breda
13e Biënnale Middelheim
Beelden Buiten Bouvigne
toerisme
Katia Mann vertelt over haar Man(n)
STROOMVERSNELLING
Mozart, Beethoven en Bach favoriet
Van Peursen in eenvoudigeyiitgave
WIJ
B Uit-
xpositie
ijdschrift
xpositie
-jM
oek
lëne
liceerd:
iding
Ming voor de
3 enige
i de studie
678/0057
meer de
nging
e chemische
utaire
jiogische
lemische
rrein van de
15,- per maand.
ummer
rrlljke
venhage.
d
erpieegkundige-A
ontstaan voor een
nasi met de prak
ten op de verschil-
wi| nem/haar ver
in van theoretische
zi|n van het diplo-
rvaring te beschik-
etische opleiding.
hebDen gevolgd of
orkeur
)r inlichtingen wen-
jotd opleiding (tel:
hten aan de atde-
skenhuis
ziekenhuis
lelaan 19 - 21 breda
fe'fe fe
e NATUUR en sculptuur; beel
den buiten bij kunstzaal De
Hoge Hees, tussen Steensel en
Eersel. Eerste lustrum-expositie
met werk van Hilde van
Andel-Brückmann, Hans van
Eerd, Nel van Lith, Niels Lous,
Dick van der Linden en Jan
Meefout. Tot 24 augustus,
e EINDEXAMEN-werk van
leerlingen van St. Joost in aca
demiegebouw St. Joost te Breda,
zaterdag 21 juni van 10-17 uur;
zondag 22 juni van 14-17 uur en
maandag 23 juni van 10-17 uur.
KONINKLIJKE subsidie voor
schilderkunst ging dit jaar naar
Hans Boer, Rotterdam; Arie van
Geest, Rotterdam; Dirk Gorter,
Den Helder, Burgert Konijnen-
dijk Rotterdam, A. Leeuwen
Almelo, J. van Oord Werken
dam. Er waren ongeveer 150 in
zendingen. Expositie van het
werk; tot 30 juni, in schouwburg
van Den Helder.
GRAFIEK uit Hongarije; tot
en met 25 juni op werkdagen
tussen 15-17 uur te bekijken in
bedrijfsrestaurant IFF Zeven-
heuvelenweg, Tilburg.
ZESDE Zeezangfeest in Kur
saal Oostende op 11 juli om
20.30 uur met het Renaat Ver-
emanskoor, Jef Burm, Aglaja,
Lode Dieltiens, De Jagerskapel,
Die Rooselaer, Willem de Meyer
en Fernard van Durme.
ZOMER-expositie in BKS-
gebouw, Spoorlaan, Tilburg.
Tot 29 juni plastieken van o.a.
Hans van Eerd, Hans Goddef-
roy, Cees Vet, gouaches van
Evarsky Blom en Ben van Rooy
en grafiek van Peter Bes, Hüde
Möhring e.a.
DARIO Villalba, Spaanse
kunstenaar met constructies,
drieluiken en schilderijen - cri
sis der mensheid als onderwerp
- tot 14 juli in museum
Boymans-Van Beuningen, Rot
terdam.
GERARD Schaperkötter,
schilderijen, etsen, achterglas
schilderijen en monotypes van
Bert Loerakker met schilderijen
en,aquarellen rond het thema
„vervreemding van het land
schap", tot 21 juli in De Beyerd
te Breda.
Wie nog de iilussie mocht hebben, dat hedendaagse Aziati
sche beeldhouwkunst - met name uit India, Japhn en Turkije
toch nog wel een geheel eigen karkater moet hebben, zal
bedrogen uitkomen. Het 25-jarige befaamde openluchtmu
seum voor beeldhouwkunst MIDDELHEIM uit Antwerpen
heeft op dit moment zijn dertiende BIËNNALE. Uit de drie
genoemde landen zijn ruim 130 sculpturen bijeengebracht,
die vertellen, dat de Aziatische beeldhouwkunst - althans in
deze landen - in de vaart der volkeren is opgenomen. Hier en
daar zit nog een snufje foklore en met wat goede wil en de
nodige redeneringen kun je er nog wel wat eigenheden uitpu
ren. De landen-formule van Middenheim is verouderd.
