breda 13e Biënnale Middelheim Beelden Buiten Bouvigne toerisme Katia Mann vertelt over haar Man(n) STROOMVERSNELLING Mozart, Beethoven en Bach favoriet Van Peursen in eenvoudigeyiitgave WIJ B Uit- xpositie ijdschrift xpositie -jM oek lëne liceerd: iding Ming voor de 3 enige i de studie 678/0057 meer de nging e chemische utaire jiogische lemische rrein van de 15,- per maand. ummer rrlljke venhage. d erpieegkundige-A ontstaan voor een nasi met de prak ten op de verschil- wi| nem/haar ver in van theoretische zi|n van het diplo- rvaring te beschik- etische opleiding. hebDen gevolgd of orkeur )r inlichtingen wen- jotd opleiding (tel: hten aan de atde- skenhuis ziekenhuis lelaan 19 - 21 breda fe'fe fe e NATUUR en sculptuur; beel den buiten bij kunstzaal De Hoge Hees, tussen Steensel en Eersel. Eerste lustrum-expositie met werk van Hilde van Andel-Brückmann, Hans van Eerd, Nel van Lith, Niels Lous, Dick van der Linden en Jan Meefout. Tot 24 augustus, e EINDEXAMEN-werk van leerlingen van St. Joost in aca demiegebouw St. Joost te Breda, zaterdag 21 juni van 10-17 uur; zondag 22 juni van 14-17 uur en maandag 23 juni van 10-17 uur. KONINKLIJKE subsidie voor schilderkunst ging dit jaar naar Hans Boer, Rotterdam; Arie van Geest, Rotterdam; Dirk Gorter, Den Helder, Burgert Konijnen- dijk Rotterdam, A. Leeuwen Almelo, J. van Oord Werken dam. Er waren ongeveer 150 in zendingen. Expositie van het werk; tot 30 juni, in schouwburg van Den Helder. GRAFIEK uit Hongarije; tot en met 25 juni op werkdagen tussen 15-17 uur te bekijken in bedrijfsrestaurant IFF Zeven- heuvelenweg, Tilburg. ZESDE Zeezangfeest in Kur saal Oostende op 11 juli om 20.30 uur met het Renaat Ver- emanskoor, Jef Burm, Aglaja, Lode Dieltiens, De Jagerskapel, Die Rooselaer, Willem de Meyer en Fernard van Durme. ZOMER-expositie in BKS- gebouw, Spoorlaan, Tilburg. Tot 29 juni plastieken van o.a. Hans van Eerd, Hans Goddef- roy, Cees Vet, gouaches van Evarsky Blom en Ben van Rooy en grafiek van Peter Bes, Hüde Möhring e.a. DARIO Villalba, Spaanse kunstenaar met constructies, drieluiken en schilderijen - cri sis der mensheid als onderwerp - tot 14 juli in museum Boymans-Van Beuningen, Rot terdam. GERARD Schaperkötter, schilderijen, etsen, achterglas schilderijen en monotypes van Bert Loerakker met schilderijen en,aquarellen rond het thema „vervreemding van het land schap", tot 21 juli in De Beyerd te Breda. Wie nog de iilussie mocht hebben, dat hedendaagse Aziati sche beeldhouwkunst - met name uit India, Japhn en Turkije toch nog wel een geheel eigen karkater moet hebben, zal bedrogen uitkomen. Het 25-jarige befaamde openluchtmu seum voor beeldhouwkunst MIDDELHEIM uit Antwerpen heeft op dit moment zijn dertiende BIËNNALE. Uit de drie genoemde landen zijn ruim 130 sculpturen bijeengebracht, die vertellen, dat de Aziatische beeldhouwkunst - althans in deze landen - in de vaart der volkeren is opgenomen. Hier en daar zit nog een snufje foklore en met wat goede wil en de nodige redeneringen kun je er nog wel wat eigenheden uitpu ren. De landen-formule van Middenheim is verouderd. De grootste verwachtingen liggen ongetwijfeld bij India. Afgezien van het feit, dat de oude oosterse cultuur uit India bij velen in onze westerse sa menleving een bepaalde aan trekkingskracht bezit, is op dit moment het bewaren van au thentieke gegevens in dit land ook het sterkst van de drie; het nationalisme het felst van de drie. Het is óók het armste land. De inzending steekt dan ook - kwantitatief - b.v. nogal af tegen die uit Japan. Bij de sculpturen uit India vind je iets terug van oer- archaische vormen; van oude iconografische gegevens; van Tantristische begrippen; van fokloristisch bronsgieten. Maar het land worstelt