ONDERWIJS
I
ens - van
Argentijns SS-korps
martelt politieke
gevangenen gruwelijk
DE GROTE LIJN
hoe wordt
het
van onze
kinderen
■WÊÊÊÊÊ
NOODZAAK
VOORKEUR
LINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PELNGEN PE L NGEN
INGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN
PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN „PEILINGEN „PEILINGEN PEILING
EILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEN PEILINGEh
Bijna 250 grote pagina's
telt de nota die dezer dagen isi I
gepubliceerd over een moge- j
lijk nieuwe structuur van ons
onderwijs. „Mogelijk", want
het is een gespreksnota. In
dat stuk worden zaken aan
de orde gesteld als de princi
piële uitgangspunten van
onderwijsontwikkeling en
onderwijsstructuur, het fun
derend onderwijs (basis
school, speciaal onderwijs,
middenschool), het vervol-
gonderwijs (bovenschool,
hoger onderwijs, open
school), onderwijsvoorzie
ningen (organisatie, oplei
ding leerkrachten, vormge
ving aan voortdurende ver
anderingen), kosten van het
onderwijs. Dat zijn de grote
lijnen van het discussiestuk.
Onze onderwijsredacteur
(Jacques Levij) zal aan de be
langrijkste opvattingen die
in de nota zijn neergelegd,
aandacht besteden in een
reeks korte beschouwingen.
iï®
ÜÉMMtÉÉMÉ
Je kunt niet zo maar ergens beginnen met het bouwen van een huis. Daarvoor is een goed
plan nodig. Een plan dat wordt ontwikkeld vanuit de behoeften van de bouwheer die straks
in dat huis gaat wonen. Daarbij moet rekening worden gehouden met heel veel zaken.
Hoeveel kinderen heeft hij? Zal z'n gezin nog groter worden? Wil hij een grote of een kleine
tuin? Of helemaal geen tuin? En, niet het minst belangrijke - al vergeten we dat tegenwoor
dig nogal eens - hoeveel geld heeft hij? Bovendien moet een architect terdege rekening
houden met voorschriften, met anderen dus. Hij kan geen ontwerp maken dat de buurman
van z'n opdrachtgever sti aks de toegang tot diens garage onmogelijk maakt. Enfin, als al die
zaken goed zijn uitgekiend, zal moeten worden bekeken, of aan de verlangens van de
opdrachtgever kan worden voldaan En zo niet, of er iets uit de bus kan komen dat toch wel
aanvaardbaar is.
Welnu, hel is eigenlijk met ons
onderwijs niet anders. We zijn al
jaren aan het knutselen in dat
onderwijs en met dat onderwijs.
Een van de grote karweien was
de totstandkoming van de
Mammoetwet, in het midden der
zestiger jaren. Maar echt met z'n
allen denken en praten over hel
onderwijsgebouw dat er zal
moeten komen, met afwegen van
alle te verwachten en te voor
ziene eisen die men aan „onder
wijs" moet gaan stellen, is er ei
genlijk nog nooit bij geweest.
Dat is geen verwijt. Wel het
constateren van een feit. En de
verdienste van de gespreksnota
die minister Van Kemenade de
zer dagen heeft gepubliceerd, is
dat erin wordt gepoogd een
totaal-overzicht te geven van
het gebouw dat voor de toe
komst voor ons onderwijs - van
kleuter- (peuter)-school tot en
met het hoger beropsonderwijs-
gebouwd zal moeten worden.
Die „contouren van een toe
komstig onderwijsbestel" wor
den getekend vanuit de visie van
minister Van Kemenade en z'n
staatssecretarissen, Klein en
Veerman. Het zijn schetslijnen
die veranderd kunnen worden.
Veelbetekenend ts immers dat er
wordt gesproken van „een" toe
komstig onderwijsbestel.
Het is een fors boekwerk dat
de minister op tafel heeft gelegd.