De grootste verwachtingen
liggen ongetwijfeld bij India.
Afgezien van het feit, dat de
oude oosterse cultuur uit India
bij velen in onze westerse sa
menleving een bepaalde aan
trekkingskracht bezit, is op dit
moment het bewaren van au
thentieke gegevens in dit land
ook het sterkst van de drie; het
nationalisme het felst van de
drie. Het is óók het armste land.
De inzending steekt dan ook -
kwantitatief - b.v. nogal af tegen
die uit Japan.
Bij de sculpturen uit India
vind je iets terug van oer-
archaische vormen; van oude
iconografische gegevens; van
Tantristische begrippen; van
fokloristisch bronsgieten. Maar
het land worstelt nog met een
Brits kolonialisme; het expre-
sionisme, het constructivisme en
andere westerse ismen zijn
voorname bestanddelen geble
ven. Toch heeft deze inzending
vaak iets vertederends, waarbij
namen als Dhan Raj Bhagat,
Shashi R Chowathey, Dhar-
mani Balbir Sigh Katt, Amar
Sehgal u waarschijnlijk weinig
zullen zeggen. Werk, dat uiteen
loopt van een krachtige monu
mentaliteit tot een volkskun-
stachtige verwerking van beeld
en materiaal Het meeste werk
uit India - en dat geldt ook voor
een zeer groot deel van de sculp
turen uit Japan en Turkije - pas
sen beter in een besloten ruimte.
Hoewel twee paviljoentjes daar
wel iets aan doen, is het park
Middelheim meereen toevallig
heid.
De Japanse inzending maakt
een robuustere indruk en heeft
een bijna geheel westerse (Ame- -
rikaanse) „glamour". Ook in dat
land zijn beeldenbiennales ge
liefd en de Middelheim-collectie
is samengesteld uit deelnemers
aan de openluchttentoonstellin
gen in Ubeen Kobe Middelheim
heeft in zijn vaste collectie al
Japanse werken (Teshigahara),
sedert de deelname van dit land
aan de Biennale van '67. Con
structivisme, conceptual-art, si-
tuationisme en noem maar op;
SAMENSPEL-4: Dit nummer
heeft als onderwerp de Toneel-
nota van CRM. Door de een ver
guisd, door de ander geprezen
In Samenspel wordt uiteraard
ingegaan op de plannen van de
nota met het amateurtoneel.
Dan is er het een en ander te
prijzen. „De ontgrenzing van
het toneel,", zet Jan Velzeboer
boven zijn verhaal, waarbij hij
o.a. zegt dat de kloof tussen
amateur- en beroepstoneel door
de beroepsgezelschappen voor
tdurend bewaakt wordt. Nog
een andere opmerking: „Sinatra
moet zonodig komen tegen een
avondgage waarvoor een ge
middelde Nederlander 10 jaar
moet werken. Geboycot moet hij
worden! En de impresario aan
geklaagd bij de economische
rechter wegens ongeoorloofde
prijsopdrijving". Velzeboer
wijst verder vooral op de uit
werking van de gedachte van re
gionale toneelcentra door de
Noordhollandse culturele raad.
„Een logische interpretatie". H.
Zeevalkmg is ook nogal tevre
den met de nota, al komt het
amateurtoneel er te bekaaid af.
Hij vraagt zich ook af wat het
verschil is tussen provinciale
toneeladviseurs en de beroep
sacteurs, die zich straks moeten
inzetten voor het amateurto
neel? „Daarom véél geld voor
Proloog en geen cent voor Care!
Briels", roept Rudi Kagie.