nog met een Brits kolonialisme; het expre- sionisme, het constructivisme en andere westerse ismen zijn voorname bestanddelen geble ven. Toch heeft deze inzending vaak iets vertederends, waarbij namen als Dhan Raj Bhagat, Shashi R Chowathey, Dhar- mani Balbir Sigh Katt, Amar Sehgal u waarschijnlijk weinig zullen zeggen. Werk, dat uiteen loopt van een krachtige monu mentaliteit tot een volkskun- stachtige verwerking van beeld en materiaal Het meeste werk uit India - en dat geldt ook voor een zeer groot deel van de sculp turen uit Japan en Turkije - pas sen beter in een besloten ruimte. Hoewel twee paviljoentjes daar wel iets aan doen, is het park Middelheim meereen toevallig heid. De Japanse inzending maakt een robuustere indruk en heeft een bijna geheel westerse (Ame- - rikaanse) „glamour". Ook in dat land zijn beeldenbiennales ge liefd en de Middelheim-collectie is samengesteld uit deelnemers aan de openluchttentoonstellin gen in Ubeen Kobe Middelheim heeft in zijn vaste collectie al Japanse werken (Teshigahara), sedert de deelname van dit land aan de Biennale van '67. Con structivisme, conceptual-art, si- tuationisme en noem maar op; SAMENSPEL-4: Dit nummer heeft als onderwerp de Toneel- nota van CRM. Door de een ver guisd, door de ander geprezen In Samenspel wordt uiteraard ingegaan op de plannen van de nota met het amateurtoneel. Dan is er het een en ander te prijzen. „De ontgrenzing van het toneel,", zet Jan Velzeboer boven zijn verhaal, waarbij hij o.a. zegt dat de kloof tussen amateur- en beroepstoneel door de beroepsgezelschappen voor tdurend bewaakt wordt. Nog een andere opmerking: „Sinatra moet zonodig komen tegen een avondgage waarvoor een ge middelde Nederlander 10 jaar moet werken. Geboycot moet hij worden! En de impresario aan geklaagd bij de economische rechter wegens ongeoorloofde prijsopdrijving". Velzeboer wijst verder vooral op de uit werking van de gedachte van re gionale toneelcentra door de Noordhollandse culturele raad. „Een logische interpretatie". H. Zeevalkmg is ook nogal tevre den met de nota, al komt het amateurtoneel er te bekaaid af. Hij vraagt zich ook af wat het verschil is tussen provinciale toneeladviseurs en de beroep sacteurs, die zich straks moeten inzetten voor het amateurto neel? „Daarom véél geld voor Proloog en geen cent voor Care! Briels", roept Rudi Kagie. Waarom? Te lezen in: „Het vor mingstoneel heeft een bood schap voor ons". Tenslotte een interview van Wim Odé met drs Th. van Velzen van CRM Hij zegt o.a. „De toneelwereld mag wel over de nota meespreken, maar we) tegen de achtergrond van het algemeen belang"; wat dat dan ook moge zijn. (Samen spel, Zandpad 28, Maarssen). BOUVIGNE BEELDEN BUITEN kan dit jaar een park vol misverstand worden. Ik geloof, dat ik hardop zeg wat velen waarschijnlijk zullen denken: „moet ik naar die schroothoop gaan kijken?". De burgemeester van Breda drukte het bij de opening veel parlementairder uit door te zeggen, dat de ten toonstelling „niet lief en niet erg esthetisch" is. Op het geheel wordt dan het etiket „constructivisme" geplakt, met wat gemompel over een geïndustrialiseerde wereld èn de beelden mogen als toeristische trekpleister blijven staan; een situatie waarbij kunst en toerisme samenvallen. Een ander misver stand. Dat misverstand wordt over igens in de hand gewerkt door de presentatie. De plastieken, die luist het begrip van onze burger lijke welvaartsmaatschappij willen laten springen, zijn als losse monumentjes - als tuin beelden van, noem maar op, Andriessen, Nic Jonk - in een keurig aangeharkte burgerlijke tuin uitgestald ter aanbidding. Met een bepaald soort breedheid van opvatting worden de „beel den" geduld. De tuin wordt tens- lotte met overeind