting voor de voluit geheten Superintendencia de Segu- ridad, onderdeel van het Argentijnse politieappa raat. Een en ander blijkt uit een serie verklaringen van gemartelde personen. Alle verklaringen, die door vrienden of familiele den het land zijn uitge smokkeld, melden als een vaste inleiding hel slaan en schoppen gedurende uren, en soms dagelijks herhaald, van de arrestanten. De slachtoffers worden altijd geblinddoekt om herken ning te voorkomen. Veelal worden ze geheel ontkleed en onderworpen aan schij- nexecuties. In vele gevallen volgt daarna een langdu rige behandeling met de koeiepor of elektrische draden. De afgelopen maanden zijn ten gevolge van marte lingen op politiebureaus in de provincie Cordoba twee personen om het leven ge komen. Verscheidene ge vangenen lijden ten gevolge van de martelingen aan ver lammingsverschijnselen. Toen twee jaar geleden de peronisten - na jarenlang te zijn vervolgd en vaak mar telingen te hebben geleden - van de militaire mach thebbers de regering moch ten overnemen, beloofden zij plechtig een eind aan de martelingen te maken en de schuldigen te straffen. Hiervan is niets terechtge komen. Zelfs bestaat de in druk dat de martelingen een omvang hebben bereikt die zeker niet onder doet voor die tijdens de militaire dictaturen. Samenvatting van enkele getuigenverklaringen: CARMEN NUNEZ DE ARUJ - „Op 12 december 1974 kwam de politie om acht uur 's avonds onze ho telkamer binnen. Bij zich hadden ze mijn zwager van 18 jaar die ze schopten en sloegen. Het waren tien a vijftien personen. Degenen die bij mij bleven (vier a vijf) begonnen me aan de haren te trekken en uit te kleden. Twee van hen ver krachtten me en iedere keer dat ik schreeuwde sloegen ze me. Voordien had men mij geblinddoekt(Op het politiebureau) daarna kwam waar ik niet aan wilde denken: de elektri sche naald, die men mij toe paste in aanwezigheid van mijn echtgenoot en zwa ger." JU AN CARLOS TRI POLI (Dertig jaar. Ge trouwd. Gearresteerd op 16 maart 1975) - „Op die plaats (SS-hoofdkwartier te Buenos Aires) lag ik met de buik op de grond, met mijn hoofd bedekt. Men schopte me, wandelde over mijn rug en trapten op mijn handen... Vijf dagen ble ven we geboeid en geblind doekt op de grond. Voor tdurend werden we met de dood bedreigd en zo nu en dan geschopt." MTLAGRO DEMINCI DE CASTRO (jonge vrouw vier maanden in verwachting op moment van arrestatie, 23 oktober 1974, provincie Chaco) - "...een elektri sche diraad werd aange bracht aan mijn been, een andere aan mijn arm. Met de elektrische naald be werkte men voorts mijn ge hele lichaam. Dit duurde ongeveer drie kwartier. Op een gegeven moment boden ze mij water aan en toen ze zeiden dat ze me het gingen geven (ik was geblinddoekt) stopten ze me de elektrische naald in de mond en beloof den ze me water te geven als ik zou bekennen." MIGUEL BENASAYAS (metselaar, vrijgezel, gear resteerd op 18 maart 1975 te Buenos Aires) daarna smeet men mij (geboeid, ge blinddoekt) in een andere ruimte, waar ik niet alleen bleek te zijn. Andere mak kers beklaagden zich en vanuit de aangrenzende ruimte klonk gegil, dal lui der of zwakker klonk af hankelijk van het openen en sluiten van een deur. Na verloop van tijd werd ik naar de andere ruimte ge voerd, men sloeg en trapte me en gaven me kniestoten in de geslachtsorganen. Men kleedde me uit, bond me vast op een bed en diende me lange tijd de elektrische naald toe, over het hele lichaam. Naast me hoorde ik een vrouw gillen die gelijktijdig werd gemar teld." IOS S JHUR1NK Ik lees graag interviews met leidinggevende, beleidsbepa lende en andere voorzittende personen. Mijn contact met zulke mensen beperkt