Alcohol riskante vriend; sluipende vijand Relaas van Dietert, een alcoholist sten Met de regelmaat van een klok worden er met cijfers onderbouwde berichten gepubliceerd over toenemend alcoholgebruik. Procentuele toename en toename door dat de leeftijd, waarop jonge mensen hun eerste pilsje of hun eerste borreltje drinken, naar beneden verschuift. Praktijk Stress Steun Gevecht age en srhout. jw van ktie en •cono- leeftijd work- ngetsa ertrou- wij een et uitgebreide ie goede toe- nze gedachten ca 22-26 jaar, niveau, die ^genschappen, enst. uitstekende een dertiende ing, vakantie- 20 werkdagen schriftelijk of net de direktie 1-57, telefoon hoort tot I] en het iten voor voedings nes tot het lie naast met monel, soorten, ouw, snde afdeling uime net onze functie ang van van rking schrifte- n aan )ofd 59 te Goes uitmakend U Üat zal allemaal wel zijn verklaringen hebben. Wie op dit moment niet van gestegen welvaart wil horen zal toch minstens moeten toegeven dat er meer besteedbaar geld is. En er is een heel ander leefpatroon ontstaan. Vroeg naar bed en vroeg opstaan is langzamerhand alternatief. Een ochtend die later begint en een avond die langer duurt hebben zo hun consequenties. Vriendenontmoetingen en zakelijke contacten, die vroe ger „versierd'* werden met een kopje koffie, zijn tegenwoordig al snel aanleiding „iets anders" te schenken. Op zich is dat oirbaar en blijkbaar wel te bekostigen ook. Maar hoevet er ook in onze opvattingen, in ons normbesef, in ons leefpatroon veran derd is, de invloed - en soms de greep - die alcohol op iemands leven kan hebben is niet verminderd. Integendeel zelfs, in deze bloeitijd van de neurosen krijgt alcohol als een soort moordende troost misschien wel meer kansen dan ooit. TT" - Het is niet waarschijnlijk, dat iemand ooit gewild en bewust alcoholist is geworden. Immers, alcoholisme is een verslaving en slavernij aanvaardt niemand vrijwillig. Aan het begin staat altijd het eerste gezelligheids borreltje, het statusborreltje, het sociale borreltje. Voor een aantal mensen voert dat in kor tere of langere tijd naar de kwade dag van de erkenning, dat hun normale alcoholgebruik (maar wat is voor wie normaal?) ontaard is in alcoholisme. Het is eigenlijk een oud ver haal, bijbels-oud zelfs, dat van het drankmisbruik. Maar wat er ook aan afschuwelijks over ge zegd wordt, de les moet blijk baar steeds opnieuw geleerd, het verhaal steeas opnieuw verteld worden. Dietert, een nu 45-jarige jour nalist van Groningse afkomst, is een van die vertellers. Van zijn hand is een boek verschenen, dat als titel draagt „Mijn naam is Dietert en ik ben alcoholist" Die titel heeft zijn geschiedenis De schrijver is lid van de AA, de momenteel wereldomspan nende organisatie van Ano nieme Alchoholisten. Leden van de AA kennen elkaar alleen bij de voornaam, zoals deze schrij ver ook alleen zijn voornaam vermeldt. Wanneer ze tijdens een AA-btjeenkomst het woord voeren beginnen ze, haast ritu eel, met de woorden: „Mijn naam is... en ik ben alcoholist". Dietert is in dubbel opzicht een man van de praktijk. Eer stens doordat schrijven zijn vak is, maar daarnaast doordat hij een jarenlang gevecht tegen het alcoholisme zelf heeft moeten voeren en nog voert. Wanneer een AA-lid van zichzelf zegt - efl in hun ogen heeft daar niemand anders het recht toe - dat hij al coholist is, dan kan het gebeu ren, dat hij, zoals dat heet, al tientallen jaren „droog" is. Maar alcoholisme blijft. Een onthouding van een maand, een jaar, tien jaar, twintig jaar spreekt een AA-lid niet zo erg aan. Nog veel minder de belofte, aan wie dan ook gedaan, nooit meer te drinken. Niemand