gehouden en dan krijgt die gemeenschap er ook iets voor terug. Kunstenaars hebben het recht, zo wordt gezegd, hun ei gen visie te tonen Maar dan wel binnen een kader, die de zeg gingskracht ervan ontkracht. Een tentoonstelling van con structivistische beelden. Nu wordt onder het begrip con structivisme zoveel bijeenge harkt, dat het een weinig zin volle benaming is geworden. Na de laatste oorlog sloeg het een tijdlang op een belangrijk deel van de geometrische-abstracte kunstuitingen. Maar de term zelf werd al in 1913 bedacht Sculptuur uit India van Gujral door de Rus Tatlin; met name voor zijn eigen werk: reliëfs, vervaardigd uit elementen van verschillende materialen. De richting, die daarna vanuit Moskou ontstond (1920. Realis tisch Manifest van Gabo en Pe vsner) verwerpt de statische kunst en wil o.a. door losse vor men en constructies in de ruimte de ritmische beweging weerge ven. Moholy-Nagy en Kemény ontwikkelden het tot dynamisch-constructivisme en experimenteerden om mens, materiaal, kracht pn ruimte te verenigea Het actuele neo- constructivisme wil echter geen gewone vernieuwing van het oorspronkelijke constructi visme zijn, maar een volledige nieuwe ontwikkeling in allerlei vormen. Maar het is niet zo moeilijk om praktisch alles waarmee hedendaagse kunste naars bezig zijn aan de basis van het constructivisme terug te vinden. Zelfs de pretentie om geen „kunst" - geen esthetische dingen, die het oog strelen - te maken, maar om intellectuele, emotionele, sociologische en technische elementen in een to taliteit bij elkaar te brengen, stammen uit de aanzetperiode Afgewezen worden kunstwer ken, die geïsoleerd naast het le ven staan; vrijblijvende toe standjes. p Dick Fluitsma laat „oud roest" leven het zit er allemaal in. Er staat een monumentaal koperen hart van Keiko Yoshida, dat indruk kan maken, vormgevoelige ste nen van Nagare (ex-piloot, die het Wedergeboorte-monument voor het Lincoln Centre in New York maakte); kinetische ringen van Ito; goed gevonden synthe tische capsules van Kimura; ruimtelijke situaties van Eguchi en Tsuchitani om enkele van de 45 plastieken met naam te noe men. Er is zo van alles aan de hand in Japan; als in de westerse wereld. En het wordt vaak met heel veel overtuiging en vak manschap gedaan. Niet zo ty pisch Japans, maar eerder type rend voor het internationaal be eldend bezig zijn. Turkije, met een dertigtal kleine werken vertegenwoor digd, is de zwakste van de drie. Hoewel dit land me voor de geest staat als een gebied met zeer oorspronkelijke abstrakte figu raties, is de collectie - op enkele uitzonderingen na - heel wes ters; ouderwets westers. De tra dities van Rodin, Bourdelle en Maillol werkten er door; geëx perimenteerd wordt er - zo te zien - nog betrekkelijk weinig. Beelden van Hakki Karagitog- liu, Haluk Tezonar, Denizhan zijn vakbekwaam gemaakt; een kop van Bölükbasi; een kwartet van Kubussen van Müritoglu; een vorm van Safkan....; je blijft er wel even bij stilstaan. Je denkt: er is in Turkije nog niet zóóveel op gang gekomen. Middelheim blijft altijd een belevenis. Behalve deze oriënta tie in de hedendaagse Aziatische beeldhouwkunst is er nog een expositie Middelheim 25, gewijd aan de negen comité-leden van het museum: Cornelisse Dupon, Gentils, Kreitz, Macken, Joris Minne, Poot en Puvrez, met daarnaast natuurlijk de vaste collectie. Tot 5 oktober kunt u er terecht. Het concertbezoek in Neder land is volgens het Contactor gaan van Nederlandse Orkesten de laatste jaren goed op peil ge bleven. Uit een voorlopige op gave van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de 1280 concerten die tijdens het seizoen 1973-1974 werden ge geven door 1.098.140 mensen werden bijgewoond. Dat is 50.000 