Waarom? Te lezen in: „Het vor
mingstoneel heeft een bood
schap voor ons". Tenslotte een
interview van Wim Odé met drs
Th. van Velzen van CRM Hij
zegt o.a. „De toneelwereld mag
wel over de nota meespreken,
maar we) tegen de achtergrond
van het algemeen belang"; wat
dat dan ook moge zijn. (Samen
spel, Zandpad 28, Maarssen).
BOUVIGNE BEELDEN BUITEN kan dit jaar een park vol
misverstand worden. Ik geloof, dat ik hardop zeg wat velen
waarschijnlijk zullen denken: „moet ik naar die schroothoop
gaan kijken?". De burgemeester van Breda drukte het bij de
opening veel parlementairder uit door te zeggen, dat de ten
toonstelling „niet lief en niet erg esthetisch" is. Op het geheel
wordt dan het etiket „constructivisme" geplakt, met wat
gemompel over een geïndustrialiseerde wereld èn de beelden
mogen als toeristische trekpleister blijven staan; een situatie
waarbij kunst en toerisme samenvallen. Een ander misver
stand.
Dat misverstand wordt over
igens in de hand gewerkt door de
presentatie. De plastieken, die
luist het begrip van onze burger
lijke welvaartsmaatschappij
willen laten springen, zijn als
losse monumentjes - als tuin
beelden van, noem maar op,
Andriessen, Nic Jonk - in een
keurig aangeharkte burgerlijke
tuin uitgestald ter aanbidding.
Met een bepaald soort breedheid
van opvatting worden de „beel
den" geduld. De tuin wordt tens-
lotte met
overeind gehouden en dan krijgt
die gemeenschap er ook iets voor
terug. Kunstenaars hebben het
recht, zo wordt gezegd, hun ei
gen visie te tonen Maar dan wel
binnen een kader, die de zeg
gingskracht ervan ontkracht.
Een tentoonstelling van con
structivistische beelden. Nu
wordt onder het begrip con
structivisme zoveel bijeenge
harkt, dat het een weinig zin
volle benaming is geworden. Na
de laatste oorlog sloeg het een
tijdlang op een belangrijk deel
van de geometrische-abstracte
kunstuitingen. Maar de term
zelf werd al in 1913 bedacht
Sculptuur uit India van Gujral
door de Rus Tatlin; met name
voor zijn eigen werk: reliëfs,
vervaardigd uit elementen van
verschillende materialen. De
richting, die daarna vanuit
Moskou ontstond (1920. Realis
tisch Manifest van Gabo en Pe
vsner) verwerpt de statische
kunst en wil o.a. door losse vor
men en constructies in de ruimte
de ritmische beweging weerge
ven. Moholy-Nagy en Kemény
ontwikkelden het tot
dynamisch-constructivisme en
experimenteerden om mens,
materiaal, kracht pn ruimte te
verenigea
Het actuele neo-
constructivisme wil echter geen
gewone vernieuwing van het
oorspronkelijke constructi
visme zijn, maar een volledige
nieuwe ontwikkeling in allerlei
vormen. Maar het is niet zo
moeilijk om praktisch alles
waarmee hedendaagse kunste
naars bezig zijn aan de basis van
het constructivisme terug te
vinden. Zelfs de pretentie om
geen „kunst" - geen esthetische
dingen, die het oog strelen - te
maken, maar om intellectuele,
emotionele, sociologische en
technische elementen in een to
taliteit bij elkaar te brengen,
stammen uit de aanzetperiode
Afgewezen worden kunstwer
ken, die geïsoleerd naast het le
ven staan; vrijblijvende toe
standjes.
p Dick Fluitsma laat „oud roest" leven
het zit er allemaal in. Er staat
een monumentaal koperen hart
van Keiko Yoshida, dat indruk
kan maken, vormgevoelige ste
nen van Nagare (ex-piloot, die
het Wedergeboorte-monument
voor het Lincoln Centre in New
York maakte); kinetische ringen
van Ito; goed gevonden synthe
tische capsules van Kimura;
ruimtelijke situaties van Eguchi
en Tsuchitani om enkele van de
45 plastieken met naam te noe
men. Er is zo van alles aan de
hand in Japan; als in de westerse
wereld. En het wordt vaak met
heel veel overtuiging en vak
manschap gedaan. Niet zo ty
pisch Japans, maar eerder type
rend voor het internationaal be
eldend bezig zijn.