zich ge- woonl jk ook tot het kennis ne men van wat hun tn een inter view wordt afgetapt. Want ze'j iets opschrijven duen zij zelden, daar zijn ze te hoog voor. Wil men weten wat zij denken, dan moet er iemand op afgestuurd worden die dat uit hun mond no teert. Ik denk wel eens: hoe lang zou een analfabeet een leid.ng- gevende functie kunnen bekle den, wanneer dat blijkbaar in houdt dat je dan overal mensen voor hebt? Je hoeft er alleen maar te zijn, en waarom zou ook die eis niet kunnen vervahen? Dat is een van mijn steeds te rugkerende zondige gedachten. Z>j wordt steeds opnieuw ge voed wanneer ik weer zo'n in terview lees. En ik moet beken nen, dat er tijden zijn waarop ik mij af-raag, wat die mensen dan eigenlijk nog ze'f doen en zelfs wat zij doen. Soms vang ik uit zo'n inten iew een glimp van een antwoord op mijn vragen op en dan ben il: e-en heel blij. Want het is f:jn iets te weten en reken maar dat die mensen geen onzin vertellen. Maar later val ik dan u eer terug in mijn oude zonde en maak ik van alle antwoorden nieuwe vragen. V 'at ze allemaal doen is: dele geren, verantwoordelijkheid dragen en de grote lijnen in de gaten houden. Dat kan nooit missen en het stond dus ook weer eens keurig bijeen in een interview dat mijnheer Leem ans, vroeger rector van een grote school en nu directeur van een grote omroep, toegestaan heeft aan iemand van de lerarenpers. Die mijnheer delegeert ook, tot het opschrijven van zijn menin gen toe. Voorzover ik begrepen heb, spreekt hij ze wel zelf uit; spreken is dan ook hoger dan schrijven. Die mijnheer dus de legeert; wat een ander kan, doet hij met zelf. li'j is verantwoor delijk, maar, zegt hij, „de frut sels en de fratsels laat ik aan die mensen over". Leuk vo- die" mensen, denk ik dan afge scheept te worden nwi jratsels, en bovendien - ik denk wat af bij zo'n inteniew - wat doet die mijnheer, als I.'j alles gedele geerd heeft? Of blijft hij maar eeuwig frutsels bedenken en vervolgens delegeren en is dat zijn taak? En op die manier zat hij ook verantwoordelijkheid blijven dragen, niet als iemand die tets doet en daar de verant woordelijkheid voor draagt, maar als iemand wiens taak het is verantwoordelijkheid te dra gen. En wat zou de grote lijn zijn, het beleid op lange termijn? Als enig voorbeeld wordt in dit in terview genoemd: „het waken over de kwaliteit", in dit geval van de Tros-programma's. Nu kan van die kwaliteit van alles gezegd worden, maar in elk ge val ook dit: waken over kwali teit leidt onherroepelijk tot be moeiing met bepaalde details die geen fratsels meer zijn; het voert dus weg van de grote lijn, naar het front waarde kwaliteit gemaakt wordt. Ik zou trouwens een klein prijsje willen uitloven aan iemand die zich bij zo'n woord als „grote lijn" ook maar iets kan voorstellen. Ik ben bang dat grote lijnen alleen maar be staan in de fantasie van grote lijntrekkers. Terwijl in feite zo wel op scholen als bij omroepen alles tamelijk bureaucratisch en uniform verloopt en één pot nat is, zit er op zo'n duizend plaat sen toch nog iemand zich te ver beelden, dat hij de grote lijn be paalt, de kwaliteit bewaakt, ge stalte geeft aan de eigen identi teit, op lange termijn denkt en meer van die beleidsbluf. Er zijn dagen waarop ik daar niet in ge loof en waarop ik toch overtuigd ben dat leidinggevende figuren inderdaad zwaar belast zijn, maar dan met frutsels en fratsels en verder met louter schuim, winderige verbalistische niet- sigheden. (Van onze correspondent) BUENOS AIRES - De Ar gentijnse samenleving be leeft een van haar ernstigste crises van deze eeuw. Er is sprake van een ontwrichting op bijna alle terreinen, die het land in