minder dan het voor gaande seizoen maar toen gaven de symfonie-orkesten 86 concer ten meer. De concertzalen wa ren volgens het CBS gemiddeld voor 75 procent bezet, hetgeen een stijging betekent ten op zichte van het voorgaand sei zoen (73 procent). De gemid delde belangstelling per concert steeg in het afgelopen seizoen tot 854 (1972-1973: 839) bezoe kers. Bijna 82.000 jongeren gezoch- ten 123 jeugdconcerten. Hoewel de gemiddelde bezettingsgraad van 77 procent boven het alge meen gemiddelde van 73 pro cent lag was het bezoek in 1972-1973 duidelijk minder dan het voorgaande seizoen toen ruim 94.000 jongeren de concer ten bezochten. In het gespeelde repertoire viel blijkens de CBS-statistiek een sterk accent op werken uit Het is nu (ook) het THOMAS MANN-jaar De naam van deze befaamde Duitse auteur zal niet zoveel mensen, denk ik, iets doen De meeste lezers zullen misschien niet weten wie hel was7 En dan is het best aardig om het boek van zijn weduwe KATIA MANN-PRINGSHEIM te lezen, waarin zij onder de titel HERINNERINGEN AAN DE TOVENAAR (vert. Couthino. uitg Arbeiderspers f 26,50) ver telt over haar beroemde man Een treffend portret, dat goed kan dienen als basis voor- en in leiding op het lezen van een of meer Doeken van zijn hand Er verschijnen dit jaar heel wat vertalingen. In 1973 vierde de weduwe van Thomas Mann haar 90e venaar- dag In interviews gaf ze toen blijk, aldus de mededelingen bij het boek. uitermate scherpzin nig en verhelderend over de n guur en het werk van Thomas Mann te kunnen vertellen Maai consequent bleef ze weigeren ook maar iets van haai herinne ringen op schrift te zetten. Slechts op aandrang van haar zoons Michel en Golo, ging ze overstag Met bril en potlood gewapend zat ze dag in dag uit Katia Mann „Ik heb in mijn leven nooit kunnen doen, wat ik had willen doen" op haar terras aan het meer van Zilrich te schrijven. Michael Mann en Elisabeth Pelssen voerden de eindredactie, waarna dit boek het resultaat was Uit het materiaal werden ten dele tv-gesprekken ge maakt, die er ook in verwerkt zijn. In Meine ungeschriebene Memoiren blijkt Katia Mann niet alleen over een goed geheu gen te beschikken, maar ook op een onderhoudende manier te kunnen verteilen, niet alleen over Thomas Mann, maar tege lijk over een aflopende periode de burgelijke periode waann haar man zich als de laatsti grote Duitse verteller voelde Het zijn geen diepgravende be schouwingen, maar anecdotes met hier en daar een licht krui sche ondertoon Een opgewekte vrouw naast een met zo gemak kelijke man, die - overigens zonder bitterheid - tenslotte verklaarde „Ik heb mijn leven nooit kunnen doen wat ik had willen doen". Een belangrijk deel van het boek vertelt over de bestaan- sachtergronden van Manns boe ken, vooral over de personen, die uit de realiteit model ston den voor zijn romanfiguren; de boze reacties en verwarringen die deze teweeg brachten. De ontstaan-geschiedenis van Budden brooks, Königliche Ho- heit, Der Zauberberg en vele anderen. Uiteraard komen ook aan de orde de maatschappelijke denk beelden van Thomas Mann, die van conservatief monarchist tot liberaal republikein, tot fel anti-fascist en radicaal demo craat ontwikkelden, de weers lag die dat had in de nazi-tijd en zijn emigratie en „terugkeer' naar Duitsland. „Heinrich (Mann) was zeer links, dat was bekend Maar van de zoge naamde bourgeois schrijvers was Thomas Mann de enige die zich tegen de nazi's heeft ge keerd", schrijft Katia Ook over de spanningen met zijn broer Heinrich en andere familiale gebeurtenissen vertelt ze; op een milde toon. Verder kom je in de relatiekring van de Manns veel bekende figuren tegen, over wie ze overigens niet erg roddelt, ook al was er aan leiding toe. Over