Turkije, met een dertigtal
kleine werken vertegenwoor
digd, is de zwakste van de drie.
Hoewel dit land me voor de geest
staat als een gebied met zeer
oorspronkelijke abstrakte figu
raties, is de collectie - op enkele
uitzonderingen na - heel wes
ters; ouderwets westers. De tra
dities van Rodin, Bourdelle en
Maillol werkten er door; geëx
perimenteerd wordt er - zo te
zien - nog betrekkelijk weinig.
Beelden van Hakki Karagitog-
liu, Haluk Tezonar, Denizhan
zijn vakbekwaam gemaakt; een
kop van Bölükbasi; een kwartet
van Kubussen van Müritoglu;
een vorm van Safkan....; je blijft
er wel even bij stilstaan. Je
denkt: er is in Turkije nog niet
zóóveel op gang gekomen.
Middelheim blijft altijd een
belevenis. Behalve deze oriënta
tie in de hedendaagse Aziatische
beeldhouwkunst is er nog een
expositie Middelheim 25, gewijd
aan de negen comité-leden van
het museum: Cornelisse Dupon,
Gentils, Kreitz, Macken, Joris
Minne, Poot en Puvrez, met
daarnaast natuurlijk de vaste
collectie. Tot 5 oktober kunt u er
terecht.
Het concertbezoek in Neder
land is volgens het Contactor
gaan van Nederlandse Orkesten
de laatste jaren goed op peil ge
bleven. Uit een voorlopige op
gave van het Centraal Bureau
voor de Statistiek blijkt dat de
1280 concerten die tijdens het
seizoen 1973-1974 werden ge
geven door 1.098.140 mensen
werden bijgewoond. Dat is
50.000 minder dan het voor
gaande seizoen maar toen gaven
de symfonie-orkesten 86 concer
ten meer. De concertzalen wa
ren volgens het CBS gemiddeld
voor 75 procent bezet, hetgeen
een stijging betekent ten op
zichte van het voorgaand sei
zoen (73 procent). De gemid
delde belangstelling per concert
steeg in het afgelopen seizoen
tot 854 (1972-1973: 839) bezoe
kers.
Bijna 82.000 jongeren gezoch-
ten 123 jeugdconcerten. Hoewel
de gemiddelde bezettingsgraad
van 77 procent boven het alge
meen gemiddelde van 73 pro
cent lag was het bezoek in
1972-1973 duidelijk minder dan
het voorgaande seizoen toen
ruim 94.000 jongeren de concer
ten bezochten.
In het gespeelde repertoire
viel blijkens de CBS-statistiek
een sterk accent op werken uit
Het is nu (ook) het THOMAS
MANN-jaar De naam van deze
befaamde Duitse auteur zal niet
zoveel mensen, denk ik, iets
doen De meeste lezers zullen
misschien niet weten wie hel
was7 En dan is het best aardig
om het boek van zijn weduwe
KATIA MANN-PRINGSHEIM
te lezen, waarin zij onder de titel
HERINNERINGEN AAN DE
TOVENAAR (vert. Couthino.
uitg Arbeiderspers f 26,50) ver
telt over haar beroemde man
Een treffend portret, dat goed
kan dienen als basis voor- en in
leiding op het lezen van een of
meer Doeken van zijn hand Er
verschijnen dit jaar heel wat
vertalingen.