een totale chaos dreigt te storten. Het poli tieke geweld heeft de afgelo pen twee jaar een ongekende climax bereikt: ruim duizend doden. De inflatie is al opge lopen tot tachtig procent en zal op het eind van dit jaar 150 170 procent bedragen. „Lanusse kom terug, wij schenken je vergiffenis" luidde een slogan die de afgelopen da gen op enkele muren in Buenos Aires verscheen. De leus was ongetwijfeld als grap bedoeld, maar is tekenend voor een breed verspreide mening, dat het leven onder de vorige militaire dicta tuur van generaal Lanusse beter en veiliger was dan onder de huidige democratisch gekozen peronistische regering. Wanneer grijpen de militairen in In augustus of september aanstaande, zeggen insiders te weten, maar in de strijdkrach ten schijnt men het onderling hierover nog lang niet eens te zijn. De verschillende militaire regeringen toonden in het verle den keer op keer aan v an regeren geen kaas te hel ben gegeten. Hun onbenullige optred ji in di verse regeringen kan zelfs voor een deel als oorzaak van de hui dige crisis worden aangewezen. ONBESTUURBAAR Op 25 mei 1973 mochten de peronisten na achttien jaar te zijn genegeerd of vervolgd van de militairen de regering over nemen. Terecht gaven zij toen de schuld voor de moeilijkheden in Argentinië aan hun voorgan gers. Twee jaar met peronisti sche regeringen hebben nu aan getoond dat het land zonder maar ook met de peronisten nauwelijks bestuurbaar is. Zelfs hebben de peronisten door hun onderlinge ruzies, gebrek aan planning en door de machtswel lust en corruptheid van som mige van hun leiders de crisis in de Argentijnse samenleving flink aangewakkerd. De peronistische regering heeft vooral na dedood van Juan Domingo Peron 1 juli 1974bij zonder veel irritaties opgewekt. Genoeg om een militaire staats greep te provoceren De tradi tionele redenen die in het verle den tot staatsgrepen leidden, lijken niet aanwezig; de peronis tische regering liet vooral na de dood van Peron zijn zigzagkoers tussen centrum-links en ISABEL DE PERON centrum-rechts geheel varen voor een beleid tussen rechts tot uiterst rechts. Het enige wat de rechts-Iiberale sectoren in de strijdkrachten verontrust is de toenemende invloed in de rege ring van de pro-fascistische sec toren. Verscheidene militaire en burgerlijke autoriteiten lieten kort na de val van Vietnam en Cambodja in toespraken hun angst blijken voor een toekom stige machtsovername door re volutionair links in Argentinië. Ondanks een snelle groei van de guerrilla-invloed in met name de grote industriële centra is deze vrees zeker op korte ter mijn niet reëel. Wel neeft het fa lend beleid van de voorgaande militaire en de huidige peronis tische regering de opkomst van de guerrilla (in 1969 ontstaan) dusdanig bevorderd, dat zij nu een nauwelijks weg te denken macht vormt in het Argentijnse gebeuren. OORLOGSPOLITIEK De peronistische regeringen hebben de afgelopen twee jaar - ongewild - bijgedragen aan de opmars van revolutionair of ge wapend links: door met de links- peronistische guerrilla- organisatie Montoneros een ware oorlog op leven en dood te beginnen, waardoor deze en an dere links-nationalistische stromingen in het kielzog kwa men van de machtige marxisti sche guerrilja-organisatie ERP (het merendeel van de ruim dui zend vermoorde personen waren linkse peronisten); door veelal via verkiezings fraude gewapende bendes en zonodig politieoptreden de vak bonden onder controle te hou den of ze te veroveren voor vaak corrupte rechtse peronisten met als gevolg een verradicalisering naar uiterst links van belang rijke groepen arbeiders in met name de grote fabrieken; - door een totaal