kan voorzien óf hij zo'n belofte ge stand kan doen. De praktijk van menige verslaafde heeft bewe zen, hoe broos die woorden „nooit meer" kunnen zijn. En anders de gastenboeken van de .lellinek-Kliniek voor alcohol verslaafden in Amsterdam wel, waar dezelfde namen met soms lange, maar soms ook korte tus senpozen in voorkomen. De succesformule van de AA blijkt dan ook te zijn een van haar grondregels: „Je moet je voornemen, déze 24 uur niet te drinken" Een etmaal is te over zien en in de hand te houden, „nooit meer" niet En na die 24 uur, met of zonder succes, is er telkens weer een nieuw begin, met nieuwe hoop en met nieuwe kansen. Het boek van Dietert is eigen lijk nauwelijks een boek. Dat is het zeker niet in die zin, dat het een levensgeschiedenis zou zijn. Het is eerder een bundel opstel len, waarin een man de scherven van zijn vroegere leven zit te be kijken en. meer tot lering van anderen dan van zichzelf, pro beert te achterhalen, hoe en waar de eerste barsten zijn ont staan en waarom herstel telkens weer mislukte. Niettemin laat het zich lezen als een roman. En die levensge schiedenis is er ook wel uit te halen. Dietert is getrouwd ge weest en heeft twee kinderen. .Zowel zijn werkomstandighe den als de situatie in zijn gezin blijken een funeste invloed op hem te hebben gehad. Het redac tiekantoor en de huiskamer noemt hij „stress-plaatsen", die spanningen in hem opriepen die hij met niet eens zoveel drank probeerde af te reageren. Hei liep weieens uit de hand, maar zegt hij er nu zelf van, dat was niet verontrustend, want het was niet symptomatisch. Noch dé hoeveelheid drank, noch het aantal keren. Maar ei was iets anders dat wél veron trustend was, namelijk de dwang die er achter zat. Tussen de spanningszónes, de redactie en de huiskamer, vertoevend, moést hij elke dag die paar gla zen drinken, onderweg in een buurtcafeetje. Dat moéten, die vorm van onvrijheid, is duide lijk al alcoholisme, zelfs al gaat het maar om twee pilsjes. Langzamerhand werden de hoeveelheden trouwens groter, zo groot, dat mensen in zijn om geving hem gingen waarschu wen. Dan komt snel het eerste dieptepunt. „Ik zag wel in dat men gelijk had en probeerde wat te minderen. Maar het excessief drinken kwam met steeds kor tere perioden terug en het ein digde er voorlopig mee, dat ik, 34 jaar oud, voor mijn eerste kuur naar de kliniek ging". Voorlopig...Die eerste kuur leek jarenlang succes te hebben. Een jaar lang niets drinken en daarna een aantal jaren heel voorzichtig. Toen, na zeventien jaren, brak zijn huwelijk. Dietert: „Als oor zaak werd drankmisbruik opge geven, hoewel mijn vt-quw in die periode ongeveer evenveel moet smg of de troost, of de vergetel heid in de roes van alcohol. Schrijnend noteert hij daarna: „In die dagen heb ik vaak terug gedacht aan de periode, toen drinken nog een (onschuldig) pleziertje voor me was". Terloops vertelt Dietert in zijn boek, hoe hij in de zwarte jaren na zijn echtscheiding tweemaal een mislukte poging tot zelf moord heeft gedaan. Pogingen tot een finale „oplossing" die al- noteerde ze in zijn goede uren en dagen om ze later, als hij het weer moeilijk zou krijgen, te kunnen lezen en herlezen. Voor zijn eigen steun. Pas toen het in de loop der jaren een kleine ver zameling geworden was besloot hij er een boek van te maken. Halverwege dreigde dat te mis lukken. Maar toen kreeg de di recteur van de Jellinek-kliniek, mr. Dees Postma, het half afge werkte manuscript in handen. Hij was het die Dietert ertoe hebben gedronken als ik. We gingen samen naar het buurt café of naar de stad, en dronken ook thuis gelijk op". Dat kapotte huwelijk met