In 1973 vierde de weduwe van
Thomas Mann haar 90e venaar-
dag In interviews gaf ze toen
blijk, aldus de mededelingen bij
het boek. uitermate scherpzin
nig en verhelderend over de n
guur en het werk van Thomas
Mann te kunnen vertellen Maai
consequent bleef ze weigeren
ook maar iets van haai herinne
ringen op schrift te zetten.
Slechts op aandrang van haar
zoons Michel en Golo, ging ze
overstag Met bril en potlood
gewapend zat ze dag in dag uit
Katia Mann „Ik heb in mijn
leven nooit kunnen doen, wat ik
had willen doen"
op haar terras aan het meer van
Zilrich te schrijven. Michael
Mann en Elisabeth Pelssen
voerden de eindredactie,
waarna dit boek het resultaat
was Uit het materiaal werden
ten dele tv-gesprekken ge
maakt, die er ook in verwerkt
zijn.
In Meine ungeschriebene
Memoiren blijkt Katia Mann
niet alleen over een goed geheu
gen te beschikken, maar ook op
een onderhoudende manier te
kunnen verteilen, niet alleen
over Thomas Mann, maar tege
lijk over een aflopende periode
de burgelijke periode waann
haar man zich als de laatsti
grote Duitse verteller voelde
Het zijn geen diepgravende be
schouwingen, maar anecdotes
met hier en daar een licht krui
sche ondertoon Een opgewekte
vrouw naast een met zo gemak
kelijke man, die - overigens
zonder bitterheid - tenslotte
verklaarde „Ik heb mijn leven
nooit kunnen doen wat ik had
willen doen".
Een belangrijk deel van het
boek vertelt over de bestaan-
sachtergronden van Manns boe
ken, vooral over de personen,
die uit de realiteit model ston
den voor zijn romanfiguren; de
boze reacties en verwarringen
die deze teweeg brachten. De
ontstaan-geschiedenis van
Budden brooks, Königliche Ho-
heit, Der Zauberberg en vele
anderen.
Uiteraard komen ook aan de
orde de maatschappelijke denk
beelden van Thomas Mann, die
van conservatief monarchist tot
liberaal republikein, tot fel
anti-fascist en radicaal demo
craat ontwikkelden, de weers
lag die dat had in de nazi-tijd en
zijn emigratie en „terugkeer'
naar Duitsland. „Heinrich
(Mann) was zeer links, dat was
bekend Maar van de zoge
naamde bourgeois schrijvers
was Thomas Mann de enige die
zich tegen de nazi's heeft ge
keerd", schrijft Katia
Ook over de spanningen met
zijn broer Heinrich en andere
familiale gebeurtenissen vertelt
ze; op een milde toon. Verder
kom je in de relatiekring van de
Manns veel bekende figuren
tegen, over wie ze overigens niet
erg roddelt, ook al was er aan
leiding toe. Over Brecht zegt ze
niet zoveel. Heel eufemistisch
klinkt het „Bert Brecht en mijn
man hadden geen sympathie
voor elkaarBrecht was een
slimme vent. Hij hield zich van
den domme en anderen waren
dom" Over Adorno, die Mann
muzikale adviezen gaf bij zijn
Faustus, waarover troubles ont
stonden „Hij was immers soms
net gek, zo pretentieus en blas-
sé" Ze schrijft over hun ont
moetingen met Herman Hesse,
Franz Werfel, Stefan Zweig,
Uit de volledige statistiek van
het concert- opera-operette- en
balletbezoek 1972-1973 blijkt
dat in 186 gemeenten concerten
werden gegeven. Een sterke
concentratie van het concertbe
zoek is te vinden in Amsterdam,
Arnhem, Den Haag, Rotterdam
en Utrecht met 50 concerten of
meer. De in totaal 478 concerten
in deze gemeenten trokken meer
dan de helft van het totale con
certbezoek. Het gemiddeld aan
tal bezoekers per concert was
hier 1450.
de periode van rococo en classi
cisme (1750-1825) en romantiek
(1825-1890). „Succesvolle"
componisten waren volgens dit
onderzoek nog steeds Mozart,
Beethoven en Bach en in min
dere mate Handel, Haydn,
Brahms, Dvorak, J. Strauss jr.
en Tsjaikowski.