onevenwich tig regeringsbeleid wat voor een belangr jk deel de economische crisis heeft bevorderd met als gevolg een ernstige vertrou wenscrisis in brede sectoren van de middenklasse en, in wat min dere mate, de arbeidersklasse in een groeiend verzet van agrari sche sectoren, kleine ïndustrieë- len en zelfstandigen. De inflatie is in een jaar tijds van bijna nul tot tachtig procent opgelopen De gigantische prijs stijgingen die deze maand (juni) zijn losgebarsten, beloven over 1975 tenminste een verdubbe ling van dit inflatiepercentage. De buitenlandse schuld is opge lopen tot ongeveer negen mil jard dollar, waarvan dit jaar ruim drie miljard zou moeten worden afgelost. Dit is een on mogelijke opgave gezien de scherpe daling van de reserves tot 7 800 miljoen dollar en doordat sinds het eerst sinds ja ren de handelsbalans over 1975 zeer waarschijnlijk geen positief saldo zal opleveren De han- delsbalansmoeilijkheden zijn voor een deel toe te schrijven aan de gedeeltelijke sluiting van de EEG-markt voor Argentijns vlees, maar bijvoorbeeld ook aan de enorme illegale exporten (smokkel), welke waarde mo menteel wordt geraamd op zo'n 800 miljoen dollar per jaar, on geveer 25% van de officiële ex port per jaar. Na de dood van Peron kwam de peronistische regering in handen van de vice-president Maria Estela Martinez de Peron (kortweg „Isabel" genoemd) en haar rechterhand de minister van sociale zaken José Lopez Rega. Alhoewel dit duo geen al te hoge dunk genoot, was men vrij algemeen van mening dat met deze „natuurlijke" opvol gers van Peron maar volgehou den moest worden tot de verkie zingen van 1977. Met de voortwoekerende cri sis en de opmars van revolutio nair links begon de twijfel evenwel te groeien. Welke mid delen blijven er nog over om de huidige in gevaar gekomen eco nomische ordening te redden? Het min of meer falen gedurende de afgelopen decennia van zo'n tiental experimenten en rege ringen beperkt het aantal moge lijkheden. Een drietal alterna tieven zijn momenteel in Argen tinië in studie: - een militaire staatsgreep waarbij militairen een progres sief jasje aantrekken en over eenkomstig het Peruaanse voor beeld wat structurele hervor mingen gaan doorvoeren, zoals participatie van de arbeiders in de ondernemingen, nationalisa ties en een soort grondhervor- ming - als pluspunt wordt ge noemd dat de links- peronistische Montoneros dit plan zullen steunen (de ERP niet), waardoor een verdeling van gewapend links wordt ver- kregen; - een militaire staatsgreep naar Chileens voorbeeld (waar voor de plannen klaar zouden liggen), wat het liquideren van tien- a twintigduizend personen met linkse sympathisanten in houdt - behalve een vijandige internationale reactie heeft het plan het nadeel dat revolutio nair links, en met name de ERP, door een dergelijke operatie nauwelijks wordt aangetast en waarschijnlijk binnen een of twee jaar machtiger dan ooit te rug zal slaan; - het „vrijwillig" aftreden van de huidige presidente en het ka binet, waarna of onmiddellijk nieuwe verkiezingen plaatsvin den of tot de verkiezingen van 1977 een tussen-kabinet zal re geren waarineventueel verschil lende partijen, destnjdkrachten en de vakbonden vertegenwoor digd zullen zijn - het voordeel is dat de parlementaire democra tie intakt blijft wat een rem mende invloed kan hebben op de aantrekkingskracht van de in de klandestiniteit opererende links-revolutionaire groepen. De komende twee a drie maanden zal blijken of een van deze drie alternatieven de over hand krijgt of dat men met de huidige regeringsploeg blijft voortstrompelen tot 1977. JOS SCIIURINK

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 15