Brecht zegt ze niet zoveel. Heel eufemistisch klinkt het „Bert Brecht en mijn man hadden geen sympathie voor elkaarBrecht was een slimme vent. Hij hield zich van den domme en anderen waren dom" Over Adorno, die Mann muzikale adviezen gaf bij zijn Faustus, waarover troubles ont stonden „Hij was immers soms net gek, zo pretentieus en blas- sé" Ze schrijft over hun ont moetingen met Herman Hesse, Franz Werfel, Stefan Zweig, Uit de volledige statistiek van het concert- opera-operette- en balletbezoek 1972-1973 blijkt dat in 186 gemeenten concerten werden gegeven. Een sterke concentratie van het concertbe zoek is te vinden in Amsterdam, Arnhem, Den Haag, Rotterdam en Utrecht met 50 concerten of meer. De in totaal 478 concerten in deze gemeenten trokken meer dan de helft van het totale con certbezoek. Het gemiddeld aan tal bezoekers per concert was hier 1450. de periode van rococo en classi cisme (1750-1825) en romantiek (1825-1890). „Succesvolle" componisten waren volgens dit onderzoek nog steeds Mozart, Beethoven en Bach en in min dere mate Handel, Haydn, Brahms, Dvorak, J. Strauss jr. en Tsjaikowski. De kunstenaar wil, binnen het constructivisme, de door de mens geschapen technologische omgeving doorbreken. Hij pro beert dit op verschillende ma nieren. Hij kan manifesteren, bewustmaken door middel van materialen. Bij Dick Fluitsma, die als Bredanaar zes plastieken in het park kreeg geplaatst, ligt de nadruk vooral op het laten ervaren van materialen. Deze hebben hun eigen leven, dat bo ven het nuttigheidseffect uit stijgt. Een ijzeren balk, die niets meer te dragen heeft bezit nog een eigen huid, vorm, een eigen leven. Beljon laat je kijken naar een houten dukdalf, ruiken aan het hout, de constructie zien. Je moet om de dingen heenlo pen. Eigenlijk moet u niets, al leen begrippen als „mooi" - al thans in de traditionele zin - lie ver thuis laten. En dan kijken en denken (het is een nogal ratione le, verstandelijke toestand) bij constructies van Keus en Van der Linden, of een contractie van Bakker, een doorboring van Bodenkamp, balans van Pen- nock, beweging van Els de Groot, uiteenliggende tekens van Siegers of de spiegeleffecten bij Walraeven etc. Het zijn alle maal begrippen en situaties, waarmee we dagelijks te maken hebben. Maar we staan niet stil bij het hoe en waarom de dingen in elkaar zitten, hoe alles orga nisch wel of niet met elkaar ver bonden is; bij het feit hoe onze maatschappij, ons leven in el kaar zit. Je moet het er maar uithalen, je moet er maar bij mediteren (willen). Waarschijnlijk zouden deze dingen, bij elkaar opges teld op een pleintje tussen flats een meer geëigende omgeving hebben dan tussen de goede be doelingen van het park. Of mis schien tóch voor sommigen door de contrastwerking. Probeer het zelf maar te ondergaan. Dat kan tot en met 14 september, dage lijks van 11-17 uur in de Bou vigne tuin te Breda. HENK EGBERS „Het is even absurd om het Concertgebouworkest te verwij ten dat er geen arbeider in de zaal zit, als om Proloog of anders een popgroep te verwijten, dat er geen dokter in de zaal zit en geen hoogleraar onder hun ge hoor. Differentiatie moet er blijven, al is het alleen maar om het creatieve spanningsveld tus sen de gevestigde cultuur en subcultuur en cultureel protest levendig te houden. Het is de grote verdienste van de orkestenbrief van minister Van Doorn, dat de zin en functie van onze orkesten zo scherp ter discussie zijn gesteld. Een op lossing voor de verstarde situa tie zal echter niet liggen in bu reaucratische regelingen, groot schalige werkverbanden en mooie regionale bestuurlijke in delingen, want zo simpel liggen de cultuurprocessen niet. De minister kan zich beter richten op een muziekpraktijk