alle gevolgen van dien, heimwee, eenzaamheid, verlangen naar vrouw en kinderen, mislukte i om het „weer goed" te leen maar door uiterste vertwij feling kunnen zijn ingegeven. maken, is een breekpunt in zijn leven geworden Tegen beter weten in - en hoeveel verslaaf den zullen hem dat niet na kun nen zeggen - zocht hij de oplos- Het merkwaardige is, dat Die tert aanvankelijk helemaal geen boek heeft willen schrijven Wat hij wel gedaan heeft is, bij al zijn andere pogingen de teugels zelf weer in handen te krijgen, noti ties gemaakt. Voor zichzelf. Hij wist te bewegen zijn boek af te werken. Een boek waarvoor Postma een voorwoord schreef Daar staat over Dietert in „Verwachtingen werden teleur gesteld En de alcohol kwam te rug. Heviger, gemener dan tevo ren". Aan het eind van zijn voorwoord schrijft Postma „Herstel? Op het ogenblik gaat het best. Vandaag - verder zien is niet nodig". Voor Dietert zelf is het boek dus een onderdeel en misschien wel een heel belangrijk onder deel van zijn therapie geweest. Maar daaraan ontleent het niet zijn enige betekenis. Het kan van evenveel waarde zijn voor anderen, die via deze weg gele genheid krijgen achter de schermen te kijken in het leven van een man die voortdurend moet vechten voor zelfbehud. Die er niet voor schroomt om in tens persoonlijke gevoelens on der woorden te brengen of om zijn steeds weer terugkerende zwakte te erkennen en te be schrijven. Maar juist dat alles maakt, dat de over het algemeen toch vrij zakelijk geschreven op stellen zo ongewoon boeiend en aansprekend zijn. Overigens, Dietert weet dat zijn eigen zwakten en zijn eigen mislukkingen ook die van ande ren zijn. Vanuit zijn ervaringen met lotgenoten in de kliniek ver telt hij ook over anderen Die net als hijzelf vertwijfelde pogingen hebben gedaan, soms jarenlang, om hun voortdurende nederlaag voor hun gezin, hun vrienden, hun omgeving verborgen te houden die allerlei kunstmidde len en kleine bedriegerijen be dachten, in eindeloze variaties, om ongemerkt te kunnen drin ken Puur zelfbedrog om de schijn op te houden naar de buitenwe reld. Maar in wezen wordt daarmee natuurlijk het pro bleem alleen maar vergroot, omdat daardoor ook, al merken anderen het niet, de behoefte aan alcohol wordt gevoed. Een voorbeeld van zo'n schijnma noeuvre: op enkele plaatsen in huis flessen drank verbergen. Als je dan 's nachts uit pure be hoefte aan alcohol niet kunt sla pen ga je uit bed en drinkt snel en stiekum een paar borrels. Maar voor je weer naar bed gaat trek je het toilet door. Mocht je vrouw wakker zijn geworden, dan heb je je afwezigheid een reden gegeven... Het is geen wonder, dat Die tert in zijn opstellenbundel ook de nodige aandacht besteed aan de organisatie van Anonieme Alcoholisten en aan weten schappelijke onderzoekingen naar het verschijnsel alcoholis me. Met name dat laatste on derwerp is voor velen misschien niet het boeiendste deel van het boek, maar het maakt minstens duidelijk, dat het probleem in zijn volle omvang wordt gezien en bestudeerd. Alle wetenschap op een hoop kan echter met meer doen dan begeleiden Het blijft altijd inde eerste plaats en voor het belang rijkste deel een zaak van de man of de vrouw zelf, die bereid moet zijn tot een bewust, levenslang gevecht tegen de alcohol, die met een „gezell ig glaasje" in zijn of haar leven gekomen is Dietert toont aan dat dit kan, hoe moeilijk het ook is Al is het alleen maar voor deze 24 uur En daarna voor de volgende. Enzo voort. TOON KLOET („Mijn naam is Dietert en ik ben alcoholist". Uitgeverij Tele- boek. Bussum, prijs 19.001

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 13