De kunstenaar wil, binnen het
constructivisme, de door de
mens geschapen technologische
omgeving doorbreken. Hij pro
beert dit op verschillende ma
nieren. Hij kan manifesteren,
bewustmaken door middel van
materialen. Bij Dick Fluitsma,
die als Bredanaar zes plastieken
in het park kreeg geplaatst, ligt
de nadruk vooral op het laten
ervaren van materialen. Deze
hebben hun eigen leven, dat bo
ven het nuttigheidseffect uit
stijgt. Een ijzeren balk, die niets
meer te dragen heeft bezit nog
een eigen huid, vorm, een eigen
leven. Beljon laat je kijken
naar een houten dukdalf, ruiken
aan het hout, de constructie
zien.
Je moet om de dingen heenlo
pen. Eigenlijk moet u niets, al
leen begrippen als „mooi" - al
thans in de traditionele zin - lie
ver thuis laten. En dan kijken en
denken (het is een nogal ratione
le, verstandelijke toestand) bij
constructies van Keus en Van
der Linden, of een contractie
van Bakker, een doorboring van
Bodenkamp, balans van Pen-
nock, beweging van Els de
Groot, uiteenliggende tekens
van Siegers of de spiegeleffecten
bij Walraeven etc. Het zijn alle
maal begrippen en situaties,
waarmee we dagelijks te maken
hebben. Maar we staan niet stil
bij het hoe en waarom de dingen
in elkaar zitten, hoe alles orga
nisch wel of niet met elkaar ver
bonden is; bij het feit hoe onze
maatschappij, ons leven in el
kaar zit.
Je moet het er maar uithalen,
je moet er maar bij mediteren
(willen). Waarschijnlijk zouden
deze dingen, bij elkaar opges
teld op een pleintje tussen flats
een meer geëigende omgeving
hebben dan tussen de goede be
doelingen van het park. Of mis
schien tóch voor sommigen door
de contrastwerking. Probeer het
zelf maar te ondergaan. Dat kan
tot en met 14 september, dage
lijks van 11-17 uur in de Bou
vigne tuin te Breda.
HENK EGBERS
„Het is even absurd om het
Concertgebouworkest te verwij
ten dat er geen arbeider in de
zaal zit, als om Proloog of anders
een popgroep te verwijten, dat
er geen dokter in de zaal zit en
geen hoogleraar onder hun ge
hoor. Differentiatie moet er
blijven, al is het alleen maar om
het creatieve spanningsveld tus
sen de gevestigde cultuur en
subcultuur en cultureel protest
levendig te houden.
Het is de grote verdienste van
de orkestenbrief van minister
Van Doorn, dat de zin en functie
van onze orkesten zo scherp ter
discussie zijn gesteld. Een op
lossing voor de verstarde situa
tie zal echter niet liggen in bu
reaucratische regelingen, groot
schalige werkverbanden en
mooie regionale bestuurlijke in
delingen, want zo simpel liggen
de cultuurprocessen niet.
De minister kan zich beter
richten op een muziekpraktijk
waarin het bruist van enthou
siasme, omdat zoveel groepen
daar samen bezig zijn. Een mu
ziekbeleid dat op enthousiasme
en geïnspireerdheid is geba
seerd, maakt het werken volgens
de prikklok tot iets overbodigs.
Drs. Barend Wijtman in
Anouk
NB. Allemaal waar. Maar kij
kend door alle redeneringen en
orkestbrieven heen, blijf je toch
de indruk houden dat het alle
maal gaat om: wie zal dat beta
len zoete lieve Gerritje? Hoe bv
het salaris is samengesteld van
iemand, die èn orkestlid èn mu
ziekschoolleraar èn dirigent van
harmonie St. Caecilia is? Waar
blijft het geld is de vraag, die
onder een herverkaveling van
taakstellingen ligt (red.).