Het is een studie die niet zo ge
makkelijk te lezen is Dat is mis
schien wel jammer Want de stof
die erin wordt behandeld gaat
ons allen aan. U, uw buurman en
buurvrouw, uw zoon en dochter
en hun kinderen. Want het ont
vouwt de opvattingen van deze
minister over de organisatie en
structuur en inhoud van ons on
derwijs. Onderwijs dat onze
kinderen en kleinkinderen en
achterkleinkinderen zal moeten
helpen vormen tot volwaardige
leden van onze samenleving In
een onderwijsgebouw dat past
in hün tijd, dat voldoet aan de
Minister Van Kemenade
eisen die zij eraan zullen stellen.
En daarvoor is een visie nodig
over het gebouw dat wij uitein
delijk willen laten verrijzen. We
kunnen niet langer op allerlei
deelgebieden van „het onder
wijs" blijven knutselen zonder
te weten hoe het resultaat van
dat geknutsel zal gaan passen in
dat hele gebouw En dat is nou
juist wat we al jaren doen.
Waarbij de eerlijkheid wel ge
biedt te zeggen dat men niet van
de ene dag c p de andere een heel
nieuw onderwijsgebouw kan
gaan neezetten. Want onderwijs
is een continu-bedrijf. Je kunt
niet helemaal opnieuw begin
nen
Je zult zeer zorgvuldig een
ontwerp moeten maken, waarin
de bestaande kamers, aangepast
aan je nieuwe eisen, kunnen
worden ondergebracht. En
waarbij je goed rekening moet
houden met het feit dat ontwik
kelingen en vernieuwingen die
je in gang zet binnen een be
paald school 'ype of een be
paalde onderwijssector - een
kamer of een verdipping - on
vermijdelijk gevolgen zullen
hebben voor vele andere typen
en sectoren En het bedrijf gaat
door Kinderen zullen intussen
naar school blijven gaan, jonge
mensen zullen intussen een be
roepsopleiding moeten blijven
volgen.
Vanuit die algemene gedachte
is de nota geschreven En vanuit
de opvatting dat „levenslang le
ren" het steeds noodzakelijker
maakt een samenhangend on
derwijsbeleid te voeren Een be
leid dat weer past in een breder
beleid van vorming en studie
voor alle leden van de gemeen
schap, jong en oud. En waarbij
goed moet worden gekeken naar
het geld dat ervoor beschikbaar
is en de mensen die zo'n beleid
kunnen dragen. Je kunt name
lijk best een fantastisch mooi en
luxe onderwijsgebouw tekenen.
Maar het is verloren moeite als
het toch niet betaald kan wor
den. Of als er nooit voldoende
mensen zijn die het gebouw
kunnen bevolken.
Die gedachte vormt een van de
belangrijkste uitgangspunten
van die nota. En daaruit volgt
dan weer dat er prioriteiten zul
len moeten worden aangegeven.
Dat we met z'n allen zullen moe
ten uitmaken welke onderwijs
zaken we het eerst willen rege
len. Dat kunnen we alleen maar
als we weten:
wat de uitgangspunten van
het te voeren onderwijsbeleid
zijn;
wat de richting is die we uit
willen met dat beleid;
welke keuzen mogelijk zijn
binnen algemene kaders.
wat de gevolgen van die keu
zen zijn voor het onderwijsbe
leid en het onderwijs.
Welnu, we kunnen dat alleen
maar systematisch en met kans
op succes doen, als ons duidelijk
voor ogen staat welk doel we
willen bereiken. Als we een toe
komstbeeld voor ons onderwijs
hebben ontwikkeld. Waarbij het
onderwijs niet alleen slagvaar
dig veranderingen moet kunnen
opvagen, maar zich ook van te
voren op verwachte veranderin
gen kan instellen.
JACQUES LEVIJ
(Van onze correspondent)
CARACAS - Op politie
bureaus in Argentinië vin
den de gruwelijkste marte
lingen op verdachten en po
litieke gevangenen plaats.
De meest beruchte beulen
zijn de leden van het Argen
tijnse SS-korps, een afkor
ting voor de voluit geheten
Superintendencia de Segu-
ridad, onderdeel van het
Argentijnse politieappa
raat. Een en ander blijkt uit
een serie verklaringen van
gemartelde personen.