waarin het bruist van enthou siasme, omdat zoveel groepen daar samen bezig zijn. Een mu ziekbeleid dat op enthousiasme en geïnspireerdheid is geba seerd, maakt het werken volgens de prikklok tot iets overbodigs. Drs. Barend Wijtman in Anouk NB. Allemaal waar. Maar kij kend door alle redeneringen en orkestbrieven heen, blijf je toch de indruk houden dat het alle maal gaat om: wie zal dat beta len zoete lieve Gerritje? Hoe bv het salaris is samengesteld van iemand, die èn orkestlid èn mu ziekschoolleraar èn dirigent van harmonie St. Caecilia is? Waar blijft het geld is de vraag, die onder een herverkaveling van taakstellingen ligt (red.). 'Natuurlijk, als Hauptmann, Bruno Walter, We- deking, Josef Ponten, Gustav Mahler, Georg Lukécs, Herman Broch, Albert Einstein („heel sympathiek en niet bijzonder stimulerend, zeer eenzijdig ge nie; in het gewone leven niet zo'n indrukwekkende man"), Schönberg („tirannieke man"), Furtwangler etc., etc. Je komt veel beroemde mannen tegen en tussen de regels door lees je vaak hoe ze, met name in de nazi-tijd, gestaan hebben. Vanaf het moment dat Katia Pringsheim Thomas Mann voor het eerst in de tram ontmoette tot zijn sterven zit dit boek bar stensvol menselijke anecdoten die een aardig beeld geven van „de tovenaar" - een naam, die ztjn kinderen hem gaven, na een verkleedpartij voor een feestje Bovendien geeft het onopzette lijk een beeld van een tijd, waar voor de belangstelling op dil moment nogal groot is Er zijn dus verschillende redenen om dit boek met smaak te lezen. HE zijn wij verloren. In 1970 verscheen het boek van dr. C.A. van Peursen: Strategie van de cultuur - een beeld van de veranderingen in de hedendaagse denk- en leefwereld. We hebben toen zeer positief gereageerd. Dat dit boek aansloeg - hoewel het allesbehalve een populair geschrift is blijkt uit de drie drukken die er tot nu toe van verschenen. Het werd zelfs een soort „handboek" voor leerkrachten, actiegroepen, on dernemers, artsen, vakverenigingen e.d. In iedere bibliotheek die zichzelf respecteert, is het wel te vinden. Het is echter een te moei- lijk boek, zodat de vraag naar een sterk vereenvoudigde uitgave opkwam. Van Peursen heeft daarop gereageerd. Hij heeft het boek helemaal herschreven. Inhoudelijk bleef het hetzelfde; de talrijke illustraties zijn gehandhaafd; ze vormen ook een wezenlijk onder deel. De titel van het boek is enigszins gewijzigd. Deze luidt: PROF. DR. C.A. VAN PEURSEN: CULTUUR IN STROOMVERSNELLING-strategie van de cultuur-(uitg. Else vier). De bladspiegel is kleiner geworden (de helft); het aantal pagina's is ongeveer gelijk gebleven. Kostte het fraai uitgegeven oorspronkelijke boek, in linnen band, in 1970 f 19.50; voor de nieuwe paperbark betaal je f 22,50 Stroomversnelling in de prij zen. Maar het boekje is het waard. Bij enkele steekproeven in de tekst, blijkt Van Peursen het boek practisch helemaal herschreven te hebben; in die zin, dal moeilijke woorden iets meer worden gemeden of in de tekst worden verklaard en de inhoud compacter is geworden, zonder deze wezenlijk aan te tasten. Ter herinnering: de inhoud heeft de volgende hoofdstukken: model van de cultuur; het mytische denken; het ontologische denken; het functionele denken; van techniek tot organisatie; cultuur als beleid; van kennis tot ethiek; mogelijke en onmogelijke werelden Helemaal passend bij deze „eenvoudige" uitgave geeft Van Peursen tenslotte aanwijzin gen bij het gebruik van dit boek „In zekere zin moet de lezer, als individu en als groep, vanuit eigen ervaring dil boek verder schrij ven In hel kort geeft hij daarvoor enkele methodieken aan. Sterk aanbevolen dit te doen Neem. lees en doe.

Krantenbank Zeeland

de Vrije Zeeuw | 1975 | | pagina 21