'Natuurlijk, als
Hauptmann, Bruno Walter, We-
deking, Josef Ponten, Gustav
Mahler, Georg Lukécs, Herman
Broch, Albert Einstein („heel
sympathiek en niet bijzonder
stimulerend, zeer eenzijdig ge
nie; in het gewone leven niet
zo'n indrukwekkende man"),
Schönberg („tirannieke man"),
Furtwangler etc., etc. Je komt
veel beroemde mannen tegen en
tussen de regels door lees je vaak
hoe ze, met name in de nazi-tijd,
gestaan hebben.
Vanaf het moment dat Katia
Pringsheim Thomas Mann voor
het eerst in de tram ontmoette
tot zijn sterven zit dit boek bar
stensvol menselijke anecdoten
die een aardig beeld geven van
„de tovenaar" - een naam, die
ztjn kinderen hem gaven, na een
verkleedpartij voor een feestje
Bovendien geeft het onopzette
lijk een beeld van een tijd, waar
voor de belangstelling op dil
moment nogal groot is Er zijn
dus verschillende redenen om
dit boek met smaak te lezen.
HE
zijn wij verloren.
In 1970 verscheen het boek van dr. C.A. van Peursen: Strategie
van de cultuur - een beeld van de veranderingen in de hedendaagse
denk- en leefwereld. We hebben toen zeer positief gereageerd. Dat
dit boek aansloeg - hoewel het allesbehalve een populair geschrift is
blijkt uit de drie drukken die er tot nu toe van verschenen. Het werd
zelfs een soort „handboek" voor leerkrachten, actiegroepen, on
dernemers, artsen, vakverenigingen e.d. In iedere bibliotheek die
zichzelf respecteert, is het wel te vinden. Het is echter een te moei-
lijk boek, zodat de vraag naar een sterk vereenvoudigde uitgave
opkwam. Van Peursen heeft daarop gereageerd. Hij heeft het boek
helemaal herschreven. Inhoudelijk bleef het hetzelfde; de talrijke
illustraties zijn gehandhaafd; ze vormen ook een wezenlijk onder
deel. De titel van het boek is enigszins gewijzigd. Deze luidt: PROF.
DR. C.A. VAN PEURSEN: CULTUUR IN
STROOMVERSNELLING-strategie van de cultuur-(uitg. Else
vier). De bladspiegel is kleiner geworden (de helft); het aantal
pagina's is ongeveer gelijk gebleven. Kostte het fraai uitgegeven
oorspronkelijke boek, in linnen band, in 1970 f 19.50; voor de
nieuwe paperbark betaal je f 22,50 Stroomversnelling in de prij
zen. Maar het boekje is het waard. Bij enkele steekproeven in de
tekst, blijkt Van Peursen het boek practisch helemaal herschreven
te hebben; in die zin, dal moeilijke woorden iets meer worden
gemeden of in de tekst worden verklaard en de inhoud compacter is
geworden, zonder deze wezenlijk aan te tasten. Ter herinnering: de
inhoud heeft de volgende hoofdstukken: model van de cultuur; het
mytische denken; het ontologische denken; het functionele denken;
van techniek tot organisatie; cultuur als beleid; van kennis tot
ethiek; mogelijke en onmogelijke werelden Helemaal passend bij
deze „eenvoudige" uitgave geeft Van Peursen tenslotte aanwijzin
gen bij het gebruik van dit boek „In zekere zin moet de lezer, als
individu en als groep, vanuit eigen ervaring dil boek verder schrij
ven In hel kort geeft hij daarvoor enkele methodieken aan. Sterk
aanbevolen dit te doen Neem. lees en doe.