Alle verklaringen, die
door vrienden of familiele
den het land zijn uitge
smokkeld, melden als een
vaste inleiding hel slaan en
schoppen gedurende uren,
en soms dagelijks herhaald,
van de arrestanten. De
slachtoffers worden altijd
geblinddoekt om herken
ning te voorkomen. Veelal
worden ze geheel ontkleed
en onderworpen aan schij-
nexecuties. In vele gevallen
volgt daarna een langdu
rige behandeling met de
koeiepor of elektrische
draden.
De afgelopen maanden
zijn ten gevolge van marte
lingen op politiebureaus in
de provincie Cordoba twee
personen om het leven ge
komen. Verscheidene ge
vangenen lijden ten gevolge
van de martelingen aan ver
lammingsverschijnselen.
Toen twee jaar geleden de
peronisten - na jarenlang te
zijn vervolgd en vaak mar
telingen te hebben geleden
- van de militaire mach
thebbers de regering moch
ten overnemen, beloofden
zij plechtig een eind aan de
martelingen te maken en de
schuldigen te straffen.
Hiervan is niets terechtge
komen. Zelfs bestaat de in
druk dat de martelingen
een omvang hebben bereikt
die zeker niet onder doet
voor die tijdens de militaire
dictaturen.
Samenvatting van enkele
getuigenverklaringen:
CARMEN NUNEZ DE
ARUJ - „Op 12 december
1974 kwam de politie om
acht uur 's avonds onze ho
telkamer binnen. Bij zich
hadden ze mijn zwager van
18 jaar die ze schopten en
sloegen. Het waren tien a
vijftien personen. Degenen
die bij mij bleven (vier a
vijf) begonnen me aan de
haren te trekken en uit te
kleden. Twee van hen ver
krachtten me en iedere keer
dat ik schreeuwde sloegen
ze me. Voordien had men
mij geblinddoekt(Op
het politiebureau) daarna
kwam waar ik niet aan
wilde denken: de elektri
sche naald, die men mij toe
paste in aanwezigheid van
mijn echtgenoot en zwa
ger."
JU AN CARLOS TRI
POLI (Dertig jaar. Ge
trouwd. Gearresteerd op 16
maart 1975) - „Op die
plaats (SS-hoofdkwartier
te Buenos Aires) lag ik met
de buik op de grond, met
mijn hoofd bedekt. Men
schopte me, wandelde over
mijn rug en trapten op mijn
handen... Vijf dagen ble
ven we geboeid en geblind
doekt op de grond. Voor
tdurend werden we met de
dood bedreigd en zo nu en
dan geschopt."
MTLAGRO DEMINCI DE
CASTRO (jonge vrouw vier
maanden in verwachting op
moment van arrestatie, 23
oktober 1974, provincie
Chaco) - "...een elektri
sche diraad werd aange
bracht aan mijn been, een
andere aan mijn arm. Met
de elektrische naald be
werkte men voorts mijn ge
hele lichaam. Dit duurde
ongeveer drie kwartier. Op
een gegeven moment boden
ze mij water aan en toen ze
zeiden dat ze me het gingen
geven (ik was geblinddoekt)
stopten ze me de elektrische
naald in de mond en beloof
den ze me water te geven als
ik zou bekennen."
MIGUEL BENASAYAS
(metselaar, vrijgezel, gear
resteerd op 18 maart 1975 te
Buenos Aires) daarna
smeet men mij (geboeid, ge
blinddoekt) in een andere
ruimte, waar ik niet alleen
bleek te zijn. Andere mak
kers beklaagden zich en
vanuit de aangrenzende
ruimte klonk gegil, dal lui
der of zwakker klonk af
hankelijk van het openen en
sluiten van een deur. Na
verloop van tijd werd ik
naar de andere ruimte ge
voerd, men sloeg en trapte
me en gaven me kniestoten
in de geslachtsorganen.
Men kleedde me uit, bond
me vast op een bed en
diende me lange tijd de
elektrische naald toe, over
het hele lichaam. Naast me
hoorde ik een vrouw gillen
die gelijktijdig werd gemar
teld."
IOS S JHUR1NK
Ik lees graag interviews met
leidinggevende, beleidsbepa
lende en andere voorzittende
personen. Mijn contact met
zulke mensen beperkt zich ge-
woonl jk ook tot het kennis ne
men van wat hun tn een inter
view wordt afgetapt. Want ze'j
iets opschrijven duen zij zelden,
daar zijn ze te hoog voor. Wil
men weten wat zij denken, dan
moet er iemand op afgestuurd
worden die dat uit hun mond no
teert. Ik denk wel eens: hoe lang
zou een analfabeet een leid.ng-
gevende functie kunnen bekle
den, wanneer dat blijkbaar in
houdt dat je dan overal mensen
voor hebt? Je hoeft er alleen
maar te zijn, en waarom zou ook
die eis niet kunnen vervahen?
Dat is een van mijn steeds te
rugkerende zondige gedachten.
Z>j wordt steeds opnieuw ge
voed wanneer ik weer zo'n in
terview lees. En ik moet beken
nen, dat er tijden zijn waarop ik
mij af-raag, wat die mensen dan
eigenlijk nog ze'f doen en zelfs
wat zij doen. Soms vang ik uit
zo'n inten iew een glimp van een
antwoord op mijn vragen op en
dan ben il: e-en heel blij. Want
het is f:jn iets te weten en reken
maar dat die mensen geen onzin
vertellen. Maar later val ik dan
u eer terug in mijn oude zonde
en maak ik van alle antwoorden
nieuwe vragen.
V 'at ze allemaal doen is: dele
geren, verantwoordelijkheid
dragen en de grote lijnen in de
gaten houden. Dat kan nooit
missen en het stond dus ook
weer eens keurig bijeen in een
interview dat mijnheer Leem
ans, vroeger rector van een grote
school en nu directeur van een
grote omroep, toegestaan heeft
aan iemand van de lerarenpers.
Die mijnheer delegeert ook, tot
het opschrijven van zijn menin
gen toe. Voorzover ik begrepen
heb, spreekt hij ze wel zelf uit;
spreken is dan ook hoger dan
schrijven. Die mijnheer dus de
legeert; wat een ander kan, doet
hij met zelf. li'j is verantwoor
delijk, maar, zegt hij, „de frut
sels en de fratsels laat ik aan die
mensen over". Leuk vo- die"
mensen, denk ik dan afge
scheept te worden nwi jratsels,
en bovendien - ik denk wat af bij
zo'n inteniew - wat doet die
mijnheer, als I.'j alles gedele
geerd heeft? Of blijft hij maar
eeuwig frutsels bedenken en
vervolgens delegeren en is dat
zijn taak? En op die manier zat
hij ook verantwoordelijkheid
blijven dragen, niet als iemand
die tets doet en daar de verant
woordelijkheid voor draagt,
maar als iemand wiens taak het
is verantwoordelijkheid te dra
gen.
En wat zou de grote lijn zijn,
het beleid op lange termijn? Als
enig voorbeeld wordt in dit in
terview genoemd: „het waken
over de kwaliteit", in dit geval
van de Tros-programma's. Nu
kan van die kwaliteit van alles
gezegd worden, maar in elk ge
val ook dit: waken over kwali
teit leidt onherroepelijk tot be
moeiing met bepaalde details
die geen fratsels meer zijn; het
voert dus weg van de grote lijn,
naar het front waarde kwaliteit
gemaakt wordt. Ik zou trouwens
een klein prijsje willen uitloven
aan iemand die zich bij zo'n
woord als „grote lijn" ook maar
iets kan voorstellen. Ik ben bang
dat grote lijnen alleen maar be
staan in de fantasie van grote
lijntrekkers. Terwijl in feite zo
wel op scholen als bij omroepen
alles tamelijk bureaucratisch en
uniform verloopt en één pot nat
is, zit er op zo'n duizend plaat
sen toch nog iemand zich te ver
beelden, dat hij de grote lijn be
paalt, de kwaliteit bewaakt, ge
stalte geeft aan de eigen identi
teit, op lange termijn denkt en
meer van die beleidsbluf. Er zijn
dagen waarop ik daar niet in ge
loof en waarop ik toch overtuigd
ben dat leidinggevende figuren
inderdaad zwaar belast zijn,
maar dan met frutsels en fratsels
en verder met louter schuim,
winderige verbalistische niet-
sigheden.
(Van onze correspondent)
BUENOS AIRES - De Ar
gentijnse samenleving be
leeft een van haar ernstigste
crises van deze eeuw. Er is
sprake van een ontwrichting
op bijna alle terreinen, die
het land in een totale chaos
dreigt te storten. Het poli
tieke geweld heeft de afgelo
pen twee jaar een ongekende
climax bereikt: ruim duizend
doden. De inflatie is al opge
lopen tot tachtig procent en
zal op het eind van dit jaar
150 170 procent bedragen.
„Lanusse kom terug, wij
schenken je vergiffenis" luidde
een slogan die de afgelopen da
gen op enkele muren in Buenos
Aires verscheen. De leus was
ongetwijfeld als grap bedoeld,
maar is tekenend voor een breed
verspreide mening, dat het leven
onder de vorige militaire dicta
tuur van generaal Lanusse beter
en veiliger was dan onder de
huidige democratisch gekozen
peronistische regering.
Wanneer grijpen de militairen
in In augustus of september
aanstaande, zeggen insiders te
weten, maar in de strijdkrach
ten schijnt men het onderling
hierover nog lang niet eens te
zijn. De verschillende militaire
regeringen toonden in het verle
den keer op keer aan v an regeren
geen kaas te hel ben gegeten.
Hun onbenullige optred ji in di
verse regeringen kan zelfs voor
een deel als oorzaak van de hui
dige crisis worden aangewezen.
ONBESTUURBAAR
Op 25 mei 1973 mochten de
peronisten na achttien jaar te
zijn genegeerd of vervolgd van
de militairen de regering over
nemen. Terecht gaven zij toen de
schuld voor de moeilijkheden in
Argentinië aan hun voorgan
gers. Twee jaar met peronisti
sche regeringen hebben nu aan
getoond dat het land zonder
maar ook met de peronisten
nauwelijks bestuurbaar is. Zelfs
hebben de peronisten door hun
onderlinge ruzies, gebrek aan
planning en door de machtswel
lust en corruptheid van som
mige van hun leiders de crisis in
de Argentijnse samenleving
flink aangewakkerd.
De peronistische regering
heeft vooral na dedood van Juan
Domingo Peron 1 juli 1974bij
zonder veel irritaties opgewekt.
Genoeg om een militaire staats
greep te provoceren De tradi
tionele redenen die in het verle
den tot staatsgrepen leidden,
lijken niet aanwezig; de peronis
tische regering liet vooral na de
dood van Peron zijn zigzagkoers
tussen centrum-links en
ISABEL DE PERON
centrum-rechts geheel varen
voor een beleid tussen rechts tot
uiterst rechts. Het enige wat de
rechts-Iiberale sectoren in de
strijdkrachten verontrust is de
toenemende invloed in de rege
ring van de pro-fascistische sec
toren.
Verscheidene militaire en
burgerlijke autoriteiten lieten
kort na de val van Vietnam en
Cambodja in toespraken hun
angst blijken voor een toekom
stige machtsovername door re
volutionair links in Argentinië.
Ondanks een snelle groei van de
guerrilla-invloed in met name
de grote industriële centra is
deze vrees zeker op korte ter
mijn niet reëel. Wel neeft het fa
lend beleid van de voorgaande
militaire en de huidige peronis
tische regering de opkomst van
de guerrilla (in 1969 ontstaan)
dusdanig bevorderd, dat zij nu
een nauwelijks weg te denken
macht vormt in het Argentijnse
gebeuren.
OORLOGSPOLITIEK
De peronistische regeringen
hebben de afgelopen twee jaar -
ongewild - bijgedragen aan de
opmars van revolutionair of ge
wapend links:
door met de links-
peronistische guerrilla-
organisatie Montoneros een
ware oorlog op leven en dood te
beginnen, waardoor deze en an
dere links-nationalistische
stromingen in het kielzog kwa
men van de machtige marxisti
sche guerrilja-organisatie ERP
(het merendeel van de ruim dui
zend vermoorde personen waren
linkse peronisten);
door veelal via verkiezings
fraude gewapende bendes en
zonodig politieoptreden de vak
bonden onder controle te hou
den of ze te veroveren voor vaak
corrupte rechtse peronisten met
als gevolg een verradicalisering
naar uiterst links van belang
rijke groepen arbeiders in met
name de grote fabrieken;
- door een totaal onevenwich
tig regeringsbeleid wat voor een
belangr jk deel de economische
crisis heeft bevorderd met als
gevolg een ernstige vertrou
wenscrisis in brede sectoren van
de middenklasse en, in wat min
dere mate, de arbeidersklasse in
een groeiend verzet van agrari
sche sectoren, kleine ïndustrieë-
len en zelfstandigen.
De inflatie is in een jaar tijds
van bijna nul tot tachtig procent
opgelopen De gigantische prijs
stijgingen die deze maand (juni)
zijn losgebarsten, beloven over
1975 tenminste een verdubbe
ling van dit inflatiepercentage.
De buitenlandse schuld is opge
lopen tot ongeveer negen mil
jard dollar, waarvan dit jaar
ruim drie miljard zou moeten
worden afgelost. Dit is een on
mogelijke opgave gezien de
scherpe daling van de reserves
tot 7 800 miljoen dollar en
doordat sinds het eerst sinds ja
ren de handelsbalans over 1975
zeer waarschijnlijk geen positief
saldo zal opleveren De han-
delsbalansmoeilijkheden zijn
voor een deel toe te schrijven
aan de gedeeltelijke sluiting van
de EEG-markt voor Argentijns
vlees, maar bijvoorbeeld ook
aan de enorme illegale exporten
(smokkel), welke waarde mo
menteel wordt geraamd op zo'n
800 miljoen dollar per jaar, on
geveer 25% van de officiële ex
port per jaar.
Na de dood van Peron kwam
de peronistische regering in
handen van de vice-president
Maria Estela Martinez de Peron
(kortweg „Isabel" genoemd) en
haar rechterhand de minister
van sociale zaken José Lopez
Rega. Alhoewel dit duo geen al
te hoge dunk genoot, was men
vrij algemeen van mening dat
met deze „natuurlijke" opvol
gers van Peron maar volgehou
den moest worden tot de verkie
zingen van 1977.
Met de voortwoekerende cri
sis en de opmars van revolutio
nair links begon de twijfel
evenwel te groeien. Welke mid
delen blijven er nog over om de
huidige in gevaar gekomen eco
nomische ordening te redden?
Het min of meer falen gedurende
de afgelopen decennia van zo'n
tiental experimenten en rege
ringen beperkt het aantal moge
lijkheden. Een drietal alterna
tieven zijn momenteel in Argen
tinië in studie:
- een militaire staatsgreep
waarbij militairen een progres
sief jasje aantrekken en over
eenkomstig het Peruaanse voor
beeld wat structurele hervor
mingen gaan doorvoeren, zoals
participatie van de arbeiders in
de ondernemingen, nationalisa
ties en een soort grondhervor-
ming - als pluspunt wordt ge
noemd dat de links-
peronistische Montoneros dit
plan zullen steunen (de ERP
niet), waardoor een verdeling
van gewapend links wordt ver-
kregen;
- een militaire staatsgreep
naar Chileens voorbeeld (waar
voor de plannen klaar zouden
liggen), wat het liquideren van
tien- a twintigduizend personen
met linkse sympathisanten in
houdt - behalve een vijandige
internationale reactie heeft het
plan het nadeel dat revolutio
nair links, en met name de ERP,
door een dergelijke operatie
nauwelijks wordt aangetast en
waarschijnlijk binnen een of
twee jaar machtiger dan ooit te
rug zal slaan;
- het „vrijwillig" aftreden van
de huidige presidente en het ka
binet, waarna of onmiddellijk
nieuwe verkiezingen plaatsvin
den of tot de verkiezingen van
1977 een tussen-kabinet zal re
geren waarineventueel verschil
lende partijen, destnjdkrachten
en de vakbonden vertegenwoor
digd zullen zijn - het voordeel is
dat de parlementaire democra
tie intakt blijft wat een rem
mende invloed kan hebben op de
aantrekkingskracht van de in de
klandestiniteit opererende
links-revolutionaire groepen.
De komende twee a drie
maanden zal blijken of een van
deze drie alternatieven de over
hand krijgt of dat men met de
huidige regeringsploeg blijft
voortstrompelen tot 1977.
JOS SCIIURINK